Viel krank und teuer: nieuwe plannen maken
Deze ochtend slapen we lekker uit en pakken rustig de camper weer in. Toch staan we nog voor de drukte voor de ingang van het Rila klooster. Het is zo’n 2 uur rijden voor de touringcars vanuit Sofia en je kunt het natuurlijk niet maken om voor zo’n relatief kort uitstapje mensen zonder ontbijt op te halen bij hun hotel.
Het Rila klooster ligt op ruim 1100 meter hoogte en trekt jaarlijks veel pelgrims en bussen vol toeristen. We lopen een rondje, proberen wat van de bordjes te ontcijferen en genieten van de rust. Ook hier zijn de souvenirwinkeltjes nog dicht en rondleidingen worden blijkbaar alleen gegeven door de reisleiders van de tourgroepen, we zijn dus vrij snel klaar. Zo snel dat we zelfs nog te vroeg weer weg zijn om te hoeven betalen voor de parkeerplaats.
Terwijl we wegrijden komt de eerste touringcar aan en onderweg naar beneden komen we nog vele anderen tegen. We vragen ons wel een beetje af waar ze al die bussen gaan laten op dat kleine parkeerplaatsje bovenaan de bergpas. Maar wij zullen er dankzij onze slimme campeerplaats in ieder geval geen last van hebben!
We rijden via de skidorpen Razlog en Bansko, waar nu echt geen zak te beleven blijkt, naar onze volgende bestemmingen: Kovachevista en Leshtan, hele kleine stadjes die hoog in de bergen liggen en volgens het reisschema dat we hebben ‘gejat’ nog niet door hebben dat in de rest van de wereld de 21e eeuw al begonnen is. We kronkelen al over een slechte bergweg (de 19) langs een rivier naar het zuiden en vooral omhoog. De GPS wil dat we door Leshtan naar Kovachevista rijden, daar een Ubocht maken en dan terug over dezelfde weg naar de 19.
Maar als we in de plaats Mesta op de papieren kaart kijken, valt ons op dat er ook een weg rondloopt vanaf hier naar Kovachevista, en dat we dan zoals de GPS voorstelt naar Leshtan en terug naar de 19 kunnen rijden. Dat zou net zoveel kilometers zijn, maar heen en weer rijden doen we niet graag, dus we besluiten dat te proberen.
We gaan over een smalle lange brug de rivier over en rijden Filipovo binnen. Een prachtig oud dorp waar alle inwoners samen druk bomen in blokken aan het zagen zijn en allemaal hun houtschuurtje vullen. Het weerbericht verwacht inderdaad sneeuw voor komend weekend, dus de winter gaat nu echt beginnen. Tijd om gezamenlijk een vrachtwagen bomen te bestellen blijkbaar! Naar ons idee vrij last minute, maar dat is in Bulgarije blijkbaar de levensstijl.
Direct na Filipovo wordt de weg al smaller, stijler (12%!) en vooral heel erg rustig, maar de omgeving wordt super mooi, dus in eerste instantie staan we er niet zo bij stil dat we eigenlijk geen andere auto’s meer hebben gezien. We komen nog door een ini-mini plaatsje Osenovo (goed ver inzoomen op google maps) waar ook vrijwel iedereen in de weer is met brandhout. Ze staren ons allemaal aan alsof we aliens zijn, “Wat moeten die Gringo’s hier?” lijken ze te denken. Ondertussen blijft de GPS maar volhouden dat we om moeten keren.
Zodra we aan de andere kant het dorp uitrijden wordt de weg binnen een kilometer te smal en te slecht om veilig met de bus door te kunnen rijden. Had de GPS toch weer gelijk! Stefan met name baalt een beetje dat we niet op de motor zijn, want dan was dit nog best een leuk weggetje geweest én de weg tot aan hier was ook een genot geweest om op de KTM te doen, maar nu is er weinig andere optie als omkeren.
