Het is gisteravond erg laat geworden met het boeken van onze vluchten naar Dubai en aansluitend Islamabad. Niet omdat het moeilijk was om wat te vinden, we wisten namelijk van een aantal eerdere ‘excursies op internet’ precies wat we wilden boeken. Maar door de brakke internetverbinding en slecht in elkaar geklusde website van met name Airarabia hebben we er gewoon uren over gedaan voordat eindelijk de creditcardbetaling erdoor was. Deze ochtend slapen we dus flink uit en ook na het ontbijt doen we het even rustig aan.
We hangen een beetje rond in de lobby en de receptieman neemt uitgebreid de tijd voor ons om allerlei opties voor toertjes voor te stellen die hij voor ons kan regelen. We puzzelen flink met de opties, want we hebben eigenlijk maar beperkt de tijd en Renee wil graag naar een hotel in de woestijn, genaamd Zein-o-din, wat wel goed mogelijk is, maar moeilijk te combineren met de andere dingen die we graag willen zien in de omgeving.
Tegen 10:30 uur besluiten we de rest van vandaag in ieder geval maar te gebruiken om de stad Kerman zelf te bekijken en het verhaal van Hossein bij het theehuis ook nog maar even aan te horen voordat we daadwerkelijk een toertje boeken. We lopen richting Azadi square, waar de gedeelde taxi’s naar de bazaar zouden staan volgens Hossein. Aangekomen op het plein wil Stefan nog even in de Lonely planet opzoeken welke kant we dan ongeveer op zouden moeten, zodat we in de gaten kunnen houden of we inderdaad in de juiste auto zitten.
Als hij net het boek opengeslagen heeft, staat Hossein ineens voor onze neus. Wat een toeval. Hij zat in een taxi en had ons de straat over zien steken, toeristen vallen nou eenmaal op in Iran. Hij helpt ons naar de juiste shared-taxi en betaald ook meteen de chauffeur voor onze rit. “Ik heb hier nog wat business en zie jullie dan vanmiddag in het theehuis hé” zegt hij nog voordat hij de deur van de auto dichtslaat. Wat een aardige man!
De taxirit naar de bazaar gaat via een hele rare omweg, maar brengt ons uiteindelijk wel naar de beoogde bestemming. De bazaar van Kerman is veel kleiner en makkelijker te navigeren dan die in de andere steden waar we tot nu toe zijn geweest. Eigenlijk is het één lange rechte straat met hier en daar een plein of aftakking aan de linkerkant. We genieten nog even een half uurtje van de zon op een pleintje en merken hier toch wel dat dit een van de armere regio’s van Iran is.
De mensen zien er allemaal wat minder schoon uit en we worden ook regelmatig aangesproken door bedelende vrouwen en kleine jochies die kauwgom e.d. proberen te verkopen.
Renee shopt een nieuwe ‘billenbedekker’ in de vorm van een hele foute rok (uitgekozen door Stefan) en een mooie zwarte hoofddoek, van een materiaal dat minder glad is en daardoor beter blijft zitten. Voor we het weten hebben we het einde van de bazaar bereikt. Helemaal aan het eind van de straat zitten veel bakkertjes en daar kopen we dan ook een flinke zak Iraanse pepernoten. We steken het verkeersplein nog even over om te gaan kijken bij iets wat van buiten lijkt op een hele grote moskee, maar waarvan geen melding wordt gemaakt in onze reisgids. Het is dan ook geen verrassing als blijkt dat de poort op slot zit.
Dan bedenken we ons dat we op de heenweg eigenlijk helemaal geen theehuis hebben gespot en dat het inmiddels wel een beetje tijd is voor onze afspraak. Gelukkig zijn we in Iran, waar afspraken heel flexibel zijn. Als we teruglopen richting de bazaar, besluiten we dat we ook nog wel tijd hebben om even een blik naar binnen te werpen bij de Mashed-e Jameh (hoofdmoskee). Wederom een prachtige moskee, met koepeltjes en heel veel blauwe tegeltjes. Wat deze moskee dan toch een beetje bijzonder maakt, is de klokketoren boven de poort ipv een set minaretten.
