Tag Archives: la paz

La Paz: Deel 2

Vandaag staan we al om 06.00 uur bij het kantoortje om in te checken, gek genoeg moet dat hier in het TAM kantoor in het dorp en niet op het vliegveld. Het is nog even spannend of we vandaag kunnen vliegen want er wordt verteld dat het erg bewolkt en zelfs een beetje mistig is. Nadat we onszelf weer in het busje hebben gepropt, wordt het vrij snel duidelijk dat het vliegtuig vandaag niet gaat vertrekken vanaf het Rurrenabaque vliegveld. We rijden daarom via een blubberweg door de jungle naar een ander vliegveld, in de hoop dat ze daar wel kunnen vertrekken. De extra kilometers voor het busje moeten wij natuurlijk wel cash betalen.

Na nog een tijdje wachten, kunnen we uiteindelijk met ruim een uur vertraging gelukkig wel opstijgen. We zitten deze keer achteruit (op rij 1), met onze rug naar de cockpit en bagage. Raar! Stefan zit helemaal blij te kijken als hij erachter komt dat een vrouw met klein kind zijn buren gaan zijn voor deze reis. Gelukkig valt het kind al snel in slaap, in tegenstelling tot een jongetje dat een paar stoelen verder zit en elke keer bij andere passagiers komt staan en janken. Dit wordt een lange vlucht!

Deze keer moeten we twee keer hopen dat het opstijgen en landen goed gaat, want we maken nog een tussenstop midden in een ander jungleplaatsje om te tanken en een paar passagiers om te ruilen. Het is wel duidelijk dat ze de vliegregels hier wat minder belangrijk vinden dan thuis, want even later worden er twee tieners bij de bagage in de ruimte tussen de passagiers en de cockpit gedropt. Er wordt nog even geprobeerd welke tassen er het lekkerste zitten. Zo, nog twee stoelen erbij! Nu begint ons te dagen waarom we het voor elkaar kregen om vanuit Sucre toch nog twee vliegtickets te bemachtigen!

Na een prima landing in La Paz (Asfalt! :)) krijgen we even later onze tassen weer terug. De tas van één van de Canadezen waar we mee stonden te kletsen bleek echter spoorloos; waarschijnlijk achtergebeleven bij de tankstop. Balen voor hun en wij zijn dubbel zo blij dat het bij ons wel goed is gegaan. Na een erg krap en veel te duur taxiritje, staan we weer bij ons hostel in La Paz. Na het droppen van onze spullen doen we in de stad nog een paar boodschapjes voor morgen en komen we nog de Poolse jongen tegen die in Sucre in hetzelfde hostel zat. De avond vullen we verder met een wedstrijdje ping pong, internetten en een hapje eten bij Dumbo’s.

Deze keer bestellen we een groot bord typisch Boliviaans Pique Macho. Rundvlees, kip, knakworstjes, aardappels en allerlei kruiden met een lekkere saus. Samen met een kan verse jus d’orange, gaat dit er goed in! We krijgen maar de helft van het vlees op en aan de groente komen we helemaaal niet toe. Als we rond 22.30 uur met een collectivo weer terug gaan naar ons hostel, merken we al dat het ten opzichte van andere dagen vrij rustig is op straat. Behalve bij het tankstation, daar staat echt een mega-file!

Vanaf 24.00 uur start de 24 uur durende census dag. Eén keer in de 10 jaar doen ze in Bolivia een volkstelling en dan moet iedereen binnen blijven, ook de toeristen. Wat hebben we weer een geluk. Bij het boeken van de vluchten werd ons hier al over verteld, want er zou dan ook niet gevlogen worden. Als we de volgende ochtend wakker worden is het verschil goed te merken, stilte! Ons hostel zit aan de drukste straat van de stad en normaal worden we hier wakker van toeterende auto’s en ronkende motoren.

Deze keer horen we alleen de geluiden uit het hostel. Het is echt moeilijk voor te stellen dat iedereen vandaag gewoon thuis moet blijven. Je zou denken dat er een makkelijkere manier zou zijn om dit te regelen, maar blijkbaar hebben ze er vertrouwen in dat dit werkt. We hebben gelukkig een goed, groot hostel met internet en een dakterras uitgezocht om vandaag opgesloten te zitten.

