Deze zondag gaan we, voor het eerst in Pakistan, zelfstandig verder naar de volgende plaats. Maar eerst eten we ons ontbijtje, pakken we onze laatste spullen en zeggen we iedereen gedag. We hebben van tevoren geen Lonely Planet reisgids voor Pakistan kunnen bemachtigen, aangezien deze sinds 2007 al niet meer wordt gedrukt. Daarom hebben we gisteravond al even op het Lonely Planet forum gekeken wat de overnachtingstips zijn van mensen die recent in Lahore, onze volgende bestemming, zijn geweest. Altijd handig om te weten wat de leuke plekken zijn!
De receptieman heeft een taxi voor ons geregeld en we proppen onze tassen en onszelf in het gammele gebakje om naar de bushalte te rijden. Tjonge, dit is best een verschil met de luxe Toyota van de afgelopen dagen! Maar zijn toeter werkt nog prima en dus komen we na een half uur veilig aan bij het Deawoo-busstation om ons ticket te kopen. Voor een paar Rupie kunnen we direct mee met een bus die op het punt staat om te vertrekken. We zitten wel helemaal achterin, maar het extra gehobbel overleven we wel voor die paar uur.
De busreis van Islamabad naar Lahore bevalt prima, er blijkt zelfs wifi aan boord van de bus! Na het uitstappen kijken we om ons heen hoe we het beste naar het Lahore Backpackers hostel kunnen gaan. Het is al bijna donker aan het worden en dus kiezen we lekker makkelijk voor een prepaid-taxi van de busmaatschappij. Iets duurder, maar wel zo gemakkelijk en comfortabel.
Net als de taxichauffeurs in de rest van de wereld, haalt hij zijn trucendoos tevoorschijn en beweert dat we er op een gegeven moment zijn. De man van dit hostel is inmiddels naar buiten komen lopen, zegt dat we hier goed zijn en dat hij hele mooie kamers heeft. Hij legt het er allemaal wat dik bovenop en wil bovendien onze tas al meepakken, dat truukje kennen we! Renee ziet toch echt een andere naam op het gebouw staan, dus no way dat we hier uitstappen. We willen naar Lahore Backpackershostel meneertje! Oh ok sorry Mr, mistake, zegt hij tegen Stefan. Tuurlijk 🙂 Nog geen minuut later staan we in de volgende zijstraat alsnog voor het juiste hostel. Maar hij kan nu fluiten naar z’n fooi.
We klimmen de trappen omhoog en worden direct vriendelijk en netjes welkom geheten door Sajjad en hij zegt ons dat we mogen gaan zitten. We kijken wel even verbaasd op als er daarna direct een foto en filmcamera op ons wordt gericht door een stel Aziaten. Blijkbaar zijn we interessant? We laten het maar gebeuren en begrijpen na een tijdje dat dit groepje Singapoorezen in Pakistan is om hun afstudeeropdracht te maken; een interactieve documentaire die de andere kant van Pakistan belicht. Toerisme is natuurlijk zo’n andere kant en als we zijn ingecheckt vragen ze eigenlijk pas of we akkoord willen gaan met het filmen en of we bereid zijn om een waiver te tekenen. Normaal zijn we hier niet zo van, maar we maken deze keer een uitzondering. We zijn benieuwd of we uiteindelijk ook echt te zien zullen zijn in hun film. Over een paar maanden zien we het vanzelf.
‘s Avonds lopen we naar de hoek van de straat, want vooral Stefan heeft erg veel zin in westers eten, in de vorm van pizza van de Pizzahut bijvoorbeeld. Renee vindt dit overigens ook niet erg hoor. 😉 Na dit prima diner lopen we nog even de “supermarkt” binnen voor wat versnaperingen en drankjes voor in het hostel, want Sajjad serveert alleen thee. Daarna kletsen we een tijdje met de drie andere toeristen in het hostel, voordat we een tukje gaan doen. Morgen is er weer een dag.
