Tag Archives: Pinguïns

Op walvissenjacht in Puerto Madryn

Met onze slaperige hoofden arriveren we in Puerto Madryn, helemaal aan de oostkust van Argentinie. Tijdens het tanden poetsen op het station ontmoeten we de Amerikaanse Brittany en ze loopt met ons mee richting het hostel om te vragen of ze voor haar ook een bedje beschikbaar hebben. Na het inchecken vertelt de receptie ons over de verschillende tours die je in de omgeving kan doen en omdat we behoorlijk schrikken van de prijzen, gaan we het stadje in om naar de verschillende mogelijkheden te vragen. We snuiven aan het strand de zoute zeelucht op en hopen dat we vanaf de pier misschien een verdwaalde zeeleeuw, walvis of pinguïn kunnen spotten. Maar de enige dieren die we zien zijn een paar zeemeeuwen en de drie zwerfhonden die ons vanaf het hostel zijn gevolgd en duidelijk hopen dat we iets te eten voor ze hebben.

Na het verzamelen van een hoop tour- en huurauto informatie, keren we terug naar het hostel om te overleggen wat we de komende dagen willen doen. Samen met Brittany en onze nieuwe Franse kamergenoot Sophie rekenen we uit dat we goedkoper uit zijn als we een auto huren en daarmee kunnen we ook nog eens overal onderweg stoppen, zo lang als we willen. Terwijl Renee de brakheid van de lange busreis en gigantische koortslip probeert weg te slapen, gaan Stefan en Sophie terug naar de goedkoopste autoverhuurder. We waren alleen even vergeten dat het siesta is en dat alles dicht is en dus moeten ze nog twee uur wachten. Sophie had de pier nog niet gezien en dat lijkt toch de beste plek in de stad om wat tijd te doden. Deze keer spot Stefan wel een zeeleeuw en zelfs een pinguïn (of was het toch een vogel? De discussie loopt nog steeds). Het was de moeite waard om te wachten tot dit specifieke verhuurbedrijf open was: Ze krijgen het voor elkaar om een grotere auto voor dezelfde prijs mee te nemen. Na de heerlijke Franse quiche van Sophie, duiken we ons stapelbed in voor een paar uurtjes slaap.

De volgende ochtend moeten we namelijk heel vroeg de huurauto ophalen. De aardige eigenaar opent speciaal voor ons eerder de zaak, nadat Stefan gisteren heeft beloofd dat hij voor elke minuut dat hij te laat is een “boete” betaalt. De vraag van Stefan of dat andersom ook zou werken, kon hij wel waarderen 🙂 Met onze picknicktasjes stappen we in de auto en zorgen we ervoor dat we voordat het vloed wordt op het strand staan. Hier zouden we namelijk walvissen moeten kunnen zien! Met de verrekijker van Sophie zien we deze in de verte inderdaad af en toe hun kop boven water uitsteken. Een nieuwe kans krijgen we bij het volgende strand. Hier treffen we 2 hele grote doden walvissen aan, waar de vogels al flink van hebben gesnoept en wat aan de ene kant bruut is om te zien, maar aan de andere kant ook ontzettend ranzig is.

We willen deze beesten toch wel graag van dichtbij (en dan het liefste levend) zien, dus rijden een heel stuk verder naar het haventje van het schiereiland om de boottocht te doen. Bijzonder is dat ons in het stadje al duidelijk werd dat alle bedrijven voor de boottochten en excursies prijsafspraken hebben gemaakt met elkaar en omdat ze weten dat de toeristen dit toch wel betalen, komen ze hier ook nog mee weg. Na een tijdje winkelen bij diverse bedrijven stappen we dus met een mooi zwemvest en onze camera aan boord van de veel te dure (60 euro pp) 20-persoons boot en zien al snel onze eerste walvis van heel dichtbij! Een moeder met een witte babywalvis.

Peninsula Valdez staat erom bekend dat de moeders daar naar toe komen om in het warmere water en in de beschutte baai hun jong te krijgen en verlaten de kust pas na een paar maanden als het jong daar klaar voor is. Daarnaast keren de jongere walvissen van een paar jaar oud daar ook weer terug omdat dit dan de plek is waar de moeder haar jong alleen achter laat om de wijdse oceaan in te trekken. Na heel veel walvishoofden van dichtbij te hebben gezien, maakt er zelfs eentje voor ons een backflip! Het bewijs zien jullie hiernaast. Wist je trouwens dat het best moeilijk is om een camera recht te houden op een schommelende boot, terwijl je leuk aan het genieten bent van de mooie dingen die je ziet?

