Tag Archives: motor

Ananas en multumesc Anselm

De slotgrachtRenee had het gisteravond al gezegd, die Citadel van Alba Iulia is ideaal voor een rondje hardlopen. Dat is dan ook wat we samen besloten hebben te doen deze morgen. We zijn vroeg wakker en verplaatsen de bus van onze illegale parkeerplaats voor het hotel terug naar het plekje waar hij gisteren de hele middag gestaan heeft voor de ingang van de citadel. Daarna trekken we allebei ons hardloop-tenu aan om een rondje om de kerk te hobbelen.

Rare snuiters in de stadDe oude slotgracht van de citadel is helemaal drooggelegd en voorzien van prachtige wandel- en fietspaden. Op wat gesloten hekken na (sommige openen om 0700u, andere pas om 0900u) kan je dus helemaal rondom het oude stadje (hard)lopen. Wat een leuke GPS-tracklog tot gevolg heeft (Renee / Stefan). Omdat Stefan verder loopt dan Renee was zij eerder terug bij de bus en al klaar met opfrissen. Houten kerkWat betekende dat zij tijd had om bij de houten kerk van Alba-Iulia te gaan kijken, die Stefan al gezien had in zijn hardlooprondje, terwijl Stefan even uit zat te zweten bij de bus. Daarna hebben we samen nog een tijdje door het midden van de Citadel naar de andere kant gelopen en wat foto’s gemaakt, maar eigenlijk hebben we wel het gevoel dat we het gezien hebben op deze manier en we vertrekken rond 11.00u naar onze volgende bestemming Sibiu.

In Sibiu doen we eerst een poging om naar een camping te rijden die hier met borden staat aangegeven, maar door een recent gewijzigde weg (naar eenrichtingverkeer de andere kant op) kloppen de borden niet meer en Stefan besluit dat het dan maar eerst tijd is voor lunch en draait de bus de parkeerplaats van de Lidl op. Terwijl Renee binnen wat croissantjes en Duitse broodjes koopt, kijkt Stefan even snel op de kaart en de GPS waar we zouden kunnen parkeren om het centrum van Sibiu te bekijken. En we zetten koers naar het oude centrum, waar we de lunch op het grote plein willen nuttigen.

Wel een tikkie lompEr is een ring van parkeerplaatsen rondom het oude centrum waar we tegen betaling de bus zouden mogen neerzetten, of eigenlijk niet, omdat hij 52 centimeter te lang is om daar te mogen staan, maar ze gaan dat vast niet met een meetlat controleren. Al snel vinden we een ideaal plekje, slechts 20 meter vanaf het grote plein, midden in het centrum dus. Stefan stopt zijn creditcard in de parkeermeterdingus en drukt 2x op het plusje. 15-10-2014 14:00 uur staat er nu in beeld. Maar het is al bijna 14.00uur, dus dat vindt hij wat kort en na nog een keertje drukken springt de tijd naar 16-10-2014 08:00 uur. Huh? Naast dat dat een gekke sprong in de tijd is, bedenkt Stefan zich dat het pas de 14e is vandaag. We mogen dus voor 3 RON (65 eurocent) nu 2 dagen hier parkeren, ze moeten wel binnenlopen op die boetes, want daarvoor een automaat plaatsen lijkt ons niet de investering.

Broodjes op dit plein dusWe nuttigen onze meegebrachte broodjes in het zonnetje, op een bankje op het plein en kijken naar wat de andere mensen allemaal doen, zoals spelen met de fontijn, duiven voeren, etc. Daarna lopen we aan de overkant van het plein de tourist-info binnen in de hoop op een goed adres voor de camping die we probeerden te vinden, maar helaas, dat weet ze niet. Wel krijgen we een kaartje van Sibiu en heel veel meer dan ‘museum, museum, museum en kerk’ weet ze niet te vertellen als interessante punten. Musea daar zijn we niet zo van en de kerk is gesloten voor renovatie, dus we gaan niet veel tijd nodig hebben voor deze stad. 😉

Liars bridgeWe lopen een rondje langs het grote en het oude plein, een stukje oude stadsmuur en wat verdedigingswerken en over de Iron bridge, ook wel liars bridge genoemt omdat hij zou kraken als je er een leugen op verteld (getest). En we shoppen een stel bretels voor de motorbroek van Stefan, die door al dat hardlopen echt letterlijk tot z’n enkels afzakt, zelfs op de strakste stand. En daarna stappen we weer in de auto om naar een camping wat verder buiten de stad te navigeren, want we hoeven hier toch niet meer te zijn de komende dagen.

Verlaten camping Ananas15 kilometer verderop komen we op een volledig verlaten ‘camping Ananas’ aan. Deze camping onder Duits beheer, staat in het boekje, zou morgen al sluiten, maar we hopen hier een paar daagjes langer te kunnen blijven omdat het zulk mooi weer is. Het begint al goed, er is helemaal niemand bij de receptie en op één badhuis na is alles op slot. Maar het badhuis heeft warm water en het hek stond open, dus we kiezen gewoon een plekje uit en laden alvast de motor uit de bus voor de trip die we de komende dagen willen gaan maken in de omgeving.

Renee draait een wasje en doet de afwas van de avond waarop we zelf gekookt hebben twee dagen terug en neemt een heerlijk warme lange douche. Als Stefan net wil beginnen met het wisselen van olie + filter van de bus komt er een man met 3 honden via een soort van achterdeurtje de camping oplopen. Hij blijkt de ‘assistent manager’ te zijn, een Duitser die Uwe heet. Hij is wat langdradig, maar super aardig. We mogen hier zo lang blijven als we willen, want de camping is open zolang het niet vriest ‘s nachts en dat is nog zeker twee weken.

