La Paz: Deel 2
Vandaag staan we al om 06.00 uur bij het kantoortje om in te checken, gek genoeg moet dat hier in het TAM kantoor in het dorp en niet op het vliegveld. Het is nog even spannend of we vandaag kunnen vliegen want er wordt verteld dat het erg bewolkt en zelfs een beetje mistig is. Nadat we onszelf weer in het busje hebben gepropt, wordt het vrij snel duidelijk dat het vliegtuig vandaag niet gaat vertrekken vanaf het Rurrenabaque vliegveld. We rijden daarom via een blubberweg door de jungle naar een ander vliegveld, in de hoop dat ze daar wel kunnen vertrekken. De extra kilometers voor het busje moeten wij natuurlijk wel cash betalen.
Na nog een tijdje wachten, kunnen we uiteindelijk met ruim een uur vertraging gelukkig wel opstijgen. We zitten deze keer achteruit (op rij 1), met onze rug naar de cockpit en bagage. Raar! Stefan zit helemaal blij te kijken als hij erachter komt dat een vrouw met klein kind zijn buren gaan zijn voor deze reis. Gelukkig valt het kind al snel in slaap, in tegenstelling tot een jongetje dat een paar stoelen verder zit en elke keer bij andere passagiers komt staan en janken. Dit wordt een lange vlucht!
Deze keer moeten we twee keer hopen dat het opstijgen en landen goed gaat, want we maken nog een tussenstop midden in een ander jungleplaatsje om te tanken en een paar passagiers om te ruilen. Het is wel duidelijk dat ze de vliegregels hier wat minder belangrijk vinden dan thuis, want even later worden er twee tieners bij de bagage in de ruimte tussen de passagiers en de cockpit gedropt. Er wordt nog even geprobeerd welke tassen er het lekkerste zitten. Zo, nog twee stoelen erbij! Nu begint ons te dagen waarom we het voor elkaar kregen om vanuit Sucre toch nog twee vliegtickets te bemachtigen!
Na een prima landing in La Paz (Asfalt! :)) krijgen we even later onze tassen weer terug. De tas van één van de Canadezen waar we mee stonden te kletsen bleek echter spoorloos; waarschijnlijk achtergebeleven bij de tankstop. Balen voor hun en wij zijn dubbel zo blij dat het bij ons wel goed is gegaan. Na een erg krap en veel te duur taxiritje, staan we weer bij ons hostel in La Paz. Na het droppen van onze spullen doen we in de stad nog een paar boodschapjes voor morgen en komen we nog de Poolse jongen tegen die in Sucre in hetzelfde hostel zat. De avond vullen we verder met een wedstrijdje ping pong, internetten en een hapje eten bij Dumbo’s.
Deze keer bestellen we een groot bord typisch Boliviaans Pique Macho. Rundvlees, kip, knakworstjes, aardappels en allerlei kruiden met een lekkere saus. Samen met een kan verse jus d’orange, gaat dit er goed in! We krijgen maar de helft van het vlees op en aan de groente komen we helemaaal niet toe. Als we rond 22.30 uur met een collectivo weer terug gaan naar ons hostel, merken we al dat het ten opzichte van andere dagen vrij rustig is op straat. Behalve bij het tankstation, daar staat echt een mega-file!
Vanaf 24.00 uur start de 24 uur durende census dag. Eén keer in de 10 jaar doen ze in Bolivia een volkstelling en dan moet iedereen binnen blijven, ook de toeristen. Wat hebben we weer een geluk. Bij het boeken van de vluchten werd ons hier al over verteld, want er zou dan ook niet gevlogen worden. Als we de volgende ochtend wakker worden is het verschil goed te merken, stilte! Ons hostel zit aan de drukste straat van de stad en normaal worden we hier wakker van toeterende auto’s en ronkende motoren.
Deze keer horen we alleen de geluiden uit het hostel. Het is echt moeilijk voor te stellen dat iedereen vandaag gewoon thuis moet blijven. Je zou denken dat er een makkelijkere manier zou zijn om dit te regelen, maar blijkbaar hebben ze er vertrouwen in dat dit werkt. We hebben gelukkig een goed, groot hostel met internet en een dakterras uitgezocht om vandaag opgesloten te zitten.
Na een gezellig ontbijt met Willemijn, de Nederlandse 1e stuurman/kapitein die we al eerder in Salta Argentinië hebben ontmoet, begint het grote niksen. De enige mensen die vandaag niet thuis/binnen hoeven te zijn, zijn de mensen die een aanvraag hebben ingediend bij de gemeente, zoals de mensen die in ons hostel werken en de nood- en hulpdiensten. Wij mogen wel naar het zusterhostel (verderop in de straat) op en neer lopen, maar verder niets.
