Sucre – La ciudad blanca
Hoewel het pas 15.00 uur ‘s middags is hebben we net als gisteren allebei totaal geen zin om rond te gaan winkelen voor hostels. In onze ‘Footprint South America 2009’ staan flink wat hostels in Sucre en de (oude) omschrijving van hostel Colón spreekt ons allebei het meeste aan. Onze collectivo-chauffeur vraagt of we eruit willen op het ‘Plaza’ en we reageren ongeveer in koor dat we bij Colón Doscientoveinte (220) afgezet willen worden. Na wat discussie met zijn tweede man (de verkoper) besluiten ze ons meteen hier op de hoek eruit te zetten. Dichter bij Colón kan hij niet komen zonder heel veel om te moeten rijden. Het is volgens hem 1,5 blok lopen naar het door ons genoemde adres.
Vijf blokken later staan we in de receptie van Hostal Colón. Helaas blijkt de prijs in onze oude reisgids niet meer te kloppen en we willen hier best een tijdje blijven dus dit is echt te duur. In de directe omgeving zitten flink wat meer hostels, dus met frisse tegenzin gaan we dan toch maar aan de shop. We zien wat betaalbare slechte kamers en wat dure leuke hotels, maar eigenlijk is het allemaal niets. We stranden bij de receptie van Hostal Sucre, wat een soort motel is en echt een hele gave binnenplaats heeft. Als het lukt om 40Bs (5 euro) van de prijs af te dingen én een grotere kamer te krijgen, besluiten we het eerste nachtje hier te blijven en via internet een ander hostel te zoeken zodat we morgen naar iets goedkopers kunnen verhuizen.
We hebben weer een flinke berg vuile was en een stukje verderop in de straat zat een lavandería, dus terwijl Stefan even onder de douche door duikt, brengt Renee onze was weg. Daarna lopen we samen richting de supermarkt die de dame van de receptie ons aangeraden heeft en gaan we meteen via een restaurantje (Bibliocafé, 2 lasagna’s) en het Plaza (inmiddels in het donker, maar ziet er nog steeds gezellig uit) terug richting het hostel. Waar we niet veel later in een heerlijk bedje in slaap vallen.
We hebben heerlijk geslapen en na een prima ontbijtje halen we onze schone was op. Samen een hele backpack van 70 liter vol en we rekenen 70 bolivianos af, zo’n 9 euro. Na het uitchecken installeren we ons op de gezellige binnenplaats. Renee haalt even een sapje en wat snacks en dan is het relaxen geblazen. Deze middag is voorbij voordat we er erg in hebben. Na het updaten van de weblog, uitzoeken van foto’s, contact met het thuisfront, boeken van een nieuw hostel en een beetje lezen, wordt het tijd om onze spullen te pakken en te verhuizen.
Na een korte wandeling en wat gezoek, komen we aan bij Hostel Gringo’s. Een gast doet na het aanbellen de deur open en vertelt onderweg naar buiten dat de eigenaar Mike, een Oostenrijker die is getrouwd met een Bolivaanse, een oranje shirt aanheeft en ergens boven rondloopt. Hij runt het hostel in z’n eentje en dat betekent dus ook dat hij echt alles zelf doet. Van het schoonmaken, tot bedden opmaken, tot mensen helpen, etc. Respect, want het is een best groot hostel en hij zit hier dus zeven dagen in de week. We wachten gewoon beneden, terwijl we kletsen met een Nederlander die ook uit Utrecht komt. In het hostel hangt een heerlijk relaxte sfeer, Mike laat ons ons bed en de rest van het hostel zien en we raken al snel aan de praat met andere reizigers in de keuken. De incheck formaliteiten kunnen later ook wel een keer.
Het eten van de rest laat ons besluiten om zelf ook nog even naar de supermarkt te gaan. Terwijl we verder kletsen in de keuken, maakt Stefan hamburgers voor zichzelf en Renee een salade met tomaat, komkommer en een rare soort kaas (gelabeld mozzerella). Een Argentijn uit Buenos Aires heeft ondertussen ook de zelfgemaakte empañadas op tafel gezet en dringt aan om er een paar te proberen. Ze zijn inderdaad heerlijk en we krijgen gelijk het recept. Na een aantal tips voor de rest van Bolivia, klimmen we ons stapelbed in, wederom echt heerlijke bedjes!
