Tag Archives: koud

Ijs, steen, bos en harde wind. El Calafate en El Chalten.

Na een korte vlucht van 1,5 uur, landen we in El Calafate, dat iets noordelijker ligt dan Ushuaia. Wederom worden we al op het vliegveld getrakteerd op een mooi uitzicht. We stappen samen met Jean in een busje dat ons heel relaxt voor ons hostel America del sur afzet. De dag is nog lang niet voorbij, dus na het inchecken, het droppen van onze backpacks en het aantrekken van wat extra kleding, gaan we samen met Jean te voet naar Laguna Nimez aan de rand van de stad. Het is hier niet koud, maar het waait hier in deze tijd van het jaar vrijwel de hele dag ontzettend hard, waardoor zelfs in hoogzomer de gevoelstemperatuur frisjes is! (en het is nu dus begin lente)

We betalen 35 pesos om dit natuurpark binnen te komen (in onze meest recente Lonely Planet staat nog 2 pesos) en wandelen al kletsend met Jean naar de verschillende fotopunten. Gewoon een kwestie van de gele paaltjes volgen, soms nog best een uitdaging. Het waait flink en we moeten dus ons best doen om elkaar te verstaan en ook om de camera vast te houden als we de flamingo’s op de foto willen zetten. Na de zoveelste Argentijnse variant van de eend, komen we tot de conclusie dat vogels kijken niet helemaal ons ding is. We lopen na dit rondje meer, voor een afwisseling in de route, via de plaatselijke vuilnisbelt en de supermarkt weer terug naar het hostel. Daar ontmoeten we tijdens het koken ook Paula uit Italië en spreken af om de volgende dag samen naar de beroemde Perito Moreno gletsjer te gaan.

We staan om 07.00 uur op en krijgen in de bus uitleg over het ontstaan en de omgeving van de Perito Moreno. Het blijkt niet de grootste, maar wel best bereikbare gletsjer te zijn en daarom is deze zo populair. Bijna alle gletsjers in de wereld worden kleiner, maar deze blijft stabiel en verschuift zo’n twee meter per dag richting het ‘viewpoint’. We zien deze immense gletsjer eerst vanuit de boot en even later ook vanaf de verschillende wandelpaden op het schiereiland waar hij tegenaan drukt. Wat is dit gaaf! We hopen dat er een gigantisch stuk afbreekt en vragen ons af of heel hard schreeuwen misschien gaat helpen. Omdat we denken dat deze grote ijslollie hier vast niet naar luistert, besluiten we om dan maar geduldig af te wachten. En ja hoor, er brokkelen een paar stukken af! Helaas niet groot genoeg om een vloedgolf te veroorzaken, maar nog steeds erg gaaf om te zien!

Rond 16.00 uur zijn we weer terug in het hostel en informeren we naar de verschillende manieren om naar El Chalten te gaan. We hebben inmiddels besloten om niet, zoals Jean, naar Torres del Paine in Chili te gaan, omdat het verblijf heel duur is en je dan minimaal 4 dagen elkaar moet wandelen. Dat zien wij niet zitten, maar de Argentijnse variant in El Chalten schijnt vergelijkbaar te zijn en daar kan je kortere wandelingen maken op de bergen Fitz Roy en Cerro Torre, waar iedereen in deze regio enthousiast over is. Na wat gehannes bij verschillende autoverhuurders en het afkeuren van een afgeragde Volkswagen Gol (kleine Polo), krijgen we een gratis upgrade naar een Ford Fiesta. Dit grijze gebakje gaat ons de volgende dag naar de bergen brengen, hopen we dan maar. Tijdens het koken beloven we de Duitse Matthew een lift, onder voorwaarde dat hij Renee morgen tijdens de reis wakker houdt.

Gelukt! We zijn onderweg nog gestopt voor een aantal mooie foto’s en Matthew is ontzettend blij dat hij vanuit de verte al de beroemde Fitz Roy en Cerro Torre kan zien, want de bus waarmee hij eigenlijk zou gaan zou hiervoor nooit gestopt zijn. Na 225 km bereiken we het informatiecentrum en de ranger bevestigt dat we vandaag heel veel mazzel hebben met het weer. Matthew is eerder al een paar dagen in El Chalten geweest, maar heeft toen alleen maar slecht weer gehad en besloot dus om naar El Calafate te gaan. De ranger informeert ons over de route die we kunnen lopen en we zetten daarna Matthew af bij zijn hostel. (hij zal meerdere dagen blijven en dus een andere route te lopen.)

