Wel grappig om te merken hoe snel je vergeet welke dag het is in de week en dat dit ook helemaal niet erg is als je een reis maakt zoals wij nu doen. De meeste bezienswaardigheden zijn alle dagen in de week geopend, behalve misschien musea, maar die slaan wij toch meestal over. Dus we zijn lekker flexibel en kunnen gewoon bedenken waar we op dat moment zin in hebben.
Dit is soms ook wel weer een luxeprobleem, want vandaag twijfelen we of we met de motor een tochtje maken en dan weer terug komen op de camping of dat we met onze bus gaan en uitchecken. We kiezen voor de motor, maar willen eerst even rustig ontbijten, onze blog updaten en de exacte route bepalen. Net als we daarmee bezig zijn, komt Anselm ons begroeten en overleggen we onze plannen met hem. Als we vertellen dat we onze Lonely Planet gisteren zijn vergeten, biedt hij aan om voor ons even te bellen met zijn vrienden van de boekhandel om te vragen of zij er één op voorraad hebben van Roemenië en Bulgarije. Bij terugkomst is het antwoord nee, de andere boekhandel in het dorp heeft alleen die van Noorwegen (willen we die dan, heel handig voor op onze route, uhum) en heeft hij met het pension gebeld om te checken of hij daar ligt (yep) en of het zinvol is om dan een koerier te regelen die er 1,5-2 dagen over gaat doen. Super aardig van hem en we overleggen even.
We beslissen uiteindelijk om onze plannen aan te passen en toch met de bus de route te gaan rijden, want het wordt wel erg slecht weer. Motorpak uit, normale kleding aan en de bus weer rijklaar maken. Omdat Anselm naar de stad moest voor werk, konden we niet uitgebreid afscheid nemen en hem bedanken. We vinden het wel leuk om hem iets mee te geven en Stefan komt met het goede idee om hem één van de origineel Japanse curries te geven die Joost en Sanae ons eerder weer cadeau hebben hebben gedaan (sorry Joost, maar hij komt heel goed terecht!). Een paar ingrediënten-tips erbij en hem succes gewenst met experimenteren, iets wat hij graag doet met eten. Tasje erom en aan zijn voordeur gehangen.
De eerste stop is wederom Sibiu. Dit ligt toch op de route en dan kunnen we gelijk checken of de boekhandel die we op internet hebben gevonden de Lonely Planet verkoopt. Terwijl Stefan de olie nog even checkt en wat rommelt in de bus, loopt Renee de boekhandel binnen. Helaas, zonder succes. Dan maar even lunch kopen voor onderweg: twee Gogosi’s it is. Dit zijn een soort calzonepizza’s om te zien, maar dan van oliebolachtig deeg, met een vulling naar keuze. De ene met chocolade/vanille en de ander met Branza dulche, een soort zoetige kaas met rozijnen. Smullen maar!
Op advies van Anselm stoppen we vervolgens een paar kilometer verder in Daia, op zoek naar de eerste burchtkerk. Er zijn in dit dorpje met 1500 inwonerseen hoop kerken, maar geen die een muur eromheen heeft. Uiteindelijk komen we erachter dat we een bordje met Biserica fortificata hebben gemist en staan we even later voor de poort van de ommuurde kerk. We trekken snel onze regenjassen aan, want het giet inmiddels! We hebben geen zin om op zoek te gaan naar de dorpsinwoner met de sleutel, dus bekijken we deze alleen aan de buitenkant.
Stop drie is de burchtkerk in Hosman. Nog voordat we helemaal zijn uitgestapt, wordt Stefan door een oud mannetje aan zijn mouw meegetrokken het dichtsbijzijnde huisje in. Renee loopt ook maar mee en we vragen ons af wat hij wil. Zijn vrouw (?) is inmiddels ook naar buiten gekomen en ze wijzen ons op hun kwh-meter en vervolgens een hele stroom aan Roemeense woorden. Hij zet een krukje neer, duwt een papiertje en een pen in Stefan’s handen, dus schrijft Stefan de 000060 op die hij ziet staan. Huh, kan hij het niet lezen misschien? Hij gebaard en zegt nog een aantal dingen, maakt een telefoongebaar en zegt Agnita (een grote plaats wat verder weg) en ….? Uiteindelijk is onze interpretatie dat hij wil dat wij de stand doorbellen (juist, wij spreken geen Roemeens?) en gaan even later dus maar weer weg na een aantal sorry’s. Wel grappig om mee te maken en dus ook de binnenkant van een huisje te hebben gezien.