Uwe de campingbaas-assistent-ofzoHij geeft nog wat informatie over de kerk op de berg waar we op uitkijken en een tip voor een restaurantje beneden in het dorp. En hij zegt dat we de enige gasten zijn (oh echt?) maar dat er nog wel een Duitser in de laatste bungalow van de camping woont, die elk moment wel thuis kan komen. Prima, we zien hem wel verschijnen. Uwe komt verder elke avond en ochtend wel even op de camping kijken, maar verder is er niemand, dus we moeten maar kijken wat we exact willen betalen en het geld in de brievenbus van de receptie stoppen als we vertrekken. Leuke sfeer!

Frituurolie aftappenNet als Stefan opnieuw een poging wil doen om onder de bus te kruipen, komt er een Mercedes het terrein oprijden. De overduidelijk Duitse bestuurder stopt bij onze bus en vraagt in het Engels of we al iemand hebben gesproken en daarna wil hij alles weten over de KTM van Stefan, want hij heeft zelf ook twee KTM’s, waaronder een prachtige nieuwe Duke 1290. We stellen ons nog even netjes voor en hij blijk Anselm Roth te heten, schrijver van boeken en hij publiceert ook boeken van anderen. Ook hij geeft ons wat tips over de burchtkerken in de omgeving en zelfs een detailkaart van Roemenië, die hij toch maar lastig vindt en vervolgt daarna zijn weg naar zijn bungalowtje.

Tien minuten later komt hij met zijn Dobermann Lenna nog eens langslopen. Hij heeft er even over nagedacht, maar hij wil ons graag uitnodigen om bij hem te komen eten. Hij heeft verse zalm uit Noorwegen, gekregen van een vriend, en wil graag voor ons koken. Als duidelijk wordt dat Stefan echt geen vis gaat eten en hij onze eigen gehaktballetjes zelfs niet geschikt acht voor zijn hond, beloofd hij Angus biefstuk als alternatief klaar te maken. Gezellig, daar zeggen we natuurlijk geen nee tegen!

Soepje!Als we een uurtje later (na de oliewissel) aankloppen bij zijn achterdeur staat hij druk te kokkerelen. Wij krijgen alvast een bord pompoensoep terwijl hij de laatste hand legt aan de Zalm en het alternatieve Roemeense-worstrecept dat hij voor Stefan uit de koelkast heeft getrokken. Na een super lekkere en bijzonder gezellige maaltijd laat hij ons nog een aantal van zijn boeken en foto’s zien en vooral ook een hoop foto’s van de ommuurde burchtkerken en motorweggetjes waar deze omgeving zo om bekend staat. We worden helemaal enthousiast over deze regio en besluiten er iets langer voor uit te trekken dan we eigenlijk van plan waren. We besluiten de avond rond 22.15u met een uitnodiging voor een gezamenlijk motorritje op zak voor morgen in de middag, maar we weten nog niet of dat heel handig is voor onze planning.

Met de motor, dippen in een vulkaan en groen Buda

Motor op parkeerplaatsNa een dagje sightseeing in de stad, is het tijd voor wat afwisseling en dus laden de topkoffer van de motor vol met kleding, handdoeken, tandenborstel en onze zwemkleding en voeren Sopron in als bestemming op de navigatie. Dit ligt in het westen van Hongarije, dicht bij de Oostenrijkse grens.

In het begin is het flink mistig en dus heeft Renee flink moeite om wakker te blijven achterop de motor. Gelukkig wordt het na een half uurtje ineens zonnig en genieten we van de rit door het binnenland van Hongarije. Het is nog een flinke uitdaging om een parkeerplek te vinden voor de motor, omdat het betaald parkeren ook voor de motor geldt en hij dus niet zomaar ergens op de stoep mag staan. Uiteindelijk kiezen we dan toch maar voor een plekje in de buurt van het plein.

Juist op het moment dat we besluiten om niet te betalen (want we hebben eigenlijk niet genoeg muntjes, waar laat je het kaartje en wordt die niet gejat, zodat je dan alsnog een boete krijgt?) komt een Oostenrijker naar ons toe die vertelt dat hij deze week al meerdere boetes heeft gehad doordat hij net te laat terug was en biedt ons zijn kaartje aan die nog 20 minuten geldig is. Eerst maar eens testen of dit werkt, we binden ons kaartje met een sjorbandje om de navigatiehouder, halen de binnenvoering uit onze motorpakken (heet!) en eten onze meegebrachte broodjes op een bankje naast de parkeerplaats.

In de tussentijd hebben we geen controlemannetje gezien en we staan wederom te twijfelen wat te doen. Betalen, onze kentekenplaat eraf klikken (boete schrijven wordt dan lastig) of de gok wagen. We kiezen voor het eerste, maar het blijkt dat onze pas het niet doet en we hebben te weinig “Hufter”munten voor een fatsoenlijke parkeerduur. Nu komt er een aardige Hongaar naar ons toe die ons ziet klooien en legt ons uit dat je een speciale parkeerpas of HUF-munten nodig hebt en doneert ons voldoende munten om ruim een uur rond te kunnen lopen. Lastig taaltje dat Hongaars, maar superaardige mensen!

