Tag Archives: warm

Slowakije – Hongarije

We hebben lekker kilometers gemaakt op de eerste dag van dit blogje, we zijn in één ruk doorgereden van Krakau Polen naar Budapest Hongarije. Daarbij passeer je dus heel Slowakije van noord naar zuid. Ondanks dat we aan de grens wel een vignet gekocht hadden om over de snelwegen te mogen, beviel het Stefan wel om lekker binnendoor te sturen. Zo zie je nog eens wat van het land!

In de ochtend hebben we nog flink in de file gestaan omdat de GPS het nodig vond om ons nog even het centrum van Krakau vanuit de auto te laten zien. We hebben wel van de gelegenheid gebruik gemaakt om nog even onze laatste Poolse zlotties te verruilen voor wat vers gebakken broodjes bij de supermarkt. En hebben deze tijdens het rijden ook als ontbijt genuttigd.

Lunchen op een parkeerplaatsIn Slowakije hebben we voor het eerst tijdens deze trip een regenbui, die het vermelden eigenlijk niet eens waard zou zijn.  Ware het niet dat de bus er flink smerig van geworden is (immers, boeren-binnendoor-weggetjes) en we daar nu nog elke dag tegenaan kijken, omdat we beide geen zin hebben om de auto te wassen. Tegen half twee hebben we midden in een mini-dorpje, op de parkeerplaats van een of ander monument onze stoelen weer uitgevouwen en als ‘talk of the town’ het restant van onze broodjes zitten smeren voor de lunch.

Daarna werd het landschap snel heuvelachtig en hoewel volgens de reisgids en de GPS de bergen niet hoger dan 1000 meter waren, zijn we op sommige plaatsen echt de berg op gekropen, omdat onze bus blijkbaar dacht dat we al in de Himalaya waren. Dat wordt nog wat tegen het eind van deze trip!

Dorpjes, kleinere dorpjes en kleinste dorpjesDe kilometers tikken wel lekker snel af en zonder ook maar van chauffeur te wisselen staan we eigenlijk vroeger dan verwacht 530km verderop al in de file in Budapest, waar we precies aan het begin van de avondspits een poging doen om onze beoogde camping te bereiken. Uiteindelijk hebben we ruim een uur over de laatste 6 km gedaan, dat is wel een beetje jammer. Maar de camping ziet er leuk uit en we willen vandaag eens vroeg naar bed.

Helaas steken onze nieuwe buren daar een stokje voor, door hun kinderen rond onze camper tikkertje te laten spelen, keihard opera muziek aan te zetten in hun camper en vervolgens ‘op onze stoep’ luidruchtig te gaan zitten kletsen. Grens met Hongarije, hoe schrijf je dat precies? Nou, zo.Om 22.00 uur vindt Stefan dat het feestje wel afgelopen mag zijn en hij vraagt ze vriendelijk om in ieder geval de muziek uit te zetten, zodat we kunnen gaan slapen. Wonderbaarlijk genoeg is het daarna vrijwel meteen ook echt stil op de camping.

De volgende ochtend staan we lekker vroeg op. Op “Camping Zugleti Niche” is een ontbijtbuffet inclusief en daar zijn we heel nieuwsgierig naar. Hoewel het deze eerste dag een beetje tegenviel, met koude pannenkoeken en voornamelijk brood van de stevige Duitse makelij, moet ik wel even vermelden dat het de overige dagen echt helemaal prima was, met vers gebakken broodjes en volop keuze.

Kamperen op het terrasDirect na het ontbijt besluiten we uit voorzorg toch maar te informeren of we onze camper mogen verplaatsen naar het plekje naast de receptie. Zodat we niet nog een avond in de herrie zitten en ook wifidekking hebben in de camper. De plek die we voor ogen hadden is gereserveerd, maar we mogen wel zo ongeveer op het buitenterras van het restaurant gaan staan. Dat lijkt ons wel gezellig en niet veel later staan de pootjes van onze luifel dan ook op het terrasje. Heel even laten onze irritante ex-buren ons nog schrikken  door met hun campers de gereserveerde plaats tegenover ons op te rijden, het zal toch niet dat die voor hun gereserveerd was? Maar gelukkig zijn ze blijkbaar naast luidruchtig ook lui, ze komen alleen even hun chemisch toilet legen bij het badhuis en rijden daarna weer terug naar hun eigen plaats.