Het zou trouwens ook niet echt nut hebben, want alles is gesloten. We maken dus snel een paar foto’s van de lege straten en verbazen ons over het feit dat je nu ook echt de vogels kan horen fluiten. (in het centrum van een miljoenenstad) Een paar Amerikaanse meiden proberen nog het barmeubilair naar buiten te slepen voor een paar grappige foto’s, maar worden door een groepje politieagenten netjes verzocht om weer naar binnen te gaan of met hun mee te gaan naar de gevangenis.
We vullen de dag met potjes ping pong, pool, internetten, serie kijken, shithead spelen op het dakterras en het kletsen met anderen. Om 15.00 uur zou er een bbq beginnen, maar aangezien wij hier niet zo’n fan van zijn, wilden we later gewoon iets van de menukaart bestellen. Het hostel had de dag vantevoren aangegeven dat dit zou kunnen, maar dit bleek nu opeens niet het geval te zijn. Ondanks dat wij echt een hekel hebben aan klagen en zeuren over dit soort dingen, hebben we nu flink stampij gemaakt. No way dat we de hele dag niets te eten zouden krijgen! Het duurde niet lang voordat we een waar klaagteam van meer dan 10 man bij elkaar hadden. En na een hoop verschillende beloften van verschillende personeelsleden (Stefan was zelfs de keuken binnengelopen) konden we om 19.00 uur eindelijk wat eten bestellen. Na een hoop spelletjes shithead en een gevulde maag, zijn we weer ons bedje ingedoken.
De volgende dag moeten we namelijk vroeg op om naar het zuiden van La Paz te gaan. Het blijkt nog niet zo gemakkelijk te zijn om een taxi te vangen die ons naar dit rijkere deel, onderaan de berg van de stad te brengen. Na ruim 25 minuten armen ophouden en taxi roepen, geholpen door de bewaker van het hostel, gaan we iets te laat richting de plaats van bestemming. Gelukkig zijn de drie broers met wie we vandaag op stap gaan ook te laat (wederom Boliviaans kwartiertje), dus het maakt niets uit.
We zijn ongeveer een uur onderweg in de volgestouwde jeep, via een hoop weggetjes die eigenlijk geen weggetjes genoemd zouden moeten worden (Stefan vraagt of ze op de kaart staan en een van de broers grapt dat je ze kunt zien op google maps), als we bovenaan een berg aankomen. We gaan hier vandaag van de rand afrennen, in de hoop dat we dan een paar seconden later, als de berg ophoudt, heerlijk door de lucht paragliden.
Na het tekenen van een waiver en het krijgen van instructies zoals: “ren zo hard als je kunt”, “beweeg met mij mee en blijf altijd de richting van het dal opkijken”, “als je onderweg een cactus tegenkomt, gewoon aan de kant schoppen en door blijven lopen” en “als de berg op lijkt te houden en we vliegen nog niet, gewoon door blijven lopen, anders crashen we!” zijn we er soort van klaar voor. Stefan wordt aan de oudste broer vastgemaakt en Renee aan de middelste. De jongste is een beetje ziekig en rijdt dus de jeep weer naar beneden.
We installeren nog even de Gopro bij Renee en de fotocamera bij Stefan en daar gaan we. 1,2,3 rennen! We vliegen voordat we er erg in hebben en na dit korte spannende moment, is het vooral relaxen geblazen. We hangen onderuit in een stoeltje (standje hangmat) en genieten van de mooie uitzichten terwijl we de wind gebruiken om zo lang mogelijk in de lucht te blijven. Na zo’n 20 minuten, zijn we in de buurt van de landingsplek. Eerst landt Stefan op zijn kont, doordat hij net iets te laat zijn benen strekte en daarna is het de beurt aan Renee.
Plotseling valt de wind weg (die anders altijd daar staat vanaf een bepaalde richting) en het gevolg is dat ze wel erg snel dalen. Ze ploffen dan ook nogal hard neer op de stenen, midden in een klein plasje met water. De piloot vraagt eerst aan Renee of het goed gaat en na de bevestiging staan ze op. Alleen een paar krassen op haar kuit, waarschijnlijk de volgende dag een blauwe plek op de heup en een natte broek. De piloot baalt duidelijk en schaamt zich. Nu moet de parachute namelijk eerst drogen, schoongemaakt worden en gecontroleerd en daar gaat de fooi van de dag.
Na het opruimen van de spullen rijden we met de jeep weer terug naar La Paz. Dit was gaaaaaaf en het voelt echt als vliegen! We geven toch een flinke fooi aan de jongens en hebben verder een relaxte middag. We schrijven weer een reisverslagje, kijken een aflevering van een serie op de laptop en doen een middagdutje. Renee koopt ondertussen alvast de bustickets voor de volgende bestemming en daarna is het tijd om lekker een hapje te eten. We bezoeken deze keer een duur maar erg lekker steakhouse en keren laat terug naar het hostel om even te douchen, wederom een reisverslagje te schrijven (we lopen een beetje achter) en daarna lekker te gaan slapen.