Deze nieuwe dag ziet er wel heel anders uit dan de anderen. Vandaag vinden er in de hele stad protesten plaats georganiseerd door de PTI (Pakistan Tehreek-e-Insaf) en toeristen worden geadviseerd om binnen te blijven. De PTI is opgericht door de beroemde oud cricket captain Imran Khan en ons wordt verteld dat ze vragen om vervroegde verkiezingen, omdat de verkiezingen vorig jaar ‘rigged’ zouden zijn. Imran Khan belooft de corrupties in het land aan willen pakken. Vanaf het dakterras van ons hostel kunnen we één van de hoofdpleinen goed zien. Ze hebben alle wegen afgesloten met hekken, zijn banden en afval aan het verbranden en spelen urenlang hetzelfde lied, op maximaal volume.
Opzich zien de protesten er geweldloos uit, maar we hebben daar niets te zoeken als toerist en ook niet de behoefte om onderdeel te zij van zo’n grote menigte. Je hoeft maar één persoon te treffen die zin heeft om moeilijk te doen en je kunt in grote problemen komen. Rondhangend in het hostel kletsen we gezellig met de andere toeristen en leren we van alles over de PTI. Zo is de leider onderweg van Islamabad naar Lahore om een speech te geven, maar wordt de ontangsttijd steeds opgeschoven doordat hij wordt opgehouden. Op het nieuws worden de hele dag allerlei beelden getoond, gemaakt door journalisten op straat of rondvliegende drones. Ook het kruispunt dat we zelf op de foto kunnen zetten komt regelmatig voorbij.
Omdat ook bijna alle winkels dicht zijn, vragen we ons af hoe we vandaag iets fatsoenlijks te eten gaan krijgen. Voor de lunch glipt Renee even naar buiten naar een kraampje twee meter van het hostel, dat duidelijk alleen open is voor de protestgangers. Ze koopt hier een paar koekjes en wat te drinken. Voor het avondeten biedt Sajjad aan om met Stefan op zijn brommertje via een omweg langs de barricades te rijden, zodat ze bij een grote winkel waarvan hij weet dat het wel open is ingrediënten kunnen kopen voor een Pakistaanse variant van spaghetti met saus.
We hebben wel besloten om dit niet te vaak meer te doen, want voor dit geld kunnen we ook drie keer uit eten in een plaatselijk tentje. Raar eigenlijk dat je veel meer betaalt voor supermarkt voedsel én dat je het dan ook nog eens zelf moet maken. Dit laatste vinden we nu niet zo erg, aangezien we tijd zat hebben en het al een hele tijd geleden is dat Stefan zelf in de keuken heeft gestaan.
De dag ging verrassend snel voorbij, ook door de gezelligheid met de andere toeristen, waaronder Mirza uit Zwitserserland. Hij heeft echte hippieouders en heeft als kind flink wat jaren in een klein dorpje in Pakistan gewoond. Sindsdien is hij al een paar keer terug geweest, waaronder één keer samen met zijn ex toen ze nog voor 11 september 2001 samen een overland trip hebben gemaakt van Europa naar India. Toen was het allemaal een stuk eenvoudiger. Ook besteden we tijd aan het updaten van ons weblog en het maken van een Coachsurfing profiel. We hebben hier goede ervaringen over gehoord van andere reizigers en willen dit in India wel eens uit gaan proberen.
Nadat we de volgende ochtend rustig zijn opgestart, lopen we via allerlei smalle straatjes naar het oude centrum. Tsjonge, wat een drukte en een hoop indrukken! We worstelen ons letterlijk door de toeterende brommertjes en tuktuks heen en kijken naar alles wat er om ons heen gebeurt. Bij een bakkertje in de oude stad kopen we twee Pakistaanse broden met sesam en deze worden terwijl we wachten vers bereidt.
Opvallend is dat er ook een klein meisje in de rij staat die duidelijk nog niet zo lang loopt en echt nog geen twee kan zijn. Ze betaalt voor een paar broden, pakt het zakje aan en loopt daarna alleen weg, een zijstraatje in. Hier leren ze dus al op erg jonge leeftijd zelfstandig dit soort dingen te doen, maar Renee kan zich niet goed voorstellen dat haar oudste neefje, die ongeveer net zo oud moet zijn als dit Pakistaanse meisje, dit ook zou doen.