Als we onze weg terug richting de andere kant van de bazaar vervolgen, heeft Hossein wederom een neus voor zijn toeristen. Bij een open deur met een soort van receptiedesk, die wij als ingang van een kantoor hadden bestempeld, staat hij spontaan weer aan het eind van de gang naar ons te zwaaien. Blijkbaar is dit het theehuis, daar mogen ze wel een duidelijker bordje voor ophangen. Waarschijnlijk was hij net onderweg naar buiten en dacht hij dat we niet meer zouden komen, omdat wij wel erg laat zijn.
Hossein helpt ons om wat te eten en te drinken te bestellen (denkt hij, maar uiteindelijk is de kassaman teveel dingen tegelijk aan het doen en hij vergeet het) en loopt voor ons uit naar een tafeltje in het cafe. Na een relatief kort gesprekje past Hossein precies in het plaatje dat de receptieman van ons hotel al van hem geschilderd had. Hij jaagt op toeristen, doet een aantal kleine dingen voor ze (zoals ophalen en taxi voorschieten) en probeert vervolgens voor bijna het dubbele bedrag als wat een normale taxichauffeur vraagt voor een dag privéhuur een toertje aan te verkopen.
Helaas voor Hossein hamert hij vooral op de dingen die hij standaard verkoopt en dat zijn nou net de dingen waar wij eigenlijk helemaal geen zin in hebben. De specifieke vragen die wij stellen probeert hij elke keer om te buigen naar iets dat op zijn standaard toerpakket lijkt en bovenal is hij gewoon te duur. Hij moet weg en spreekt soort van eenzijdig met ons af dat we hem vanavond om 1730 uur weer hier ontmoeten om door te geven waar we voor gekozen hebben.
Inmiddels hebben we best wel trek, dus Stefan gaat nogmaals proberen om een pot thee en twee Dizi te bestellen bij de receptiedesk aan de ingang van dit oude badhuis. Deze keer krijgt hij het wel voor elkaar om af te rekenen en hij krijgt twee facturen mee. We moeten eerst plaatsnemen in de achterste ruimte, waar een mannetje onze factuur voor de Dizi inneemt en we inderdaad alleen ons eten krijgen. En daarna lopen we terug naar de caferuimte waar we op een tradionele bank onze theefactuur verruilen voor een pot thee, suiker en twee kopjes. Het is een heerlijk plekje om te zitten en mensen te kijken, maar de sfeer wordt wel een beetje verpest doordat ze achterin dezelfde ruimte iets met groot gereedschap aan het verbouwen zijn.
Tegen de tijd dat we de deur van het oude bad-/theehuis uitlopen is het 16.00 uur en no way dat we hier nog 1,5 uur rond gaan hangen om op Hossein te wachten. Omdat hij overduidelijk probeert om zijn dure tours te verkopen door je een schuldgevoel te geven, hebben wij er ook geen moeite mee om te besluiten dat we voor morgen gewoon een taxi afhuren via het hotel (waar hij ons ironisch genoeg zelf naartoe gebracht heeft).
We lopen bij de hoofdingang van de bazaar de taxi’s voorbij en gaan eerst op zoek naar het postkantoor, zodat we eindelijk onze briefkaarten, die we vorige week in Esfahan al gekocht en geschreven hebben, op de post kunnen doen. Hoewel ze qua uiterlijk erg op elkaar lijken zijn brievenbussen hier, in tegenstelling tot sloeberdozen, erg schaars. Na een flinke wandeling en een keertje de weg vragen, vinden we uiteindelijk een postkantoor met niet één maar zelfs twee brievenbussen voor de deur! Dilemma, want welke zou er voor de internationale post zijn? We doen maar een gok en mikken de kaarten allemaal in dezelfde bus. Dan zijn wij er in ieder geval vanaf.
Terug bij de taxi’s kost het geen enkele moeite om een chauffeur te vinden die ons wil meenemen. Wel is het erg moeilijk om de mannen aan hun verstand te krijgen dat we ‘nah dar baste’ willen reizen (gedeelde taxi, ‘niet gesloten deur’). Ze doen stuk voor stuk allemaal gewoon alsof ze alleen ‘dar baste’ horen, wat betekent dat je de hele auto wilt afhuren. Uiteindelijk vinden we iemand die wel wil luisteren, maar als we daar dan instappen krijgt hij ruzie met de eerste chauffeur waar we mee hebben staan onderhandelen, want hij staat voorin in de rij om als gedeelde taxi te vertekken. We zuchten diep en wisselen van auto, waarna we vrijwel direct vertrekken richting Azadi square.