Met een rugzak vol eten, drinken en extra warme kleding, starten we onze “wandeling”. Al snel vragen we ons af waarom we hier aan begonnen zijn, we zijn godverdomme geen berggeiten! We gaan toch maar verder met onze klimtocht en verbazen ons tijdens de mooie fotostops over de snelheid waarmee we omhoog klauteren. Op het moment dat we het klimmen écht zat zijn, zien we 4 woodpeckers (spechten) van heel dichtbij. 3 mannetjes en 1 vrouwtje en ze vliegen niet eens weg als we dichterbij komen. Hierna wordt het pad gelukkig iets gemakkelijker en kunnen we na 2,5 uur eindelijk de Fitz Roy zien! Het is inderdaad een mooie steen met een sneeuwhoop, of is het een hoop sneeuw?

We zijn het er niet helemaal over eens of we nog verder willen gaan. Maken we de route af die de ranger ons heeft aangeraden, of gaan we dezelfde weg weer terug naar beneden? Het is nog minimaal 5 uur lopen als we verder gaan en de terugweg klinkt wel heel aantrekkelijk. Ook omdat we zeker weten dat we de huurauto niet meer vandaag in kunnen leveren als we doorlopen. Stefan weet Renee ervan te overtuigen dat het verleggen van onze grenzen ook gaaf is en we besluiten dus om verder te gaan en de auto dan maar de volgende dag in te leveren. Endomondo, de sportstracker app van Stefan, geeft op een motiverende manier aan als we er weer een kilometer op hebben zitten. We spreken af dat we bij 12 km weer even pauzeren en verbazen ons over de mooie besneeuwde bergen, gletsjers en meren.

Na zo’n 16 km hebben we dan eindelijk ook een mooi uitzicht over de tweede berg, de Cerro Torre. We hebben opnieuw geluk, want er zijn bijna geen wolken te zien! Na weer een korte pauze, beginnen we aan het derde en laatste deel van onze hike. Even later komen we ook Matthew weer tegen, wat een toeval! Samen lopen we verder. De laatste paar kilometers duren voor ons gevoel echt uren en onze benen willen niet meer verder. Omdat we niet anders kunnen dan verder lopen, doen we dat dan maar. Na ruim 22 km, zijn we dan eeeeiiiiindelijk weer terug bij de auto. We zijn blij dat het er op zit, maar ook dat we dit hebben gedaan! We stappen moe, maar trots in de auto om weer terug te rijden naar el Calafate. Na het eten van een paar heerlijke empananas in het hostel, duiken we ons bed in.

De volgende dag gaan we namelijk de All Glaciers tour doen. Terwijl Renee de broodjes voor de lunchbox smeert zet Stefan om 06.15 uur eerst nog even de auto voor de deur van het verhuurbedrijf. Zoals afgesproken niet op slot en met de sleutel onder de mat van de passagierstoel. We hopen dat dat goed gaat, want het verhuurbedrijf gaat pas om 9.30u open en tot die tijd zijn wij verantwoordeijk. Deze tour blijkt een goede keuze te zijn, het is een tocht met een grote bejaardenboot en we hoeven vandaag niets te lopen! Bij het opstappen is het even duwen voor een goede plek naast het raam en we belanden naast een Russisch sprekend, aziatisch ogend vrouwtje.

Na ongeveer 45 minuten liggen we 350 van meter van de hoogste gletsjer, de Spegazzini. Deze blijkt 1,5 km breed en 60 meter hoog te zijn, maar we hadden het ook geloofd als het 150 meter of 10 km zou zijn geweest. Als je ervoor staat, ben je namelijk het besef van afmetingen en afstand helemaal kwijt. Wat een hoop ijs! We staan samen met zo’n 300 van onze beste vrienden in de rij op het veel te kleine buitendek om foto’s te maken van deze grote ijsmuur. Met een thermobroek, dikke spijkerbroek, thermoshirt, polyester trui, twee fleecevesten, jas, dubbele muts, sjaal, zonnenbril en handschoenen is het nog steeds ontzettend koud! In Nederland is de winter zo erg nog niet. Hier is het al bijna een maand lente!