De wekker gaat de volgende dag vroeg. Na onze ochtendrituelen, stappen we in een microbusje richting de beroemde San Fransisco kerk. We worden bij een bar daar in de buurt vandaag opgehaald om te gaan mountainbiken op de deathroad. Na een lekker ontbijtje van yoghurt met fruit en muesli, stappen we in het busje om ons naar de top van de berg te brengen. Daar krijgen we onze fiets, helm, handschoenen, jas en instructies.
Het eerste deel, ruim 30 km, is verharde weg en allemaal naar beneden. Al vooroverliggend op ons stuur om meer snelheid te maken, racen we naar beneden met ruim 65 km per uur. Een Duitser en Peruaanse dame blijven iets achter, want ze vinden het eng, maar wij en een Engelsman genieten van deze snelheid. We hoeven hier ook niet te trappen of te remmen en passeren zelfs een vrachtwagen die natuurlijk wel moet remmen voor de bochten. Bij de eerste stop had gids Jubert ons al aangewezen waarom, want onderaan een van de uitkijkpunten ligt een bus. Begin van dit jaar is deze van de weg geraakt en ruim 100 meter naar beneden gestort. Onze gids vertelt dat de locale bevolking, nadat de verschillende hulpdiensten zijn verdwenen, altijd zoveel strippen als ze kunnen dragen en dit dan verhandelen op de markt er is inderdaad vrijwel niets over van de bus.
Na het kopen van een kaartje voor het tweede deel van de deathroad (waarom zou je er ook geen geld voor vragen), rijden we met het busje naar het onverharde deel van de weg. Hier is het flink mistig en krijgen we pas echt het deathroad-gevoel. Je kan hier op elke plek zo honderden meters omlaag kijken, zonder hekjes of vangrails (en dus vallen) en het is ook nog eens de bedoeling dat je links houdt, langs de rand van de afgrond, omdat bestuurders van auto’s dan beter de bochten kunnen doorkijken en de zijruimte kunnen inschatten.
We fietsen afwisselend vooraan en proberen ook nog te genieten van de mooie uitzichten. De gids gaat nu toch echt iets te hard om nog relaxt om je heen te kunnen kijken, dus nemen we iets meer afstand. De Peruaanse dame heeft er al snel genoeg van en kiest ervoor om de reis verder met het busje af te leggen (wat een zeurpiet!). Wij genieten van de gave uitzichten, afgewisseld met een paar angstige momenten van wel heel veel grote stenen en erg smalle paadjes. We moeten zelfs twee rivieren en een waterval doorkruizen en de chauffeur van het busje filmt met veel plezier hoe wij zeiknat hieruit komen.
Na in totaal ruim 65 km op de fiets, komen we bij het eindpunt van de weg en worden we met een cool t-shirt gefeliciteerd met het overleven van de deathroad. Maar wij hebben ook nog de zipline geboekt en het begint nu keihard te regenen, waardoor er altijd nog iets fout kan gaan. 🙂 (moeders: hier ophouden met lezen)
De eerste zipline is de hoogste van de drie en we gaan één voor één al glimlachend aan de staalkabel hangen. De rem van Stefan doet het op de een of andere manier niet zo goed, maar daar heb je het opvangkussen voor. Dit is veel beter dan een goed werkende rem, want als je te vroeg stil komt te hangen moet je jezelf het laatste stuk omhoog zien te trekken.
Als we allebei veilig aan de andere kant zijn gekomen hebben we geen andere keus dan aan te haken op de volgende kabel: de snelste. Want er is nu geen weg meer terug, we staan ergens halverwege een berghelling, zonder paadjes. Gaaf! De laatste is de langste kabel en we zijn inmiddels weer zeiknat geworden van de regen, maar dit maakte het er niet minder leuk om. En hebben natuurlijk weer een heleboel foto’s en film gemaakt.
Het ziplinemannetje brengt ons vervolgens naar de lunchplek waar onze gids en de Engelsman (die de 18 euro voor de zipline teveel vond) op ons zitten te wachten. Spaghetti met pesto voor Renee en met bolognesa voor Stefan. Dat gaat er wel in na zo’n hoop (in)spanning!
Daarna rijden we de deathroad weer terug, deze keer omhoog achterin het busje. Er vloeit flink wat bier (voornamelijk voor de gids en de Peruaanse dame, gelukkig niet voor de chauffeur) om het overleven van de tocht te vieren. Het is een flinke rit terug naar La Paz en we stoppen af en toe nog voor een paar foto’s en om de gedenkstenen en kruizen te zien waar mensen zijn overleden. (die hebben we op de weg naar beneden door de concentratie namelijk niet gezien)
Nadat we afgezet zijn in de buurt van ons hostel, pakken we onze tassen weer een keer helemaal netjes in en gaan we slapen. De volgende dag worden we namelijk vroeg opgehaald bij ons hostel om met de bus om naar onze volgende bestemming te gaan.