Deze rit mogen we ervaren wat een chaos een klein ongelukje (fender bender) op een kruispunt kan veroorzaken. Alle andere auto’s proberen er aan alle kanten omheen te rijden, wat resulteerd in een opstopping waarbij letterlijk 4 rijstroken aan auto’s naast elkaar, in tegengestelde richtingen vast komen te staan. Waar we in Iran eigenlijk nog geen enkele agressie hadden bemerkt tot nu toe, lopen de gemoederen hoog op als iedereen in de opstopping zo ongeveer tegelijk uitstapt (ook onze chauffeur) en er hier en daar wat rake klappen worden uitgedeeld. Uiteindelijk weet één van de bestuurders die tegenover ons staat zijn auto in een zijstraat te wurmen en komt er ruimte om de impasse op te lossen. Wij genieten vooral van het schouwspel, we hebben toch geen haast, maar onze chauffeur en de mannelijke passagier balen zichtbaar van het tijdsverlies hierdoor.
Terug in het hotel gaan we weer in de lobby zitten. Stefan stuurt Hossein een SMS dat we besloten hebben om geen gebruik te gaan maken van zijn diensten en Whatsapped wat met het thuisfront. En Renee typed ondertussen een stukje voor deze weblog. Als we eigenlijk net hebben besloten dat we alle bezienswaardigheden hier in de omgeving over gaan slaan en gewoon direct doorreizen naar Yazd, komt er ineens een bekende binnenlopen. Het is Andi, die blijkbaar vanmorgen in Kerman is aangekomen en geen ander, goedkoper, hotel kon vinden waar plek was. Ook hij heeft vandaag de bazaar verkend, op de een of andere manier zijn we elkaar misgelopen. Grappig genoeg heeft hij ook het theehuis niet gevonden.
We leggen hem uit dat we net besloten hebben om toch weer te vertrekken, maar dat we eventueel ook nog wel met hem een toertje willen doen morgen. We bespreken de opties die we vanmorgen al hebben gekregen. Uiteindelijk is Andi de reden dat we deze toertjes uberhaupt overwegen, hij heeft ons met een aantal foto’s weten te overtuigen dat de Kaluts woestijn bezoeken absoluut de moeite waard is, dat maakt het extra leuk om dan ook samen met hem te gaan.
Een verblijf in dit hotel is op basis van half pension en we gebruiken met z’n drieën het buffet dinner aan een tafel in de kelder. Daarbij raken we ook weer in gesprek met Tonchi en Jasmine, een stel uit Kroatië dat we ook al vaker zijn tegengekomen. Na het eten gaat Renee weer verder met de weblog terwijl Stefan en Andi nog een aantal potjes backgammon spelen We gebruiken daarvoor het stoffen speelbord dat hij voor ons gemaakt heeft in Shiraz, met snoepjes als speelstenen. En we boeken het toertje voor morgen, waarbij we gek genoeg niet over de prijs onderhandelen, maar over de vertrektijd. Andi heeft daarover een leuke alinia op zijn blog geschreven, die ik graag gewoon even lekker lui kopieer.
Es wird verhandelt. Nicht der Preis – der ist mit 10 Dollar pro Person okay. Nur bei der Uhrzeit liegen wir weit auseinander. Der Portier startet mit 4:30 Uhr! Wir sagen das wir den Sonnenaufgang nicht sehen wollen. Er erhöht auf 7:00 Uhr und erntet ungläubige Blicke. Das wir so an elf gedacht hatten trauen wir uns gar nicht zu sagen und schlagen zwischen neun und zehn vor. „Acht?“ „Neun?“ „Acht Uhr Dreißig – letztes Angebot.“ „Okay“ 🙂
Zoals we gisteren hebben uitonderhandeld ontbijten we vandaag vroeg en checken we uit, want we gaan vanmiddag meteen door naar Yazd hebben we besloten. Om 0830 uur liggen onze tassen aan de ketting in de lobby en staan we samen met Andi klaar voor vertrek.