Na een gezellig ontbijt met Willemijn, de Nederlandse 1e stuurman/kapitein die we al eerder in Salta Argentinië hebben ontmoet, begint het grote niksen. De enige mensen die vandaag niet thuis/binnen hoeven te zijn, zijn de mensen die een aanvraag hebben ingediend bij de gemeente, zoals de mensen die in ons hostel werken en de nood- en hulpdiensten. Wij mogen wel naar het zusterhostel (verderop in de straat) op en neer lopen, maar verder niets.

Het zou trouwens ook niet echt nut hebben, want alles is gesloten. We maken dus snel een paar foto’s van de lege straten en verbazen ons over het feit dat je nu ook echt de vogels kan horen fluiten. (in het centrum van een miljoenenstad) Een paar Amerikaanse meiden proberen nog het barmeubilair naar buiten te slepen voor een paar grappige foto’s, maar worden door een groepje politieagenten netjes verzocht om weer naar binnen te gaan of met hun mee te gaan naar de gevangenis.

We vullen de dag met potjes ping pong, pool, internetten, serie kijken, shithead spelen op het dakterras en het kletsen met anderen. Om 15.00 uur zou er een bbq beginnen, maar aangezien wij hier niet zo’n fan van zijn, wilden we later gewoon iets van de menukaart bestellen. Het hostel had de dag vantevoren aangegeven dat dit zou kunnen, maar dit bleek nu opeens niet het geval te zijn. Ondanks dat wij echt een hekel hebben aan klagen en zeuren over dit soort dingen, hebben we nu flink stampij gemaakt. No way dat we de hele dag niets te eten zouden krijgen! Het duurde niet lang voordat we een waar klaagteam van meer dan 10 man bij elkaar hadden. En na een hoop verschillende beloften van verschillende personeelsleden (Stefan was zelfs de keuken binnengelopen) konden we om 19.00 uur eindelijk wat eten bestellen. Na een hoop spelletjes shithead en een gevulde maag, zijn we weer ons bedje ingedoken.

De volgende dag moeten we namelijk vroeg op om naar het zuiden van La Paz te gaan. Het blijkt nog niet zo gemakkelijk te zijn om een taxi te vangen die ons naar dit rijkere deel, onderaan de berg van de stad te brengen. Na ruim 25 minuten armen ophouden en taxi roepen, geholpen door de bewaker van het hostel, gaan we iets te laat richting de plaats van bestemming. Gelukkig zijn de drie broers met wie we vandaag op stap gaan ook te laat (wederom Boliviaans kwartiertje), dus het maakt niets uit.

We zijn ongeveer een uur onderweg in de volgestouwde jeep, via een hoop weggetjes die eigenlijk geen weggetjes genoemd zouden moeten worden (Stefan vraagt of ze op de kaart staan en een van de broers grapt dat je ze kunt zien op google maps), als we bovenaan een berg aankomen. We gaan hier vandaag van de rand afrennen, in de hoop dat we dan een paar seconden later, als de berg ophoudt, heerlijk door de lucht paragliden.

Na het tekenen van een waiver en het krijgen van instructies zoals: “ren zo hard als je kunt”, “beweeg met mij mee en blijf altijd de richting van het dal opkijken”, “als je onderweg een cactus tegenkomt, gewoon aan de kant schoppen en door blijven lopen” en “als de berg op lijkt te houden en we vliegen nog niet, gewoon door blijven lopen, anders crashen we!” zijn we er soort van klaar voor. Stefan wordt aan de oudste broer vastgemaakt en Renee aan de middelste. De jongste is een beetje ziekig en rijdt dus de jeep weer naar beneden.