Na de boottocht rijden we naar de andere kant van de peninsula om te lunchen en pinguïns te kijken. Onderweg zien we ook nog allerlei andere beesten zoals struisvogels (met jonkies!), guanaco’s (een soort van lama die af en toe gewoon oversteekt, natuurlijk zonder te kijken) en een hoop merino-schapen. Wij hadden deze soort pinguïns natuurlijk ook al in Ushuaia gezien, maar ze blijven erg leuk! Hier eten we onze sandwiches en zijn we wederom erg blij dat we een auto hebben gehuurd. Wij kunnen hier namelijk zo lang blijven als we willen, in tegenstelling tot de mensen die met de tourbus zijn en die na 5 minuten alweer in moeten stappen voor de volgende activiteit. We besluiten om ook nog naar de noordelijke kant van de pininsula te gaan, ook al is de weg daarnaar toe erg saai en vlak. We zien vooral een hoop schapen, wat guanaco’s en gras. Veeeeel gras. Op het eindpunt zien we vanaf de rots nog wel zeeolifanten en zeeleeuwen. We vermoeden dat deze beesten ook een siesta houden, want zulke slome beesten hebben we nog nooit gezien! We hebben een tijdje staan kijken hoe een zeeolifant zich met tussenpauzes richting het water begaf, maar hebben dit na een kwartier toch maar weer opgegeven want hij leek besloten te hebben dat 1 meter van het water een fijne slaapplek was.

Na een lange dag met een hoop gave beesten, keren we weer terug naar Puerto Madryn. We zetten eerst Brittany af bij het busstation en leveren daarna de huurauto weer netjes in. De eigenaar en zijn vrouw vertellen dat ze na een bezoekje aan Italië benieuwd zijn geworden naar de rest van Europa en we nodigen hun uit voor een tour door Utrecht als ze naar Nederland komen. Teruggekomen in het hostel blijkt er een invasie van Nederlanders te zijn geweest. Tot nu toe hebben we nog geen Nederlander gesproken, maar daar kunnen we nu niet meer aan ontkomen. Renee kletst met een paar meiden, terwijl Stefan zijn heerlijke lasagna maakt en uiteraard is het alweer ruim na middennacht voordat we er erg in hebben.

De dagen vliegen voorbij, maar vandaag hebben we iets bijzonders op de planning staan. We gaan om 07.30 uur snorkelen met zeeleeuwen! Na ons in een o-zo-sexy-7mm-dik-wetsuit te hebben gehesen (het water is hier wel een stuk kouder dan in Egypte), stappen we op een iniminibootje dat ons in 20 minuten bij de zeeleeuwen moet brengen. Stefan heeft uiteraard zijn Gopro camera in de aanslag en dus springen we vol enthousiasme het ijskoude water in. Al snel zwemmen deze beesten onder, voor en langs ons heen. Ze zijn ontzettend nieuwsgierig en er werd ons verteld dat ze zolang je ze niet tegenhoud of vastgrijpt, ook totaal ongevaarlijk zijn. We kunnen ze inderdaad letterlijk aanraken en aaien, wat gaaf! Ze schuren zich af en toe zelfs tegen je aan en geven je dan een speelse hap, alsof ze willen zeggen: Aai me dan! Dit doen we natuurlijk met plezier en voor we het weten zijn de 60 minuten alweer voorbij en keren we helemaal happy weer terug naar de duikschool.

Stefan besluit om samen met Duitse Christof nog een wrakduik te doen. Heel bijzonder blijkt dit niet te zijn, maar ze hebben samen de grootste lol en helaas bleek de kroeg gesloten door rellen in de straat. Daarom gaan ze via de supermarkt terug naar het hostel en eten ze in de hosteltuin onder het genot van een aantal bekers bier (het was 2 liter halen, 1 betalen) de tevens geshopte nachos. In de middag relaxen we nog even en genieten we van het mooie weer. Na het regelen van een aantal praktische dingen zoals de was en de boodschapjes, is het om 20.30 uur alweer tijd voor het avondeten. Christof is even naar zijn eigen hostel geweest, maar is nu terug en eet gezellig met ons mee van Renee’s pastasalade en hij heeft uiteraard weer dezelfde aanbieding bier gehaald bij de plaatselijke supermarkt. Die Duitsers kunnen er wat van en Stefan klimt met een lichte duizeligheid die avond het stapelbed in.