Oude operaWe pakken rond de middag de stadsbus naar het centrum van Budapest en lopen daar naar de oude Opera, het startpunt van de wandelroute door de stad uit de Lonely planet. Na een flinke, niet heel interessante, wandeling door Pest zitten we eindelijk even op een trap (bij gebrek aan bankjes) in het park achter het heldenplein, als we door een of andere sloeber worden aangesproken die met het welbekende “ziek en zielige familie en geen geld voor vliegtuig of bus”-verhaal probeert om geld van ons te krijgen.

Uiteraard negeren we hem gewoon, maar irritant genoeg blijft hij staan en continu zijn handen vouwen en Jezus-Christus-Danke zeggen. Uiteindelijk wint ons geduld gelukkig wel van dat van hem en hij taait af. Maar in het uur daarna zien we hem toch nog drie keer terug, bij een badhuis waar we even binnen wilden kijken, de openbare toiletten in het park en uiteindelijk is hij ons ook nog gevolgd tot het perron van de Metro.

Parlement BudapestWe stapten op de metro omdat we hoopten bij het parlementsgebouw (bezienswaardigheid hoog!) een restaurantje te kunnen vinden voor de lunch. Maar helaas blijkt er bij de hoogwaardigheidsbekleders in Hongarije geen grote vraag naar restaurantjes op de hoek van de straat en uiteindelijk besluiten we dan maar terug te lopen richting ons startpunt van vandaag: het busstation bij winkelcentrum West End. Onderweg eten we even snel een kebabgerechtje bij een Turks selfservice restaurant. Niet bepaald de lunch die we in gedachten hadden, wel lekker!

De missie bij het winkelcentrum zijn een paar nieuwe wandelschoenen voor Stefan. Degene die hij mee op reis had waren al een twijfelgeval met inpakken en bij onze wandeling door Auschwitz kreeg hij er al zere voeten van, maar toen vanmorgen met het vasttrekken van de veters de hele zool onder de schoen uitscheurde, werd duidelijk waarom. Na in een aantal zeer dure winkels een aantal zeer dure wandelschoenen gepast te hebben, komen we langs een soort Scapino, waar Stefan uiteindelijk de goedkoopste wandelschoenen het lekkerste vindt lopen. Voor de 30 euro die ze kostten zijn we wel nieuwsgierig hoe lang ze mee gaan, maar gezien de Merrels die hij als eerste aan had het vijfvoudige kostten, kunnen we nog wel een paar keer nieuwe kopen in deze prijsklasse. 🙂

Selfie!Als we weer bij  het busstation aankomen zien we net onze bus, die elke 15 minuten rijdt, van het busstation wegrijden. Helaas! We gaan in het laatste bushokje zitten, dat pal onder het ledbord met de aankomsttijden staat. Maar als we daar ‘onze bus’ zien knipperen op 0 minuten, voelen we nattigheid. Te laat natuurlijk, we zien hem nog net bij het bushokje helemaal aan de andere kant van het station zijn deuren dichtdoen en een paar seconden later rijdt de chauffeur ons voorbij alsof hij oogkleppen op heeft. Wéér de bus gemist.

Koken in de bus, of naast de bus, of soort van onder de luifel van de busWe kiezen ervoor om ons 2e kwartier wachten nuttig te besteden en lopen ondertussen heen en weer naar een supermarkt een stukje verderop, om inkopen te doen voor vanavond. En zijn deze keer gelukkig wel op tijd voor onze bus weer terug bij de juiste halte. Een paar haltes verder stappen ook Amanda en Justin op, een stel uit Nieuw-Zeeland waar we gisteren al even mee gekletst hebben op de camping, zij trekken een half jaar door Europa met een huurauto. Het is bijna donker als we op de camping aankomen en terwijl Renee begint met koken, laadt Stefan de motor uit de bus ter voorbereiding voor morgen.