Toren uitzichtDus lopen we het middeleeuwese stadje in, met z’n mooie kinderkop-straatjes en nog aanwezige stadsmuur. Voor een kapitaal aan Hufs (briefgeld, in euro’s een schijntje) beklimmen we de Wachttoren voor een leuk uitzicht over de stad. Deze werd vroeger gebruikt om te waarschuwen voor vuur, het slaan van de tijd en om salesmensen tegen te houden die niet-Sopronse-wijn kwamen verkopen. En omdat de wachters toch goed met toeters overweg konden, werd hun takenpakket uitgebreid met het spelen tijdens feestdagen en bijeenkomsten.

We stappen daarna weer op de motor richting de volgende bestemming Hévíz. Maar eerst zetten we land nummer 6 op onze doorreis-lijst: Oostenrijk. Want tja, we moeten de KTM-motorfiets natuurlijk wel weer even een thuisgevoel bezorgen en ow ja het waren ook nog eens een aantal lekkere bochten om doorheen te sturen 😉 Inmiddels is het zo’n 28 graden en tijd voor een terrasje, maar dat is nog lastig te vinden. We merken wel dat de meeste toeristen inmiddels zijn vertrokken of misschien kennen ze dat hier gewoon niet. Na een colaatje en overjarig ijsje, stappen we weer wat afgekoeld op de motor.

HuiskamertjeBij aankomst in Heviz wordt onze verwachting nav de Lonely Planet bevestigd: ER ZIJN HIER EEN HOOP OUDE, LELIJKE, DIKKE, DUITSERS! Nadat we op het informatiebord van de bekendste attractie van deze plek hebben gekeken naar de mogelijkheden, besluiten we uiteindelijk om een kamer te boeken bij Villa City Centre voor € 45,00 per nacht. Niet heel goedkoop, maar wel lekker makkelijk, inclusief ontbijt en wifi en een flink grote kamer. We krijgen ook een aantal kortingsbonnen mee voor attracties en restaurants en kiezen ervoor om naar het restaurant met typisch Hongaars eten te rijden. We hebben tot nu toe namelijk nog niet heel veel plaatselijk eten gegeten en dat moet er maar eens van komen. Stefan besteld goulash met wat later blijkt van die vieze knoodle pasta die we al kenden uit Oostenrijk en Renee een soort Varkenslapje met kaas en champignons.

Het is wel een hele uitdaging om hier rustig te zitten, want het sterft hier van de muggen! Anti-muggenspul hebben we helaas niet meegenomen in onze topkoffer, dus meppen we maar wat af. En niet alleen wij, ook de andere gasten in het restaurant zijn duidelijk geirriteerd. Als onze borden op tafel komen, kijkt Renee eerst wat beschamend toe terwijl Stefan aan de slag gaat met een citroenschijfje om zijn hele gezicht, nek, handen, etc in te smeren. De velletjes van de citroen zitten overal 🙂 Maar het lijkt echt te werken en dus volgt Renee zijn voorbeeld: et voila!

LazerssszzzzDe ervaring is compleet als er even later een Hongaar met zijn lichtjes, lasers en slingers Duitse en Hongaarse slagers gaat spelen op zijn synthesizer. En dat nog eens direct naast onze tafel, Süpérrr! 🙂 We besluiten om onze fooi uiteindelijk maar aan deze Hongaar te geven, want hij deed wel erg zijn best.

IJS!Verderop hebben we een ijszaak gezien waarbij het Italiaanse ijs er wel erg lekker uit zag en dus halen we ter afsluiting nog een heerlijk ijsje. Daarna ploffen we op de bank in de huiskamer van onze suite om een beetje te internetten en uit te buiken en daarna zzzzz.

De volgende ochtend zijn we relatief vroeg op, om na een prima ontbijt (ze zeggen dat Hongaren graag brood met brood eten en we hebben onderweg inderdaad al prima broodjes gevonden) op de motor te stappen om twee drijvende schuimrubberen staven te kopen. Nadat we deze profisorisch om Stefan’s nek hebben gehangen, terwijl Renee de dagtas vasthoudt, melden we ons om 09.30 uur bij de kassa van het grootste thermale meer van Europa voor 4 uurtjes zwemmen en sauna a 12 euro pp. Zo’n 40 meter onder het meer zit een vulkaankrater waar zoveel water doorheen stroomt dat het water in het meer ongeveer elke 48 uur volledig ververst is. En een vulkaankrater is natuurlijk lekker warm, waardoor het water door het jaar heen gemiddeld zo’n 33 graden is. De geur is een beetje wennen, net als alle bejaarden om ons heen, maar we drijven als ware pro’s met onze banden in het meer.

Modder!We wagen ons zelfs in het modderbad, alhoewel Stefan er na een paar seconden al weer uitstapt met “Dit is echt niet mijn ding!”. Terwijl Stefan de camera gaat halen, smeert Renee zich in met de modder (het lijkt en ruikt eerder naar stront, maar het schijnt gezond te zijn), want het is toch ook wel leuk om de hele ervaring mee te maken. Na nog een paar saunarondjes inclusief gehannes met badkleding omdat ze hier andere regels hebben en een saunatowel (soort van papieren ding dat we hebben gekregen) lopen we uiteindelijk 5 minuten te laat (oeps! Gelukkig doen ze het poortje toch voor ons open) naar buiten. Extra stootbumpersWe binden alles, ook de veel te grote rubberen banden op de motor en gaan een beetje gaar weer richting Budapest.

