Esfahan, toeristische hoofdstad van Iran
Vandaag is een reisdag, maar voordat we vetrekken eten we eerst nog even ons ontbijt op en uiteraard moeten we ook nog even uitchecken en afrekenen. Stefan krijgt het met een aantal argumenten nog voor elkaar om nog 5 dollar korting te bedingen. Altijd mooi meegenomen! Daarna pakken we rustig onze tassen weer in (bijzonder hoe snel we altijd een rotzooi weten te maken van onze kamer) en gaan we met een taxi naar het busstation.
Het kopen van ons VIP-buskaartje voor 70.000 Rials per persoon (nog geen 2 euro) gaat soepel en 2,5 uur later staan we in Esfahan. Onderhandelen lukt niet met de taxichaufeur en ook de Lonely Planet waarschuwt voor Esfahan voor hogere prijzen, dus gaan we uiteindelijk maar akkoord met de 100.000 Rials voor de paar kilometer het centrum in. We lopen een stukje vanaf het plein waar hij ons eruit heeft gezet en checken even later succesvol in bij het Naghshe Jahan Hotel. Stefan loopt naar boven om twee kamers te bekijken en we kiezen uiteindelijk voor de kamer met 1 super bed en 1 doorgezakt bed voor 28 dollar per nacht. De verwarming staat wel op standje sauna en zelfs wat lomp schroefwerk met de multitool lijkt daar geen verandering in te kunnen brengen. Dan maar het raam open vannacht, want het hotel ligt wel lekker centraal en is voor Esfahanse begrippen prima betaalbaar.
We lopen nog even het centrum in om alvast een indruk te krijgen van wat we de komende dagen kunnen bekijken. We staan binnen een paar minuten op het Naqsh-e Jahan plein (na het Tiananmen square in Peking het grootste plein op aarde) en zien daar de zon onder gaan. Als we voor de ingang van de bazaar een foto willen maken, worden we aangesproken door een mannetje en hij weet ons mee te lokken naar zijn winkeltje.
We geven duidelijk aan dat we zijn tappijten niet willen kopen, maar hij wil ons alleen maar informatie meegeven. Nou ok dan, misschien best interessant en we hebben toch verder niets gepland vanavond. Eenmaal in de winkel zet hij zijn collega aan het werk om ons verschillende soorten en structuren te laten zien uit allerlei regio’s in Iran. Best boeiend, maar we hebben als echte Nederlanders kijken kijken niet kopen toegepast. We gaan namelijk echt niet 2,5 maand met zo’n tapijt rondslepen in onze backpack en bovendien vinden we ze ook niet eens mooi, wat eigenlijk een veel belangrijker argument is.
Via een wandelroute door de bazaar, wat volgens de Lonely Planet heel mooi moet zijn, lopen we naar het “Top choice” restaurant uit onze reisgids. De wandelroute valt tegen, de reisgids is duidelijk wat gedateerd en het is eigenlijk allemaal vergane glorie. Maar het restaurant ziet er luxe uit, er lopen veel obers rond, maar er zijn nog maar weinig klanten. Zo’n 15 minuten later zit het helemaal vol met toergroepen en een paar locals. Je merkt wel wat een review in de Lonely Planet als beste restaurant in Esfahan voor effect heeft.
Stefan bestelt op aandringen van de ober een soepje en voordat hij deze op heeft, staat ook het typisch Iraanse hoofdgerecht voor ons op tafel: Tajcheen Fessenjan (Fesenjun), rijst met stukken kip in bruine derriesaus. Het ziet er erg onsmakelijk uit, maar deze walnootsaus met granaatappel als zoetstof, is erg voedzaam en smaakt echt prima. Bij het afrtekenen discussieert Stefan nog even met de ober en niet veel later ook met zijn chef, omdat er een fles miniraalwater op de rekening staat waar we niet om hebben gevraagd en die we bovendien niet hebben aangeraakt. Het verbaast hem dat we uberhaubt hebben kunnen ontcijferen wat er op de rekening staat en hij voelt zich een beetje betrapt. Erg handig dat we de cijfers hebben geleerd want dit komt nu goed van pas.
We lopen terug naar ons hotel, ploffen op onze bedjes in de veel te hete kamer en vallen na het kijken van een serie in slaap. Blijkbaar hadden we de slaap wel nodig, want we worden pas rond 09.00 uur wakker en schuiven vrij snel aan voor weer een standaard ontbijtje met brood en creamcheese. Daarna lopen we naar de (stads)bushalte voor een bus richting de vuurtempel buiten de stad.
