Category Archives: Reisverslagen

Lima deel 1: Gewoon een grote stad

Voordat we van huis vertrokken, hadden we totaal niet verwacht dat we in drie maanden tijd helemaal tot aan Lima zouden reizen, maar dat gaat vandaag wel gebeuren! Omdat er meerdere bussen op een dag vertrekken richting de hoofdstad van Peru, slapen we eerst lekker uit. De oordoppen die we een paar jaar geleden aan hebben laten maken voor het slapen, komen wederom goed van pas want niet iedereen is zo sociaal als wij in de dormrooms.

PannenkoekjeIn het hostel zit een goed restaurant en op aanraden van de reviews op Hostelworld, bestelt Stefan de beroemde grote pannenkoek met fruit en chocolade, nomnomnom! Renee heeft weer een keer behoefte aan iets gezonds en dus bestelt ze een grote schaal vers fruit met yoghurt.

We zijn blij dat we vandaag weer vertrekken want het is een (uitzonderlijke) bewolkte dag en dus best fris hier in de woestijn. We nemen een taxi naar het busstation in Ica, de nabijgelegen grote plaats, en de volgende bus vertrekt al over 10 minuten. Het is wel weer een echte locale hop-on-hop-of bus, dus we stoppen de tas met onze belangrijke spullen in de pacsafe en binden deze aan een paal vast. Succes met het stelen hiervan!

Het is een flink lange zit, op niet zo’n comfortabele stoelen en onderweg stoppen we wel errug vaak om mensen in en uit te laten stappen. Ze hebben duidelijk een personeelsoverschot, want je koopt eerst een kaartje bij het ene mannetje en vervolgens stoppen we zo ongeveer elke 15 minuten om een kaartjes-verkoop-mannetje of een kaartjes-controle-mannetje in te laten stappen, die vervolgens 5 minuten later in the middle of nowwhere weer uitstapt en waarschijnlijk op de volgende bus gaat wachten. En dit herhaalt zich dus keer op keer. Soms loopt het kaartjes verkoop mannetje letterlijk een rij voor het kaartjes controleer mannetje door de bus. Echt onzinnig en omdat het steeds anderen zijn, blijf je je kaartjes maar uit de tas halen en daarna weer goed opbergen.

2012SA18 - Lima deel 1 - 5636Aan het einde van de middag rijden we Lima binnen en we zien gelijk dat dit een gigantische stad is. Op het hostelkaartje staat dat we niet meer dan 10 Soles moeten betalen voor de taxirit, maar uiteraard is het niet zo gemakkelijk om dit als toerist voor elkaar te krijgen (we vragen ons af hoe oud dit kaartje is), maar we besluiten om ons deze keer niet af te laten zetten. Renee gooit haar vrouwlijke charmes in de strijd en na 5 minuten onderhandelen, weglopen en glimlachen, hebben we het voor elkaar. We stappen in een zeer gammele taxi die ons netjes voor ons hostel Pariwana afzet.

Burger king LimaHet hostel zit midden in het drukke centrum, maar omdat de naamgenoot in Cuzco zo goed is bevallen kiezen we voor een dorm in dit hostel. Na het inchecken besluiten we om voor morgenavond gelijk een bus te boeken naar Trujillo en daarna iets te gaan eten. We hebben allebei veel zin in iets Westers en bekends en daarom wordt het de Burger King (lekker zo’n vette hamburger!). We zien dat er tegenover de Burger King een bioscoop zit en we zijn precies op tijd voor de film Looper. Gelukkig is deze in het Engels, met Spaanse ondertiteling en we zitten in een prima bioscoop. We blijven ons erover verbazen dat we hier voor een film, net als in Bolivia, nog geen drie euro hoeven te betalen!

Na de film spelen we nog een paar potjes Ping Pong op het dakterras. Het is hier eigenlijk net iets te donker voor en er hangen veel te hoog achter ons wat felle lampen, waardoor we allebei, maar vooral Stefan, regelmatig het balletje missen.We ergeren ons een beetje aan de Wietrokende mensen op het dakterras (dat ze dat durven hier, met die hoge gevangenisstraffen!) en dus duiken we daarna ons bed in. Een erg aparte ervaring is dat Renee (Stefan ligt al te slapen) getuige is van een jongen die de lamp aan doet en even rustig op zijn bed een lijntje coke (of iets dat er erop lijkt) snuift en daarna weer weg loopt. Gelukkig slapen we hier maar één nacht en we komen hier ook zeker niet meer terug!

ZeeeeeeeeeeDe volgende ochtend droppen we onze tassen in de storage en checken we uit. We gaan de stad in en volgen de wandeling die het hostel ons heeft aangeraden. (net als in Cuzco hebben ze een mooi kaartje laten drukken) We maken gelijk van de gelegenheid gebruik om Hostel Kokopelli te bekijken (ziet er leuk uit) en we reserveren alvast twee bedjes voor over een week. Daarna lopen we richting zee. We bedenken dat het al bijna twee maanden geleden is dat we zee hebben gezien in Puerto Madryn Argentinïe en dat we er dus ook twee maanden over hebben gedaan om van oost naar west te reizen.

2012SA18 - Lima deel 1 - 5627We zitten een tijdje in een parkje in de zon, met uitzicht op zee, een colaatje en gratis wifi te relaxen. Wat is het leven toch mooi! Daarna lopen we via de boulevard verder en bestellen we bij een ijstentje beiden een flinke ijscoupe, lekker! Grappig om te zien dat ze hier druk bezig zijn om Kerstversieringen op te hangen, op de een of andere manier gaan die Kerstmannen, dennennaalden en sneeuwpoppen niet helemaal goed samen met de brandende zon en overkomende paragliders.