Als we weer door Osenovo rijden, worden we hartelijk begroet door alle mensen die ons net nog zeer afstandelijk leken, alsof ze het hier grappig vinden om de buitenlanders zelf te laten ontdekken dat ze aan het einde van de weg (of de wereld?) zijn aangekomen. Stefan moppert nog een beetje dat ze best een bordje bij de brug over de rivier hadden mogen neerzetten dat het een doodlopende weg is. En we lachen stiekem een beetje terug als 3 omaatjes die langs de weg zitten een dikke blauwe pluim uit onze uitlaat in hun gezicht krijgen.
Maar een kilometer verder, als we de eerste serieuze helling naar beneden moeten en Stefan de bus in z’n tweede versnelling zet, vergaat het lachen ons al snel. Die blauwe rook, dat doet hij normaal eigenlijk niet als de motor warm is. De motor begint een raar geluid te maken, te stotteren als de koppeling wordt ingetrapt en bij een tikje op het gaspedaal komt er eerst gitzwarte rook en daarna heeeeel veel spierwitte stinkende stoom uit de uitlaat. Owjee!
We kijken het nog twee haarspeldbochten aan, misschien komt het door de hellingshoek? En je wilt echt niet in-the-middle-of-nowhere op een 12% helling je auto langs de weg zetten natuurlijk. Als blijkt dat het alleen maar erger wordt, gaan we voor de volgende test, de motor uit, even een minuutje wachten en weer starten, maar helaas: hij start prima, maar het probleem is direct weer terug.
We besluiten de auto op alleen de remmen af te laten zakken tot een plek waar we veiliger kunnen stoppen en waar afslepen van de auto wel mogelijk zal zijn, maar nog voordat we terug zijn bij Filipovo moeten we met een stel kokende remmen en een duidelijk kapotte motor de handdoek in ring gooien.
Helaas blijkt de motor zelfs bij stilstand niet genoeg compressie (meer) te hebben om het gewicht van de camper te kunnen tegenhouden op de berghelling en we zakken langzaam maar zeker steeds een paar centimeter verder de berg af. We zetten de auto dwars op de weg, zodat hij in ieder geval een redeijk neutrale hellingshoek heeft en de remmen kunnen afkoelen. We hebben tot nu toe immers toch geen andere auto’s gezien. Een snelle check leert dat we hier gelukkig wel mobiele dekking hebben.
Als de stank van de hete remmen een beetje weggetrokken is uit de cabine, laten we de bus nog twee bochten verder rollen. Op een plekje waar aan de linkerkant van de weg een uitrit naar een dirtroad en een vrij diepe greppel zitten, kunnen we de bus veilig, in z’n vrij, stilzetten. Voor de zekerheid gooien we nog wel vier flinke stenen voor de wielen.
Na een korte discussie over wat het zou kunnen zijn en een keertje oliepijlen is de conclusie al gauw dat we dit niet langs de kant van de weg gerepareerd gaan krijgen. Gelukkig staan we niet meer op het smalle onmogelijk te berijden weggetje waar we 5 minuten geleden nog gedraaid zijn en gelukkig zijn we nog binnen het dekkingsgebied van de mega uitgebreidde ANWB pechhulpverzekering die we voor deze reis hebben afgesloten!
Na zo’n 10 minuten in de wacht bij de ANWB alarmcentrale en duidelijk verbaasde centraliste over de locatie waar wij ons bevonden, verteld ze ons dat het in Bulgarije heel makkelijk 1,5 tot 2 uur kan duren voordat hulp arriveert, ze zijn daar niet de snelste. Het is pas 14.00 uur en het zonnetje is net gaan schijnen, dus we reageren nog vrij vrolijk dat we de klapstoeltjes wel uitpakken en van de mooie omgeving gaan genieten. Help is on the way!
Stefan zet netjes volgens de regels de gevarendriehoeken voor de volgende bocht en achter de auto en besluit vervolgens, dat omdat de auto helemaal van de weg af staat, we het best kunnen maken om ook onze luifel hier gewoon over de linker rijstrook uit te draaien, er staat immers een waarschuwingsding en die luifel is nog zeiknat van de afgelopen nacht. Als de auto nu wordt afgesleept komt er misschien geen nieuwe gelegenheid meer om die te drogen voordat het gaat vriezen ‘s nachts. Er komt hier toch geen kip.