Bij een kioskje proberen we erachter te komen hoe je hier kunt betalen voor de bus en na het overhandigen van 50.000 Rials (zo’n 1,5 euro), krijgen we één pasje (ala OV-chipkaart). Nu hebben we nog steeds geen idee hoe het werkt, maar na wat handen en voeten, begrijpen we dat we deze gewoon twee keer moeten bliepen bij het instappen en de bus die naar de vuurtempel gaat staat voor onze neus te wachten tot het tijd is om te vertrekken. Ideaal.
We stappen na zo’n 20 minuten uit als we net buiten het centrum een grote heuvel passeren, dat zal het wel zijn, want die vuurtempel staat volgens de reisgids op een ‘sandy hill just outside of town’. We hebben goed gegokt. Na het kopen van een kaartje klimmen we omhoog via een soort van geitenpad, wat ons de makkelijkste route lijkt (bij het ontbreken van een trap). Eigenlijk wel leuk dat ze heel veel bezienswaardigheden in Iran gewoon (semi) origineel hebben gelaten zonder de typisch Amerikaanse moderne trappen en hekjes.
Deze vuurtempel was een heilige plaats voor de Zoroastrians, het oeroude geloof dat in de 7e eeuw na Christus werd verstoten toen de Islam zijn intrede deed in Iran. We hebben vanaf deze heuvel een mooi uitzicht over de stad, maar de vuurtempel is behalve erg oud, niet erg bijzonder. Na wat foto’s klimmen we weer voorzichtig naar beneden.
Als we in de bus terug stappen zijn we blij dat de OV-chipkaart nog steeds werkt. We zijn wel benieuwd hoeveel ritten er eigenlijk op staan, maar daar komen we vanzelf achter als hij het niet meer doet. We stappen uit bij een bordje Vank-Church, dat Stefan op de heenweg al had gespot, want dat is de volgende bestemming waar we heen willen. Het blijkt vanaf deze bushalte nog wel een flinke wandeling te zijn, maar het is wel lekker om weer even een stukje te lopen. Het is hier een graadje of 22 en het zonnetje breekt regelmatig door de wolken.
Nadat we duidelijk verkeerd zijn gelopen (foutje op de kaart in de reisgids), worden we door een Iraanse man weer de goede kant op gestuurd en komen we aan bij onze bestemming. We betalen de hoofdprijs om naar binnen te mogen van deze van buiten doodnormaal ogende kerk.
Gelukkig is de binnenkant erg mooi van deze Kelisa-ye Vank, een Armeense kerk uit ongeveer 1650. In die tijd werden zo’n 3000 Armeniërs naar Esfahan gehaald om de handel te bevorderen en ze waren vrij om hun eigen religie te belijden en dus deze cathedraal te bouwen. Elk hoekje en gaatje is beschilderd en vertelt een verhaal.
We lopen het museum in, waar vooral Renee erg snel op uitgekeken is. Er staan wel een paar interessante dingen (waaronder het kleinste gedrukte boek op aarde), maar op de een of andere manier worden we altijd een beetje duf van musea.
Het is inmiddels lunchtijd, maar in Iran lijkt het wel of alle winkeltjes die eten verkopen tussen de middag juist gesloten zijn (misschien om zelf te gaan lunchen?) en ook nu weer vinden we geen eettentje of kraampje met iets anders dan chips of koekjes. We zijn nu in de buurt van de rivier en hebben bedacht om daar lekker op een bankje te picknicken en mensen te kijken. Uiteindelijk zijn we het zat om iets gezonds te zoeken en kopen we bij een Iraanse patisserie vier kleine gebakjes en zitten we alsnog lekker in het zonnetje mensen te kijken aan de waterkant.
We lopen van brug naar brug, waar een hoop Iraniërs elkaar ontmoeten, picknicken, gezellig kletsen en foto’s maken. Niet zo gek, want we begrijpen dat de rivier maanden droog heeft gestaan en nu sinds twee weken pas weer stroomt.
Ook hier vinden de locals het leuk om ons aan te spreken en te begroeten en soms met ons op de foto te gaan, gevraagd of stiekem. Wij doen soms hetzelfde, dus we nemen het hun niet kwalijk.