Na een tijdje vinden we in een parkje bij de bekende Food street en het fort een plek waar we kunnen zitten om ons brood op te eten. Er komen twee jonge mannen naar ons toe die ons aanspreken, maar we krijgen niet uitgevogeld wat ze bedoelen. Dat Urdu en dat Engels is soms best ingewikkeld voor beide partijen! Wij geven het na een tijdje op en hopen dat we dan even rustig onze lunch op kunnen eten, maar daar denken zij anders over. Toekijken terwijl een paar toeristen hun brood aan het eten zijn, is blijkbaar een leuke bezigheid en in tegenstelling tot ons, voelen ze zich hier helemaal niet ongemakkelijk bij. Nou ja, veel plezier dan maar! Stefan houdt onze dagtas maar extra goed vast, terwijl met zijn andere hand probeerd om zijn brood te eten.
Als we ons brood op hebben zijn we het zat, het zit echt niet lekker relaxed als er twee mannen zo naast je staan en continu naar je staren. We zeggen gedag en lopen om de muren van het fort heen, op zoek naar de ingang. Halfrond zien wel een poort met gat in de deur, maar niet iets wat op een ingang of ticketoffice lijkt. We kruipen naar binnen en blijken toch op de goede plek te zijn. Zoals we al hebben gelezen op internet, betalen toeristen voor dit fort tig malen meer dan de locals en even later staan we dus met zo’n 50 locale toegangstickets in onze hand (ze hebben wel een aparte prijs, maar geen apart toerstenticket), in het fort.
Nadat we eerst een bewaker hebben afgepoeierd die ons voor flink wat Rupies in een “speciaal” deel binnen wilde laten, laten we ons toch verleiden door een échte gids voor een rondleiding. Het hielp wel dat Renee vol bleef houden geen interesse te hebben (en verder liep) en Stefan dit als excuus gebruikte om de beste man flink te laten zakken met zijn prijs. Uiteindelijk een goede keuze om hem wel wát te betalen, want dit maakte het fort een stuk interessanter!
In het fort zijn we de enige Westerse toeristen en worden we natuurlijk weer erg vaak aangesproken om op de foto te gaan. We gaan hier een paar keer netjes in mee, maar gebruiken ook een aantal keer onze gids die in Urdi aangeeft dat we daar nu geen tijd voor hebben. Na de rondleiding lopen we nog even een stuk terug het fort in om naar de mooie zonsondergang te kunnen kijken, met uitzicht op de moskee hiernaast.
Als het bijna donker is, besluiten we ook nog de moskee zelf in te lopen. Apart is wel dat iedereen uitgebreid gefouilleerd wordt, maar dat ze ons overslaan. Waarschijnlijk vinden ze het onwaarschijnlijk dat we hier zijn om hun op te blazen? 🙂 Er lopen ook een hoop bewakers met grote geweren rond, maar onveilig voelen we ons niet. Stefan mag zelf met één van hun op de foto en de beste man vindt het duidelijk een eer dat we dat we hem hiervoor hebben uitgekozen.
Op de binnenplaats van de moskee komen we opnieuw een kerel tegen die in het fort ook al met ons op de foto was gegaan. Hij heeft intussen zelfs twee foto’s uit laten printen (wow, dat heeft hij snel geregeld!) en laat ze aan ons zien. Een beetje apart is dit wel, zeker omdat het twee foto’s zijn van hem met Renee alleen, met een vriendschappelijk handschutgebaar. De foto’s waar Stefan ook op staat waren het printen niet waard blijkbaar. We zijn benieuwd wat hij hier mee gaat doen en vinden het wel een beetje creepy. Voor de zekerheid maken we hem opnieuw duidelijk dat we een getrouwd stel zijn en dat het een “love marriage” is, niet een “arranged”. Hij wil erg graag weten of we niet iemand kennen (zussen/vriendinnen) aan wie we hem voor kunnen stellen.
We vinden het gesprek wel lollig en laten ons overhalen om buiten bij de moskee samen een kopje thee te gaan drinken. Als hij na 10 minuten even op staat om te vragen waar de thee blijft, vragen twee vriendelijke jongemannen die aan een tafeltje naast ons zitten, of ze erbij mogen komen zitten. Ze hebben de man o.a. zijn excuses horen maken voor de vele arme mensen in Pakistan en willen graag iets recht zetten. We zijn wel benieuwd naar wat ze willen en dus stemmen we in.