We installeren nog even de Gopro bij Renee en de fotocamera bij Stefan en daar gaan we. 1,2,3 rennen! We vliegen voordat we er erg in hebben en na dit korte spannende moment, is het vooral relaxen geblazen. We hangen onderuit in een stoeltje (standje hangmat) en genieten van de mooie uitzichten terwijl we de wind gebruiken om zo lang mogelijk in de lucht te blijven. Na zo’n 20 minuten, zijn we in de buurt van de landingsplek. Eerst landt Stefan op zijn kont, doordat hij net iets te laat zijn benen strekte en daarna is het de beurt aan Renee.

Plotseling valt de wind weg (die anders altijd daar staat vanaf een bepaalde richting) en het gevolg is dat ze wel erg snel dalen. Ze ploffen dan ook nogal hard neer op de stenen, midden in een klein plasje met water. De piloot vraagt eerst aan Renee of het goed gaat en na de bevestiging staan ze op. Alleen een paar krassen op haar kuit, waarschijnlijk de volgende dag een blauwe plek op de heup en een natte broek. De piloot baalt duidelijk en schaamt zich. Nu moet de parachute namelijk eerst drogen, schoongemaakt worden en gecontroleerd en daar gaat de fooi van de dag.

Na het opruimen van de spullen rijden we met de jeep weer terug naar La Paz. Dit was gaaaaaaf en het voelt echt als vliegen! We geven toch een flinke fooi aan de jongens en hebben verder een relaxte middag. We schrijven weer een reisverslagje, kijken een aflevering van een serie op de laptop en doen een middagdutje. Renee koopt ondertussen alvast de bustickets voor de volgende bestemming en daarna is het tijd om lekker een hapje te eten. We bezoeken deze keer een duur maar erg lekker steakhouse en keren laat terug naar het hostel om even te douchen, wederom een reisverslagje te schrijven (we lopen een beetje achter) en daarna lekker te gaan slapen.

De wekker gaat de volgende dag vroeg. Na onze ochtendrituelen, stappen we in een microbusje richting de beroemde San Fransisco kerk. We worden bij een bar daar in de buurt vandaag opgehaald om te gaan mountainbiken op de deathroad. Na een lekker ontbijtje van yoghurt met fruit en muesli, stappen we in het busje om ons naar de top van de berg te brengen. Daar krijgen we onze fiets, helm, handschoenen, jas en instructies.

Het eerste deel, ruim 30 km, is verharde weg en allemaal naar beneden. Al vooroverliggend op ons stuur om meer snelheid te maken, racen we naar beneden met ruim 65 km per uur. Een Duitser en Peruaanse dame blijven iets achter, want ze vinden het eng, maar wij en een Engelsman genieten van deze snelheid. We hoeven hier ook niet te trappen of te remmen en passeren zelfs een vrachtwagen die natuurlijk wel moet remmen voor de bochten. Bij de eerste stop had gids Jubert ons al aangewezen waarom, want onderaan een van de uitkijkpunten ligt een bus. Begin van dit jaar is deze van de weg geraakt en ruim 100 meter naar beneden gestort. Onze gids vertelt dat de locale bevolking, nadat de verschillende hulpdiensten zijn verdwenen, altijd zoveel strippen als ze kunnen dragen en dit dan verhandelen op de markt er is inderdaad vrijwel niets over van de bus.

Na het kopen van een kaartje voor het tweede deel van de deathroad (waarom zou je er ook geen geld voor vragen), rijden we met het busje naar het onverharde deel van de weg. Hier is het flink mistig en krijgen we pas echt het deathroad-gevoel. Je kan hier op elke plek zo honderden meters omlaag kijken, zonder hekjes of vangrails (en dus vallen) en het is ook nog eens de bedoeling dat je links houdt, langs de rand van de afgrond, omdat bestuurders van auto’s dan beter de bochten kunnen doorkijken en de zijruimte kunnen inschatten.

We fietsen afwisselend vooraan en proberen ook nog te genieten van de mooie uitzichten. De gids gaat nu toch echt iets te hard om nog relaxt om je heen te kunnen kijken, dus nemen we iets meer afstand. De Peruaanse dame heeft er al snel genoeg van en kiest ervoor om de reis verder met het busje af te leggen (wat een zeurpiet!). Wij genieten van de gave uitzichten, afgewisseld met een paar angstige momenten van wel heel veel grote stenen en erg smalle paadjes. We moeten zelfs twee rivieren en een waterval doorkruizen en de chauffeur van het busje filmt met veel plezier hoe wij zeiknat hieruit komen.