Al gauw blijkt dat we door een flinke miscommunicatie geen enkele passende combinatie van ingredienten hebben voor het avondeten. Stefan vraagt aan Amanda of in de buurt van de camping een winkeltje weet waar ze rijst verkopen, zodat we in ieder geval iets kunnen maken. Dat winkeltje zit er zeker, maar ze twijfelt of die nog open is. Ze biedt aan om gewoon wat meer van hun rijst te koken, zodat we kunnen delen, helemaal geweldig! We koken min of meer afzonderlijk van elkaar twee gerechtjes die zo ongeveer hetzelfde zijn en eten met z’n vieren. Het was erg gezellig en Stefan is meteen z’n twee blikjes Bavaria, die nog van thuis meegekomen waren, kwijt aan Justin.

Als het uiteindelijk te koud wordt om buiten te zitten gaat Stefan nog gauw even onder de douche en daarna klimmen we lekker in onze hoogslaper onder de wol.

Rurrenabaque: Jungle & Pampas

Na het dumpen van flink wat kilo’s in de storage van het hostel, stappen we met lekker lichte tassen om 06.00 uur in de taxi richting het TAM vliegveld. We wisten dat TAM een militaire vliegmaatschappij is, maar het is toch wel raar dat je letterlijk een legerbasis oprijdt en ook gecontroleerd wordt door een man in een groen pakje met een machinegeweer in zijn hand.

We zijn netjes op tijd en gaan alvast in de rij staan, waardoor we als eerste in kunnen checken. We willen zeker weten dat de spontaan ontstane vliegtickets in Sucre bij het reisbureau ook wel twee plekken in het vliegtuigje garanderen en tot onze opluchting en tegelijkertijd verrassing blijkt ons ticket recht te geven op stoel 2a en 2b.

We stappen in dit kleine gebakje en het is een aparte gewaarwording dat we tegenover ons ook nog mensen hebben zitten. Blijkbaar is het hier heel normaal om achteruit in een vliegtuig te zitten, wij vinden het maar raar. Na 50 minuten landen we veilig, maar een tikkeltje lomp op een zandpad tussen de groene bomen. Hola jungle!

Nadat de tassen via een rare omweg uiteindelijk aan de andere kant van het terminalgebouwtje zonder ramen zijn beland, kunnen we gaan. De tassen en koffers worden bovenop het dak van het busje gebonden en we rijden over een hobbelig zandpad naar het dorpje Rurrenebaque. Aangezien Hostelworld.com nog niet echt veel aanbod had voor hostels, lopen we met onze tassen door de hitte op zoek naar een slaapplek voor de nacht. Op advies van één van de Australische gasten in La Paz stranden we bij Beni. De kamer ziet er prima uit en ze zouden zelfs handmatten achterin de tuin moeten hebben!

Later blijkt dat je inderdaad achtrin de tuin kunt liggen, maar niet helemaal zoals we dit hadden verwacht. De hangmatten zijn weggehaald en ze hebben er een paarse grafkist voor in de plaats gezet, inclusief rouwende familie, irritante kinderen en foute belichting. We hebben geen zin om te klagen, want we hebben vanmiddag een hoop dingen die we nog moeten regelen en het is maar voor één nachtje. Het is wel héél bijzonder om zo’n wake in een touristisch hostel te doen, maar gewoon verder te gaan met kamers verhuren.

We lopen de verschillende tourbedrijfjes af om te informeren naar de verschillende tours en prijzen en zijn alweer flink aan het twijfelen waar we nou voor moeten kiezen. Wordt het de goedkoopste, de veel duurdere waar we wel een goed gevoel over hebben omdat de dame Nederlands sprak en ze op een goede manier met de dieren omgaan, de enagoedkoopste omdat we via via goede verhalen hierover hebben gehoord of degene waar heel veel mensen binnen zaten? Uiteindelijk kiezen we voor Flecha tours.

Flecha tours is goedkoop en we boeken dan samen met een aantal gasten met wie we in het vliegtuig zaten: drie Autraliers, één Chinees (nu al 10 jaar Japanner), één Fransman en één Amerikaan. We kunnen samen een groep vullen en we weten dan zeker dat we morgen ook daadwerkelijk vertrekken, met gasten die wel een goede eerste indruk hebben gemaakt op ons en niet bij onbekende mensen van een ander tourbedrijf in de groep worden gepropt en in een totaal andere accomodatie terechtkomen als waarmee ze adverteren bij Flecha.