Wat volgt is een interessante discussie tussen de drie mannen, over dat niet alles zo zwart/wit is, dat de man ons geen onzin moet verkopen, etc. Een goed voorbeeld is dat het voor Westerse toeristen kan lijken alsof de mensen hier arm en ongelukkig zijn, maar dat dit vaak helemaal niet zo is. Dat mensen bewust kiezen om te leven zoals ze leven, dat het hun cultuur is om bijvoorbeeld op de grond te zitten ipv op een dure stoel en dat niet iedereen in het land arm en zielig is. Wij geven aan dat we al een hoop hebben gezien, onze eigen conclusies trekken en deze niet baseren op één verhaal.
Inmiddels is het al donker en de thee is op: we willen wel weer verder. Bovendien is Renee de man van de foto’s een beetje zat (voelt toch niet helemaal ok) en dus lopen we naar buiten op zoek naar een tuktuk. We rijden de drukke avondspits in en het duurt dus nog wel even voordat we terug zijn in het hostel. Stefan maakt een paar foto’s vanuit de tuktuk, waaronder één van een man met zijn vrouw en kinderen achterin een andere tuktuk. Dat had hij beter niet kunnen doen, want de man flipt helemaal als hij de fotocamera ziet. Hij zet zijn kind aan de kant, stapt uit en komt met gebalde vuisten naar ons toe lopen, doet de deur van de tuktuk open en pakt Stefan beet. Ondertussen heeft Stefan de camera gelukkig weggemoffeld en beide handen vrij om zich zo nodig te verdedigen. Ook veel andere mensen opgemerkt dat er iets aan de hand is.
Binnen no-time staat er een hele groep mannen om ons heen, in verhitte discussie met Stefan. Sommige aggressief, anderen juist om ons te verdedigen tegen de boze familie. Stefan vertelt dat hij nog geen foto had gemaakt, wat aannemelijk te maken is omdat hij geen flits gebruikte. Hij is ook echt niet van plan om de camera af te geven (die krijgen we dan vast niet meer terug), bovendien zit de camera inmiddels diep in Renee d’r broekzak en ze hebben gelukkig genoeg respect om van de vrouw af te blijven. Renee zit ondertussen met kloppend hart en grote ogen naar de hele happening te kijken en is blij dat niet zij maar Stefan deze keer zoiets stoms deed. Je moet altijd vragen aan de man of je een vrouw op de foto mag zetten of zorgen dat je niet wordt gezien.
Één van de andere passagiers uit de gedeelde tuktuk van de familie weet alles te bedaren, komt zelfs nog sorry zeggen bij ons (uhm, nou voelen we ons helemaal schuldig!) en zorgt er daarna voor dat iedereen weer instapt en verder gaat. We krijgen nog wel een paar keer boze blikken van de man, aangezien het door de drukte nog steeds niet echt doorrijdt, maar hij blijft wel op z’n gat zitten. Renee kan pas opgelucht ademhalen als wij na een tijdje een andere kant opgaan op een kruispunt. Aangekomen bij het hostel besluiten we om onze chauffeur een paar Rupee extra te geven voor het oponthoud en al het gedoe. Hij is er erg blij mee en we lopen snel ons hostel binnen om de gemaakte foto te bekijken. Nog best aardig gelukt, maar we hebben ons lesje wel geleerd 🙂
In het hostel hangt een aparte sfeer en is iedereen tv aan het kijken. We vragen wat er aan de hand is en het blijkt dat er vandaag een aanslag is gepleegd op een school in Peshawar (zo’n 500 km bij ons vandaan) en dat er ruim 100 doden zijn gevallen, voornamelijk kinderen. Normaal zijn dit “ver van je bed show verhalen”, maar nu ben je opeens in het land waar zoiets gebeurt. De dagen die volgen wordt er nog veel over gepraat en dit verandert ook onze kijk op dingen. De Pakistaanse bevolking is er kapot van en schaamt zich duidelijk voor deze groep terroristen.