2012SA18 - Lima deel 1 - 5631De wandeling blijkt niet zo heel erg boeiend, we zien vooral een hoop hoge gebouwen. We nemen op goed geluk een bus naar een ander deel van de stad en daar zien we wel een aantal mooie gebouwen. Echt noemendwaardig is dit niet, want we hebben echt veel mooiere dingen gezien in andere steden. Het wordt pas echt interessant als we, na weer een andere bus, die met zijn afgescheiden rijbanen en speciale stations ipv haltes meer op een sneltram lijkt, bij het oude centrum en de San Francisco kerk aankomen.

2012SA18 - Lima deel 1 - 5642Voor 7 Soles krijgen we entree + een rondleiding door het San Francisco klooster, verbonden aan de kerk, waar vroeger ruim 150 monnikken woonden.

2012SA18 - Lima deel 1 - 5644

Ze hebben zelfs de grafkelders open gesteld voor het publiek en daar zie je een heeeeele hoop botten open en bloot liggen, freaky! Ze schatten dat hier zo’n 30.000 inwoners van de stad zijn begraven, van belangrijke mensen tot het gewone volk. Van de meeste mensen zijn alleen de bovenbeenderen en de schedels nog intact, de rest is vergaan. Voor het dramatische effect hebben ze daar dan ook grote bakken mee samengesteld, waarin dus de resten van honderden mensen liggen.

Na de uitgebreide tour, zijn we het sightseeing een beetje beu en gaan we op zoek naar ons avondeten. Stefan heeft gelezen dat er een soort Chinatown zou moeten zijn en na een paar blokken lopen, wanen we ons inderdaad in China. We zoeken een goed uitziend restaurantje en proberen de menukaart te ontcijferen. De combinatie van typisch Chineese gerechten en Spaanse woorden maakt het er niet makkelijker op en we zijn dan ook reuze benieuwd wat ze ons voor gaan schotelen. We hebben heerlijk gegeten voor 5 euro pp: een miesoepje, een soort gefrituurde kroepkoek met vlees, zoetzure kip met rijst, een soort zoute kip-schnitzel en ieder een colaatje.

NachtbusDaarna is het tijd om richting het busstation te gaan, want vannacht gaan we weer een poging doen om een paar uurtjes te slapen terwijl we ons verplaatsen naar de volgende bestemming: Trujillo – Huanchaco, ons plan is om daar eigenlijk echt de vakantie te hebben die ‘normaal’ is in Nederland. Gewoon het weekje uitrusten met mooi weer, aan het strand.

Foto’s

 

Stuntvliegen boven Nazca en Sandboarden in Huacachina

Inmiddels hebben we er weer een nachtbus-rit op zitten en deze keer hebben we allebei echt prima geslapen! We stappen uit in Nazca en we worden meteen aangesproken door een mannetje die ons wel de attractie van deze plek wil verkopen; een vlucht over de wereldberoemde Nazcalijnen. Nadat we hem eerst hebben afgeslagen, gaan we later toch met hem mee omdat hij de vlucht voor een prima prijs aan kan bieden.

Zwembad in ons wachthostelWe kunnen wachten in de lobby van het hostel waar zijn kantoortje is gevestigd en gebruiken deze tijd gelijk om onze vluchten van Lima naar Iguazu en van Iguazu naar Rio te boeken, is dat ook eindelijk geregeld. Als we willen gaan betalen voor de vlucht, blijkt dat we weer eens zijn voorgelogen en dat ze de 4-6 persoons vlucht niet voor de afgesproken prijs aan kunnen bieden. De goedkope vlucht was voor een ander vliegtuig, met 14 personen en dat heeft de verkoper ook gezegd beweerd hij. (we hebben het nog bij hem gecheckt!)

We zijn er nu helemaal klaar mee en gunnen het deze leugenaars eigenlijk niet om vandaag nog omzet te maken. Maar als we nu zelf een taxi naar het vliegveld moeten nemen, zijn we waarschijnlijk duurder uit dan met zijn naaistreek en dus zetten we onze bozen gezichten op. Na nog een heleboel boze woorden, geduld en het dreigen weg te lopen, krijgen we uiteindelijk voor elkaar dat we voor een paar dollar meer (90 totaal) een langere en lagere vlucht in een 2-4 persoons vliegtuigje kunnen boeken (lager is beter, want dan zie je de lijnen beter). Voor de prijs die we nu betalen krijg je dit anders nooit geregeld en dat laat de verkoper duidelijk blijken ook. Als andere mensen ernaar vragen moeten we zeggen dat we 120 dollar p.p. hebben betaald.

Op het vliegveldje worden we eerst gewogen en daarna voor de tv gezet om te wachten tot het onze beurt is. Hier zien we een documentaire van National Geographic over de Nazcalijnen, interessant! Vooral omdat ze geen flauw idee hebben waarom ze die lijnen ooit hebben gemaakt. Ze zullen het vliegveld vast geen toestemming hebben gegeven om de documentaire-dvd voor commerciële doeleinden aan publiek te tonen, maar wij zijn blij met alle info over deze misterieuze figuren, want eerlijk gezegd hadden we vrij weinig gelezen over wat we eigenlijk gingen zien. We moeten lang wachten en omdat we nog steeds met z’n tweetjes een “groepje” vormen, verdenken we ze ervan tijd te rekken zodat ze kunnen proberen om nog twee extra mensen te vinden.