Natuurlijk staat de luifel nog geen twee minuten in de zon te drogen, of de eerste paar vrachtauto’s komen de berg omhoog. De ene nog ouder en rotter dan de ander en allemaal leeg. Duidelijk onderweg om nog voorbij dat slechte weggetje, waar wij gedraaid zijn, bomen te gaan halen. Ze kijken wat vreemd naar hoe we hier staan, maar rijden wel gewoon door. Als een half uurtje later de luifel mooi droog is geworden draaien we die in en klappen we inderdaad de stoelen uit om de overgebleven salade van gisteravond te lunchen.
Na exact twee uur belt de ANWB alarmcentrale om te vragen of we inmiddels geholpen zijn. Helaas niet! En weer een kwartiertje later krijgen we het slechte nieuws dat de Bulgaarse zustermaatschappij beweert dat ze het e-mailtje niet hebben gehad met het verzoek om ons te helpen en er dus nog helemaal niets gebeurd is. Waarom sturen ze zoiets in godsnaam per e-mail, zonder het na te bellen of bevestiging te vragen!? Nu wordt het toch wel vervelend, want dan gaat de twee uur opnieuw tellen.
Nog steeds lekker in het zonnetje, maken we er maar het beste van. Er komt nog een paard met wagen de berg op en de bestuurder is de eerste die zich lijkt te bekommeren om onze situatie. Hij loopt eens een rondje om de auto en vraagt daarna iets aan Renee in het Bulgaars. Wij halen onze schouders op en daarna wordt hij boos. Een paar handgebaren later is ons duidelijk dat we voor zijn inrit staan en hij wil dat we de bus verplaatsen. Bekijk het maar ouwe! Je kunt er nog prima omheen en hij is kapot. Met een boze blik trekt hij de teugels aan en stuurt de kar vlak langs ons achterbumper het zandpad op. Niet veel later horen we hoe hij het paard met de zweep dwingt om het riviertje te doorwaden. Arm beest.
Wéér twee uur later, gaat Stefan bellen met de ANWB waarom het allemaal zo lang moet duren, het wordt immers bijna donker en de enige andere local die gestopt is, heeft ons gewezen op de dikke donderwolken die over de bergtop komen rollen met een soort van ‘je moet hier weg, het wordt noodweer’-gebaar. We willen hier nu wel echt graag weg! Terwijl we minutenlang elke 10 seconden horen dat de ANWB ons graag zo snel mogelijk wil helpen komt er een wisselgesprek binnen uit Engeland… Maar helaas wil het wisselen van gesprek niet lukken op het Bulgaarse telefoonnetwerk en beide verbindingen worden verbroken.
10 minuten later gaat de telefoon weer, deze keer met een nummer dat de locatie “Sofia” (de hoofdstad van Bulgarije) bestempelt krijgt. Het is dan ook geen verrassing dat er een vrouwtje van de Bulgaarse ANWB vraagt waar we precies staan. Nou mevrouw, we staan al 4 uur op exact dezelfde plek als we bij de eerste melding aan de ANWB hebben doorgegeven. “Oh, wat vervelend voor jullie! We hebben namelijk geen betalingsgarantie gekregen van de Nederlandse autoclub, dus we komen jullie niet helpen.” en ze hangt op.
PARDON?! Het wachtmenu van de ANWB is er ook mee opgehouden en na 10 keer proberen ‘na te kiezen’ krijgen we een vrouw van de medische hulpverlening, die uiteraard de wind van voren krijgt voordat ze een kans heeft om te vertellen dat ze ons echt niet kan helpen. We worden doorverbonden naar iemand die blijkbaar een beknopte samenvatting van het verhaal heeft gekregen. Hij gaat bellen met de zustermaatschappij, want ze hebben dan de fax verkeerd gelezen. Het komt goed.