Eerder zagen we hen misschien als één groep mensen die het niet met elkaar eens waren, maar nu zien we in dat het overgrote deel van de Pakistaanse bevolking nette, eerlijke, aardige en “normale” moslims zijn, die helemaal niet te vergelijken zijn met deze terroristen. Ze verafschuwen geweld en kunnen maar niet begrijpen dat deze groep mensen dit uit naam van Allah doen. Een gegeven wat lastig uit te leggen is aan de rest van de wereld, want het land heeft nou eenmaal een hele slechte reputatie en ze hebben niet altijd de goede keuzes gemaakt.
Nog een beetje aangeslagen vragen we aan Sajjad welk lokale restaurant hij ons aan kan raden en hij biedt aan om ons en zijn oom mee te nemen naar zijn favoriete plek. Zijn collega let ondertussen wel op het hostel. Na 10 minuten lopen, komen we aan bij het restaurant en we laten Sajjad de bestelling doen. Hij weet wat hier goed is, dus kom maar op! De kip en lamskebab met brood en salade is inderdaad erg lekker! Wel rete spicy, dus we zijn blij dat we ook snel ons drinken krijgen.
Het Pakistaanse en Indiase Punjab staat bekend om zijn pittige eten en dat kunnen we merken! Veel toeristen worden hier ook ziek, waarschijnlijk omdat hun maag de grote verandering niet aan kan. We hopen dat we inmiddels genoeg weerstand en “ervaring” hebben opgebouwd om hier tegen te kunnen, maar dat gaan we vanzelf merken. We hebben in ieder geval een heerlijke maaltijd op.
Die avond gaan we pas laat naar bed doordat we lang op het dakterras zijn blijven praten met de andere gasten. Zo vertellen een Zweed en Sri-Lankaan die al jaren in Zwitserland woont dat ze hier zijn om ruwe stenen te kopen. Deze kopen ze om ze vervolgens thuis te laten slijpen en te verkopen aan juweliers e.d. Een apart wereldje waarvan we ons afvragen hoeveel hiervan legaal is.
Het is al best laat als we de volgende ochtend opstaan. Sajjad heeft gisteravond beloofd om gratis Pakistaans ontbijt voor ons te regelen omdat hij het zo leuk vond met ons. Nou vooruit dan maar 🙂 Hij stuurt een mannetje naar beneden en even later komt hij met een in kranten ingepakt pakketje aanlopen. Het blijkt een mierzoete maar erg lekkere dubbelgevouwen paratha te zijn, wat een beetje lijkt op een gekaramaliseerde pannenkoek. We bedanken hem voor het lekkere ontbijt en lopen daarna met Zwitser Mirza naar een ATM. We hebben net te weinig Rupees gepint voor onze laatste dagen in Pakistan, maar hebben tot nu toe in Lahore nog geen werkende pinatomaat kunnen vinden. Ook degene die bij Mirza netjes Rupees uitspuugd, werkt voor ons met geen enkele pinpas. Wat irritant!
We besluiten om nog een tijdje verder te zoeken en te proberen, maar zonder succes. Eerst maar eens naar de dierentuin en dan proberen we het vanmiddag wel aan de andere kant van het hostel. De dierentuin kunnen we nog makkelijk betalen, want zelfs voor toeristen kost dit maar € 0,10 per persoon. De andere mensen hadden weinig aandacht voor de dieren, maar des te meer voor ons. We kregen zelfs regelmatig kinderen in onze handen gedrukt en staan op vele foto’s die die dag zijn gemaakt. We hebben nu een idee hoe de dieren zich hier moeten voelen 🙂
Op de terugweg proberen we nog een aantal ATM’s (grrr), maar vinden daarna gelukkig een soort Western Union kantoortje die een paar van onze Dollars om wil wisselen voor Rupees. Het is vandaag fris en dus hangen we vanaf het eind van de middag een beetje in het hostel, naast een gaskachel en chatten we met een Coachsurfing host uit India voor een mogelijk logeeradres.