2012SA17 - Nazca en Huacachina - 5507ChauffeurtjesNadat we door de security-check zijn gegaan, waar je je overigens niet al te veel van voor moet stellen, zijn we nog steeds alleen. Als de co-piloot ons ophaalt om in ons Cessna vliegtuigje te stappen, snappen we opeens waarom. Achter de piloot en de co-piloot, die trouwens erg knus tegen elkaar aangekropen zitten, zijn er nog maar twee inimini-stoeltjes vrij voor ons en er past dan niet eens een rugtasje meer bij. Een klein beetje zenuwachtig stijgen we op, want we hebben verhalen gehoord dat heel veel mensen flink misselijk werden en moesten overgeven, maar de bekende kotszakjes zijn nergens te bekennen.

2012SA17 - Nazca en Huacachina - 5533De misselijkheid blijkt gelukkig mee te vallen (slimme keuze om te wachten met ontbijten dus) en de Nazcalijnen zijn echt goed te zien! De piloot vliegt op 200-300 meter bij alle figuren twee keer flink scheef erover heen, zodat eerst de één en vervolgens de ander het goed kan zien. Vantevoren hebben we een kaart met de figuren gekregen en de co-piloot benoemt en wijst elke keer wat we zien. Na ruim 40 minuten, wat maar 10 minuten leek, staan we weer veilig op de grond. Gelukkig maar, want elke windvlaag voel je behoorlijk goed in zo’n klein metalen gebakje.

Nadat we door een gratis (inbegrepen) taxi weer zijn teruggebracht bij het hostel en onze spullen uit de storage hebben gehaald, besluiten we om gelijk de bus naar onze volgens bestemming te zoeken. Nazca is een vrij saai stadje, tussen een hele hoop zand en door de grote hoeveelheid bewakers met grote geweren, hoge hekken en prikkeldraad voelen we ons in dit stadje niet megaveilig. Als we op het busstation aankomen hebben we geluk, want de bus naar Ica staat op het punt op te vertrekken. Na een extra waarschuwing van een bewakingsmannetje bij het instappen om voorzichtig te zijn met onze spullen, gaan we zitten.

Het is een lange zit in een behoorlijk onconfortabele bus en omdat we ook al veel verhalen hebben gehoord over afleidingsmanoeuvres en het wegsnijden van tussenschotten onder stoelen (en vervolgens opensnijden van je tas), houden we onze tassen op onze schoot. We merken het goed dat we midden in de woestijn zitten, want in de bus is het “lekker” heet. Voor ons gevoel hebben we er al een hele (gave) dag opzitten, maar als we in Ica aankomen is het pas 13.30 uur! We nemen direct een taxi naar Huacachina, een klein dorpje midden in de woestijn. Stel je een oase voor zoals die altijd wordt voorgespiegeld. Heb je m?

2012SA17 - Nazca en Huacachina - 5602Precies, daar zitten wij op dit moment! Gigantische zandheuvels op de achtergrond, een meertje omringt door palmen en terrasjes en met de brandende zon op ons gezicht, vreselijk. 🙂 Na het inchecken in ons hostel Desert Nights, vragen we gelijk wat de mogelijkheden zijn voor tours hier in de buurt. We zitten vol energie en besluiten om 16.00 uur gelijk de beroemde Sandbuggy/-board tour te doen. We stappen achterin en onze chauffeur heeft duidelijk Dakar-ambities. We stuiteren letterlijk de heuvels over, jiiiiiihaaaaaaa! We zijn dan ook blij met de sportstoelen en de vierpuntsgordels die we om hebben. En uiteraard houden we de GoPro goed vast om onze vlucht te filmen.

2012SA17 - Nazca en Huacachina - 5581We stoppen na een tijdje bij een heuveltje om de sandboards voor het eerst uit te proberen. Ze worden ingewaxt en daarna is het gaan. Stefan probeert het dapper staand en dit gaat wonderbaarlijk nog best goed! Renee ziet dit minder zitten en heeft bovendien gehoord dat je harder gaat als je gaat liggen of zitten, dus kiest voor het laatste. Het is wel vermoeiend om na je afdaling weer omhoog te moeten klauteren, maar het is het zeker waard.

2012SA17 - Nazca en Huacachina - 5594Na het maken van foto’s rijden we wederom met flinke snelheid door naar een volgende heuvel. Okay, de vorige was meer een heuvel zoals we die in Nederland kennen, want dit is écht een BERG! Onze chauffeur vertelt ons dat we hier niet zittend vanaf mogen, want dan gebeuren er ongelukken. Bij deze moeten we plat op onze buik gaan liggen, met ons gezicht naar beneden en dan gewoon, ja heel gewoon, gaan. We besluiten om eerst maar eens te kijken of één van de anderen het overleeft, dat blijkt een ja, en dan is het Stefan’s beurt.

2012SA17 - Nazca en Huacachina - 5572Na de instructies dat je kan remmen door beiden voeten in het zand te boren, wel tegelijktijd uiteraard, vliegt hij naar beneden. Dit is gaaf! Daarna volgt Renee en die vindt het net zo leuk als Stefan. Gelukkig rijdt de chauffeur, nadat iedereen naar beneden is geroetjst, naar beneden om ons weer op te pikken, zodat we de klim omhoog gelukkig niet te voet hoeven doen. We rijden nog naar drie andere bergen, telkens weer iets stijler dan de vorige. Waarvan de laatste echt een paar honderd meter hoog en flink stijl. Na een hoop adrenaline en gezelligheid, zitten we na ruim 1,5 uur weer in de buggy terug naar de oase. Op een van de heuvels rondom de oase wachten we nog op de zonsondergang. Zittend in het zand genieten we van het uitzicht.