Inmiddels staan we in keiharde koude wind, in de schemering op een verlaten bergpas. We hebben de afgelopen 4,5 uur 10 vrachtwagens leeg naar boven, en vol weer naar beneden zien rijden en zojuist komt er een moeilijk te onderscheiden motor zonder licht voorbij, we weten vrij zeker dat dit de laatste toevallige passant is die we gaan zien op deze bergpas. Wij willen hier weg én snel.
Niet veel later krijgen we een geruststellend telefoontje van zowel de ANWB, als de zustermaatschappij, dat er binnen een half uur iemand bij ons staat, hij moet vertrekken vanuit Bansko, waar wij eerder vandaag waren. Omdat we weten dat het vanuit Bansko ruim een uur rijden is, wachten we geduldig af, het is toch al donker. We kijken voor het eerst een aflevering van een tvprogramma op ons mediacenter (het achteruitrijcamera-schermpje) en halverwege de tweede aflevering van ‘An idiot abroad’ (aanrader) komt er een sleepwagen de hoek om draaien.
Het allervriendelijkste mannetje spreekt helaas alleen Bulgaars en na een keertje onder de kap te kijken wil hij de sleutel van de bus hebben. Als de motor in een keer aanslaat maakt hij een gebaar wat uitstraalt: “Ik zie jullie probleem niet, hij doet het toch?” En hij lijkt ook vrij direct weer te willen vertrekken. Stefan draait snel de koplampen van de bus aan en wijst hem op de gigantische witte wolk waar we ons ineens in begeven. Het mannetje kijkt nog een keer verschrikt om naar de uitlaat van de bus en zet daarna snel de motor uit. Dat wordt afslepen ja!
Pas als hij de laadbak heeft laten zakken en de lier heeft uitgerold ontdekt hij dat we echt geen sleepoog hebben aan de voorkant van de bus. Hij is duidelijk niet van plan om naar Stefan te luisteren, die met handen en voeten duidelijk probeert te maken dat de gele sleepkabel (die jullie vast al op foto’s hebben gezien) aan het chassis vast zit en de enige manier is om de auto op de laadbak te krijgen. We leggen een knoop in de sleepkabel, vlak voor het bumper, zodat de bus maximaal naar voren opgetakeld kan worden, want die laadbak is wel erg kort voor onze lange bus.
Uiteindelijk is het met wat klooien gelukt om de bus helemaal op de laadvloer te krijgen. Het past precies, de linker achterband staat nog nét met het loopvlak op de laadvloer. Zo erg op het randje dat onze nieuwe Bulgaarse beste vriend besluit om de oprijplaten nog een stukje uit te laten steken en de zekering van de beveiliging er maar uit te trekken zodat hij weg kan rijden. We maken nog snel even een tekening op ons kladblokje van de bus, achterop de vrachtwagen, ons dakkoepeltje en de laag hangende kabels in het dorpje Filipovo waar we zometeen doorheen moeten. Met wat extra lijnen maken we hem duidelijk dat we ons zorgen maken over de hoogte en hij rijdt inderdaad zeer voorzichtig, soms met zijn hoofd uit het raam, om te kijken of alles wel goed gaat.
In een ruim uur rijden we over de vele gemene drempels en belachelijke hobbels bij wegwerkzaamheden terug naar Razlog, waar we eerder vandaag doorheen zijn gekomen. We zitten met z’n drieën, zonder gordels, in een bloedhete cabine (de ramen beslaan van onze zweetdampen) en wij proberen niet teveel met elkaar te praten, omdat onze chauffeur daar een beetje zenuwachtig van lijkt te worden.
In Razlog probeert hij ons eerst bij een hotel af te zetten, wat hij eerder al tijdens het rijden telefonisch had gereserveerd. Maar wij slapen liever in de camper en willen er ook graag bij zijn als de camper van de vrachtauto wordt gehaald, als dat mag. Hij vindt het geen probleem en nadat de bus is afgeladen voor de deur van een vrij groot garagebedrijf, is hij binnen een minuut vertrokken richting huis. Fijne nacht, tot morgen, 8 uur-ish (denken we).