We lopen naar de kerk, want daar zijn we immers voor gekomen. Ook hier bekijken we alleen de buitenkant, want de poort is dicht en het huis waar we denken de man met de sleutel te kunnen halen ook.
Daarna stoppen we nog in Barghis (de kerk hebben we niet kunnen vinden) en rijden we via Richis naar Biertan. Het is inmiddels echter 17.00 uur en deze burchtkerk, die in tegenstelling tot de andere kerken in de omgeving heel erg uitgebuit wordt voor toeristen, is net gesloten. Bovendien hangt er op de deur dat ze bezig zijn met renovaties en dat er dus grote delen niet toegankelijk zijn. We kiezen er uiteindelijk voor om wat te eten bij het restaurant naast de burcht, met een inrichting geheel in thema en deze burchtkerk dan maar over te slaan.
Het is nu bijna donker en we gaan op zoek naar een slaapplek. De serveerster geeft ons de tip om verderop te kijken, naast de school omdat je daar in de zomer kon kamperen. Dit is nu meer een bouwput en dus rijden we terug naar Richis. Hier hebben we eerder een campingbordje gezien. De “camping” is een soort binnenplaats, waarvoor we eerst onder een poort door moeten, het is twijfelachtig of dat gaat passen met onze verhoogde bus en bovendien is het flink drassig en lopen we dus de kans dat we niet meer wegkomen. Uiteindelijk kiezen we voor een relatief rustig zijstraatje in Biertan waar meer auto’s geparkeerd staan. We raken inmiddels steeds meer gewend aan het “gaan slapen terwijl je midden in de nacht misschien wakker gebonst wordt-gevoel”.
De volgende ochtend gaat om 06.30 uur de wekker, want we willen vandaag veel zien. Stefan koopt heerlijk vers brood op het pleintje in Biertan en terwijl het licht wordt gaan we op weg naar Copsa Mare. We voelen ons wel een beetje bezwaard als we even later met onze luid brullende bus, op zaterdagochtend vóór 07.00 uur, het dorp binnen komen hobbelen. We vinden gelukkig snel het bekende bordje en lopen even later naar de poort van de burchtkerk. Helaas ook gesloten, ook wel logisch zo vroeg, dus lopen we eromheen. Terwijl Stefan een blik wil werpen in een soort van put, maakt hij het hele dorp wakker (inclusief zwerfhonden) want de blikken overkapping breekt los van het hout en dondert in elkaar, OEPS! Wasal! We lopen nog een kort rondje en gaan er daarna weer snel vandoor.
De tweede stop voor vandaag is Sighisoara. We parkeren de bus onderaan de oude stad en lopen daarna een rondje door de geboortestad van Vlad Tepes (aka Dracula). Er is hier een hoop moois te zien. Van oude stadsmuren, tot bijzondere kerken, smalle straatjes, het geboortehuis van Vlad, gekleurde huisjes, etc. Zeker een aanrader en helemaal zo vroeg in de ochtend want het is nu nog niet zo druk. Na een paar relaxte uurtjes stappen we weer in de bus, richting Viscri.
Onderweg stuiten we perongeluk op nog een burchtkerk bordje maar dan in Bunesti en deze heeft een poort die open staat. Dus stappen we uit en lopen naar binnen. Er zijn wat mannetjes druk bezig met het harken van alle herfstbladeren en een klein groepje Roemeense toeristen krijgt in het kerkje uitleg van iemand, waarschijnlijk de priester, over de historie. We luisteren even mee en lopen daarna een rondje. Mooi! Maar nu gaan we dan écht naar Viscri. Volgens de verhalen is dit dorpje lastig te bereiken, maar zeker een bezoek waard. Er zitten inderdaad flink wat gaten en hobbels in de smalle weg, maar niets waar onze bus niet tegen kan.
Onderweg genieten we van het uitzicht over de glooiende groene heuvels, bomen met bladeren in herfstkleuren, kuddes met schapen en ezels en uiteindelijk ook de mensen en huisjes in het dorp. We hebben weer veel bekijks als we met onze bus het dorp in komen rijden. Voor de ingang van de kerk staan deze keer een hoop mensen, wat later een groep Roemeense studenten en een reisgezelschap Nederlanders blijken te zijn.