Onderweg stoppen we nog bij het stadje Kesztehly, net buiten Heviz. Wat ons trouwens opvalt is dat ze toch een aantal woorden hebben die we herkennen, maar dat ze er dan altijd een extra z in plaatsen, zoals bij Szauna of Augusztus. In Kesztehly stoppen we voor een lekkere rantott, een Hongaarse specialiteit die we erg zijn gaan waarderen als voorgerecht of lunch: een gepaneerd en vervolgens in olie gebakken/gefrituurd stuk kaas met een wittig sausje erbij. Hmmm…!

PaleisjeNa een wandeling naar het Fö tér plein met de universiteit en een mooi en gratis park met paleis Festetics uit 1745 rijden we door naar de nr 2 attractie van Hongarije: Het Balatonmeer. In de zomer is dit grootste meer van Europa een populaire plek waar veel mensen naar toe trekken, maar nu zijn de campings en restaurantjes respectievelijk gesloten en uitgestorven, of allebei! We rijden er aan de noordelijk kant langs, via slingerende weggetjes en dorpjes, met af en toe uitzicht over het meer. GrindEn, gewoon omdat het kan, pakt Stefan af en toe een zand/grindweggetje mee.

Terug in Budapest
Als het al donker is, komen we uiteindelijk weer terug op de camping in Budapest. Na het leegladen van de motor proberen we het Sushirestaurant Wasabi te vinden, die heeft geadverteerd in een folder die we van de camping hebben gekregen en we zijn er met de camper een paar dagen geleden ook langs gekomen, alleen weten we allebei niet meer exact waar hij zat. Na een half uur zoeken (we vinden deze niet op de plek waar de navigatie hem aangeeft), belanden we inderdaad in dit restaurant. Het leuke is hier dat ze ook echt werken met twee treintjes met gerechtjes.

Welkom in de sushi bar WasabiBovenin de warme gerechtjes: van kip met groente tot zalm, soepjes en loempiaatjes (favoriet van Stefan) en onderin de koude dingen (rolletjes, salades, koude toetjes, etc). Een dure avond in vergelijking met de rest van onze buiten-de-deur-dinertjes (zo’n 50 euro) maar wel leuk voor de afwisseling. Op de camping kletst Renee nog even met een Nederlander die samen met zijn vrouw in zijn tot camper omgebouwde Mercedes (wel zo’n 18 jaar nieuwer dan die van ons en dus een stuk moderner) 4 weken door Europa reist.

De volgende dag beginnen we lekker relaxt. We zetten geen wekker, maar worden wel vroeg wakker. Na het bekende ontbijt draaien we een was op de camping met o.a. onze zwemhandoeken van Berlijn, geven de campervloer een schropbeurt en ruimen op. Wanneer het zonnetje weer is gaan schijnen, stappen we op de motor en rijden we naar Castle hill, in Buda. Budapest bestaat uit heuvelachtig Buda (Óbuda) aan de westkant van de Donau en het industriële vlakke Pest aan de oostkant, wat in 1873 officieel is samengevoegd tot Budapest.

Tanks?Op Castle hill vind je allerlei mooie oude gebouwen en die gaan we vandaag bezoeken. We lopen o.a. langs het Royal Palace met allemaal mooie beelden op en aan de gevel en vandaar door de binnenplaats van het Historisch museum. We denken eerst dat we weer eens midden tussen de renovaties met bijhorende steigers zijn beland, maar besluiten zodra we een zwaar gepanserde tank voorbij lopen, dat ze hier een filmset aan het opbouwen zijn. Welke film dit is, krijgen we uiteindelijk niet te horen, maar het lijkt wel een Amerikaanse productie te zijn te horen aan de Crew die er rondloopt. Wel leuk om te zien hoeveel werk ze erin stoppen met hele gevels die ervoor worden gezet (maar dan met een gedeeltelijk kapot-gebombardeerd stuk), aangepaste gigantische beelden die net echt lijken maar eigenlijk van papiermaché zijn gemaakt, uitgebrande auto’s, etc. Het lijkt een soort oorlogsfilm te worden.

Fishermans BastionWe lopen nog wat verder en het blijkt een uitstekende zaterdag om als getrouwd stel foto’s te maken. Dat snappen we ook wel, want het is hier super mooi! Na een tijdje begrijpen we ook waarom we vanochtend niet met de motor door de tunnel, want we zien aan de overkant van de rivier allemaal mensen rennen. De marathon van Budapest is in volle gang. Maar goed dat we hebben besloten hebben om vandaag de westkant van Budapest te bezoeken!

Renee bij de CitadellaWe lunchen vanuit de supermarkt op een bankje in het park, terwijl een tiener het ene na het andere nummer op zijn elektrische piano speelt; best mooi, ook hij krijgt fooi! Daarna lopen we terug naar de motor en rijden we naar de Citadella, een fort dat uiteindelijk nooit als fort dienst heeft gedaan omdat het overbodig was toen de bouw (eindelijk) klaar was. Vanuit hier heb je wel een mooi uitzicht over de stad. En we zijn erg blij dat we niet de hele berg omhoog hebben hoeven lopen, wat wel in de openbaar-vervoer routebeschrijving stond. De KTM heeft genoten van de klim!