Als we bij de laatste brug aankomen hebben we inmiddels flink wat kilometers gelopen en dus nemen we een taxi naar het ***** Abassi hotel, want dat zou heel mooi moeten zijn en je schijnt daar leuk te kunnen zitten om thee te drinken. De chauffeur stuurt met zijn oeroude auto en onofficiële taxi via allerlei smalle binnenweggetjes naar het hotel, een leuke ervaring op zichzelf. Maar aangekomen bij het hotel is het net te donker en te fris om leuk in de tuin te kunnen zitten. Daarom ploffen we even op de bank in de uberdeluxe lobby om te pauzeren en het toilet te gebruiken en lopen daarna de deur weer uit op zoek naar een betaalbaar diner.
We besluiten vandaag lekker makkelijk bij de fastfoodketen tegenover het dure restaurant van gisteren te gaan eten. Stefan heeft daar gisteren, onderweg naar het restaurant, al even bij de kebabrollen staan kwijlen, dus hij weet heel goed wat hij gaat bestellen en gezien de vrouwen hier in Iran minder te vertellen hebben, krijgt Renee hetzelfde.
Met wat wijsgebaren bestelt Stefan twee broodjes met kipkebab en twee cola en het smaakt echt super! Stefan wordt na het eten nog aangesproken door een man, die samen met zijn vrouw en zoon ook iets komt eten. We kunnen er niet veel van maken, maar met ons “point it” boekje hebben we veel lol. Hij vindt dit vertaalboekje vol met foto’s blijkbaar ook erg mooi, want stopt deze al bijna in zijn binnenzak met een vragende blik en bedankt ons voor het geschenk. Veel dingen kunnen we missen, maar deze willen we toch wel erg graag houden en dus schud Stefan heftig nee. Dat boekje komt waarschijnlijk nog goed van pas in Pakistan en India als gespreksstof in de bus of trein met locals.
Als toetje halen we nog een softijsje en lopen daarna met een omweg door een donker park terug naar ons hotel. Bij een mooi verlicht gebouw met een fontein stoppen we om een paar foto’s te maken en worden we in prima Engels aangesproken door een Iraanse man. Hij stelt ons een paar vragen en stimuleert zijn 8 jarige zoontje en vrouw om ook hun Engels met ons te oefenen.
In het hotel aangekomen internetten we nog een tijdje en kletsen we met een Roemeen die al een flink lange tijd door Iran reist. We delen onze ervaringen met elkaar en even later komt er ook een Iraans ouder stel uit Shiraz tegenover ons zitten. De vrouw spreekt Renee aan en na wat wederzijdse vragen, oa of wij Moslim zijn of Joods net als hun, geeft ze Renee een les Farsi. De Lonely Planet wordt erbij gepakt, waarin de Engelse woorden en zinnen staan met de Farsi omschrijving en oefenen maar! De letters zijn wel wat klein voor het oude vrouwtje, dus leent ze bij de receptie een vergrootglas. Erg leuk om zo samen te zitten en de taal te kunnen oefenen. Naast heel veel handige taalzinnetjes en het gehele alfabet, komen ook de uitspraken van de diverse cijfers aan bod. Superleuk en handig.
We hebben vandaag zo’n 16 km gewandeld en dat voelen we aan onze voeten. We zijn dan ook blij om even te zitten en te relaxen. Het is gelukkig, met de hele dag het raam open en de kachel zoveel als mogelijk dichtgedraaid, ook aardig afgekoeld op de kamer en we vallen allebei vrijwel direct in slaap.
De volgende ochtend kopen we, na het ontbijt, eerst wat drinken in een winkeltje en de eigenaar laat vol trots zijn foto’s met bekende voetballers zien. Hij kent ook Van Persie en de mooie duikgoal die hij heeft gmaakt tijdens het WK. En uiteraard komt ook ‘Van Nistelrooij’ ter sprake. Omdat de man er duidelijk van geniet om met toeristen te kunnen babbelen zetten wij onze eigen desinteresse wat betreft voetbal even aan de kant voor een leuk gesprek met de beste man.
We stappen weer op een stadsbus om deze keer de andere kant van de stad op te gaan. Ons eerder gekochte pasje werkt nog steeds, super handig! En blijkbaar kost een busritje hier dus echt vrijwel niets. De bus is erg vol en dus staan we meteen midden tussen een grote groep vrouwen die uit Shiraz komen. Ze spreken Renee aan en willen van alles over ons weten. Waar we vandaag komen, hoe lang we in Iran zijn, welke plaatsen we gaan bezoeken, of we ook nog naar Shiraz gaan (yep, check!), of we getrouwd zijn, etc. Vervolgens wil Renee natuurlijk weten wie er van hun allemaal getrouwd zijn en er blijkt nog maar één dame single te zijn en dat roepen ze met de grootste glimlach heel hard door de bus. De vrijgezelle dame kijkt vervolgens de rest van de rit heel verlegen naar de vloer.