De volgende dag is het tijd om de stad een beetje te verkennen. Sucre staat bekend om zijn witte gebouwen en die heb je hier inderdaad een hele hoop! Hoewel Sucre officieel de hoofdstad is (niet La Paz zoals heel veel mensen denken), voelt het meer als een groot dorp. We lopen naar de Tourist information om te zien wat we hier allemaal kunnen doen. Stefan leest over een offroad motortour en kan dit nog voor dezelfde middag boeken. Renee besluit om het offroad rijden eerst maar eens een keer in Nederland uit te proberen en heeft dus de middag vrij om andere dingen te doen.
We zijn ‘s middags gelukkig ruim op tijd bij het ophaalpunt waar gids Sergio, een errug grote man voor Boliviaanse begrippen, voor de verrassing het Boliviaanse kwartiertje heeft geskipt. Stefan en Sergio rijden samen in de auto naar het huis van Sergio om de motoren op te halen en Stefan heeft het geluk dat hij van motor mag ruilen en dus een betere motor krijgt om op rond te scheuren, zonder bij te betalen. Ze zien allerlei mooie weggetjes en het is leuk om weer eens op een motor te zitten. Wel jammer dat het op een gegeven moment gaat regenen, waardoor de gids niet verder durft, omdat de rivierdoorwadingen dan te gevaarlijk worden. Ze schuilen in een iniminidorpje met adobehuisjes, een plek waar de mensen alleen maar hun eigen dialect spreken. En daarna rijden ze de omgekeerde route, over de brug, terug richting Sucre. Dit bleek maar goed ook, want op de bergpas zien ze hagelstenen zo groot als knikkers langs de route liggen.
Tijdens het motorritje van Stefan heeft Renee zich prima vermaakt in Sucre. Tijdens een bezoekje aan de plaatselijke markt kan er gelijk geshopt worden voor de ingrediënten van de geplande lasagna en het is ook een goede plek om eens een lekker fruitsapje te proberen. Het is leuk om hier een beetje rond te wandelen, foto’s te maken en te kletsen met locals. Op een gegeven moment wordt de lucht wel erg donker, dus is het tijd om weer terug te gaan naar het hostel. Met het richtingsgevoel van een kromme banaan (en zonder Stefan) is dit alleen wat makkelijker gezegd dan gedaan. Dus na het zoeken op de kaart (die straat staat er natuurlijk net weer niet op) en een vriendelijk gesprekje met een wel erg geïnteresseerde Boliviaan, weet Renee welke kant ze op moet en bereikt ze net op tijd het hostel.
Als Stefan weer terug is van zijn motorritje, is het tijd voor een gratis drankje van het tourbureau en willen we proberen om voor de volgende dag nog een bus te boeken om naar de zondagmarkt in Tarabuco te gaan. We zijn net te laat, want een mannetje trekt net de deur achter zich dicht. Maar hij beloofd een plekje voor ons vrij te houden als we morgen iets eerder komen en we krijgen alsnog het gratis drankje bij de buren. We shoppen daarna een bioscoopkaartje voor de nieuwe James Bond film en betalen slechts 2 euro per persoon. We hebben daarna nog genoeg tijd om een boodschapje te doen en een hapje te eten bij wederom het bibliocafé. De lasagna schuiven we door naar morgen! Na een relaxt avondje film kijken in een prima bioscoop, duiken we om 01.00 uur ons bed in.
Vandaag moeten we helaas vroeg op om naar de markt van Tarabuco te gaan, dus eigenlijk was die lange film helemaal niet zo handig. Het mannetje heeft woord gehouden en na het betalen van een paar Bolivianos, hebben we ook nog eens de mooiste plek in de bus! Zoals de beloofde 1,5 uur deed vermoeden, komen we uiteraard na twee uur aan in Tarabuco. We krijgen een korte rondleiding over de markt, met een interessant verhaal over de historie en de cocablaadjes die ze hier allemaal graag kauwen. Daarna lopen we zelf zo’n drie uur lang rond om foto’s te maken en na een paar keer onderhandelen ook zelf wat souvenirs te kopen. Onze voeten zijn inmiddels toe aan een break en dat komt goed uit want we moeten nog twee uur in de bus zitten richting Sucre. Met onze tassen lopen we terug naar het hostel en doen we nog een heerlijk tukje in de hangstoelen op het dakterras.