Midden in de rivier, tussen Buda en Pest bevindt zich ook nog het eiland Margit waar we aan het einde van de middag nog even rond willen wandelen. Door de marathon zijn er echter nog een aantal straten afgesloten, waardoor we uiteindelijk ruim 45 minuten doen over 5 kilometer op de binnenring van de stad. De ene keer lang stilstaand in de hitte en soms tussen de auto’s door als er voldoende ruimte was. We parkeren de motor aan het begin van het park, want deze blijkt alleen toegankelijk te zijn voor fietsers, wandelaars, eletrische wagentjes die je kan huren en van die Piet plezier trapfietsen. Dus lopen we een tijdje rond door het park om af te koelen en stappen we rond etenstijd weer op de motor om boodschappen te doen voor het avondeten.

Bij de camping aangekomen blijkt het restaurant open te zijn en we besluiten om daar te eten (de eigenaar heeft een aantal plaatselijke gerechten op het menu staan), maar eerst racen we nog even de hoogste berg op met de motor. Vlak voor onze camping kan je namelijk met een kabelbaan omhoog en we zijn benieuwd waar deze uitkomt. Dit blijkt een wandelgebied te zijn, waar wij volgens de borden eigenlijk niet lijken te mogen komen met de motor, oeps?! Bij terugkomst blijkt onze was van vanmorgen nog steeds vochtig te zijn en dat gaat vannacht natuurlijk alleen maar erger worden. Dus hangen we alles op in de bus, een deel achterin en een deel in ons leefgedeelte. Met ons kacheltje op standje sauna drogen we redelijk vlot al onze shirtjes, onderbroeken en sokken terwijl Stefan het vorige stukje schrijft en Renee alvast de route en sights in Roemenië en Bulgarije bekijkt.

Slowakije – Hongarije

We hebben lekker kilometers gemaakt op de eerste dag van dit blogje, we zijn in één ruk doorgereden van Krakau Polen naar Budapest Hongarije. Daarbij passeer je dus heel Slowakije van noord naar zuid. Ondanks dat we aan de grens wel een vignet gekocht hadden om over de snelwegen te mogen, beviel het Stefan wel om lekker binnendoor te sturen. Zo zie je nog eens wat van het land!

In de ochtend hebben we nog flink in de file gestaan omdat de GPS het nodig vond om ons nog even het centrum van Krakau vanuit de auto te laten zien. We hebben wel van de gelegenheid gebruik gemaakt om nog even onze laatste Poolse zlotties te verruilen voor wat vers gebakken broodjes bij de supermarkt. En hebben deze tijdens het rijden ook als ontbijt genuttigd.

Lunchen op een parkeerplaatsIn Slowakije hebben we voor het eerst tijdens deze trip een regenbui, die het vermelden eigenlijk niet eens waard zou zijn.  Ware het niet dat de bus er flink smerig van geworden is (immers, boeren-binnendoor-weggetjes) en we daar nu nog elke dag tegenaan kijken, omdat we beide geen zin hebben om de auto te wassen. Tegen half twee hebben we midden in een mini-dorpje, op de parkeerplaats van een of ander monument onze stoelen weer uitgevouwen en als ‘talk of the town’ het restant van onze broodjes zitten smeren voor de lunch.

Daarna werd het landschap snel heuvelachtig en hoewel volgens de reisgids en de GPS de bergen niet hoger dan 1000 meter waren, zijn we op sommige plaatsen echt de berg op gekropen, omdat onze bus blijkbaar dacht dat we al in de Himalaya waren. Dat wordt nog wat tegen het eind van deze trip!

Dorpjes, kleinere dorpjes en kleinste dorpjesDe kilometers tikken wel lekker snel af en zonder ook maar van chauffeur te wisselen staan we eigenlijk vroeger dan verwacht 530km verderop al in de file in Budapest, waar we precies aan het begin van de avondspits een poging doen om onze beoogde camping te bereiken. Uiteindelijk hebben we ruim een uur over de laatste 6 km gedaan, dat is wel een beetje jammer. Maar de camping ziet er leuk uit en we willen vandaag eens vroeg naar bed.

Helaas steken onze nieuwe buren daar een stokje voor, door hun kinderen rond onze camper tikkertje te laten spelen, keihard opera muziek aan te zetten in hun camper en vervolgens ‘op onze stoep’ luidruchtig te gaan zitten kletsen. Grens met Hongarije, hoe schrijf je dat precies? Nou, zo.Om 22.00 uur vindt Stefan dat het feestje wel afgelopen mag zijn en hij vraagt ze vriendelijk om in ieder geval de muziek uit te zetten, zodat we kunnen gaan slapen. Wonderbaarlijk genoeg is het daarna vrijwel meteen ook echt stil op de camping.

De volgende ochtend staan we lekker vroeg op. Op “Camping Zugleti Niche” is een ontbijtbuffet inclusief en daar zijn we heel nieuwsgierig naar. Hoewel het deze eerste dag een beetje tegenviel, met koude pannenkoeken en voornamelijk brood van de stevige Duitse makelij, moet ik wel even vermelden dat het de overige dagen echt helemaal prima was, met vers gebakken broodjes en volop keuze.

Kamperen op het terrasDirect na het ontbijt besluiten we uit voorzorg toch maar te informeren of we onze camper mogen verplaatsen naar het plekje naast de receptie. Zodat we niet nog een avond in de herrie zitten en ook wifidekking hebben in de camper. De plek die we voor ogen hadden is gereserveerd, maar we mogen wel zo ongeveer op het buitenterras van het restaurant gaan staan. Dat lijkt ons wel gezellig en niet veel later staan de pootjes van onze luifel dan ook op het terrasje. Heel even laten onze irritante ex-buren ons nog schrikken  door met hun campers de gereserveerde plaats tegenover ons op te rijden, het zal toch niet dat die voor hun gereserveerd was? Maar gelukkig zijn ze blijkbaar naast luidruchtig ook lui, ze komen alleen even hun chemisch toilet legen bij het badhuis en rijden daarna weer terug naar hun eigen plaats.