2012SA17 - Nazca en Huacachina - 5542Het koelt hier ‘s nachts snel af en na een douche om al het zand uit ons haar en oren te spoelen, kruipen we lekker op de bank in de tv-room om een film te kijken. Om 23.30 uur is de energie na deze lange en volle dag toch echt op en gaan we richting ons stapelbed om te gaan slapen, maar niet nadat we hebben gedubbelchecked dat de wekker echt uit is.

Foto’s

 

Arequipa en de koelkastenkloof

Om 05:30 uur komen we na een dollemansrit in de nachtbus aan op het busstation in Arequipa. We hebben allebei slecht geslapen door het bochtenwerk van chauffeur Schumacher. We weten dat de taxichauffeur ons veel te veel laat betalen, maar het kan ons weinig schelen deze keer. Ergens is het wel grappig als hij nadat hij ons bij het hostel heeft afgezet nog om fooi durft te vragen. Eerst bij Renee, die hem oprecht niet gehoord heeft tijdens het betalen en daarna steeds harder “tips tips tips” tegen Stefan. Tot op het punt dat hij bij het wegrijden “TIPS TIPS TIPS” uit zijn raampje roept en nog even op de toeter drukt om het kracht bij te zetten. Volgende keer niet het dubbele tarief vragen en geen panfluitmuziek opzetten, dan maak je kans.

We komen tegelijk aan met een Koreaans meisje, dat net als wij, ook geen reservering heeft voor dit hostel. We zijn hierheen gegaan vanwege de hoge ratings op hostelworld en zij is hier al eerder geweest, het was haar goed bevallen. Goed nieuws. Helaas zijn we veel te vroeg om in te checken, het receptiemeisje kan ons pas om 07.00 uur vertellen of er drie bedden vrijkomen en we mogen sowieso pas om 11.00 uur de kamers op. We besluiten er toch op te wachten, want het hostel ziet er wel heel leuk uit.

Stefan gebruikt de tijd om even alle social media dingen na te lezen en kijkt zelfs (een van de zeldzame momenten tijdens deze reis) op wat Nederlandse nieuwswebsites. Ondertussen probeert Renee de Koreaanse meid te negeren, die continu aan het zeuren is dat ze niet alleen wil reizen en naar Puno wil, maar haar vriendengroep, waar ze nu wat weken mee opgetrokken is, gaat naar Bolivia en daar kan zij dit jaar niet nog een keer een visum voor krijgen. Languit op de bank en ogen dicht, moet Renee gedacht hebben, misschien is dat een hint dat je je kop moet houden.

Om 07:30 krijgen we dan eindelijk te horen dat we hier inderdaad kunnen blijven overnachten. Niet in de goedkoopste kamer, daar heeft ze maar één bed vrij, maar wel in eentje die een euro per nacht duurder is, ook prima, zitten we tenminste niet bij die Huilkoreaan. Terwijl Renee nog wat uurtjes nachtrust probeert in te halen op de bank, zet Stefan het stukje over Puno en de foto’s op de website. En als we om 11:00 uur eindelijk de kamer op mogen, duiken we meteen de bedden in.

ArequipaBijna drie uur later vindt Stefan het echt wel tijd om nog iets te gaan doen, we hebben niet voor niks voor een nachtbus gekozen: “Dan heb je nog wat aan je dag” En na het wakkerschudden van Renee besluiten we even naar het centrum te lopen om het plein te bekijken en een kapper te zoeken, want het haar van Stefan wordt echt te lang.

Op aanraden van de receptiedame van het hostel gaan we wat verder buiten het centrum een winkelcentrumpje in dat voornamelijk blijkt te bestaan uit boetiekjes met vreselijke bruidsmode en twee haarstylisten. Bij de minst vreselijke van de twee zaakjes probeert Stefan een redelijke prijs te onderhandelen (12 soles, al best veel), die Renee vervolgens in een vlaag van verstandsverbijstering weer teniet doet door te zeggen dat 12 tot 15 Soles goed is. 15 is natuurlijk direct okay (5 euro) en het mannetje roept heel hard “Christian” door het winkelcentrum.

Enkele seconden later komt er op een overdreven vrouwelijke tred een mannetje aangehuppeld met mannenschoenen, een kapotte spijkerbroek, een vrouwenbloesje over een dikke buik en twee best grote borsten en halflang haar met daartussen twee overduidelijk vreselijk misgelopen botox-behandeling bolle wangetjes. Dit wordt een avontuur op zich, dat is meteen duidelijk.

Christian begint met zelf raden dat het haar wat korter moet en Stefan is allang blij dat er niet meteen haarverf en extensions uit de kast getrokken worden. Helaas is het al gauw uit met de pret: terwijl het kapper-man-vrouwtje heel druk aan het kletsen is met de drie collega’s, in een zaakje zo klein dat in Nederland een kapper er nog niet alleen zou willen staan, verliest Christian zonder het te merken het opzetstukje van de tondeuze. Pas als Stefan voor de tweede keer zijn hoofd wegtrekt valt het hem op dat er iets verkeerd gaat, maar het is al te laat! En er zit een mooie kale plek net boven het rechter oor.