‘s Avonds lopen we deze keer met z’n tweeën naar hetzelfde restaurant als gisteren. Daar bestelt Renee een beefschotel en Stefan een hamburger en soort shoarmarol, welke ook weer erg lekker zijn. De eigenaars en obers vinden het erg leuk dat we hier weer terug zijn, vooral ook omdat er verder alleen maar locals zitten. Het is wel grappig dat ze Stefan om bevestiging vragen als Renee cola bestelt. Ze zijn hier niet zo gewend dat een vrouw dit doet en dat wisten we eigenlijk ook wel. Als we terug komen in het hostel, kijken we nog lekker een serie onder onze warme deken en daarna gaan we slapen.
De volgende dag worden we wéér laat wakker, we snappen er geen klap van! Na een lekkere douche, worden we wederom verrast door Sajjad met een Pakistaans ontbijt. Deze is het voor ons al bekende brood met kikkererwtenprutje. Daarna overleggen we een tijdje en regelt Sajjad voor ons een tuktuk die ons vanmiddag naar de Pakistaanse-Indiase grens kan brengen. Terwijl we hier op wachten, schrijven we een stukje voor ons weblog.
Als de tuktuk er op de afgesproken tijd nog niet is, worden we wel een beetje zenuwachtig. Wij waren liever iets eerder gegaan, maar Sajjad had ons verzekerd dat we het makkelijk zouden redden. Het verkeer zit echter een beetje tegen en dus stappen we ruim 15 minuten later dan gepland pas in de tuktuk. De chauffeur wil de verloren tijd duidelijk goedmaken en zoekt alle mogelijke gaatjes op om sneller op de plaats van bestemming te komen. Op de “snelweg” geeft hij ook flink gas bij en zijn we blij dat onze warme kleding ons een beetje beschermd tegen de snijdend koude wind.
Een paar weken geleden is er aan de Pakistaanse kant van deze grens, op het parkeerterrein, een bomaanslag geweest waarbij tientallen mensen zijn omgekomen. Dit heeft er voor gezorgd dat er niet alleen aan de grens, maar ook onderweg nu extra veel controles zijn. Zo moeten we bij de eerste controle onze paspoorten laten zien en wil Stefan deze braaf uit zijn jaszak pakken. Er zit echter stof tussen de rist en dus krijgt hij die niet open. Na 5 minuten proberen, lachende blikken van de bewakers, frusterende woorden van onze kant en een erg ongeduldige chauffeur (dadelijk zijn we alsnog te laat!), is de chauffeur het zat en komnt hij Stefan helpen.
Dit helpen bestaat echter uit het kapot trekken van de rits (godver!), maar daarna kunnen we wel verder. We besluiten om geen gedoe te maken van het slopen van deze dure jas, het is niet anders. De volgende controles komen we een stuk makkelijker door en na een tijdje staan we bij de betreffende parkeerplaats, waar de chauffeur zijn tuktuk moet parkeren. Hij maakt ons duidelijk dat we op moeten schieten en dus rennen we de laatste 800 meter richting de poort. Stefan is blij dat hij zijn hardloopschoenen aan heeft.
We zijn nog op tijd en hadden achteraf gezien helemaal niet hoeven rennen. We nemen plaats op de tribune om de grensceremonie te kunnen bekijken. Pakistan is opgericht op 14 augustus 1947 en India is een dag later zelfstandig geworden (los van de Britten). Er hebben al een hoop oorlogen plaats gevonden tussen het Islamitische Pakistan en het Hindoestaande India en nog steeds zijn het verre van vrienden. Zo wilden ze bij onze visumaanvraag voor India bijvoorbeeld weten of we voorouders hebben uit Pakistan (dan kom je het land namelijk niet in) en is het Kashmir conflict na bijna 70 jaar nog steeds actueel, waardoor de grenzen in deze regio bijvoorbeeld gestippelt op Google maps staan.
Tijdens de ceremonie wordt nog maar eens duidelijk gemaakt dat er twee kanten zijn en wordt de grens met veel ophef, geschreeuw, gestamp, getoeter en het neerhalen van vlaggen gesloten. Het klinkt saaier dan dat het is, maar het is lastig te omschrijven wat dit spektakel precies inhoudt. Aan beide kanten van de grens lopen mannen in uniform (de ene in Pakistaanse outfit en de andere natuurlijk in Indiase) stampend naar elkaar toe, om vervolgens zo imponerend mogelijk te kijken en staan. Dit terwijl aan beide kanten tribunes zijn gevuld met mensen, juichend en met vlaggentjes zwaaiend voor hun land.