Oude operaWe pakken rond de middag de stadsbus naar het centrum van Budapest en lopen daar naar de oude Opera, het startpunt van de wandelroute door de stad uit de Lonely planet. Na een flinke, niet heel interessante, wandeling door Pest zitten we eindelijk even op een trap (bij gebrek aan bankjes) in het park achter het heldenplein, als we door een of andere sloeber worden aangesproken die met het welbekende “ziek en zielige familie en geen geld voor vliegtuig of bus”-verhaal probeert om geld van ons te krijgen.

Uiteraard negeren we hem gewoon, maar irritant genoeg blijft hij staan en continu zijn handen vouwen en Jezus-Christus-Danke zeggen. Uiteindelijk wint ons geduld gelukkig wel van dat van hem en hij taait af. Maar in het uur daarna zien we hem toch nog drie keer terug, bij een badhuis waar we even binnen wilden kijken, de openbare toiletten in het park en uiteindelijk is hij ons ook nog gevolgd tot het perron van de Metro.

Parlement BudapestWe stapten op de metro omdat we hoopten bij het parlementsgebouw (bezienswaardigheid hoog!) een restaurantje te kunnen vinden voor de lunch. Maar helaas blijkt er bij de hoogwaardigheidsbekleders in Hongarije geen grote vraag naar restaurantjes op de hoek van de straat en uiteindelijk besluiten we dan maar terug te lopen richting ons startpunt van vandaag: het busstation bij winkelcentrum West End. Onderweg eten we even snel een kebabgerechtje bij een Turks selfservice restaurant. Niet bepaald de lunch die we in gedachten hadden, wel lekker!

De missie bij het winkelcentrum zijn een paar nieuwe wandelschoenen voor Stefan. Degene die hij mee op reis had waren al een twijfelgeval met inpakken en bij onze wandeling door Auschwitz kreeg hij er al zere voeten van, maar toen vanmorgen met het vasttrekken van de veters de hele zool onder de schoen uitscheurde, werd duidelijk waarom. Na in een aantal zeer dure winkels een aantal zeer dure wandelschoenen gepast te hebben, komen we langs een soort Scapino, waar Stefan uiteindelijk de goedkoopste wandelschoenen het lekkerste vindt lopen. Voor de 30 euro die ze kostten zijn we wel nieuwsgierig hoe lang ze mee gaan, maar gezien de Merrels die hij als eerste aan had het vijfvoudige kostten, kunnen we nog wel een paar keer nieuwe kopen in deze prijsklasse. 🙂

Selfie!Als we weer bij  het busstation aankomen zien we net onze bus, die elke 15 minuten rijdt, van het busstation wegrijden. Helaas! We gaan in het laatste bushokje zitten, dat pal onder het ledbord met de aankomsttijden staat. Maar als we daar ‘onze bus’ zien knipperen op 0 minuten, voelen we nattigheid. Te laat natuurlijk, we zien hem nog net bij het bushokje helemaal aan de andere kant van het station zijn deuren dichtdoen en een paar seconden later rijdt de chauffeur ons voorbij alsof hij oogkleppen op heeft. Wéér de bus gemist.

Koken in de bus, of naast de bus, of soort van onder de luifel van de busWe kiezen ervoor om ons 2e kwartier wachten nuttig te besteden en lopen ondertussen heen en weer naar een supermarkt een stukje verderop, om inkopen te doen voor vanavond. En zijn deze keer gelukkig wel op tijd voor onze bus weer terug bij de juiste halte. Een paar haltes verder stappen ook Amanda en Justin op, een stel uit Nieuw-Zeeland waar we gisteren al even mee gekletst hebben op de camping, zij trekken een half jaar door Europa met een huurauto. Het is bijna donker als we op de camping aankomen en terwijl Renee begint met koken, laadt Stefan de motor uit de bus ter voorbereiding voor morgen.

Al gauw blijkt dat we door een flinke miscommunicatie geen enkele passende combinatie van ingredienten hebben voor het avondeten. Stefan vraagt aan Amanda of in de buurt van de camping een winkeltje weet waar ze rijst verkopen, zodat we in ieder geval iets kunnen maken. Dat winkeltje zit er zeker, maar ze twijfelt of die nog open is. Ze biedt aan om gewoon wat meer van hun rijst te koken, zodat we kunnen delen, helemaal geweldig! We koken min of meer afzonderlijk van elkaar twee gerechtjes die zo ongeveer hetzelfde zijn en eten met z’n vieren. Het was erg gezellig en Stefan is meteen z’n twee blikjes Bavaria, die nog van thuis meegekomen waren, kwijt aan Justin.

Als het uiteindelijk te koud wordt om buiten te zitten gaat Stefan nog gauw even onder de douche en daarna klimmen we lekker in onze hoogslaper onder de wol.