Volgende stap is het verzamelen en inpakken van de benodigde kleding en materialen. Eerst drinken we op straat een vers geperst sinaasappelsapje en daarna kopen we een uberfout maar blijkt later, heel fijn zonnehoedje en shirt met lange mouwen. Zwart, bruin en blauw blijkt de muggen juist aan te trekken, dus we shoppen een tweedehands maar wel gewassen wit overhemd. Nog even nieuwe muggenspray inslaan en dan zijn we er klaar voor! Boeien hoe we er straks uitzien, als we maar niet worden opgevreten door de (malaria en dengé) muggen!

We zijn helemaal klaar voor ons vertrek naar de Pampas: tijd dus om te relaxen! Op advies van het tourdametje stappen we ieder achterop een taxibrommertje dat ons naar het hoger gelegen zwembad  “El Mirador” moet brengen. We hadden dit stukje allebei liever zelf gereden, want Renee dondert er bijna vanaf als ze al slippend van de asfaltweg een grindpad opscheuren en Stefan komt stil te staan onderaan de heuvel omdat de prutser blijkbaar niet goed weet hoe te moeten schakelen. (waarna hij het na afstappen en teruglopen met een nieuwe aanloop nog een keer probeert) Gelukkig komen we uiteindelijk heelhuids aan en springen we in het heerlijk verkoelende zwembad. Het wordt helemaal perfect als we al hangend op de rand van het zwembad, met uitzicht op het stadje en de jungle, ons vers gemaakte mangosapje op mogen drinken. This is heaven!

Om 18.00 uur stappen we weer op een brommertje, want dit is nou eenmaal het enige vervoersmiddel dat hier kan komen, en rijden we deze keer op een veel relaxtere manier terug naar het hostel. Door de enorme hitte besluiten we het diner maar over te slaan en na het inpakken van de laatste spullen direct in bed te duiken. Gelukkig hebben we een ventilator, waardoor we allebei nog best redelijk hebben geslapen.

De volgende dag lopen we met al onze bagage naar het tourbedrijfje waar we de grote tassen en dure spullen veilig achter kunnen laten en ieder een dagrugzak mee kunnen nemen. We zijn hier extra vroeg want we mogen het wifi van het kantoortje gebruiken om een belangrijke mail met grote bijlage te versturen en met het trage internet hier, kan dit wel even duren. Ondertussen shopt Renee het ontbijt bij een bakkertje bij elkaar en dan kan het inladen van de jeep beginnen. We kruipen met z’n achten tegen elkaar in de Landcruiser en we kijken uit naar een leuke rit door de jungle richting de rivier.

De rit blijkt een erg saaie drie uur durende hobbeltocht over een zandweg te zijn, zelfs onze oude Samurai zat lekkerder en geen Jungle in zicht! We zijn blij als we bij de lunchstop arriveren, maar wat minder met de dingen die ons worden voorgeschoteld. Het lekker ogende koude sapje blijkt bijvoorbeeld een vies zoetig/zout maissapje te zijn en we hopen dat het tourdametje over de lekkere lunches en diners in het kamp niet heeft gelogen. Hiervoor is er speciaal een kok meegegaan, samen met haar dochter van 8 (die blijkbaar niet naar school hoeft), dus we zijn benieuwd.

We stappen even later met z’n allen in een lange smalle motorboot om richting het kamp de rivier op te varen. Al vrij snel zien we de eerste alligators, vogels, capybaras (een soort van kruizing tussen een groot harig varken en een cavia) en schildpadden. Gaaf! Verderop stopt onze gids Luis en springt hij na wat aanmoedige woorden richting ons in het erg bruine water. Er zwemmen roze rivierdolfijnen en die zouden wel eens heel dichtbij kunnen komen zodat je ermee kan spelen. Onze groep twijfelt eerst nog een beetje, want verderop liggen de alligators op de kant en er zitten hier ook een hoop piranhas! Nadat Luis ons verzekerd dat elk dier zijn eigen territorium heeft en dat piranhas alleen bijten als er bloed is, springt iedereen behalve Renee ook uit de boot. Renee heeft vandaag haar bikini niet aan en kijkt graag veilig op een afstandje naar de rest. De dolfijnen zijn niet zo speelserig vandaag dus na een tijdje zenuwachtig heen en weer zwemmen varen we weer verder.