Na in totaal ruim 65 km op de fiets, komen we bij het eindpunt van de weg en worden we met een cool t-shirt gefeliciteerd met het overleven van de deathroad. Maar wij hebben ook nog de zipline geboekt en het begint nu keihard te regenen, waardoor er altijd nog iets fout kan gaan. 🙂 (moeders: hier ophouden met lezen)

De eerste zipline is de hoogste van de drie en we gaan één voor één al glimlachend aan de staalkabel hangen. De rem van Stefan doet het op de een of andere manier niet zo goed, maar daar heb je het opvangkussen voor. Dit is veel beter dan een goed werkende rem, want als je te vroeg stil komt te hangen moet je jezelf het laatste stuk omhoog zien te trekken.

Als we allebei veilig aan de andere kant zijn gekomen hebben we geen andere keus dan aan te haken op de volgende kabel: de snelste. Want er is nu geen weg meer terug, we staan ergens halverwege een berghelling, zonder paadjes. Gaaf! De laatste is de langste kabel en we zijn inmiddels weer zeiknat geworden van de regen, maar dit maakte het er niet minder leuk om. En hebben natuurlijk weer een heleboel foto’s en film gemaakt.

Het ziplinemannetje brengt ons vervolgens naar de lunchplek waar onze gids en de Engelsman (die de 18 euro voor de zipline teveel vond) op ons zitten te wachten. Spaghetti met pesto voor Renee en met bolognesa voor Stefan. Dat gaat er wel in na zo’n hoop (in)spanning!

Daarna rijden we de deathroad weer terug, deze keer omhoog achterin het busje. Er vloeit flink wat bier (voornamelijk voor de gids en de Peruaanse dame, gelukkig niet voor de chauffeur) om het overleven van de tocht te vieren. Het is een flinke rit terug naar La Paz en we stoppen af en toe nog voor een paar foto’s en om de gedenkstenen en kruizen te zien waar mensen zijn overleden. (die hebben we op de weg naar beneden door de concentratie namelijk niet gezien)

Nadat we afgezet zijn in de buurt van ons hostel, pakken we onze tassen weer een keer helemaal netjes in en gaan we slapen. De volgende dag worden we namelijk vroeg opgehaald bij ons hostel om met de bus om naar onze volgende bestemming te gaan.

Foto’s

La Paz: Deel 1

Na een vermoeiende nachtrit met maar weinig slaap, zien we als het licht wordt de vele huizen op de hoogvlakte “El Alto” en later ook in het dal en op de berghelling van “La Paz” steeds langzamer voorbij rollen, naarmate het verkeer steeds drukker wordt. Een indrukwekkend uitzicht en we zijn benieuwd wat deze stad op ruim 4000 meter hoogte ons te bieden heeft.

We checken na een korte wandeling vanaf het busstation in bij het Adventure Brew Hostel en gelukkig krijgen we meteen een bed, zodat we even een tukje kunnen doen. Daarna is het tijd om te informeren wat we vandaag en morgen kunnen doen. Overmorgen vliegen we naar Rurrenabaque, dus we hebben nu 1,5 dag om leuke dingen te doen. De dame van het tourbedrijfje in het hostel is niet erg vriendelijk en nog minder behulpzaam, dus we besluiten om vanmiddag zelf een beetje rond te gaan lopen.

De wandeling begint richting het hoofdplein waar onder andere het regeringsgebouw zit en waar in de buurt ook een aantal musea zouden moeten zitten. Alles is echter dicht (siësta), dus lopen we naar een ander pleintje om een beetje uit te rusten. Alles ligt hier in een komvormig dal, waardoor je flink moet klimmen. Dit is opzich niet zo heel erg, maar we merken wel dat we niet gewend zijn om dit op deze hoogte te doen, waardoor je echt snel buiten adem bent. We snappen steeds beter waarom ze zeggen dat je lichaam zich langszaamaan moet aanpassen aan de hoogte. Aangezien het uitkijkpunt “Killa killa” nog een heel stuk hoger ligt en het inmiddels flink warm is geworden, regelen we voor nog geen euro een taxi die ons omhoog rijdt.