Zij hebben ons kenteken natuurlijk gezien en zijn benieuwd wat we helemaal hier doen. We vertellen ons verhaal en kletsen over hun plannen. Ze zijn met een gezelschap van de Nazarenenkerk, waarvan je in Nederland een aantal kerken hebt en nog een hoop erbuiten. Ze zijn in Roemenië om te helpen met restoratiewerkzaamheden aan een kerk en betrekken de jeugd uit omliggende dorpen hierbij. Daarnaast bekijken ze op alle andere dagen natuurlijk ook een aantal bezienswaardigheden zoals Viscri vandaag.
We worden even later uitgenodigd om bij hun gids aan te sluiten en dus mee te luisteren naar het verhaal over deze burchtkerk. Wel leuk om hier iets meer over te weten, dus we zeggen ja en krijgen zo ook nog eens gratis toegang. Hun gids heet Roberta, is een Amerikaanse dame die al 14 jaar in Roemenië woont en bovendien oud professor is van de NASA. Het verhaal van Roberta wordt nog aangevuld door één van de jongere mannen uit het gezelschap dmv een quote uit de bijbel: Een vaste burcht is onze God
Het kerkje is echt goed bewaard gebleven en niet op een o-zo-typisch-toeristische-manier opgeknapt. Bovendien kan je ook de toren in, via een smalle stenen trap, met her en der een wel erg gammele plank op de tussenveriepingen. Het bordje “eigen risicio” staat hier voor de verandering zeer terecht! Eenmaal boven gekomen worden we getrakteerd op een prachtig uitzicht over het dorp met de heuvels en kan je de burcht goed van bovenaf bekijken. Het wordt zo een stuk makkelijker om je voor te stellen dat de gehele Saxische bevolking van het dorp in deze ommuurde kerk kon schuilen terwijl het dorp geplunderd werd door de Turken of Tataren.
Onderweg naar de volgende grotere plaats Brasov, zien we een groot kasteel op de heuvel staan bij Rupea. We beslissen dat deze ook een bezoekje waard is, dus rijden we omhoog en betalen we ieder 10 lijken (eigenlijk zijn dit LEI, maar dit klinkt wel leuk), zo’n 2,5 euro om naar binnen te mogen. We krijgen een kaartje mee en gaan van plek naar plek in deze laatst overgebleven uitvalsbasis van de Saksen in de tijd van de gevechten tegen Koning Charles Robert van Hongarije. Het is een groot complex waar ze wel erg veel aan hebben gerestaureerd in een iets te moderne stijl, beetje zonde. In Disneyland had het ook niet misstaan met de gloednieuwe glimmende dakpannen en smetteloos voeg- en schilderwerk.
Terwijl we weer verder rijden richting Brasov, begint het opnieuw te regenen. Renee stapt snel uit voor nog een laatste poging winkelpoging naar een Lonely Planet, terwijl Stefan een parkeerplaats zoekt. Inmiddels stort het water aangesloten uit de lucht naar beneden, dus we zijn blij met onze Goretex jassen. We lopen een beetje rond over het plein, waar ook allerlei etenstentjes staan en dan begint het, wat we niet voor mogelijk hieden, nóg harder te regenen.
We schuilen onder één van de luifeltjes en er stroomt inmiddels een rivier aan water over het plein, fijn, de rest van de dag natte sokken dus. We shoppen hier pesto (was in de supermarkt wel erg duur) en, wat een paar dagen later blijkt, een wafel met een soort negerzoenschuim en rozijnen (mierzoet, maar erg lekker). De stad bezoeken is met dit weer niets aan, dus duiken we Pub Biblioteque in waar we even een drankje drinken. Hier scoren we ook een stadskaartje van Brasov en even later belanden we met natte voeten en broek in een Roemeens restaurant. Stefan bestelt eerst een soort Roemeense pannenkoek met vlees, maar deze blijkt “op” te zijn. Dus hij laat zich adviseren om de Brasov specialiteit te bestellen: kip, beef, pork, potatoes en spicy sauce. Best lekker! Renee gaat voor de Cabbage rolls with meat, vegetables and polenta. Best ok, maar niet haar favoriet.
Gelukkig is het na het eten weer min of meer droog en lopen we alsnog een stukje door de stad en daarna terug naar de bus om een slaapplaats te zoeken. We kunnen vanavond en morgen gratis parkeren bij het park in de stad, dus theoretisch zou hij hier kunnen staan. De plekjes zijn allemaal echter zo kort dat de bus dan flink uitsteekt en bovendien is het wel erg druk qua verkeer. Dus rijden we terug naar een plek die Stefan op de heenweg heeft gemarkeerd.