Kappertje kappertje

 

Daarna is het heel snel gedaan bij deze kapper, elke twee keer knippen vraagt Christian of het kort genoeg is zo. En pas na een keer of 10 aandringen dat het nog niet goed is, is Stefan het zat en besluiten we te vertrekken. Omdat het wel duidelijk een ongelukje was, wil Stefan nog wel maximaal 10 Soles betalen voor een verder prima knipbeurt, maar nu wordt duidelijk waarom het zo werd afgeraffeld. Christian wil absoluut niet hebben dat we betalen voor deze ‘dienst’. We maken nog een leuke foto ter herinnering voor de deur van het winkelcentrum en zetten pas richting de supermarkt.

Onderweg naar de supermarkt blijft Renee maar twijfelen of ze wil dat er nog wat gedaan wordt aan het grote gat in Stefans kapsel. Als we uiteindelijk een andere kapper passeren, aan de andere kant van het centrum, is de keuze snel gemaakt. Voor 3 soles kan ze dit gat proberen weg te werken. En voor 4 soles totaal knipt ze ook bovenop alles nog even net wat korter, wat eigenlijk de bedoeling was. En zo geschiedde.

Bij de supermarkt proberen we de ingrediënten te vinden voor pastasaus en magnetron brownies, maar het wil helaas niet lukken om cacaopoeder te vinden. De goedkoopste nesquick kloon moet dan maar dienen als alternatief. Na wat ergernis bij de kassa, omdat een van de personeelsleden (om nog altijd onduidelijke reden) 20 dezelfde flessen olijfolie stuk voor stuk met haar creditcard wil afrekenen. Lopen we met een kleine omweg (onduidelijk kaartje) terug naar hostel Arequipay.

Brownie in a cupTijdens het koken raken we in gesprek met een aantal gezellige andere hostelgasten en na het eten proberen we tot groot plezier van de andere mensen en zelfs het personeel iets te maken van Samantha d’r tiprecept: Brownie-in-a-cup. Met als gevolg dat we bij het uitchecken 2 soles extra op de rekening hebben staan voor een verwoestte mok en dat de schoonmaakdame besluit om kleine chocolaatjes te maken van wat eigenlijk ons browniedeeg had moeten zijn. Gefaald. Thuis nog maar eens proberen met de juiste spullen. (Recept staat onderaan, voor wie interesse heeft) Als we klaar zijn met de zooi opruimen, kijken we nog een aflevering van TV-Serie Fringe op bed en daarna vallen we weer in slaap, de rode draad van deze dag.

Tijdens het ontbijt raken we weer met diverse mensen in gesprek over de omgeving en hun reisroutes en na een klein uurtje besluiten we, samen met de Nederlandse Dennis, de stad in te gaan om een tour te shoppen naar Colca Canyon en wat van de highlights van Arequipa te bekijken. De tours blijken, zoals wel vaker in Zuid-Amerika, allemaal exact hetzelfde te zijn en vooral ook allemaal hetzelfde te kosten. En we besluiten om de bustour naar Colca Canyon gewoon bij ons hostel te boeken, omdat een paar anderen daar al enthousiast over waren.

Santa CatalinaBij het Santa Catalina klooster betalen we de belachelijke hoge entreeprijs, omdat Stefan aan de hand van onze twee reisgidsen en wikipedia vrij zeker weet dat het echt wel het hoogtepunt van de stad Arequipa moet zijn. Meteen binnen de poort worden we aangesproken door een dame en na onze eerste impuls om direct nee te zeggen, besluiten we toch in te gaan op haar aanbod om een personal tour te krijgen door dit gigantische klooster. Bovendien is de gids totaal goedkoper dan het entreekaartje voor één persoon. Je zou gek zijn als je het niet doet.

Straat in het kloosterDe tour was echt super interessant, je krijgt echt te zien hoe de nonnen hier in vrijwillige opsluiting geleefd hebben. Wonen, slapen, koken, wassen, etc. Er zijn diverse periodes van levensstijlen geweest in dit klooster, die we hier niet allemaal toe kunnen lichten. Laten we het erop houden dat het heel erg streng was in het begin en steeds vrijer werd (tot eigen huizen met bedienden aan toe), tot op het punt dat er een hoge kerk-pief uit Europa polshoogte kwam nemen en daarna zijn alle vrijheden weer afgenomen en vrijwel alle gebouwen herbestemd. Wat nog duidelijk terug te zien is aan de indeling van dit ommuurde stadsblok. We kunnen je alleen maar aanraden om zelf een keer te gaan kijken.

Daarna zijn we, nog steeds samen met Dennis, naar de lokale markt gegaan om even rond te kijken en de ingrediënten voor de nieuwe verslaving van Renee te kopen: guacamole. Omdat we nog steeds met hetzelfde kaartje moeten navigeren lopen we weer via een kleine, maar interessante omweg, terug naar het hostel, waar we na een paar potjes ping pong een tijdje uitrusten in de tweepersoons hangmat, die we duidelijk thuis ook moeten hebben!