De volgende dag hebben we niets gepland en besteden we aan het schrijven van het vorige stukje, internetten, lezen, booschapje doen, was ophalen, tas inpakken, het regelen van ons vervoer voor de volgende dag en het testen van het lekkere Grido ijs. De ijsjes worden steeds goedkoper naarmate we noordelijker in Argentinië komen dus daar maken we natuurlijk graag gebruik van!

De volgende ochtend vertrekken we alweer vroeg naar het vliegveld, op ongeveer 1 uur rijden van Puerto Madryn, waarvoor we een heerlijk relaxte shuttle-chauffeur hebben geboekt, die tot onze verrassing gezien de prijzen van al het andere wat touristisch is in PM, erg betaalbaar was. We vliegen van hier naar de watervallen van Iguazu. We hebben ons namelijk laten overtuigen om ivm de hoeveelheid water en het iets minder hete weer nu al naar Iguazu te gaan in plaats van in december vanuit Rio de Janeiro. Wordt vervolgd! Maar nu eerst: Foto’s!

Foto’s van de eerste twee weken

Terwijl we zitten te wachten op de bus naar onze volgende bestemming hebben we de foto’s van onze vorige bestemming online gezet!

De bus die ons van El Calafate naar Bariloche moet gaan brengen zal zo’n 28 uur onderweg zijn. We zijn dus even ‘off the grid’, maar zodra we aankomen in Bariloche verwachten we een stukje over onze tijd in El Calafate en El Chalten te kunnen plaatsen.

Voor degenen die het nog niet gezien hadden, ook de foto’s van Buenos Aires staan al een tijdje op de Foto’s pagina.

Ushuaia, Terra del Fiego & Estancia Harberton

Dag 6 tot 10

Onze vlucht van Buenos Aires naar Ushuaia had een ruwe landing. Het vliegveld ligt op een eiland midden in het Beagle Kanaal en het waaide echt keihard, waardoor het vliegtuig alle kanten op leek te willen, behalve richting de landingsbaan. Renee zat naast een zeer vriendelijk Argentijns mannetje (Alfreddo), die in Ushuaia werkt op een vissersboot. Hij heeft veel interessante dingen verteld over de omgeving van Ushuaia en zijn leven en wist ook te vertellen dat het hier vaker zo gaat. Helaas ontkrachtte hij dat door bijna elke 10 seconden een kruisje te slaan. Het bleek te helpen, we zijn veilig geland. En ook de taxirit naar het hostel is zonder problemen verlopen.

De eerste indruk van ons hostel “Antartica” is al direct heel goed. Ze hebben een hele grote huiskamer met een vide erboven waar een soort van woonkeuken zit. De zeer vriendelijke staff maakt het plaatje compleet. Een van de meiden blijkt Nederlands te spreken, met een vlaams accentje. Ze vind het leuk dat ze weer gelegenheid heeft om wat te oefenen met ons. Na het inchecken en heel even bankhangen en bekijken wat er allemaal voor tours mogelijk zijn in deze regio gaan we het stadje in op zoek naar iets te eten. We stranden bij een Italiaans tentje waar Renee een stuk gegrilde kip met salade en Stefan wéér een schnitzel besteld. Ushuaia blijkt geen cent goedkoper te zijn dan Buenos Aires en we besluiten tijdens onze wandeling terug naar het hostel dat we die grote keuken maar eens moeten gaan gebruiken tijdens ons verblijf hier om de kosten wat te drukken.
De volgende ochtend blijkt het prachtig weer te zijn, dus hebben we last minute een boottocht over het beagle kanaal geboekt. Deze was erg leuk en de uitzichen geweldig! Met een klein bootje (15 passagiers) zijn we naar vier eilandjes gevaren. De eerste had hele grote zeeleeuwen, waarbij de kapitein zijn boot zo dicht bij de rotsen bracht dat je ze bijna kon aanraken. Daarna nog een zeer oninteressant eiland met vogels en daarna door naar de ‘vuurtoren aan het eind van de wereld’ die officiëel alleen in fictie van Jules Verne bestaat. Het laatste eiland was iets groter en daar zijn we ook aan land gegaan voor een korte wandeling en een aantal leuke foto’s met de stad en de bergen op de achtergrond.