Bijzonder om La Paz en el Alto, samen ieder zo’n 2,9 miljoen inwoners, op deze manier te kunnen bekijken. Normaal zie je een stad vanaf een uitkijkpunt van bovenaf, zoals bij de Eifeltoren in Parijs of de Empire State Building in New York, maar hier is het anders. Doordat een groot gedeelte van de stad tegen de kom aan is gebouwd, kijk je er meer tegenaan en tegelijktijd ook bovenop. En dat zonder een lift te hoeven nemen en tussen een hoop andere touristen te hoeven staan! We zitten hier een paar uurtjes, terwijl we een aantal leuke foto’s maken, genieten van de zon en de rust en kletsen met een stel uit Engeland.

Daarna nemen we een taxi terug naar het hostel, want downhil is nog steeds erg vermoeiend en ver en we zouden het vandaag rustig aan doen. Typisch dat we nu bijna de helft betalen voor twee keer de afstand. Het zal wel meespelen dat het nu minder brandstof kost, we door de vorige taxichauffeur zijn getilt ondanks dat we hebben onderhandeld en dat we nu in een wel erg gare bak zitten. In het hostel zitten we nog een tijdje op het dakterras met uitzicht over de stad en onmoeten we twee Australische kerels. Één van de twee heeft een moeder die uit Nederland komt en kent dus ook de typisch Nederlandse lekkernijen. Hij is gisteren bij een Nederlandse bar geweest en trakteert ons dus op stroopwafels. Niet helemaal zoals wij ze kennen, maar wel erg zoet en lekker! De Jack&Cola die zij in hoog tempo onder het genot van een sticky hash wegtanken slaan we maar af.

Het koelt op deze hoogte snel af als het donker wordt, dus verhuizen we na een tijdje naar de bar beneden. Daar ontmoeten we een Nederlands stel (Robbert en Nienke) dat al een paar dagen in La Paz is. Ze zijn allebei een aantal dagen goed ziek geweest van iets dat ze hebben gegeten, maar voelen zich nu goed genoeg om gezellig een potje met ons te kaarten. We introduceren het spel Shithead dat de Engelse meiden ons tijdens de jeeptour over de salar hebben geleerd en met de cheeseburger uit het hostel en de twee gratis biertjes voor Stefan vermaken we ons prima! (elke nacht elke gast één lokaal biertje gratis en Renee drinkt geen bier.)

De volgende dag is net wat anders dan anders, want Renee is namelijk jarig! Na het in ontvangst nemen van de felicitaties van Stefan en het lezen van alle berichtjes op Facebook, whatsapp en de mail, beseft Renee inderdaad dat ze een jaartje ouder is geworden, in La Paz, op grote hoogte. De zussen van Renee hebben heel lief een aantal minicadeautjes voor verschillende dagen tijdens de reis meegegeven en er zit natuurlijk ook een cadeautje voor vandaag bij, een hangertje met 28!

Na een relaxte ochtend en een handwasje sokken en onderbroeken, is het tijd voor de Banjo citytour die we op aanraden van twee Nederlandse meiden die we in Sucre tegenkwamen, per email gisteren hebben geboekt. Benjamin, een Boliviaanse Toerisme student, komt ons bij het hostel ophalen om ons vanmiddag de stad te laten zien.

Ben neemt ons en twee Duitsers eerst mee naar een aantal highlights en vertelt allerlei interessante informatie over de historie en betekenis van de dingen die we zien. Hij stapt flink door, we merken dat hij wel gewend is aan de hoogte. We stoppen bij een plaatselijke markt en vertelt dat je een veel betere prijs krijgt als je iemand met Casero/Casera aanspreekt, waarmee je eigenlijk zegt dat je de volgende keer weer bij hem/haar terug zal komen. We kopen daar ieder een verse kan met fruitsap en eten ondertussen een soort van gevulde oliebol met rijst en vlees, nomnomnom!