De motor: KTM SM-T 990 voor fun & boodschappen

We gaan onderweg heel wat mooie bergpassen en natuurgebieden tegenkomen. Maar als er iets is waar onze camper niet zo heel geschikt voor is, met zijn ondergedimensioneerde motorblokje, staat bergbeklimmen met stip op nummer 2 in de top 3. Strak tussen offroad rijden en lage doorgangen passeren. Omdat het bovendien onhandig is om vanaf de camping even boodschappen te gaan doen in het dorp en gezien de plaatsen waar wij willen gaan kamperen vaak toch even net te ver is voor de fiets, hebben wij besloten om de fietsen thuis te laten (hoe on-camper-achtig van ons) en een motorfiets mee te nemen.

Motor SM-TWe hebben heel lang getwijfeld over wat we zouden doen qua motorfiets. De opties zijn namelijk aanzienlijk. We hadden de keuzes uit:

  • De crossmotor
  • De straatmotor van Stefan
  • De straatmotor van Renee
  • De scooter (50cc)
  • Een tweedehands allroad motor kopen

Na flink rondvragen en rondkijken op internet en vele adviezen van diverse mensen (al dan niet gevraagd) hebben we een knoop doorgehakt. De keuze is gevallen op de straatmotor van Stefan, met een paar kleine aanpassingen. De motor van Renee viel al gauw af, omdat die niet erg comfortabel is met z’n tweeën en niet lekker rijdt op hobbelige wegen. De crossmotor is voor dat laatste dan weer ideaal, maar daarbij kan je eigenlijk niet eens achterop zitten, dus laten we de comfortkwestie daar niet eens van bespreken. De scooter is lekker licht en compact, maar ook traag, heeft wat kuren en is zeker niet zo leuk om mooie bergweggetjes mee te berijden als een straatmotor.

Er bleven dus twee serieuze keuzes over:

  • Een motorfiets kopen die in het straatbeeld in Iran, Pakistan en India niet zo opvalt, wel heel geschikt is voor (semi) offroad gebruik en comfortabel is voor twee personen.
  • De straatmotor van Stefan aanpassen voor (semi) offroad gebruik en voor lief nemen dat het een (zeer) opvallende verschijning zal zijn in het Oosten.

Stefan heeft lang gezocht naar een leuke Africa Twin, of een Transalp om mee te nemen. Met name omdat de onderdelen daarvan nog enigzins makkelijk beschikbaar zouden moeten zijn bij een defect. Maar uiteindelijk bleek dat er eigenlijk een heel erg simpel argument was waarom of we toch voor de huidige straatmotor aanpassen moesten kiezen: deze past in de bus! En de alternatieve merken en types waar we naar gekeken hebben zijn allemaal te hoog, te lang of te breed. Uiteraard is het ook gewoon lekker om je eigen speeltje mee te nemen, zeker voor het deel dat we nog door Europa rijden gaan we veel meer plezier hebben met de sportieve KTM.

De motor is daarom door Snelmotoren voorzien van nieuwe olie, een nieuwe ketting & tandwielen en vooral nieuwe banden (noppen!). Zelf heeft Stefan de vering is iets soepeler gezet ten opzichte van de ‘max sport’ stand waar de motor normaal op staat. Na een proefrondje om het meertje naast ons huis kunnen we in ieder geval zeggen dat hij nu zeker geschikt is voor de plaatsen waar het asfalt wat minder goed is. Maar tijdens het asfaltritje in Luxemburg afgelopen zaterdag is ook gebleken dat de straatprestaties van de motor er niet minder om geworden zijn. We laten de zijkoffers thuis, maar het zijkofferrekje gaat wel mee, om eventuele extra tassen aan te kunnen binden en om schade te voorkomen bij een (kleine) valpartij. De topkoffer gaat wel mee. Daarnaast komen er voor de zekerheid wat oude beschadigde onderdelen in de plaats voor de huidige glimmende nieuwe.

De grootste nadelen van deze keuze:

  • Een knaloranje 1000cc motorfiets meenemen naar Azië gaat gegarandeerd aandacht opleveren overal waar ie uit de bus gehaald wordt. De gemiddelde motorrijder in die regio voelt zich al de koning met een 250cc motor die ouder is als onze bus. Maar dat hoeft natuurlijk niet negatief te zijn, zo heb je ook meteen iets om over te praten. 🙂 Voor diefstal zijn we minder bang, het is immers een motor die behoorlijk opvalt als je hem probeert te verhandelen en de straffen zijn daar ‘iets’ zwaarder als hier.
  • KTM heeft nou niet bepaald naam gemaakt door zijn ‘betrouwbaarheid’. KTM’s gaan kapot, KTM’s hebben onderhoud nodig en als je een KTM correct onderhoudt, gaat hij nog steeds kapot. En onderdelen voor deze Oostenrijkse volbloed zijn er buiten Europa amper te krijgen. Maar we vertrouwen er maar op dat de KTM het helemaal goed blijft doen tot de noppenbanden geheel versleten zijn. En zo niet, dan niet. Het is niet ons primaire vervoer, en ook met een defect past hij prima achterin de bus.

Een en ander afgewogen hebben wij er in ieder geval vertrouwen in dat dit de juiste keuze is en Stefan kijkt nu al uit naar de eerste bergweggetjes in Roemenië die op de planning staan. En de 4600 meter hoge KKH (Karakoram Highway) in Pakistan schijnt de mooiste bergpas op aarde te zijn. Nu maar hopen dat we rap kunnen vertrekken, voordat die bergweggetjes helemaal besneeuwd zijn! 🙂

 

 

Voertuigen en hun vaste lasten

Als je op vakantie gaat, doe je alle lampen uit, een deel van de gordijnen dicht, je vraagt de buurman om op de plantjes te passen en als je echt een hipster bent zet je wat lampen op de tijdklok en draai je de kraan van de wasmachine nog even dicht. Eén keer dubbelchecken of je de voordeur goed achter je dicht getrokken hebt (en daarna kijken of je je sleutels wel bij je hebt) en je rolt je koffer richting Schiphol. “Houdoe huisje.” Tot volgende week!