Tijdens de bootreis was de accu van de camera leeg geraakt, teveel gebruikt misschien? Maar in de middag hadden we een wandeltocht gepland naar een gletsjer boven op de berg waar de stad tegenaan ligt. En als je zo’n pokke-end naar boven gaat lopen, wil je natuurlijk wel foto’s kunnen maken! Dus we hebben in het hostel de camera aan de lader gehangen en zijn ondertussen bij de supermarkt een paar broodjes gaan kopen om de laadtijd te overbruggen.

Na de lunch vonden we de accu vol genoeg en zijn we met de taxi naar de stoeltjeslift aan de bovenrand van de stad gegaan. We waren nog net op tijd, want de deze ging bijna sluiten. Na flink wat waarschuwingen dat we niet meer met de lift naar beneden zouden kunnen, zijn we ingestapt voor een ritje van 15 minuten in de ijzig koude wind. Boven aangekomen werden we nogmaals gewaarschuwd dat de lift zou stoppen en het mannetje wees ons op de mogelijkheid om via de skipiste weer naar beneden te lopen. Toen we eenmaal het hutje van de skilift hadden verlaten, realiseerden we ons dat we nergens een kaartje van het gebied gekregen hadden. Oops!

Na een flinke klim vinden we een informatiepaneel met daarop een tekening van het gebied. De gletsjer, die ons n.b. door de manager van het hostel was aangeraden, ligt volledig verborgen onder de sneeuw. Pech. We besluiten terug te lopen naar beneden via de skipiste, wat zo af en toe nog een beste uitdaging is en zeker doorweekte schoenen, broekspijpen en sokken tot gevolg heeft.

Halverwege naar beneden komen we een Amerikaan tegen die ‘on a mission’ is om ‘gospel and jesus’ te gaan introduceren bij Ushuaianen. We raden hem af om verder naar boven te lopen (hij was al een uur onderweg naar boven en pas op de helft van de skipiste en er is niets te zien) en hij besluit met ons verder mee naar beneden te lopen. Tijdens een interessant gesprek lijkt hij niet opdringerig te zijn over zijn geloof, maar helaas voelt hij bij het afscheid onder aan de skipiste toch de behoefte om nog even flink aan te dringen, wat voor een bot afscheid en een bittere nasmaak heeft gezorgt.

Gelukkig waren we dit weer snel vergeten toen we volledig verdwaald, kniediep in de sneeuw stonden op een van de wandelpaden de berg af. (we wilden geen taxi terug nemen) Deze paden waren ons wederom aangeraden door de manager van het hostel, ze zouden makkelijk te navigeren en te lopen zijn. We moesten alleen opletten dat we gele routes volgden en niet de rode, want die liep niet naar het dorp. Hij is duidelijk sinds deze winter zelf nog niet hier geweest, want sommige van deze paden zijn echt niet te bewandelen en veel van de gele paaltjes staan ofwel diep onder de sneeuw of zijn gewoon afwezig. Nadat we echt op een punt zijn aangekomen waar in alle richtingen geen pad meer te ontdekken is tussen de bomen en de rivier, besluiten we terug te lopen naar de skilift (met gezonde tegenzin) en een taxi te bellen.

Terug in het hostel hebben we allebei flink lang onder de douche gestaan om op te warmen en pasta gekookt. De rest van de avond hebben we gevuld met het publiceren van het stukje Bye Bye Buenos Aires, het sorteren van de foto’s en kletsen met andere reizigers over de dingen die we allemaal nog willen gaan doen. (en zij vaak al gedaan hebben, of in ieder geval een mening over hebben) Daarna ruilen we nog even van bed, want Renee heeft afgelopen nacht slecht geslapen boven in het erg hoge stapelbed en Stefan heeft daar minder moeite mee.