We lopen via de kerk, naar het pleintje waar we gisteren ook al zijn geweest, maar krijgen nu allerlei interessante info die niet in de Lonely Planet of Guidebooks staan. Bijvoorbeeld dat de stad eerst was opgedeeld in een deel voor de Spanjaarden en een deel voor de inheemse bevolking en dat het voor de inheemse bevolking niet toegestaan was om in het Spaanse deel te komen. Tot een aantal jaar geleden was het dus ook niet voor hun toegestaan om op het plein met de regeringsgebouwen te komen.

Erg apart zijn ook de kogelgaten in een van de gebouwen die nog duidelijk zichtbaar zijn van de gevechten tussen het leger en de nationale politie in feb. 2003, omdat de politie in opstand kwam tegen een belastingverhoging. De huidige president is zelf ook inheems en sinds een aantal jaar is het dus wel toegestaan en ook geaccepteerd dat de inheemkse bevolking op dit plein komt. We zien dan ook een hoop vrouwen in traditionele kleding met de bekende hoedjes trots op de bankjes zitten, gewoon omdat het kan.

Na een aantal andere stadsdingen met interessante uitleg nemen we een collectivobusje voor nog geen 0,20 cent naar de wereldberoemde San Pedro gevangenis. Ben vertelt dat je voor 2009 als tourist een rondleiding kon krijgen door de bewakers (uhm apart), maar dat dit inmiddels niet meer kan. Nadat een toerist een filmpje op Youtube had gezet en dit breed in het nieuws is gekomen, heeft de regering iedereen ontslagen en allemaal nieuwe mensen aangenomen. Ergens wel jammer, maar aan de andere kant misschien ook maar goed ook. Hier leven nu ruim 2500 mannen, in veel gevallen met hun vrouwen en kinderen die soort van permanent op bezoek mogen komen.

Binnenin in de gevangenis is eigenlijk een soort van stad met restaurants, wasserij, kamers, etc. Iedereen moet zichzelf weten te redden en aan geld zien te komen. Wel apart is dat Ben vertelt dat er vorige week nog twee mensen zijn ontsnapt, maar de sprong van de hoge muur niet hebben overleefd. Daarna lopen we langs de kleine golfplaten winkeltjes (voornamelijk drank en sigaretten) die tegen de gevangenismuur staan aan de buitenkant. Daarvan weet Ben ook te vertellen dat er vaak via de achterkant van de winkeltjes (via een soort van gat / tunnel) ontsnappingspogingen worden gedaan. Maar als de regering zou proberen om deze winkeltjes weg te halen, zouden de uitbaters en veel van de klanten het verkeer in de hele stad blokkeren in opstand.

Daarna stappen we in de auto bij de ouders van Ben. De vader van Ben heeft een collectivo (gedeelde taxi), maar omdat het zijn vrije dag is, heeft hij de bordjes en vlaggetjes weggehaald en brengt hij ons, samen met de moeder van Ben naar El Alto. Zijn ouders zijn overduidelijk trots als een pauw op het werk dat hun zoon doet en ze lijken echt vereerd om vier van zijn klanten te ontmoeten. Zoals de naam al doet vermoeden ligt deze nieuwste stad van Bolivia (direct tegen La Paz aangebouwd) op de hoogvlakte aan de rand van de komvormige vallei en we zijn dan ook blij dat we dit niet hoeven te lopen. (Zelfs de taxi die dagelijks deze rit doet, heeft moeite om naar boven te komen.) We stoppen bij een nog hoger uitzichtpunt dan waar we gisteren zijn geweest en na een paar foto’s en wat uitleg gaan we naar de witchesmarket. (heksenmarkt) Het leuke is dat we niet naar de toerische markt gaan, die je in downtown La Paz kunt vinden, maar naar de echte localmarkt in El Alto.