De volgende ochtend is het een drukte vanjewelste bij de garage voor de deur en we besluiten om niet te wachten totdat er iemand naar ons toe komt. Het is overduidelijk dat communiceren hier een uitdaging gaat worden, dus wijst Stefan naar de bus en vraagt: “Joh, gaan jullie daar nog iets aan doen?”, gewoon lekker in het Nederlands. Ze lijken dit te begrijpen en halen er een paar mensen bij, waaronder de baas. Hij zegt Duits te spreken, maar met meer Bulgaars dan Duits maakt hij uiteindelijk duidelijk dat de bus naar binnen moet.
Het hele team wordt erbij geroepen en duwen maar! Wij proberen ondertussen duidelijk te maken dat ze voorzichtig moeten zijn, want die deur zou wel eens nét te laag kunnen zijn. We hebben net voor vertrek uit Nederland al meegemaakt dat een garagehouder ons dakraam eraf reed, dat willen we deze keer voorkomen. Het past precies, hij had niet een centimeter hoger moeten zijn…
Na een 10-minuten inspectie en nog een keertje starten (waarna ze alle deuren in de garage tegen elkaar open moesten zetten om te luchten) komt de baas met de conclusie: “viel krank, viel teuer”. Juist, dan weten we echt heel veel meer natuurlijk! Hij belt vervolgens met de Bulgaarse autoclub, de zusterorganisatie van de ANWB in Bulgarije en wij krijgen de telefoon in onze handen. Een vrouwtje legt ons in het Engels uit dat de koppakking (een afsluiting tussen de cylinders en de deksel in het motorblok) stuk is en dat ze denken ongeveer 10 dagen nodig te hebben om dit te repareren. Dat is wel erg lang! Ze geeft aan dat de ANWB ons over ongeveer 30 minuten belt om de mogelijkheden te bespreken en dat zij hun in de tussentijd inlicht.
Uiteraard belt Stefan na 45 minuten wachten zelf maar weer eens met de ANWB. Hij heeft ondertussen ook met de Mercedes garage in Nederland gebeld, om te horen wat die met een kapotte koppakking zou (kunnen) doen en in hoeveel tijd, zodat we een richtlijn hebben. Conclusie: als ze er langer over doen dan een dag of 3, dan zijn het een stelletje prutsers. We vertellen dit ook aan de ANWB en zij beloven als tolk te gaan bellen om te kijken of het sneller kan.
We wachten nog maar wat meer en besluiten naar het hotel te lopen waar we gisteren met de sleepauto voor de deur stonden. Het ziet ernaar uit dat we hier nog wel een tijdje vastzitten en dan kunnen we gelijk even opwarmen en hopelijk internetten in de lobby.
Razlog is echt een skidorp waar buiten het seizoen niets te beleven valt en bovendien zijn de temperaturen hier flink gedaald, het is pisweer en we worden chagrijnig dat we totaal niet kunnen communiceren met de mensen hier. Zelfs de dame van de hotelreceptie kent alleen maar de basiswoorden die ze nodig heeft om een kamer te boeken of af te rekenen, je hoeft niet te vragen hoe je bij het zwembad komt wat je in het zusterhotel kunt gebruiken volgens de folder.
Als er weer een uur is verstreken, bellen wij maar weer op (ook al zouden we teruggebeld worden) en blijkt dat er onduidelijkheid bestaat over wie wat moet doen. Voor de ANWB moet eerst een concrete diagnose komen, maar hiervoor moet het motorblok open gemaakt worden. Eerder kan de garage niet zeggen wat er allemaal (nog meer) stuk is, hoe lang dit gaat duren en wat het moet kosten. Wij moeten hier blijkbaar akkoord voor geven, maar de baas van de garage wil dit akkoord van de Bulgaarse autoclub krijgen. Dus wij geven door aan de ANWB dat wij akkoord geven om het blok open te maken, zodat zij dat door kunnen geven aan Sofia en zij weer aan de garage.