Daarna varen we naar de Upsala gletsjer, de grootste van allemaal. De kapitein vaart behendig om alle grote afgebroken ijsschotsen heen, maar we zijn blij als hij op een flinke afstand stopt met deze Titanic-capriolen. Dan maar wat verder ervan af. Na een aantal gave foto’s, gaan we weer op onze stoelen zitten om op te warmen en een middagtukje te doen, samen met onze Russische buurvrouw. Het is namelijk twee uur varen naar de laatste gletsjer die we vandaag gaan bewonderen. We varen deze keer naar de noordelijke kant van de Perito Moreno, waarvan we twee dagen geleden de zuidkant per boot en de kop vanaf de kant hebben gezien. We kunnen hier wel uren naar blijven kijken. Na een hele hoop gave foto’s gemaakt te hebben, keert de boot terug naar de haven en stappen wij in de bus terug naar El Calafate.

We vragen of de buschauffeur voor ons wil stoppen bij het busstation in het centrum, want we moeten nog een paar praktische dingen regelen. We kopen de bustickets voor morgen naar Bariloche, shoppen ons avondeten en lopen vervolgens naar het verhuurbedrijf, om te kijken of we alleen de huur, of misschien wel de hele auto moeten betalen. (zou hij er nog staan?) Met samengeknepen billen lopen we het kantoortje binnen. Pfffieuw, alles is goed gegaan en na het betalen van de huur krijgen we het blanco, getekende, creditcardafschrift weer netjes terug. We voelen ons allebei alsof we net een marathon hebben gelopen, dus we kruipen vroeg ons bedje in. Morgen eind van de middag vertrekken we met de bus naar Bariloche en we zijn benieuwd hoe deze 28 uur durende reis ons gaat bevallen.

 

Foto’s van de eerste twee weken

Terwijl we zitten te wachten op de bus naar onze volgende bestemming hebben we de foto’s van onze vorige bestemming online gezet!

De bus die ons van El Calafate naar Bariloche moet gaan brengen zal zo’n 28 uur onderweg zijn. We zijn dus even ‘off the grid’, maar zodra we aankomen in Bariloche verwachten we een stukje over onze tijd in El Calafate en El Chalten te kunnen plaatsen.

Voor degenen die het nog niet gezien hadden, ook de foto’s van Buenos Aires staan al een tijdje op de Foto’s pagina.

Ushuaia, Terra del Fiego & Estancia Harberton

Dag 6 tot 10

Onze vlucht van Buenos Aires naar Ushuaia had een ruwe landing. Het vliegveld ligt op een eiland midden in het Beagle Kanaal en het waaide echt keihard, waardoor het vliegtuig alle kanten op leek te willen, behalve richting de landingsbaan. Renee zat naast een zeer vriendelijk Argentijns mannetje (Alfreddo), die in Ushuaia werkt op een vissersboot. Hij heeft veel interessante dingen verteld over de omgeving van Ushuaia en zijn leven en wist ook te vertellen dat het hier vaker zo gaat. Helaas ontkrachtte hij dat door bijna elke 10 seconden een kruisje te slaan. Het bleek te helpen, we zijn veilig geland. En ook de taxirit naar het hostel is zonder problemen verlopen.

De eerste indruk van ons hostel “Antartica” is al direct heel goed. Ze hebben een hele grote huiskamer met een vide erboven waar een soort van woonkeuken zit. De zeer vriendelijke staff maakt het plaatje compleet. Een van de meiden blijkt Nederlands te spreken, met een vlaams accentje. Ze vind het leuk dat ze weer gelegenheid heeft om wat te oefenen met ons. Na het inchecken en heel even bankhangen en bekijken wat er allemaal voor tours mogelijk zijn in deze regio gaan we het stadje in op zoek naar iets te eten. We stranden bij een Italiaans tentje waar Renee een stuk gegrilde kip met salade en Stefan wéér een schnitzel besteld. Ushuaia blijkt geen cent goedkoper te zijn dan Buenos Aires en we besluiten tijdens onze wandeling terug naar het hostel dat we die grote keuken maar eens moeten gaan gebruiken tijdens ons verblijf hier om de kosten wat te drukken.
De volgende ochtend blijkt het prachtig weer te zijn, dus hebben we last minute een boottocht over het beagle kanaal geboekt. Deze was erg leuk en de uitzichen geweldig! Met een klein bootje (15 passagiers) zijn we naar vier eilandjes gevaren. De eerste had hele grote zeeleeuwen, waarbij de kapitein zijn boot zo dicht bij de rotsen bracht dat je ze bijna kon aanraken. Daarna nog een zeer oninteressant eiland met vogels en daarna door naar de ‘vuurtoren aan het eind van de wereld’ die officiëel alleen in fictie van Jules Verne bestaat. Het laatste eiland was iets groter en daar zijn we ook aan land gegaan voor een korte wandeling en een aantal leuke foto’s met de stad en de bergen op de achtergrond.