Zoals op elke dag zit de tribune van India propvol met ruim 1500 mensen uit india en een hoop toeristen. En aan de kant van Pakistan slechts zo’n 100 man, inclusief toeristen (wij tellen er 5, ons inclusief). Wij hebben om die reden en omdat we het wel leuk vinden om voor de underdog te zijn, gekozen voor de Pakistaanse kant en zijn daar na vandaag extra blij mee. Wat een drukte aan de andere kant van het hek!
Na de ceremonie gaat Renee nog op de foto met de ceremoniemannen en één van de “publiek-opjutters”, voordat we naar de parkeerplaats lopen. Daar is helemaal niets meer te zien van de bomaanslag die hier kort geleden heeft plaatsgevonden en dat is eigenlijk maar goed ook. We stappen weer in dezelfde tuktuk om terug te gaan naar het hostel. Het is wel duidelijk dat de chauffeur nu geen haast heeft, want hij rijdt een stuk rustiger, gelukkig, want met de schermering, komt ook de kou! Vanavond gaan we wederom naar het inmiddels bekende restaurant, maar deze keer nemen we twee van de Singaporezen mee die we eerder hebben ontmoet i.v.m. hun documentaire. We bestellen samen de kip en kebab die zo lekker is en daarna wachten we in het hostel totdat we worden opgehaald voor ons avondprogramma.
Samen met nog twee anderen toeristen gaan we namelijk naar de Sufi night, wat elke donderdagavond plaatsvindt in Lahore. We weten niet zo heel goed wat het precies is, behalve dat het iets met muziek, trommels en dansen is en dat je dit volgens veel mensen een keer gezien moet hebben. Dus worden we met z’n 8en in een busje gepropt en staan we even later tussen een grote menigte mannen te wachten totdat we naar binnen mogen.
We moeten onze schoenen uitdoen en plaatsnemen op de grond. Renee en de andere vrouwen uit het groepje worden echter verzocht om ergens anders plaats te nemen, maar wij willen graag bij elkaar blijven. We vinden het wel zo leuk om deze ervaring samen te delen, maar hier lijkt de rest het niet mee eens te zijn. Stefan heeft hier schijt aan en loopt gewoon met de vrouwen mee, naar de speciale en “safer place”. Dit blijkt een soort hok te zijn met tralies, waar de vrouwen rustig kunnen zitten, maar wat meer weg heeft van een gevangeniscel. We komen er even later achter dat dit een soort offerplaats is met een grafsteen en dat er geen enkele Pakistaanse vrouw te bekennen is op Sufi night.
Deze Sufi night is een ding apart. De mensen raken door het tromgeroffel van verschillende Sufi bands en de drugs die ze openlijk gebruiken in een soort trance wat zich uit in een soort hoofddans en rondgehuppel. Wel leuk om even te zien, maar het is duidelijk niets voor ons. We zijn dan ook blij als we zo’n 1,5 uur later weer terug kunnen naar ons hostel en lekker ons bedje in duiken. We beginnen alvast met duimen dat we morgen zonder problemen de grens tussen Pakistan en India over mogen, want we weten nog goed dat we in Dubai flink discussie hebben moeten voeren om überhaupt naar Pakistan te mogen gaan. Zij waren er van overtuigd dat ze ons nooit de grens over laten zouden gaan bij Wagah. We gaan het zien!
Leuk verslag weer. Dat van die pinautomaten is hier in Japan ook. Elke prefectuur (47 in totaal) heeft wel twee of drie lokale banken, daarnaast zijn er nog een handjevol grote nationale banken waar je NIET terecht kunt met een debitcard zoals we die in Europa gebruiken. Enkel de Japan Post Bank (de Japanse ING) of een internationale bank zoals Citi accepteren internationale cards. Waarschijnlijk zien de meeste banken de voordelen tov van de investeringen/vereisten er niet van in. Wel enorm irritant!
Erg indrukwekkend inderdaad… Mooi om een keer de andere kant te zien..