Inmiddels is het twee uur ‘s middags en hebben ze behalve de 10-minuten check niets meer aan de bus gedaan. Dat het lang zou duren, wisten we al, maar als er NIETS wordt gedaan omdat de organisaties onderling maar blijven discussieren, dan is dat nogal frustrerend. Zeker omdat de ANWB blijkbaar van mening is dat ze tot februari de tijd hebben om de bus te laten repareren in Bulgarije. Dit is onze reisduur en zolang we nog niet van plan zijn om naar huis te gaan, is er ook niet zoveel haast. WAT?! We zijn op doorreis naar India, niet een rondreis aan het maken van 4 maanden door Bulgarije! En bovendien valt er niets te beleven in dit gat! Misschien dat het wat aantrekt als het skiseizoen volgende maand begint, maar dat hopen wij echt niet mee te maken.
Na meerdere keren bellen, boos worden, rustig blijven, aansporen, meedenken en om hulp vragen, is het inmiddels 17.00 uur hier en ze zijn bij de garage al duidelijk aan het opruimen. Er is een hele dag voorbij gegaan en ze hebben nog niets gedaan. Wat nu en hoe verder? De ANWB lijkt ons verhaal inmiddels te snappen, maar weten ook niet goed hoe ze ons kunnen helpen. Vervangend vervoer is geen optie, want hiermee kunnen we de grens naar Iran, Pakistan en India niet over. En Bulgaarse huurauto’s mogen volgens de ANWB meestal sowieso het land niet uit, dus als we vervangend vervoer willen hebben, wordt dat uit Nederland gebracht en is dat er zondag pas.
Wij zijn het burocratische gedoe dat de garage alles via de Bulgaarse ANWB wil horen voordat ze actie ondernemen meer dan zat. De gebrekkige communicatie met ons en de lange termijn die ze stellen voor het repareren van een auto die ze hier in de garage toch wel vaker zien zorgt ervoor dat we er geen vertrouwen meer in hebben. Als ze hem al binnen de afgesproken tijd gefixt krijgen, gebeurt dat dan ook goed genoeg? Zo goed dat we er met vertrouwen weer mee door kunnen naar India, zonder straks midden in de woestijn in Pakistan weer stil te staan? Er komt met een lekke koppakking immers water of olie, of beide bij de brandstof en wie weet wat er allemaal nog meer stuk is gegaan?
Terwijl we uiteindelijk met de ANWB alarmcentrale de knoop doorhakken dat we de reis willen afbreken en onszelf + de auto op transport naar Nederland willen zetten, het liefst zo snel mogelijk, komt er ineens een lichtpuntje in de duisternis bij de garage. Ze stellen Atanas aan ons voor, waar hij ineens vandaan komt, geen idee, maar hij spreekt vloeiend Engels én Bulgaars!
Helaas hebben we nu net alles in gang gezet om naar huis te gaan, want met zijn tussenkomst was repareren misschien nog wel bespreekbaar geworden. Maar we zijn nog steeds blij met zijn hulp! Hij gaat alles voor ons regelen om de auto op transport te krijgen en brengt ons dan morgen naar het busstation zodat wij naar de hoofdstad Sofia kunnen om naar huis te vliegen. Wij moeten zelf nog wel een beetje aan dit idee wennen.
We besluiten Atanas onze fles rode wijn kado te doen, die wij in Budapest hebben opgepikt bij het betalen van de camping. Die valt in hele goede handen, onze tolk blijkt een echte wijnliefhebber te zijn! Hij vertaalt al onze vragen voor de garagehouder (en visaversa) en we maken duidelijke afspraken over het vervolg. Om 18.00 uur zitten wij in onze hotelkamer met een heel dubbel gevoel. We weten waar we aan toe zijn nu, maar we staan nog niet helemaal achter de keuze om de grote overland reis, waar we zo naartoe geleefd hebben, zoveel aan hebben voorbereid en zoveel in hebben geinvesteerd, af te breken.