We stappen even later, net een halte te laat, uit de bus en lopen het stukje terug richting de Masjed-e Jameh complex (de Vrijdag-Moskee), met z’n 20.000 m2 de grootste moskee in Iran. Het is hier op donderdagmorgen heerlijk rustig en dus lopen we een tijdje rond van gebouw naar gebouw. Als we het idee hebben dat we het hele complex hebben gezien lopen we door de bazaar weer richting het plein waar we eerder al een kijkje hadden genomen. Het theehuis in de bazaar dat ons werd aangeraden kunnen we helaas niet vinden. We vinden wel een groen fluoriserend knipperbord, maar het theehuis zelf is in geen velden of wegen te bekennen.
Uiteindelijk kopen we op het plein een wortelsapje voor Renee en een soort bladerdeegflap met honing en noten voor ons allebei. Ze verkopen ook bakjes met een soort witte doorzichtige sliertjes, maar durven het niet aan om dit te proberen; het ziet er gewoon echt niet smakelijk uit. Ook de mierzoet ruikende maispap slaan we even over.
We steken dwars het plein over richting onze volgende bezienswaardigheid en precies op het midden spreekt een oude kerel ons aan. Hij blijkt Hossein te heten, 84 jaar te zijn en ontzettend vriendelijk. Uiteindelijk hebben we ruim een uur met hem staan kletsen over zijn kinderen en kleinkinderen die gedeeltelijk in het buitenland wonen, zijn verwonding die hij heeft opgelopen tijdens de oorlog tussen Iran en Irak, hoe het werkt met verzekeringen in Iran, het geloof, onze ervaringen, etc. Super interessant! We nemen uiteindelijk afscheid van hem met een uitnodiging om vanavond, tegen een kleine vergoeding, met hem mee te gaan kijken naar de Iraanse nationale sport “Powerhouse”. Daar hadden we al wat over gelezen en we vinden het nu extra leuk om daar met een lokale begeleider naartoe te gaan.
Op het plein staat nog een moskee die het bezoeken waard zou zijn en dus betalen we wéér 100.000 Rials per persoon om naar binnen te mogen. Het begint een beetje te irriteren dat alles veel duurder is dan wat er in onze gids staat, dat die hoge prijs alleen voor non-locals geldt en dat alle bezienswaardigheden in deze stad bovendien exact hetzelfde papieren kaartje gebruiken. De moskee is wel weer erg mooi en groot.
Hossein vertelde ons nog dat de moskee morgen weer helemaal volstroomt met mensen voor het vrijdag-ochtend-gebed, dat was niet echt nieuws, immers is vrijdag voor moslims wat de zondag voor christenen is. Wat wel nieuws was is dat het voornamelijk mensen uit de omliggende dorpen zijn, die met gratis shuttlebussen naar de moskee heen en weer worden gereden, om de mensen die in de stad wonen de indruk te geven dat alle inwoners hier heel gelovig zijn, terwijl juist het tegenovergestelde waarheid is (volgens Hossein). In de moskee zijn daarom al diverse mannetjes er druk bezig om het binnenplein helemaal te bedekken met grote rollen tapijt. We ontmoeten hier ook een grote groep Nederlandse studenten, die samen drie weken georganiseerd rondreizen door Iran.
Terwijl we op een muurtje zitten en in ons boek kijken waar we nu heen willen, worden we regelmatig aangesproken door tappijtverkopers en balen we een beetje van deze stad. De bezienswaardigheden zijn mooi, maar je merkt hier wel echt aan de hotels, taxi’s en attracties dat het dé toeristenplek van het land is en ze daar ook gebruik van maken. Het lijkt bovendien te kloppen wat ze in Kashan zeggen over de mensen in Esfahan: ze zijn hebzuchtiger dan veel andere Iraniërs. We besluiten om moskee nummer 3 over te slaan want dat is weer 100.000 Rials en we hebben wel genoeg blauwe tegeltjes gezien voor één dag.
We kiezen voor een vroeg diner bij de pizzatent in een zijstraatje van het plein. De pizza’s die we krijgen lijken totaal niet op het plaatje en zijn reteduur, maar smaken goed. Vooral Stefan, die natuurlijk het meest het doelwit is voor de mannelijke (tapijt)verkopers is het inmiddels echt spuugzat en we lopen met een kleine omweg langs wat oninteressante en dure musea (in mooie gebouwen) terug naar het hotel voor een middagdutje.