Tijdens de bootreis was de accu van de camera leeg geraakt, teveel gebruikt misschien? Maar in de middag hadden we een wandeltocht gepland naar een gletsjer boven op de berg waar de stad tegenaan ligt. En als je zo’n pokke-end naar boven gaat lopen, wil je natuurlijk wel foto’s kunnen maken! Dus we hebben in het hostel de camera aan de lader gehangen en zijn ondertussen bij de supermarkt een paar broodjes gaan kopen om de laadtijd te overbruggen.

Na de lunch vonden we de accu vol genoeg en zijn we met de taxi naar de stoeltjeslift aan de bovenrand van de stad gegaan. We waren nog net op tijd, want de deze ging bijna sluiten. Na flink wat waarschuwingen dat we niet meer met de lift naar beneden zouden kunnen, zijn we ingestapt voor een ritje van 15 minuten in de ijzig koude wind. Boven aangekomen werden we nogmaals gewaarschuwd dat de lift zou stoppen en het mannetje wees ons op de mogelijkheid om via de skipiste weer naar beneden te lopen. Toen we eenmaal het hutje van de skilift hadden verlaten, realiseerden we ons dat we nergens een kaartje van het gebied gekregen hadden. Oops!

Na een flinke klim vinden we een informatiepaneel met daarop een tekening van het gebied. De gletsjer, die ons n.b. door de manager van het hostel was aangeraden, ligt volledig verborgen onder de sneeuw. Pech. We besluiten terug te lopen naar beneden via de skipiste, wat zo af en toe nog een beste uitdaging is en zeker doorweekte schoenen, broekspijpen en sokken tot gevolg heeft.

Halverwege naar beneden komen we een Amerikaan tegen die ‘on a mission’ is om ‘gospel and jesus’ te gaan introduceren bij Ushuaianen. We raden hem af om verder naar boven te lopen (hij was al een uur onderweg naar boven en pas op de helft van de skipiste en er is niets te zien) en hij besluit met ons verder mee naar beneden te lopen. Tijdens een interessant gesprek lijkt hij niet opdringerig te zijn over zijn geloof, maar helaas voelt hij bij het afscheid onder aan de skipiste toch de behoefte om nog even flink aan te dringen, wat voor een bot afscheid en een bittere nasmaak heeft gezorgt.

Gelukkig waren we dit weer snel vergeten toen we volledig verdwaald, kniediep in de sneeuw stonden op een van de wandelpaden de berg af. (we wilden geen taxi terug nemen) Deze paden waren ons wederom aangeraden door de manager van het hostel, ze zouden makkelijk te navigeren en te lopen zijn. We moesten alleen opletten dat we gele routes volgden en niet de rode, want die liep niet naar het dorp. Hij is duidelijk sinds deze winter zelf nog niet hier geweest, want sommige van deze paden zijn echt niet te bewandelen en veel van de gele paaltjes staan ofwel diep onder de sneeuw of zijn gewoon afwezig. Nadat we echt op een punt zijn aangekomen waar in alle richtingen geen pad meer te ontdekken is tussen de bomen en de rivier, besluiten we terug te lopen naar de skilift (met gezonde tegenzin) en een taxi te bellen.

Terug in het hostel hebben we allebei flink lang onder de douche gestaan om op te warmen en pasta gekookt. De rest van de avond hebben we gevuld met het publiceren van het stukje Bye Bye Buenos Aires, het sorteren van de foto’s en kletsen met andere reizigers over de dingen die we allemaal nog willen gaan doen. (en zij vaak al gedaan hebben, of in ieder geval een mening over hebben) Daarna ruilen we nog even van bed, want Renee heeft afgelopen nacht slecht geslapen boven in het erg hoge stapelbed en Stefan heeft daar minder moeite mee.