Luis stopt ineens de motor en adviseert ons om de tassen droog op te bergen en een regenjas aan te doen en we weten snel waarom! Na korte tijd komt het water met bakken uit de hemel vallen. We zien daardoor niet echt veel dieren meer, maar de verkoeling is meer dan welkom. Na het uitzoeken van een bed met klamboe en een korte koude douche in de lodge, rennen we door de stromende regen naar de plek waar we ons avondeten krijgen opgediend. Deze keer zijn we veel blijer met het voedsel. Gebakken aardappeltjes, kip, rijst en verschillende salades; goed te eten! Ze hebben zelfs een gezamenlijke ruimte met pingpong en pooltafel en ondanks dat deze hier al duidelijk een tijdje in de vochtige omgeving staan, is het goed vermaak!

Om 22.00 uur gaat de kleine generator uit tijdens een spannende match ping pong en het is in één klap pikkedonker in het kamp, dus dan maar naar bed. We kruipen onder de klamboe en jammer genoeg is het inmiddels weer erg warm en plakkerig geworden. Aan de andere kant maar goed, want we hebben alleen een hoeslaken over de matras en kussen gekregen om op te slapen. (een slaapzak meebrengen was in deze tijd van het jaar niet nodig, maar ze had niet verteld dat je dan gewoon niets had om onder te slapen)

De volgende ochtend staan we op een normale tijd op en ontbijten we met brood, toast, een soort van oliebollen en fruit. Daarna zoeken we naar de juiste maat laarzen en varen we met het bootje richting de pampas. We stappen na 10 minuten uit en na een wandeling van 15 minuten door riet en een soort weiland, zijn we op de plaats van bestemming. Het knie-diepe moeras is het territorium van de Anaconda en daar gaan we dan ook naar op zoek. Het soppen in het moeras in deze hitte blijkt best zwaar te zijn, maar gids Luis geeft niet op.

Het ruim 4,5 uur ploeteren in het moeras heeft helaas niets opgeleverd. Het is ook een kwestie van geluk, want slecht 30% van de groepen vindt er tegenwoordig maar één. (en vroeger was het zo’n 10 slangen in 2 uurtjes wandelen) Dit komt door toeristen die de Anacondas (wurgslangen, niet giftig) aanraken met hun zonnebrand/deethanden, hierdoor verbrand de huid van de slangen en gaan ze dood, omdat ze via hun huid ademhalen. Eigenlijk best zielig dat toeristen zo’n impact hebben op de natuur hier, dus misschien maar goed ook dat wij daar niet aan bij kunnen dragen.

Met flink pijnlijke voeten van de laarzen en Stefan zelfs met grote blaren, strompelen we terug naar de boot om te lunchen in de lodge. Daarna kunnen de voetjes gelukkig even omhoog in de hangmat voor een siesta. Rond 15.00 uur stappen we weer met z’n achten in de boot, gewapend met een stokje, visdraad en haakje. Luis snijdt een hoop rundvlees in kleine stukjes en dan kunnen we op jacht naar ons avondeten. Met z’n allen staan we te wiebelen in de boot en proberen we de piranhas te snel af te zijn.

Dit blijkt nog helemaal niet zo makkelijk te zijn, want die etters hebben het vlees van het haakje afgebeten voordat je er erg in hebt. (vaak al op het moment dat het aas het water raakt, nog voordat het draad strak staat) Stefan is de eerste die een piranha op weet te vissen. Er volgen er in totaal nog 16 meer. Renee weet er één in de boot te hengelen zonder dat ze het haakje los hoeft te maken. (gewoon omdat dat kreng het vlees niet los liet onderweg naar boven) Lekker makkelijk! Het blijft wel een beetje een eng idee dat we gisteren nog in dit water hebben gezwommen.

Daarna varen we naar een veldje waar we een beetje kunnen relaxen, voetballen of volleyballen en de zonsondergang kunnen kijken. Helaas is het bewolkt en zitten er heeeeeeel veel muggen. De gekochte pringles smaken echter prima en het dochtertje van de kok is blij dat ze hier ook van mee mag eten. Als het donker is, varen we met ieder een zaklamp in de aanslag weer terug naar de lodge. Onderweg kan je de ogen van de alligators zien oplichten. wow, er zitten er veel meer dan we dachten!