In het donker ziet dit er alleen opeens niet meer zo aantrekkelijk uit, dus vragen we verderop bij de bewaakte parkeerplaats met douche en restaurant voor vrachtwagens, of wij daar ook een nachtje mogen staan. Geen probleem, voor nog geen 2,5 euro krijgen we een plekje toegewezen. Niet helemaal volgens de regels, dus een bonnetje krijgen we niet, maar wat maakt ons het uit. We staan in ieder geval op een veilig plekje met een wc in de buurt.
Na een prima nachtje, klimmen we uit ons bed voor een opfrisbeurt. Terwijl Renee in de gezamenlijke “badkamer” staat om haar tanden te poetsen, komt er een nietsvermoedende Roemeense vrachtwagenchauffeur binnen lopen. Lachen! Die verbaasde blik, daarna nog eens goed kijken, naar buiten lopen om op de deur te kijken (er staat niets over mannen/vrouwen), daarna iets vragen in het Roemeens, mijn lachende en vragende blik en hij vertrekt weer. Ik geloof dat hij niet gewend is om vrouwen te zien op een trucker parkeerplaats. 2 minuten later komt hij toch weer terug en besluit hij om gebruik te maken van één van de hokjes ipv de pisbakken (thanks!)
We rijden de stad weer in en parkeren bij het park met één wiel op het fietspad, zodat de achterkant niet op de straat steekt. Zo te zien gaat er snel een hardloopwedstrijd starten. Stefan pakt de kaart erbij en we lopen de noordelijk en zuidelijke wandelroute door de stad. Het is nog erg vroeg, mistig en fris en we lijken de enige toeristen te zijn op deze vroege zondagochtend. Brasov is een prima stadje, maar we gaan inmiddels toch vergelijken en dan vinden we oa Sighisoara mooier. Na de wandeling shoppen we bij de van gisteren bekende standjes op het plein twee typische Romeense baksels. Een soort quiche van bladerdeeg, ei en zoete/zoute kaas. Deze gaan in onze tas voor de lunch.
Om 11.00 uur, na ongeveer 30 km rijden, komen we aan in Bran. Zoveel toeristen hebben we tijdens onze hele trip nog niet gezien! En de hoeveelheid souvenirkraampjes en eettentjes bij elkaar ook nog niet. We zijn bijna geneigd om het wuivende mannetje te volgen en te parkeren tegenover de ingang, bij een paarkeerplaats met een officieel P-bord voor zo’n € 0,90 per uur, maar vinden uiteindelijk na een rondje rijden, zo’n 150 meter verder een gratis plekje. De oprit is echter flink diep ingesleten en daardoor lazerd de hele inhoud van één van de bovenkastjes eruit, waardoor het ons uiteindelijk toch ook een spiegel, deksel van chocopasta-pot en tijd voor het opruimen kost. Flink gat! En goede les om die spullen beter/ergens anders op te bergen.
We betalen zo’n € 6,00 pp om Castle Bran in te mogen, wat ook wel bekend staat als Dracula’s Castle en 60 meter boven de bergpas uitsteekt. De Saksen hebben dit kasteel in 1382 gebouwd om de pas te verdedigen tegen de Turken. Ze zeggen dat Vlad Tepes (aka Dracula) “waarschijnlijk” (juist) een aantal dagen hier is geweest toen hij op de vlucht was voor de Turken. We verplaatsen ons via de IKEA-style aangegeven route van kamer naar kamer en doen ondertussen wat ideeën op voor de verbouwing van ons huis. Ze hebben dit kasteel flink opgeknapt en ondanks dat het erg commercieel en toeristisch is, zijn alle kleine hoekjes en nisjes wel erg leuk. De reden dat dit kasteel zo populair is, is de associatie met Dracula, Vlad Tepes en de schrijver van het boek Dracula, Bram Stoker.
Het wegrijden van de parkeerplaats gaat gelukkig zonder schade en daarna stomen we door naar Boekarest. We hoeven deze stad verder niet uitgebreid te bekijken, maar willen wel graag het grootste gebouw ter wereld zien: Het parlamentsgebouw. Daardoor ook wel een beetje lastig om op de foto te zetten. We twijfelen nog even wat te doen vanavond. We zijn nu dicht bij de grens met Bulgarije en we hebben alles wat we wilden zien in Roemenië nu ook gezien. We besluiten: ondanks dat het al donker aan het worden is, gaan we vanavond nog de grens(brug) over met land nummer 8: Bulgarije!
Maar nog steeds lonely planet 🙁 ….
Wel weer een leuk reisverhaal 🙂