De volgende ochtend staat de wekker vroeg. We gaan namelijk met de bus naar Tierra del Feugo, het nationale park aan het einde van de route n3. Dit is een weg van ruim 3000km van Buenos Aires naar Ushuaia en het vervolg van de route PanAmericana, die begint in Alaska 17.848 km hier vandaan. In dit park doen we een groot deel van de ‘hikes’ (heuvelachtige wandelingen door het park) en hoewel we ons prima hebben vermaakt, hebben we wel het gevoel dat we deze 10km ook prima in Zeist door het bos hadden kunnen lopen. Echt bijzonder was het niet. Hoewel, wel bijzonder duur misschien! (185 peso p.p. / 37 euro).

De middag hebben we onze zere voeten te rust gegeven op de bank in het hostel en op internet rondgekeken voor de mogelijkheden om Ushuaia weer te verlaten. We weten namelijk nog niet eens waar we heen zouden willen gaan. Ongemerkt is het best laat geworden, dus besluiten we niet meer te koken, maar even te gaan eten bij Moustachio, het Parilla restaurant dat Alfreddo in het vliegtuig had aangeraden. Wat inderdaad wel een super sfeer had, maar iets minder goed eten helaas.

Op dag 9 van onze reis hebben we het heel erg rustig aan gedaan. Rond 09.00 uur zitten we aan het ontbijt en daarna vragen we de manager van het hostel om voor ons de pinguïntour te boeken. We kunnen deze dure trip met de creditcard betalen zonder commissie, maar daarvoor moeten we wel langs het kantoor van de reisorgansatie voordat we op de bus kunnen stappen, gelukkig zit deze niet heel ver van de bushalte. De bus vertrek pas om 14.20 (15.00 uur Argen-time) dus we kijken nog even naar onze opties om een auto of camper te huren, om El Calafate te bereiken, wat we hebben besloten dat onze volgende bestemming wordt.

Het busje blijkt voor de helft gevuld met Spaanstaligen en voor de helft met Engels sprekende mensen. Bovendien hebben we een hele leuke gids Santiago, die we ook Santi of Santa mogen noemen. Afwisselend vertelt hij eerst zijn verhaaltje in het Engels en de andere keer eerst in het Spaans, wat zeer goede oefening is voor ons! Na 1,5 uur in de bus (45 km asfalt, 45 km dirtroad) komen we bij Estancia Harberton, een boerderij buiten Ushuaia waar Tomas Bridges (een Engelsman) is gaan wonen nadat zijn ‘mission’ om het geloof te brengen gefaald is. Vanaf hier varen we in een ontzettend gave en bruut snelle zodiac naar het eiland waar de pinguïns op wonen.

We gaan op het eiland aan land en meteen vanaf het strand kunnen we al pinguïns zien staan, maar we lopen er nog niet heen, want de eerste bijzondere bezienswaardigheid bevind zich vlak bij de boot. Er blijkt (bij toeval) een hele grote zeehond in de baai te zwemmen. (op pinguïnjacht, ongetwijfeld) Daarna lopen we over het eiland en zouden we bij wijze van spreken de pinguïns kunnen aaien! (zie de foto’s!) Natuurlijk hebben we dit niet gedaan, want het zijn wel degelijk wilde dieren en hoewel niet schuw, kunnen ze wel heel gevaarlijk hard bijten.

Na ongeveer een uurtje op het eiland rondgelopen te hebben, varen we terug naar de boerderij en via een klein museum (een van de schuren) over in het water levende zoogdieren (best interessant) rijden we terug naar ons hostel. Dit was echt een gave tour, erg duur (180 euro), maar zeker een aanrader. Terug in het hostel heeft Renee nog gehaktballen in tomatensaus en aardappelen gekookt terwijl Stefan alvast een begin heeft gemaakt met het inpakken van de tassen. En ná het eten hebben we eigenlijk de rest van de avond (tot veel te laat) met een Belgisch stel Lobke en Inge zitten praten. Zij hebben al heel veel gezien in de afgelopen maanden en hebben heeeeel veel leuke tips voor ons.

De volgende ochtend hebben we de rest van onze tas ingepakt, want we vliegen begin van de middag naar El Calafate. Het blijkt dat Jean, een 65 jaar oude vrouw uit noord Ierland, die ook hier in het hostel zit en waar Renee al een aantal keer een leuk gesprek mee heeft gehad, dezelfde vlucht heeft. En we delen een taxi naar het vliegveld.

Bye bye Ushuaia! El Calafate here we come!