Als Renee honger krijgt besluit ze de guacamole te gaan maken en terwijl het prutje staat in te dikken en tijdens het verorberen ervan (samen met een familiezak Lays), kletsen we in de keuken met de andere gasten over hun reisroutes door Peru en zoeken we naar vluchten om van Lima naar Rio te komen met allerlei tussenlandingen in Zuid-Amerika. Uiteindelijk blijkt dat de vlucht die we weken geleden al gevonden hadden, via Iguazu, nog steeds onze goedkoopste optie is. (60 euro goedkoper dan non-stop retourtje naar Rio, waarvan we alleen de heenreis gebruiken, een enkeltje 100 euro is duurder)

We besluiten er nog over na te denken tijdens de tweedaagse Colca Canyon tour die we vandaag geboekt hebben en bestellen samen met Dennis twee pizza’s bij Domino’s, omdat we echt geen zin meer hebben om de deur nog uit te gaan. Om de een of andere reden heeft Renee niet genoeg honger om nog naar een restaurantje te gaan. 🙂

We checken om 07.30 uur uit en gooien onze grote tassen in de ‘equipaje’. Ergens in de komende twee uur worden we opgehaald voor onze Colca Canyon tour. Tijd zat om in ieder geval nog broodjes te smeren. Precies twee uur later komt dan eindelijk een flink grote en stampvolle volkswagen-bus voordraaien. Wij zijn blijkbaar de laatste die worden opgehaald voor deze volgeboekte tour. De enige twee vrije plaatsen zijn achter Pascal en Marieke, die overduidelijk Nederlanders zijn. (lange vent, oranje KNVB polo)

Het is erg gezellig in de bus met Pascal en Marieke, die allebei flinke volleybal fanaten zijn. De bus stopt op een aantal plaatsen voor foto’s en de gids blijft vrijwel onophoudelijk een min of meer interessant verhaal vertellen over Arequipa en de landbouw-omgeving waar we doorheen rijden. Tegen lunchtijd zijn we in Chivay, weer eens op 3600 meter boven zeeniveau en we worden gedropt bij een buffetrestaurant met een zeer oninteressant buffet voor een nog minder interessante prijs.

Stefan is al sinds gisteravond een beetje ziekjes en besluit alleen een tomatensoepje te bestellen. Renee gaat voor het enige andere betaalbare en interessante van de ‘a la carte’ optie: De alpaca cheeseburger. Een beetje taai, maar wel lekker. Na de lunch wordt iedereen klassiekaal ingechecked in het ‘basic hostel’ waarvoor we hebben gekozen bij het boeken. En tot onze verbazing krijgen we een hele ruime tweepersoonskamer met eigen badkamer.

Hotsprings, wat een straf.Na een uurtje rondhangen in het hostel (eerder hotel) worden we weer opgehaald. Inmiddels hebben wij alvast onze zwembroek/bikini aangedaan, want we gaan naar de hot springs van Chivay! We badderen bijna een vol uur in dit eigenlijk veel te hete medicinale bad, terwijl Renee kennis maakt met één van de twee Nederlandse dames die tijdens de lunch bij onze tour zijn aangesloten. Stefan kletst ondertussen wat met John, een Australische kerel die al een tijdje in Engeland woont.

Na de hotsprings en een douche in het hostel staat de bus weer op ons te wachten voor een ritje naar de andere kant van het dorp. Bij een restaurant met een Italiaanse menukaart is een heuze Peña voor ons geregeld. Compleet met panfluitband en traditionele dansen. Omdat we geen zin hebben om mee te dansen (we voelen de bui al hangen) gaan we aan de muurkant van de lange tafels zitten. En het duurt ook niet lang voordat John, die minder verstandig was in plaatskeuze, op de dansvloer staat. Maar tot onze verbazing doet hij enthousiast mee.

Peña avond in het slechtste restaurant van PeruStefan zegt nog twee keer nee tegen de traditioneel gekleede danseres en Renee vraagt maar eens wanneer ze haar hoofdgerecht krijgt, aan de dame die eigenlijk haar toetje probeert op te dienen. Nee, dit restaurant komt zeker niet op ons lijstje met aanraders. Toch is het met ons kleine kamp Holland best een leuke avond. Meteen na het eten gaan we naar bed. Want morgen om 5.30 moeten we klaar zijn voor vertrek voor dag twee.

Na een matig ontbijtje, met warme jus d’orange (speciale vermelding hiervoor) stappen we weer in de bus voor een lange rit. We rijden nu (eindelijk) door de Colca vallei richting de Colca canyon en de gids vertelt weer over alles wat we zien onderweg.

De Colca vallei (en canyon) hebben hun naam gekregen door de smeltwater-rivier Colca. Die op zijn beurt weer zijn naam heeft gekregen van de lokale bevolking. In de directe omgeving van de rivier is het het hele jaar door -2 tot 4 graden celcius. Geen ideale temperatuur voor landbouw echter en daarom lukt het de mensen in deze regio met moeite om één keer per jaar een oogst te produceren. De lokale bevolking heeft in pre-inca tijd al ontdekt dat de koude rivier een perfecte temperatuur heeft om voedsel te bewaren en zij zijn gaten gaan graven naast de rivier, Colca’s, om hun eten in te bewaren voor de rest van het jaar.

Cruz del CondorWij zullen de colca’s echter niet van dichtbij gaan zien. Onze bustour gaat namelijk niet door de vallei, maar langs de bergrug ernaast. De enige plaatsen waar wij tot nu toe gestopt zijn, zijn souvernirmarktjes en uitzichtpunten met souvenirmarktjes. Na een (te) lange rit zijn we eindelijk bij ‘Cruz del condor’ het eerste punt waar we de Colca canyon kunnen zien en waar bovendien zo’n 50 condors (hele grote aasgier) wonen. We zitten hier een uurtje en zien vier van deze bijzonder grote beesten op korte afstand voorbij vliegen. De gids weet nog te melden dat ze zo’n 15 tot 18 kilo kunnen wegen. Indrukwekkend dat ze in de lucht kunnen blijven.

