Ushuaia, Terra del Fiego & Estancia Harberton
Dag 6 tot 10
Onze vlucht van Buenos Aires naar Ushuaia had een ruwe landing. Het vliegveld ligt op een eiland midden in het Beagle Kanaal en het waaide echt keihard, waardoor het vliegtuig alle kanten op leek te willen, behalve richting de landingsbaan. Renee zat naast een zeer vriendelijk Argentijns mannetje (Alfreddo), die in Ushuaia werkt op een vissersboot. Hij heeft veel interessante dingen verteld over de omgeving van Ushuaia en zijn leven en wist ook te vertellen dat het hier vaker zo gaat. Helaas ontkrachtte hij dat door bijna elke 10 seconden een kruisje te slaan. Het bleek te helpen, we zijn veilig geland. En ook de taxirit naar het hostel is zonder problemen verlopen.
De eerste indruk van ons hostel “Antartica” is al direct heel goed. Ze hebben een hele grote huiskamer met een vide erboven waar een soort van woonkeuken zit. De zeer vriendelijke staff maakt het plaatje compleet. Een van de meiden blijkt Nederlands te spreken, met een vlaams accentje. Ze vind het leuk dat ze weer gelegenheid heeft om wat te oefenen met ons. Na het inchecken en heel even bankhangen en bekijken wat er allemaal voor tours mogelijk zijn in deze regio gaan we het stadje in op zoek naar iets te eten. We stranden bij een Italiaans tentje waar Renee een stuk gegrilde kip met salade en Stefan wéér een schnitzel besteld. Ushuaia blijkt geen cent goedkoper te zijn dan Buenos Aires en we besluiten tijdens onze wandeling terug naar het hostel dat we die grote keuken maar eens moeten gaan gebruiken tijdens ons verblijf hier om de kosten wat te drukken.
De volgende ochtend blijkt het prachtig weer te zijn, dus hebben we last minute een boottocht over het beagle kanaal geboekt. Deze was erg leuk en de uitzichen geweldig! Met een klein bootje (15 passagiers) zijn we naar vier eilandjes gevaren. De eerste had hele grote zeeleeuwen, waarbij de kapitein zijn boot zo dicht bij de rotsen bracht dat je ze bijna kon aanraken. Daarna nog een zeer oninteressant eiland met vogels en daarna door naar de ‘vuurtoren aan het eind van de wereld’ die officiëel alleen in fictie van Jules Verne bestaat. Het laatste eiland was iets groter en daar zijn we ook aan land gegaan voor een korte wandeling en een aantal leuke foto’s met de stad en de bergen op de achtergrond.
Tijdens de bootreis was de accu van de camera leeg geraakt, teveel gebruikt misschien? Maar in de middag hadden we een wandeltocht gepland naar een gletsjer boven op de berg waar de stad tegenaan ligt. En als je zo’n pokke-end naar boven gaat lopen, wil je natuurlijk wel foto’s kunnen maken! Dus we hebben in het hostel de camera aan de lader gehangen en zijn ondertussen bij de supermarkt een paar broodjes gaan kopen om de laadtijd te overbruggen.
Na de lunch vonden we de accu vol genoeg en zijn we met de taxi naar de stoeltjeslift aan de bovenrand van de stad gegaan. We waren nog net op tijd, want de deze ging bijna sluiten. Na flink wat waarschuwingen dat we niet meer met de lift naar beneden zouden kunnen, zijn we ingestapt voor een ritje van 15 minuten in de ijzig koude wind. Boven aangekomen werden we nogmaals gewaarschuwd dat de lift zou stoppen en het mannetje wees ons op de mogelijkheid om via de skipiste weer naar beneden te lopen. Toen we eenmaal het hutje van de skilift hadden verlaten, realiseerden we ons dat we nergens een kaartje van het gebied gekregen hadden. Oops!