Vanavond staat dan eindelijk de overheerlijke lasagna van Stefan op de planning. Renee loopt nog even naar de supermarkt voor een goedje dat op gehakt lijkt (we zijn nog steeds benieuwd van welk beest het afkomstig was) en melk en dan kan Stefan aan de kook. Het grootste gedeelte van de avond kletsen we samen met hosteleigenaar Mike en een irritante Engelse meid in de keuken. (“oh ik ben zo stoer, oh ik zuip zoveel”) De lasagna was weer erg jammie, maar wel veel te veel, dus eten Ken (uit Japan) en een Franse meid ook nog een paar porties op. Na het kijken van een aflevering van tv-serie True Blood op de laptop is het weer snurken geblazen.
De volgende dag is een reisdag. We slapen eerst lekker uit en krijgen van Mike alle tijd om onze tas in te pakken en te relaxen voordat we uit moeten checken. Samen met een Ier en Engelsman loopt Renee naar een bureautje om het busticket naar La Paz te gaan boeken en informeert ze op aanraden van een Nederlandse uit het hostel ook gelijk naar de mogelijkheden om naar Rurrenabaque te gaan vanuit La Paz. Stefan pakt ondertussen de tas verder in en sorteert de spullen die we op willen sturen naar Nederland, want onze tassen zijn inmiddels flink wat zwaarder geworden en dat is niet fijn. Op het postkantoor zijn we een paar uur bezig om de spullen te beschrijven, in te pakken, wegen, etc. Wat een gedoe voor een pakketje van 8 kg! (dingen die we niet meer nodig gaan hebben tijdens te reis en een paar souvenirs) Nu hopen dat het zonder problemen in Nederland aan gaat komen.
De volgende stop is het tourbureautje om alvast de vluchten naar Rurrenabaque te boeken. Deze zijn reuze populair en aangezien er maar zo’n 20 personen in een vliegtuig passen, ook snel uitverkocht. Het blijkt nog niet zo makkelijk te zijn, want we moeten om 21 november heen zien te plannen (waarom lees je in het stukje over La Paz) en er is niet zoveel meer beschikbaar. De dagen die we willen zitten al vol, maar de aardige medewerkster gaat het proberen. Na een hoop telefonisch gesmeek, wachten, terugbellen en nog een keer smeken heeft ze één ticket extra weten te creëren in het systeem (apart), maar we moeten nog even wachten om te zien of het lukt om ook een tweede ticket te bemachtigen. (Wat ze inzet door opnieuw te bellen, te melden dat er nog maar één ticket was, maar dat ze er toch twee nodig heeft.) Renee wordt ondertussen een beetje zenuwachtig, want de bus naar La Paz gaat zo vertrekken en we vragen ons af of we straks wel geldige tickets hebben.
Renee loopt dus alvast naar het hostel terug om de lasagna op te warmen (in de zeer trage oven), terwijl Stefan geduldig afwacht in het reisbureau. We hebben uiteindelijk inderdaad twee tickets en stappen op tijd in de taxi richting het busstation. Renee heeft het gezamenlijke betaalbewijs voor de bus, dus ook die voor de Ier en Engelsman, maar zij komen maar niet opdagen. Inmiddels wisselen we deze toch maar om voor de echte tickets en komen de twee jongens ook eindelijk, 5 minuten voor tijd, maar dus eigenlijk 10 minuten later dan afspraak, aanrennen.
In de bus blijkt dat we genaaid zijn door het busbedrijf met slechtere stoelen dan waar we voor betaald hebben, dus rennen Renee en de Engelsman weer terug naar boven om te klagen. De medewerkers zeggen dat het hun schuld niet is, maar die van het reisbureau en ondertussen wijzen ze naar de wegrijdende bus. Stefan en de Ier doen hun uiterste best om de bus tegen te houden door in de dichtgaande deuropening te gaan staan en Renee en de Engelsman rennen de longen uit hun lijf achter de bus aan. Ze kunnen nog net op tijd in de al rijdende bus springen. Op naar La Paz! En dit trucje van het reisbureau onthouden we, zodat ze het de volgende keer bij andere toeristen kunnen proberen in plaats van bij ons.