UitzichtpuntDe Canyon zelf is niet zo heel erg bijzonder. Wij hadden gedacht dat dit uitzichtpunt, op 3800 meter hoogte, een behoorlijk diepe kloof zou hebben, maar het is ‘maar’ zo’n 1200 meter diep. Wel gaaf om te zien, maar het verbleekt een beetje bij onze ervaring bij Grand Canyon in de VS. Daarnaast was iedereen die we vanaf Bolivia zijn tegengekomen erg enthousiast over Colca Canyon en de uitzichten. En het is ook erg mooi hier. Maar wij hebben in Argentinië en Bolivia al veel mooiere dingen gezien. We begrijpen nu pas dat de meeste van deze mensen natuurlijk pas net begonnen waren aan hun reis en de Colca de eerste bergen en het eerste groene gebied was dat ze zagen sinds ze in Lima geland waren.

Helaas is dit ook meteen het eindpunt van onze tour, we hebben in de tweedaagse trip (zonder trek) geen tijd om verder langs de canyon te rijden. Bovendien is deze bus veel te groot voor de rest van de weggetjes. Het verbaasde ons al dat hij de eerste twee rivierdoorwadingen doorgekomen is. Vanaf hier is het gewoon een lange rit terug langs souvenir-marktjes. We worden voor de lunch weer bij hetzelfde slechte buffetrestaurant in Chivay afgezet als gisteren, maar wij besluiten zelf wat broodjes te kopen in het centrum van het stadje.

Lekkere broodjes vinden is in dit bergdorp nog moeilijker dan het leek en uiteindelijk strandden we op het grote plein in het midden van de stad met twee muffins, twee flesjes cola en een zak popcorn. De popcorn komt echter goed van pas, want er is van alles aan de hand. Het eerste wat we merken is dat er heel vals wordt gezongen in de kerk (en helaas ook door luidsprekers op het dak van de kerk) en er wordt wat vuurwerk vlak achter ons bankje afgestoken, maar het klinkt eerder als een bomaanslag.

Rare jongens, die Perunezen.Een kwartiertje later begint er ineens een hoempapa-band te spelen en komt er een complete menigte, met op hun schouders een ‘offer-float’ de kerk uitlopen. Zij gaan een rondje om het plein, onder allerlei bogen door, die behangen zijn met offers (vooral zilveren schalen en knuffels) en stoppen op de vier hoeken van het plein bij een muur van offers waarbij een lied wordt gezongen door een scholier en een gebed wordt voorgedragen door de priester. Na twee hoeken van het plein gezien te hebben, hebben wij wel weer genoeg van dit tafereel en lopen we terug naar de bus. We zijn blij dat we hier geen vier dagen zitten om het hele festival mee te krijgen.

Stenen stapeltjesTijdens de vier uur durende rit terug naar Arequipa stoppen we nog even op het hoogste punt van de trip, waar we een bizar uitzicht hebben over ontelbaar veel stapeltjes stenen. (Je weet wel, diegene waarvan we in één van onze Argentinië-verhaaltjes al hadden uitgelegd dat ze symbool staan voor een veilige reis en dat als je ook een veilige reis wilt, je letterlijk je steentje bij moet dragen.) En daarna worden we weer netjes voor ons hostel uit de bus gezet. Het einde van een gezellige, maar verder relatief saaie twee dagen Colca Canyon.

In de paar uur die we nog moeten wachten op onze nachtbus naar Nazca lopen we een laatste keer het centrum in om een lasagna te gaan eten waarvan Marieke zei dat deze erg lekker was (klopt, bedankt voor de tip!) en daarna gaan we in het hostel nog even voor een snelle douche en pakken we de tassen weer even opnieuw in zodat het nagenoeg onmogelijk wordt om onze waardevolle spullen te jatten in de nachtbus. (wat hier in Peru vaker wel, dan niet lijkt te gebeuren, als we de verhalen zo horen)

Foto’s

 

Brownie in a mug: 

Brownie-in-a-mug

1/4 kop suiker, 1/4 kop bloem, 2 eetlepels cacao, klein beetje zout, 2 eetlepels olijfolie, 3 eetlepels water. Dat door elkaar mengen tot een glad mengsel en dan 1:40 min in de magnetron op hoogste stand. (of 5:00 min op half vermogen, wij weten het niet)

Credits voor recept en foto: Samantha 😉

Cuzco en Machu Picchu

Na de nachtbus en het korte dutje in de tv-room zijn we nog steeds erg brak en misschien dat een ontbijtje daar wat aan kan doen. Ze hebben hier lekkere ciabattabroodjes, dus dat is mooi! Na een beetje internetten is het tijd om uit te gaan zoeken hoe we de komende dagen in willen gaan vullen. Om een idee te krijgen van alle activitieiten die we hier kunnen doen, schuiven we aan bij het bureautje van de touroperator in het hostel.

CuzcoInca muur als funderingOndanks dat de jongen echt zijn best doet, zijn we er nog niet helemaal uit, dus kiezen we ervoor om de stad in te gaan. We lopen op advies van het hostel een toeristische route langs mooie gebouwen en pleintjes. Bijzonder dat de Spanjaarden bij de verovering een hele hoop inca-gebouwen hebben afgebroken tot op ongeveer één meter en er hun eigen bouwwerken bovenop hebben gebouwd. Prima fundering, moeten ze gedacht hebben. We zien allerlei mooie pleinen, kerken, huizen en straatjes.