Voor het avondeten staat er inderdaad piranha op het menu. We zijn wel blij dat er daarnaast ook nog spaghetti, rijst, salade, etc op tafel wordt gezet, want Stefan eet echt geen vis en er zit niet zo veel vlees aan zo’n piranha. Ze vinden de ogen en de kop hier een delicatesse, maar dat gaat toch net iets te ver voor Renee. Na het eten lezen we nog even een boekje en gaan we vroeg slapen.

Het regent deze nacht volop en we krijgen het voor het eerst flink koud. Dan maar alle droge kleding aan en tegen elkaar aankruipen op één bedje, want er zijn geen dekens. Rond 08.00 uur is het droog en schuiven we aan aan de ontbijttafel. Vanochtend gaan we opnieuw proberen om de roze dolfijnen te spotten en ermee te zwemmen. We zien inderdaad een paar keer een kop boven water komen en springen dus weer met z’n allen de bruine rivier in. Ondanks dat ze niet speels zijn, blijft het bijzonder om ertussen te zwemmen, vooral ook omdat we overal om ons heen de alligators en caymans zien liggen. En we hebben gisteren geleerd hoe snel piranhas kunnen happen en hoe sterk die kaken zijn.

We varen weer terug naar de lodge voor een laatste lunch en dan is het tijd om met de boot weer terug te gaan naar de jeep. Na een lange boottocht komen we daar aan, samen met de andere tourboot van Flecha, maar blijkt er niet genoeg plek te zijn voor ons allemaal in de klaarstaande jeep. We wachten samen met de Fransman en Luis op de volgende jeep, deze komt echter maar niet opdagen en Luis chartert uitereindelijk een taxi. Deze is heel wat jaartjes nieuwer dan de jeeps van Flecha en daardoor worden we tijdens de lange rit terug gelukkig wat minder door elkaar geschut dan op de heenweg.

We pikken onderweg nog een lifter op en net voordat we weer bij het tourbedrijf zijn, stoppen we plotseling. Er is een vrouw hard gevallen met haar brommer en we brengen haar dan ook snel naar het ziekenhuis. Na deze happening komen we weer bij het tourbedrijf en zit de trip erop. We halen onze spullen op en twijfelen waar we nu willen slapen. Het hostel met de doodskist skippen we liever en de Fransman is enthousiast over het hostel waar zij eerder verbleven.

We lopen met hem mee en het ziet er inderdaad goed uit. De kamer is ruim en op de binnenplaats hangen deze keer een hele hoop hangmatten. De komende 1,5 dag vullen we met het wegbrengen van al onze vieze was, een tukje doen (dit bed is wel heel erg fijn ten opzichte van die in de lodge), lekker hangen in de hangmat, een ijsje eten, weer in slaap vallen door de ontzettende hitte, een hapje eten, en uiteindelijk ook de tas inpakken voor de terugvlucht naar La Paz. Als de vlucht door gaat (dat is met regenseizoen en blubber-landingsbaan altijd maar de vraag) gaan we morgen weer met hetzelfde kleine vliegtuig terug naar La Paz.

Foto’s

Op walvissenjacht in Puerto Madryn

Met onze slaperige hoofden arriveren we in Puerto Madryn, helemaal aan de oostkust van Argentinie. Tijdens het tanden poetsen op het station ontmoeten we de Amerikaanse Brittany en ze loopt met ons mee richting het hostel om te vragen of ze voor haar ook een bedje beschikbaar hebben. Na het inchecken vertelt de receptie ons over de verschillende tours die je in de omgeving kan doen en omdat we behoorlijk schrikken van de prijzen, gaan we het stadje in om naar de verschillende mogelijkheden te vragen. We snuiven aan het strand de zoute zeelucht op en hopen dat we vanaf de pier misschien een verdwaalde zeeleeuw, walvis of pinguïn kunnen spotten. Maar de enige dieren die we zien zijn een paar zeemeeuwen en de drie zwerfhonden die ons vanaf het hostel zijn gevolgd en duidelijk hopen dat we iets te eten voor ze hebben.