Na een flinke klim vinden we een informatiepaneel met daarop een tekening van het gebied. De gletsjer, die ons n.b. door de manager van het hostel was aangeraden, ligt volledig verborgen onder de sneeuw. Pech. We besluiten terug te lopen naar beneden via de skipiste, wat zo af en toe nog een beste uitdaging is en zeker doorweekte schoenen, broekspijpen en sokken tot gevolg heeft.
Halverwege naar beneden komen we een Amerikaan tegen die ‘on a mission’ is om ‘gospel and jesus’ te gaan introduceren bij Ushuaianen. We raden hem af om verder naar boven te lopen (hij was al een uur onderweg naar boven en pas op de helft van de skipiste en er is niets te zien) en hij besluit met ons verder mee naar beneden te lopen. Tijdens een interessant gesprek lijkt hij niet opdringerig te zijn over zijn geloof, maar helaas voelt hij bij het afscheid onder aan de skipiste toch de behoefte om nog even flink aan te dringen, wat voor een bot afscheid en een bittere nasmaak heeft gezorgt.
Gelukkig waren we dit weer snel vergeten toen we volledig verdwaald, kniediep in de sneeuw stonden op een van de wandelpaden de berg af. (we wilden geen taxi terug nemen) Deze paden waren ons wederom aangeraden door de manager van het hostel, ze zouden makkelijk te navigeren en te lopen zijn. We moesten alleen opletten dat we gele routes volgden en niet de rode, want die liep niet naar het dorp. Hij is duidelijk sinds deze winter zelf nog niet hier geweest, want sommige van deze paden zijn echt niet te bewandelen en veel van de gele paaltjes staan ofwel diep onder de sneeuw of zijn gewoon afwezig. Nadat we echt op een punt zijn aangekomen waar in alle richtingen geen pad meer te ontdekken is tussen de bomen en de rivier, besluiten we terug te lopen naar de skilift (met gezonde tegenzin) en een taxi te bellen.
Terug in het hostel hebben we allebei flink lang onder de douche gestaan om op te warmen en pasta gekookt. De rest van de avond hebben we gevuld met het publiceren van het stukje Bye Bye Buenos Aires, het sorteren van de foto’s en kletsen met andere reizigers over de dingen die we allemaal nog willen gaan doen. (en zij vaak al gedaan hebben, of in ieder geval een mening over hebben) Daarna ruilen we nog even van bed, want Renee heeft afgelopen nacht slecht geslapen boven in het erg hoge stapelbed en Stefan heeft daar minder moeite mee.
De volgende ochtend staat de wekker vroeg. We gaan namelijk met de bus naar Tierra del Feugo, het nationale park aan het einde van de route n3. Dit is een weg van ruim 3000km van Buenos Aires naar Ushuaia en het vervolg van de route PanAmericana, die begint in Alaska 17.848 km hier vandaan. In dit park doen we een groot deel van de ‘hikes’ (heuvelachtige wandelingen door het park) en hoewel we ons prima hebben vermaakt, hebben we wel het gevoel dat we deze 10km ook prima in Zeist door het bos hadden kunnen lopen. Echt bijzonder was het niet. Hoewel, wel bijzonder duur misschien! (185 peso p.p. / 37 euro).
De middag hebben we onze zere voeten te rust gegeven op de bank in het hostel en op internet rondgekeken voor de mogelijkheden om Ushuaia weer te verlaten. We weten namelijk nog niet eens waar we heen zouden willen gaan. Ongemerkt is het best laat geworden, dus besluiten we niet meer te koken, maar even te gaan eten bij Moustachio, het Parilla restaurant dat Alfreddo in het vliegtuig had aangeraden. Wat inderdaad wel een super sfeer had, maar iets minder goed eten helaas.