Helaas is het niet zo makkelijk om met een andere auto verder te reizen (door het papierwerk) en als de bus over een week of twee in Nederland aankomt zal daar ook e.e.a. voor geregeld moeten worden, dus dan is het wel handig als wij daar ook zijn. Gelukkig staat de ANWB ons bij dit dilemma heel goed bij, door alles voor het transport en de vliegtickets voor ons te regelen. Wat dat betreft zijn we super tevreden. En dat we door foutjes in het papierwerk 7,5 uur op een bergpas letterlijk hebben staan wachten tot het donker en koud was, dat zullen we dan gauw weer vergeten, hopen we.
We worden in ons skihotel bij het diner nog afgescheept met koude soep, overdatum zure fetakaas in zowel voor- als hoofdgerecht. Als klap op de vuurpijl krijgen we voor het toetje niet opnieuw de menukaart, waarin we eerder al de keuzes ‘Vers gemixt fruit’, ‘drie bolletjes ijs’ en ‘crepes met chocolade’ hadden gezien, maar er komt gewoon een bord met twee bananen op tafel “dessert”. We lachen erom, dan maar geen toetje, maar als ze al hun klanten in de zomer zo behandelen, moeten ze toch ook begrijpen dat het in de winter minder goed loopt met allemaal slechte reviews op de verschillende websites? Wij zullen ook zeker over Hotel Razlog nog even een review achterlaten dat je daar vooral niets moet eten. Zeker niet omdat ook het ontbijt (met oud brood en verder eigenlijk niks) niet eens een eigen alinia op dit weblog waard is en we schrijven normaal juist heel veel!
Na het “ontbijt” pakken we de tassen en checken we uit. We lopen naar de garage en smeren een boterham in de bus. Daarna willen we de tassen voor de terugvlucht inpakken en de bus verder transportklaar maken. Water eruit, gasfles dicht, koelkast legen, accu’s laden en afkoppelen etc. Met wat handen- en voetenwerk maken we duidelijk dat we veel tijd nodig hebben en dat de bus dus eigenlijk weer naar buiten moet, want de garage is te klein om de achterbak te kunnen openen. Buiten zijn we de attractie van het skidorp, het lijkt wel alsof iedereen die ook maar iets van binding met deze garage heeft even komt kijken naar de gekke toeristen en hun spullenboel.
Na een uurtje of drie hebben we alles nagelopen en onze tassen gepakt naast de bus op straat liggen. De accu’s zijn opgeladen en afgekoppeld en alle waardevolle spullen die we niet in het vliegtuig mee kunnen nemen liggen met een ketting aan de bus vast. We hebben een speciaal mapje met de papieren van de auto en de motorfiets en alle sleutels van de auto gemaakt voor de transporteur en geven de sleutel van het contactslot en de cabine aan de garagehouder. Daarnaast krijgt hij een krat met waterflesjes, pasta, rijst, ingeblikte soep, diepvriesijsjes en een Nederlandse vlag, die moet hij maar verdelen onder het personeel.
We vragen hem nog om Atanas voor ons te bellen, want die zou ons helpen met het boeken van de bus naar Sofia en de garagehouder brengt ons zelfs nog naar het busstation aan de andere kant van het dorp, super service! De totale rekening voor dit alles? 10 euro. En bij gebrek aan Bulgaarse Leva mogen we dat ook nog eens in echte euro’s betalen. Hij lacht er wel een beetje om, die gekke toeristen.
Tijdens de drie uur durende busreis, herkennen we een hoop dingen. Een aantal dagen geleden hebben we deze route namelijk al afgelegd, maar dan de andere kant op. Na een uurtje wordt onze aandacht getrokken doordat de bus langzaam gaat rijden en er verderop allerlei cameramensen staan. Wat is hier aan de hand? Aan de andere kant van de weg, is letterlijk geen rijstrook meer, deze ligt zo’n 20 meter dieper in de afgrond. Juist, daar hebben wij ook gereden drie dagen geleden. We hopen dat er geen gewonden zijn gevallen.