Om 19.30 uur staan we op de afgesproken plek en stappen we met Hossein in een stadsbus. Na 5 minuten in de bus en nog een kort stukje met de benenwagen en dan zijn we bij de “sportschool”. De muren van dit gebouwtje zijn volledig bedekt met foto’s van bekende sporters en in het midden is een flinke ronde kuil (best omschreven als een leegstaand bubbelbad), met een soort groot uitgevallen sambaballen langs de kant in diverse gewichtsklassen.
Het is vandaag een rustige avond. De mensen hebben vanaf donderdagmiddag weekend en zijn dus morgen vrij. Nadat we een tijdje hebben zitten wachten, komen toch een aantal sporters opdagen en begint de zurkhaneh, wat letterlijk krachthuis betekent. Het is een soort mix van theater, sport, krachtpatserij, tradities en religie. Terwijl de leider van het huis gedichten voordraagt, liederen zingt en op zijn trommel slaat laten de mannen en jongens hun krachten en jongleerkunsten zien. Het duurt dan ook niet lang voordat de hele sportschool flink naar mannenzweet riekt. Deze sport, die alleen door mannen wordt beoefend, is al eeuwen oud en het is inderdaad superleuk om hier toeschouwer van te zijn.
Zo’n twee uur later lopen we weer richting de grote weg. Zoals besproken met Hossein hebben we binnen de leider een fooi betaald omdat we mochten komen kijken. Wel een beetje jammer dat Hossein, die we eerder echt als vriendelijke oude man zagen, zelf meer dan het dubbele van ons verlangt voor zijn tijd en introductie. Na een tijdje moeilijk doen, besluiten we hem toch maar te betalen want we hebben geen zin om er ruzie te maken. Het was een leuke avond, maar dus wel met een nare bijsmaak en op deze manier zeker de duurste ‘bezienswaardigheid’ van de toch al dure stad.
De volgende ochtend pakken we onze tassen weer en in en checken we na het ontbijt uit. De receptie belt voor ons naar het busstation om de bus naar Shiraz om 11.00 uur te boeken. We hebben dan nog 45 minuten om er te komen, dus een taxi nemen lijkt ons overbodig. De receptieman biedt aan om ons te helpen om een stadsbus te vinden die de goede kant op gaat. Maar het is natuurlijk vrijdag en de juiste stadsbus komt maar niet. Als we uiteindelijk wel op de goede bus stappen vinden we het bijna jammer om te zien dat onze chipkaart nog steeds genoeg saldo heeft om ook dit laatste ritje met een stadsbus voor ons allebei af te bliepen. Dan hebben we én teveel tegoed op onze kaart gezet én we zullen nooit weten hoeveel ritjes we nog meer hadden kunnen maken voor de 1,20 euro die we opgeladen hebben. Is er toch nog iets in Esfahan dat wel goedkoop is. 🙂
Als we net iets voor 11 uur eindelijk op het busstation aankomen koopt Renee snel iets te eten voor onderweg, terwijl Stefan de kaartjes gaat ophalen en afrekenen. We blijken echter net te laat te zijn en één van de twee gereserveerde plekken is al vergeven. De man achter de balie probeert nog om Stefan ervan te overtuigen dat hij ook best zonder zijn vrouw kan reizen, maar dat gaat echt niet gebeuren. Hij is flink geirriteerd dat Stefan zijn gereserveerde kaartje, dat nog wel beschikbaar is, weigert te betalen, maar daar heeft Stefan weinig boodschap aan. Dan had hij de gehele reservering maar vast moeten houden.
Door onze opsplitsing en wat onduidelijkheid bij Renee over waar Stefan de kaartjes ging halen, zijn we elkaar kwijtgeraakt. Na 10 minuten zoeken, bellen en rondlopen met de backpacks, hebben we elkaar gelukkig weer gevonden, best irritant! Die busstations zijn hier ook veeeeeel te groot!
Uiteindelijk kopen we bij een ander bedrijf twee kaartjes voor de VIP-bus van 11.30 uur, de achterste twee stoelen, met 7 uur buszitten in het vooruitzicht. We maken tijdens deze rit kennis met een irritant jengelend en hyperactief kind en proeven een soort pepernoten van onze buurman en geven hem in ruil een zakje Haribo dropjes die we van thuis hebben meegenomen. De pepernoten zijn erg lekker en dus besluiten we om de komende dagen in Shiraz ook maar eens uit te kijken naar een winkeltje waar ze deze dingen verkopen.
Jullie hebben duidelijk genoeg tijd gehad om te schrijven