Onderweg naar de Kaluts is Shadad het laatste dorp op de route, al een echt oasedorpje waar de taxichauffeur ons een half ondergrondse bakkerij met wachttoren, een gigantische wateropslag en een grote, half gerestaureerde, oude caravanserai (karavaan-hotel op de zijderoute) laat zien. Zoals meestal in Iran zijn we bij deze bezienswaardigheden de enige aanwezigen en hoeft er verfrissend genoeg niet eens toegang betaald te worden.
Na een uur rijden, door een desolaat landschap komen we aan in de Kaluts. Vrijwel direct na het bordje ‘Welcome to the Kaluts’ draait de chauffeur van de weg af, rijdt nog een stuk over het zand tot aan de eerste zandheuvel en trekt daar de handrem aan. Zo, we zijn er. Veel plezier. Andi probeert nogmaals om zijn foto van een paar hele gave zandsculpturen te laten zijn, maar tevergeefs, de chauffeur gebaard dat we vanaf hier moeten lopen en dat ze waarschijnlijk dáár ergens (wijds open armgewuif) staan.
De zandheuvels hier zijn keihard en waarschijnlijk gedurende duizenden jaren door de weersinvloeden gevormd tot wat met wat inbeeldingsvermogen lijkt op 4 tot 10 verdiepingen hoge kantoorgebouwen. We beklimmen de eerste en maken een aantal prachtige en grappige foto’s, met een lege woestijn op de achtergrond. De torens waar we eigenlijk voor gekomen zijn, zien we niet, dus lopen we terug naar de auto, in de verwachting dat de chauffeur weer verder gaat rijden naar een volgende stop in de woestijn.
Niets blijkt minder waar, de chauffeur verrast ons wel met een paar kopjes hete thee en koekjes, maar geeft daarna aan dat we of terug gaan, of vanaf hier nog een ander rondje kunnen lopen. Hij is duidelijk niet van plan om meer kilometers te gaan rijden dan hij met de hotelbaas heeft afgesproken (en gelijk heeft ie, eigenlijk).
We besluiten dan ook om hem flink lang te laten wachten en lopen een veel grotere ronde door de Kaluts. Stefan beklimt nog drie van de zandkastelen, waarbij hij nog op de foto moet met wat mensen uit Iran die hier zijn om te picknicken. Renee doet nog twee zandkastelen aan en god mag weten waar Andi zelfs helemaal heen is geweest, hij is ruim een uur uit het zicht verdwenen geweest.
De terugrit naar het hotel gaat vlot. Nadat we de foto’s die we vandaag hebben gemaakt backuppen en uitwisselen met Andi, nemen we afscheid. De receptieman heeft zijn zoon gebeld, die ons als ‘illegale taxi’ naar het busstation gaat brengen. We hebben lang op hem moeten wachten en zelfs nog een keer gevraagd of de taxi onderweg was en daar voelt de jongen zich duidelijk schuldig over. Hij scheurt als een gek door de stad, negeert daarbij alle rode verkeerslichten en als Stefan het afgesproken bedrag wil betalen, geeft hij bijna de helft terug, dat kan hij niet accepteren.
Hij helpt ons nog naar de balie van een busbedrijf dat bussen naar Yazd heeft en gaat er weer vandoor. Het is hetzelfde bedrijf als waarmee we naar Bam zijn gegaan en pas als we de kaartjes hebben betaald voor een non-Vip-bus, omdat er vandaag geen VIP-bus meer zou gaan, realiseren we ons hoe dom we zijn geweest. Niet alleen zijn er natuurlijk nog zo’n 20 andere busbedrijven waar we even hadden kunnen vragen of zij misschien wel een VIPdienst hadden, maar bovendien is dit dat kutbedrijf waarbij de bus bijna een uur te laat vertrok en elke 10 minuten wel een paar minuten stilstond onderweg naar Bam.
Als Stefan nog even gaat shoppen voor een colaatje en een chipje, wordt hij nog aangesproken door een concurrent, die inderdaad een VIPdienst heeft die binnen een uur vertrekt. Dat is wel een beetje jammer. Maar als de bus uiteindelijk vertrokken is, blijkt dat het deze keer reuze meevalt en komen we met slechts enkele onverklaarbare tussenstops aan op het busstation in Yazd.
Hoi Renee en Stefan
Wij wensen jullie fijne kerstdagen en alle goeds voor 2015.
En natuurlijk een voorspoedige reis voor de komende tijd. Wij volgen jullie via de webside.
Gr. Peter en Ellie van Venrooij