Aangekomen op het busstation pakken we direct een taxi naar ons Ibis airport hotel, waar we rond 16.00 uur inchecken en neerploffen op de bank in de lobby. We bestellen een drankje en plaatsen ons vorige stukje online. We hebben niet zo’n zin meer om nog de stad in te gaan, want het is koud en nat en we willen vannacht vroeg naar bed. Na een Bulgaarse mixed grill en een heerlijk toetje in het restaurant van het hotel, gaan we naar de kamer.
Onze nieuwe buren hebben echter een hard jankend kind en zitten schreeuwend te ‘communiceren’ met hun reisgenoten aan de andere kant van de gang. Wij willen slapen, dus regelt Renee bij de receptie een andere kamer. Helaas blijkt ook hier dat ze in Bulgarije goed bedoelen, maar niet volledig goed begrijpen. De nieuwe kamer zit een verdieping hoger, maar ook eentje opzij: Exact boven de mensen waar we last van hadden. We doen het er maar mee, we gaan niet nog een keer met de tassen slepen.
Om 04.00 uur (03.00 uur in Nederland) gaat onze wekker. We hebben gekozen voor dit hotel omdat ze vanaf 04.00 uur ontbijt zouden serveren volgens de website. Maar helaas is het ontbijt beperkt tot een sapje en een krukdroog broodje uit de koelkast. Het sneeuwt buiten! De eerste dag sneeuw in Bulgarije dit jaar, zegt de receptiedame nog trots terwijl we uitchecken. Ja fijn, we moeten vliegen vandaag.
De gratis shuttle naar terminal 2 blijkt een redelijk nieuwe en vooral zeer nette Nederlandse Volvo, inclusief de melding “Gordel gebruikt” op het dashboard als onze chauffeur een politieagent spot. We voelen nu wel heel erg dat we de verkeerde kant op gaan vandaag. Bij het inchecken voor de vlucht blijkt dat onze rugtassen net onder het maximale gewicht zitten en bij de security blijkt er nog een mes in Renee d’r handbagage te zitten (oops). Maar Holland, here we come. 100 dagen eerder dan verwacht, zitten we in het vliegtuig terug naar huis. En nu?
Dat is kut!
helaas tot snel dan maar
Ah! Das mooi klote zeg! 🙁
Hee Stefan en Renee,
Dat is balen dat jullie nu al weer terug komen! We hadden jullie deze trip wel gewenst.
Voor wat het waard is: Een fijne thuisreis gewenst!
Groeten, Frank, Carla en Tosca
Het was zo dubbel vandaag! Superfijn jullie te zien, maar helemaal niet de bedoeling nu al :-0
Knap hoe jullie ermee omgaan; we zijn benieuwd naar jullie nieuwe plannen!
Jammer om te lezen dit… Snel wat tickets boeken naar een ander land en je daar vermaken! Stop-over in JP, temperatuur is nog net acceptabel voor wat ritten in Kyushu en Shikoku 😉
Damn, da’s een tegenvaller, erg jammer voor jullie. Bus snel fixen in NL en dan weer op pad?
Klote voor jullie, maar toch weer een flinke dot ervaringen rijker….en die reis gaat er jullie kennende echt nog wel een keer komen lijkt me 🙂
Fijn dat jullie weer gezond (alhoewel misschien met een beetje frustratie) weer thuis zijn.
Getsie wat jammer zeg, vooral de communicatie en frustratie eromheen dan ook nog 🙁
Hoi Renee en Stefan, we hebben jullie inmidddels al gesproken en begrepen dat jullie de reis toch voort gaan zetten , maar dan op een andere manier.Heel goed plan. Veel plezier en we volgen jullie. Gr. Peter en Elly van venrooij
todo muy bien, pero ¿dónde estás ahora?
PAKISTAN!