Na het verzamelen van een hoop tour- en huurauto informatie, keren we terug naar het hostel om te overleggen wat we de komende dagen willen doen. Samen met Brittany en onze nieuwe Franse kamergenoot Sophie rekenen we uit dat we goedkoper uit zijn als we een auto huren en daarmee kunnen we ook nog eens overal onderweg stoppen, zo lang als we willen. Terwijl Renee de brakheid van de lange busreis en gigantische koortslip probeert weg te slapen, gaan Stefan en Sophie terug naar de goedkoopste autoverhuurder. We waren alleen even vergeten dat het siesta is en dat alles dicht is en dus moeten ze nog twee uur wachten. Sophie had de pier nog niet gezien en dat lijkt toch de beste plek in de stad om wat tijd te doden. Deze keer spot Stefan wel een zeeleeuw en zelfs een pinguïn (of was het toch een vogel? De discussie loopt nog steeds). Het was de moeite waard om te wachten tot dit specifieke verhuurbedrijf open was: Ze krijgen het voor elkaar om een grotere auto voor dezelfde prijs mee te nemen. Na de heerlijke Franse quiche van Sophie, duiken we ons stapelbed in voor een paar uurtjes slaap.

De volgende ochtend moeten we namelijk heel vroeg de huurauto ophalen. De aardige eigenaar opent speciaal voor ons eerder de zaak, nadat Stefan gisteren heeft beloofd dat hij voor elke minuut dat hij te laat is een “boete” betaalt. De vraag van Stefan of dat andersom ook zou werken, kon hij wel waarderen 🙂 Met onze picknicktasjes stappen we in de auto en zorgen we ervoor dat we voordat het vloed wordt op het strand staan. Hier zouden we namelijk walvissen moeten kunnen zien! Met de verrekijker van Sophie zien we deze in de verte inderdaad af en toe hun kop boven water uitsteken. Een nieuwe kans krijgen we bij het volgende strand. Hier treffen we 2 hele grote doden walvissen aan, waar de vogels al flink van hebben gesnoept en wat aan de ene kant bruut is om te zien, maar aan de andere kant ook ontzettend ranzig is.

We willen deze beesten toch wel graag van dichtbij (en dan het liefste levend) zien, dus rijden een heel stuk verder naar het haventje van het schiereiland om de boottocht te doen. Bijzonder is dat ons in het stadje al duidelijk werd dat alle bedrijven voor de boottochten en excursies prijsafspraken hebben gemaakt met elkaar en omdat ze weten dat de toeristen dit toch wel betalen, komen ze hier ook nog mee weg. Na een tijdje winkelen bij diverse bedrijven stappen we dus met een mooi zwemvest en onze camera aan boord van de veel te dure (60 euro pp) 20-persoons boot en zien al snel onze eerste walvis van heel dichtbij! Een moeder met een witte babywalvis.

Peninsula Valdez staat erom bekend dat de moeders daar naar toe komen om in het warmere water en in de beschutte baai hun jong te krijgen en verlaten de kust pas na een paar maanden als het jong daar klaar voor is. Daarnaast keren de jongere walvissen van een paar jaar oud daar ook weer terug omdat dit dan de plek is waar de moeder haar jong alleen achter laat om de wijdse oceaan in te trekken. Na heel veel walvishoofden van dichtbij te hebben gezien, maakt er zelfs eentje voor ons een backflip! Het bewijs zien jullie hiernaast. Wist je trouwens dat het best moeilijk is om een camera recht te houden op een schommelende boot, terwijl je leuk aan het genieten bent van de mooie dingen die je ziet?

Na de boottocht rijden we naar de andere kant van de peninsula om te lunchen en pinguïns te kijken. Onderweg zien we ook nog allerlei andere beesten zoals struisvogels (met jonkies!), guanaco’s (een soort van lama die af en toe gewoon oversteekt, natuurlijk zonder te kijken) en een hoop merino-schapen. Wij hadden deze soort pinguïns natuurlijk ook al in Ushuaia gezien, maar ze blijven erg leuk! Hier eten we onze sandwiches en zijn we wederom erg blij dat we een auto hebben gehuurd. Wij kunnen hier namelijk zo lang blijven als we willen, in tegenstelling tot de mensen die met de tourbus zijn en die na 5 minuten alweer in moeten stappen voor de volgende activiteit. We besluiten om ook nog naar de noordelijke kant van de pininsula te gaan, ook al is de weg daarnaar toe erg saai en vlak. We zien vooral een hoop schapen, wat guanaco’s en gras. Veeeeel gras. Op het eindpunt zien we vanaf de rots nog wel zeeolifanten en zeeleeuwen. We vermoeden dat deze beesten ook een siesta houden, want zulke slome beesten hebben we nog nooit gezien! We hebben een tijdje staan kijken hoe een zeeolifant zich met tussenpauzes richting het water begaf, maar hebben dit na een kwartier toch maar weer opgegeven want hij leek besloten te hebben dat 1 meter van het water een fijne slaapplek was.