Op de markt kopen we cocablaadjes en hij nodigt ons uit om dit uit te proberen. Je propt dit in één mondhoek en sabbelt/kauwt hier zachtjes op. De smaak is erg bitter en verre van lekker, maar gecombineerd met een soort van zoet plukje bruinigheid (coca ashes), gaat het nog wel. De cocablaadjes zijn afkomstig van jaja, de cocaïneplant, maar de regering heeft de blaadjes (samen met de kweek van Cocaïneplanten) legaal gemaakt en je kan hier zelfs theezakjes van vinden in de supermarkten. Bijna iedereen kauwt deze blaadjes en als je er genoeg van gebruikt, zou het je energie moeten geven. De ashes die je er samen mee hoort te kauwen weken de Alcaliden los en als je de hele dag blaadjes kauwt, zou het effect gelijk moeten zijn aan 1% van direct cocaïne gebruik.

We merken eigenlijk niets van de kleine hoeveelheid blaadjes, behalve dat onze wangen tintelen en bijna gevoelloos zijn. Leuke ervaring, maar niet bijzonder lekker en het voelt toch een beetje apart en illegalig aan. Eigenlijk raar, want studenten gebruiken dit bijvoorbeeld bij het studeren, mensen op straat zie je met een bolle wang van de grote hoeveelheid blaadjes en onze chauffeur Alfreddo tijdens de jeeptour op de zoutvlakte kauwde dit ook aan een stuk door, om de dag door te komen.

We bewaren de rest van de cocablaadjes voor later en lopen verder over de witchmarkt. In de verschillende kraampjes zijn de raarste dingen te vinden. Van offerpakketten met symbolische producten zoals kleine auto’s, huisjes, bankbiljetten, diploma’s, etc tot echte lamafoetussen voor geluk en natuurlijk ook dingen die andere mensen ongeluk zouden moeten brengen. We kopen een klein pakketje dat we bij ons zouden moeten dragen voor geluk met de verkoop van ons appartement en Ben gaat daarna op zoek naar een goede Shaman, ofwel waarzegger.

We stappen een iniminihuisje binnen, waar hij eerst met Tarotkaarten de toekomst van Benjamin gaat voorspellen. Hij raadt correct dat Benjamin twijfelt om naar het platteland (de Jungle) te verhuizen, om daar een tourbedrijf te beginnen. Na het horen van onze vragen voorspelt hij met de cocablaadjes die hij eet en rondstrooit wat er in de toekomst gaat gebeuren. Als het antwoord anders uitvalt dan je wilt, kan je altijd nog een offer verbranden voor zijn huisje, de markt is om de hoek! Je koopt dan een product, bijvoorbeeld een mini diploma van suiker en een aanjager zoals een lamafoetus en steekt deze vervolgens in brand met alcohol. Dit laatste hebben we niet zoveel behoefte aan, maar te zien aan de grote hoeveelheid brandende vuurkorfjes voor alle huisjes, zijn er genoeg mensen die hier in geloven.

Na deze 5 uur durende tour hebben we een goed idee van La Paz en el Alto en lopen we weer terug naar het hostel. Renee belt nog even met haar ouders en we spelen nog een potje pingpong. Rara, wie zou er weer hebben gewonnen?! 🙂
Om 20.00 uur rammelen onze buiken flink en lopen we naar het restaurant Dumbo (ja het vliegende oliefantje), wat ons aangeraden is door de receptie van het hostel. Op de begaande grond ziet het er een beetje saai en zelfs snackbarrerig uit, maar boven staan er een aantal gezellige tafeltjes en wordt er live muziek op de vleugel gespeeld.

Na de heerlijke nachos met gehakt en kaas en een grote warme kip-sandwich, wordt er een stuk taart voor Renee’s neus neergezet. De obers zingen langzalzeleven in het Spaans, terwijl de pianist vrolijk meespeeld en iedereen, maar dan ook iedereen in het restaurant meelacht en meeklapt. Natuurlijk moet er nog even een geintje uitgehaald worden, want even later wordt de neus van de clown op de taart in het gezicht van Renee geduwd en dan is de felicitatie compleet.

Om 23.00 uur duiken we na een leuke en interessante dag ons bed in. Morgen moeten we namelijk vroeg op om naar het vliegveld te gaan; de jungle wacht op ons!

 Foto’s