Op dag 9 van onze reis hebben we het heel erg rustig aan gedaan. Rond 09.00 uur zitten we aan het ontbijt en daarna vragen we de manager van het hostel om voor ons de pinguïntour te boeken. We kunnen deze dure trip met de creditcard betalen zonder commissie, maar daarvoor moeten we wel langs het kantoor van de reisorgansatie voordat we op de bus kunnen stappen, gelukkig zit deze niet heel ver van de bushalte. De bus vertrek pas om 14.20 (15.00 uur Argen-time) dus we kijken nog even naar onze opties om een auto of camper te huren, om El Calafate te bereiken, wat we hebben besloten dat onze volgende bestemming wordt.
Het busje blijkt voor de helft gevuld met Spaanstaligen en voor de helft met Engels sprekende mensen. Bovendien hebben we een hele leuke gids Santiago, die we ook Santi of Santa mogen noemen. Afwisselend vertelt hij eerst zijn verhaaltje in het Engels en de andere keer eerst in het Spaans, wat zeer goede oefening is voor ons! Na 1,5 uur in de bus (45 km asfalt, 45 km dirtroad) komen we bij Estancia Harberton, een boerderij buiten Ushuaia waar Tomas Bridges (een Engelsman) is gaan wonen nadat zijn ‘mission’ om het geloof te brengen gefaald is. Vanaf hier varen we in een ontzettend gave en bruut snelle zodiac naar het eiland waar de pinguïns op wonen.
We gaan op het eiland aan land en meteen vanaf het strand kunnen we al pinguïns zien staan, maar we lopen er nog niet heen, want de eerste bijzondere bezienswaardigheid bevind zich vlak bij de boot. Er blijkt (bij toeval) een hele grote zeehond in de baai te zwemmen. (op pinguïnjacht, ongetwijfeld) Daarna lopen we over het eiland en zouden we bij wijze van spreken de pinguïns kunnen aaien! (zie de foto’s!) Natuurlijk hebben we dit niet gedaan, want het zijn wel degelijk wilde dieren en hoewel niet schuw, kunnen ze wel heel gevaarlijk hard bijten.
Na ongeveer een uurtje op het eiland rondgelopen te hebben, varen we terug naar de boerderij en via een klein museum (een van de schuren) over in het water levende zoogdieren (best interessant) rijden we terug naar ons hostel. Dit was echt een gave tour, erg duur (180 euro), maar zeker een aanrader. Terug in het hostel heeft Renee nog gehaktballen in tomatensaus en aardappelen gekookt terwijl Stefan alvast een begin heeft gemaakt met het inpakken van de tassen. En ná het eten hebben we eigenlijk de rest van de avond (tot veel te laat) met een Belgisch stel Lobke en Inge zitten praten. Zij hebben al heel veel gezien in de afgelopen maanden en hebben heeeeel veel leuke tips voor ons.
De volgende ochtend hebben we de rest van onze tas ingepakt, want we vliegen begin van de middag naar El Calafate. Het blijkt dat Jean, een 65 jaar oude vrouw uit noord Ierland, die ook hier in het hostel zit en waar Renee al een aantal keer een leuk gesprek mee heeft gehad, dezelfde vlucht heeft. En we delen een taxi naar het vliegveld.
Bye bye Ushuaia! El Calafate here we come!
Weer een leuk verslag…zo lijkt het net alsof we er allemaal bij zijn :o)
Ook leuke foto’s op de fotopagina.
Ik verbaasde me wel over de bedragen die ze vragen voor sommige uitstapjes. Dat soort dingen is voor de lokale bevolking niet te betalen lijkt me.
Wauw, wat een geweldige verhalen weer! En idd mooie foto’s! Heel veel plezier in El Calafate! Benieuwd wat jullie daar allemaal gaan beleven! X
hoi Renee en Stefan
bedankt voor dit nieuwe inkijkje in jullie avontuurlijke reis met volop indrukken en contacten.
jullie worden ook nog eens echte wandelaars. wie had dat kunnen denken.
Anny en Ton
Jullie zouden dan eens moeten lezen wat we in el Calafate hebben gedaan. Echt zo gaaf en grensverleggend! Morgen 28 uur in de bus naar Bariloche, dus dan hebben genoeg tijd om de volgende blog te schrijven 🙂