Na een lange dag met een hoop gave beesten, keren we weer terug naar Puerto Madryn. We zetten eerst Brittany af bij het busstation en leveren daarna de huurauto weer netjes in. De eigenaar en zijn vrouw vertellen dat ze na een bezoekje aan Italië benieuwd zijn geworden naar de rest van Europa en we nodigen hun uit voor een tour door Utrecht als ze naar Nederland komen. Teruggekomen in het hostel blijkt er een invasie van Nederlanders te zijn geweest. Tot nu toe hebben we nog geen Nederlander gesproken, maar daar kunnen we nu niet meer aan ontkomen. Renee kletst met een paar meiden, terwijl Stefan zijn heerlijke lasagna maakt en uiteraard is het alweer ruim na middennacht voordat we er erg in hebben.

De dagen vliegen voorbij, maar vandaag hebben we iets bijzonders op de planning staan. We gaan om 07.30 uur snorkelen met zeeleeuwen! Na ons in een o-zo-sexy-7mm-dik-wetsuit te hebben gehesen (het water is hier wel een stuk kouder dan in Egypte), stappen we op een iniminibootje dat ons in 20 minuten bij de zeeleeuwen moet brengen. Stefan heeft uiteraard zijn Gopro camera in de aanslag en dus springen we vol enthousiasme het ijskoude water in. Al snel zwemmen deze beesten onder, voor en langs ons heen. Ze zijn ontzettend nieuwsgierig en er werd ons verteld dat ze zolang je ze niet tegenhoud of vastgrijpt, ook totaal ongevaarlijk zijn. We kunnen ze inderdaad letterlijk aanraken en aaien, wat gaaf! Ze schuren zich af en toe zelfs tegen je aan en geven je dan een speelse hap, alsof ze willen zeggen: Aai me dan! Dit doen we natuurlijk met plezier en voor we het weten zijn de 60 minuten alweer voorbij en keren we helemaal happy weer terug naar de duikschool.

Stefan besluit om samen met Duitse Christof nog een wrakduik te doen. Heel bijzonder blijkt dit niet te zijn, maar ze hebben samen de grootste lol en helaas bleek de kroeg gesloten door rellen in de straat. Daarom gaan ze via de supermarkt terug naar het hostel en eten ze in de hosteltuin onder het genot van een aantal bekers bier (het was 2 liter halen, 1 betalen) de tevens geshopte nachos. In de middag relaxen we nog even en genieten we van het mooie weer. Na het regelen van een aantal praktische dingen zoals de was en de boodschapjes, is het om 20.30 uur alweer tijd voor het avondeten. Christof is even naar zijn eigen hostel geweest, maar is nu terug en eet gezellig met ons mee van Renee’s pastasalade en hij heeft uiteraard weer dezelfde aanbieding bier gehaald bij de plaatselijke supermarkt. Die Duitsers kunnen er wat van en Stefan klimt met een lichte duizeligheid die avond het stapelbed in.

De volgende dag hebben we niets gepland en besteden we aan het schrijven van het vorige stukje, internetten, lezen, booschapje doen, was ophalen, tas inpakken, het regelen van ons vervoer voor de volgende dag en het testen van het lekkere Grido ijs. De ijsjes worden steeds goedkoper naarmate we noordelijker in Argentinië komen dus daar maken we natuurlijk graag gebruik van!

De volgende ochtend vertrekken we alweer vroeg naar het vliegveld, op ongeveer 1 uur rijden van Puerto Madryn, waarvoor we een heerlijk relaxte shuttle-chauffeur hebben geboekt, die tot onze verrassing gezien de prijzen van al het andere wat touristisch is in PM, erg betaalbaar was. We vliegen van hier naar de watervallen van Iguazu. We hebben ons namelijk laten overtuigen om ivm de hoeveelheid water en het iets minder hete weer nu al naar Iguazu te gaan in plaats van in december vanuit Rio de Janeiro. Wordt vervolgd! Maar nu eerst: Foto’s!