De volgende ochtend staat de wekker vroeg. We gaan namelijk met de bus naar Tierra del Feugo, het nationale park aan het einde van de route n3. Dit is een weg van ruim 3000km van Buenos Aires naar Ushuaia en het vervolg van de route PanAmericana, die begint in Alaska 17.848 km hier vandaan. In dit park doen we een groot deel van de ‘hikes’ (heuvelachtige wandelingen door het park) en hoewel we ons prima hebben vermaakt, hebben we wel het gevoel dat we deze 10km ook prima in Zeist door het bos hadden kunnen lopen. Echt bijzonder was het niet. Hoewel, wel bijzonder duur misschien! (185 peso p.p. / 37 euro).

De middag hebben we onze zere voeten te rust gegeven op de bank in het hostel en op internet rondgekeken voor de mogelijkheden om Ushuaia weer te verlaten. We weten namelijk nog niet eens waar we heen zouden willen gaan. Ongemerkt is het best laat geworden, dus besluiten we niet meer te koken, maar even te gaan eten bij Moustachio, het Parilla restaurant dat Alfreddo in het vliegtuig had aangeraden. Wat inderdaad wel een super sfeer had, maar iets minder goed eten helaas.

Op dag 9 van onze reis hebben we het heel erg rustig aan gedaan. Rond 09.00 uur zitten we aan het ontbijt en daarna vragen we de manager van het hostel om voor ons de pinguïntour te boeken. We kunnen deze dure trip met de creditcard betalen zonder commissie, maar daarvoor moeten we wel langs het kantoor van de reisorgansatie voordat we op de bus kunnen stappen, gelukkig zit deze niet heel ver van de bushalte. De bus vertrek pas om 14.20 (15.00 uur Argen-time) dus we kijken nog even naar onze opties om een auto of camper te huren, om El Calafate te bereiken, wat we hebben besloten dat onze volgende bestemming wordt.

Het busje blijkt voor de helft gevuld met Spaanstaligen en voor de helft met Engels sprekende mensen. Bovendien hebben we een hele leuke gids Santiago, die we ook Santi of Santa mogen noemen. Afwisselend vertelt hij eerst zijn verhaaltje in het Engels en de andere keer eerst in het Spaans, wat zeer goede oefening is voor ons! Na 1,5 uur in de bus (45 km asfalt, 45 km dirtroad) komen we bij Estancia Harberton, een boerderij buiten Ushuaia waar Tomas Bridges (een Engelsman) is gaan wonen nadat zijn ‘mission’ om het geloof te brengen gefaald is. Vanaf hier varen we in een ontzettend gave en bruut snelle zodiac naar het eiland waar de pinguïns op wonen.

We gaan op het eiland aan land en meteen vanaf het strand kunnen we al pinguïns zien staan, maar we lopen er nog niet heen, want de eerste bijzondere bezienswaardigheid bevind zich vlak bij de boot. Er blijkt (bij toeval) een hele grote zeehond in de baai te zwemmen. (op pinguïnjacht, ongetwijfeld) Daarna lopen we over het eiland en zouden we bij wijze van spreken de pinguïns kunnen aaien! (zie de foto’s!) Natuurlijk hebben we dit niet gedaan, want het zijn wel degelijk wilde dieren en hoewel niet schuw, kunnen ze wel heel gevaarlijk hard bijten.

Na ongeveer een uurtje op het eiland rondgelopen te hebben, varen we terug naar de boerderij en via een klein museum (een van de schuren) over in het water levende zoogdieren (best interessant) rijden we terug naar ons hostel. Dit was echt een gave tour, erg duur (180 euro), maar zeker een aanrader. Terug in het hostel heeft Renee nog gehaktballen in tomatensaus en aardappelen gekookt terwijl Stefan alvast een begin heeft gemaakt met het inpakken van de tassen. En ná het eten hebben we eigenlijk de rest van de avond (tot veel te laat) met een Belgisch stel Lobke en Inge zitten praten. Zij hebben al heel veel gezien in de afgelopen maanden en hebben heeeeel veel leuke tips voor ons.

De volgende ochtend hebben we de rest van onze tas ingepakt, want we vliegen begin van de middag naar El Calafate. Het blijkt dat Jean, een 65 jaar oude vrouw uit noord Ierland, die ook hier in het hostel zit en waar Renee al een aantal keer een leuk gesprek mee heeft gehad, dezelfde vlucht heeft. En we delen een taxi naar het vliegveld.

Bye bye Ushuaia! El Calafate here we come!