Drie maanden weg, dat is even andere koek. Wat doe je bijvoorbeeld met je lease auto? Hoewel heel veel mensen denken dat zo’n leaseauto toch gratis is, dat valt vies tegen! Zeker een duurdere, milieu-onvriendelijke auto, zoals de ‘bollenbus’ van Stefan kost zo’n €340 in de maand voor hem privé en ongeveer het viervoudige voor de baas. Die ga je niet zomaar even 3 maanden op Schiphol parkeren natuurlijk, maar je zou ook eigenlijk gek zijn als je die wel 3 maanden ‘voor de deur’ laat staan. Gelukkig liep het contract voor deze auto afgelopen november al af, maar begin november tot eind september was een net iets te grote overbrugging om te maken zonder auto.

Stefan is een tijd aan het puzzelen geweest wat nou eigenlijk handig was om te doen, met als resultaat dat de bollenbus tot eind februari rondgereden heeft, maar uiteindelijk bleek het zowel voor het bedrijf als voor Stefan privé de goedkoopste optie om te kiezen voor een Volkswagen ‘Rugzak’ in een shortlease variant. (een huurauto voor 7 maanden) Met een bijtelling van nog geen €100 in de maand zorgt dit kleine gebakje (t.o.v. de bollenbus) bovendien voor ruim €2.000 extra reisbudget voor ons, mooi meegenomen. Op onze vertrekdag, 26 september, zet Stefan dit autotje weer in Woerden bij de leasemaatschappij voor de deur en bij terugkomst eind december hopen we maar dat er geen sneeuw ligt in Nederland, want dan zullen we een paar dagen op de fiets of de scooter van A naar B moeten gaan.

Renee heeft immers enkele maanden geleden al haar ‘toet’ (Suzuki Samurai) verkocht. Dat was eigenlijk niet zo de bedoeling, maar weg is maar vast weg. Ook de vaste lasten van een privé auto zijn natuurlijk de moeite waard om te besparen en bovendien zat er aan te komen dat hij in december wat groot onderhoud nodig had om hem door de APK te krijgen. Met het idee dat hij wel enkele maanden te koop zou staan en niemand een Suzuki Samurai gaat kopen waarbij de APK datum eraan zit te komen, hebben we hem voor een flink hoge vraagprijs alvast op speurders.nl gezet.

Polo vullen bij de Makro

Tot onze verrassing reageerden er binnen een week flink wat mensen en binnen twee weken was de auto, voor iets minder dan de vraagprijs, maar meer dan de verwachtte opbrengst, verkocht. Wat erin resulteerde dat we in twee maanden tijd van een bestelbus voor Stefan en een privé auto voor Renee naar een rugzak van een leaseautotje en een trapfiets gegaan zijn. Dat was wel even wennen! En nog steeds komt Stefan af en toe tot (her)ontdekking hoe klein zo’n Volkswagen Polo eigenlijk is.

Naast de auto’s hebben we samen ook nog vier motorfietsen. Gelukkig is de wegenbelasting voor een motorfiets verwaarloosbaar, zeker gezien de maanden waarin wij op vakantie gaan (herfst/begin winter), in deze maanden gebruiken we de motoren namelijk toch al amper en staan ze normaal dus ook ongebruikt in de stalling. Voor de verzekeringspremie van de crosser en de oude Honda van Stefan en Renee d’r Yamaha geldt eigenlijk hetzelfde. De kosten van alle alternatieven wegen niet op tegen het simpelweg door laten lopen van de premies.

De KTM SM-T van Stefan is een ander verhaal. Deze is pas twee jaar oud en erg gewild in het dievengilde, dus deze is All-Risk verzekerd. Maar voor een motorfiets die inclusief accessoires voor €18.000 verzekerd is betaal je in Utrecht, zelfs met 80% no-claim korting en diverse kortingen voor vervolg opleidingen e.d. nog bijna €1.000 verzekeringspremie per jaar. Mede daarom heeft Stefan lang getwijfeld om de motor te verkopen en in 2013 een nieuwe te bestellen. Maar eigenlijk is dit gewoon de perfecte motor en het 2013 model is er qua looks niet beter op geworden.

Gelukkig blijkt KNMV-Verzekeringen, waar de motor verzekerd is, erg coulant met het tijdelijk stopzetten van je verzekering. Als we het kenteken van de motor schorsen, zetten zij een ‘pauze’ op de verzekering en blijft de einddatum van de verzekering gewoon verschuiven tot de motor weer uit de schorsing gehaald wordt. Enige nadeel is dat de motor dan in deze maanden dus ook niet verzekerd is, ook niet tegen diefstal. Maar gelukkig kunnen we hem wel ergens stallen waar hij echt niet weggehaald zal worden, dus ook daarvoor is de keuze gemaakt. 18 september staat het laatste motorritje gepland en daarna gaat de KTM, waarschijnlijk tot begin maart, de stalling in. Wat tegen de €400 moet gaan besparen.

Alles bij elkaar geteld hebben bovenstaande keuzes een totale besparing opgeleverd van ongeveer €2.700, centjes waar we in Argentinië heel veel leuke dingen van kunnen doen!