Na wat navragen bij verschillende tourbureautjes en de tourist information, besluiten we om alles zelf te regelen in plaats van via een agent een tour te doen en boeken we alvast de treinstickets voor Machu Picchu. De volgende stap is het regelen van de toegangskaarten. De regering stelt elke dag 4000 tickets beschikbaar voor Machu Picchu en 400 voor de berg Huayna Picchu die een mooi uitzicht zou moeten geven over de ruïnes. We hebben vandaag al iets te veel rustig aan gedaan en het kantoortje is net gesloten, of gaat elk moment sluiten, dus we haasten ons naar het verkoop-kantoortje, dat lekker handig ver buiten het centrum zit. Onze taxi-chauffeur is gelukkig de koning van de claxon en we zijn nog net op tijd om onze tickets te kopen. Vink! (en bijna 300 euro armer)

Inmiddels is het donker geworden en koelt het flink af. We keren terug naar het hostel en bestellen daar wat te eten, omdat andere backpackers al hadden gezegd dat het echt lekker was hier. De goed gevulde salade met nacho’s en guacamole van Renee is erg goed te eten, maar de dagspecialiteit van Stefan (spareribs) is wel errug weinig (1 ribje) en bovendien gefritituurd en niet erg smakelijk.

Renee de bluffertOndanks dat we erg moe zijn, besluiten we om voor 10 Soles mee te doen met het pokertoernooitje in het hostel. Renee vliegt er al snel uit door een slechte bluf-actie, maar Stefan houdt het nog flink lang vol. Het meisje dat vandaag voor het eerst poker speelt gaat er uiteindelijk met de pot vandoor en heeft overduidelijk met meer (beginners)geluk dan wijsheid gewonnen. Gezellig om weer eens een spelletje te doen, hoewel het natuurlijk lang niet zo leuk is als Ticket to Ride! We vallen daarna als een blok in slaap in onze 14 persoons kamer.

De volgende dag worden we na het ontbijt opgehaald om naar de Sacred Valley te gaan. Naast Machu Picchu heb je in de omgeving van Cuzco nog een hele hoop andere mooie (pre)inca-ruïnes, die in de buurt liggen van de Sacred river en daar gaan we er vandaag een aantal van bezoeken. Naast ons zit Nederlander Stoffel, maar hij noemt zichzelf Steef (zouden wij ook doen met zo’n voornaam) en het is gezellig om met hem over van alles en nog wat te kletsen.

We stoppen natuurlijk eerst weer bij een souvenir-markt, maar hebben geen interesse in alle toeristische zooi die je hier kan kopen. We zijn wel benieuwd wat de verschillende fruitsoorten zijn die ze hier hebben, want die lijken niet echt op de appels en peren die je in Nederland in de supermarkt ziet liggen. Een vriendelijk vrouwtje laten ons een en ander proeven en de soort van meloen, maar dan zonder pit, verdwijnt voor 2 soles (zo’n 0,60 cent) in onze tas om onderweg van te snoepen.

Gidsie!De eerste serieuze stop is Pisaq en het is super interessant om van de gids te horen dat de inca’s in staat waren om terrassen te bouwen, waardoor het wél mogelijk was om onder andere mais en aardappels op deze hoogte te verbouwen. En dat de ruïnes naast de terrassen werden bewoond door de werklui en de ruïnes hoger op de berg door de rijken. In de bergen ernaast waren bovendien allemaal gaten te zien waar mummies zijn gevonden. De rijken werden daar rechtop, in foetushouding begraven, samen met allerlei kostbare spullen omdat ze zo het eeuwige leven zouden hebben.

De volgende stop is Ollantaytambo. Hoe? Ja precies, daar hebben wij ook een paar keer op moeten oefenen “Ooij-jan-taai-tam-bo” (snel!). Wederom een hele hoop mooie stenen en een zonnentempel waarvan de gigantische stenen 15 kilometer geduwd en gerold werden om ze uberhaubt op de plek te krijgen waar ze nu staan. (ohja, en we zitten in de bergen he) Bijzonder is vooral hoe deze precies in elkaar passen, zonder cement of specie en het dus al eeuwenlang bewaard is gebleven. Ondanks de vele aardbevingen in Peru.

Gewoon een kerk over de tempel bouwen, dan komen mensen vanzelf binnen.Op de terugweg naar Cuzco stoppen nog bij een derde plek, Chincchero. Hiervan is vooral een grote muur met een soort plein bewaard gebleven en een kerk die later door de Spanjaarden over de zonnetempel is gebouwd. Na nog een verhaaltje over het kleuren, spinnen en weven van wol, het verschil tussen de schapen, llamas en alpacas, wat overigens erg grappig werd gedaan door een jong meisje in zowel het Spaans als het Engels, keren we weer met de bus terug naar Cuzco. Vandaag kiezen we een restaurantje uit in het centrum en bestellen we een prima stukje vlees en pasta. Renee duikt vroeg het stapelbed in en Stefan gebruikt de avonduurtjes nog even om te internetten en het vorige weblogverhaaltje te plaatsen.

Binnenplaats Pariwana hostel CuzcoPing PongDag drie in Cuzco wordt een relaxdagje. Op de een of andere manier zijn we nog steeds hardstikke moe, terwijl we hier niet eens heel erg hoog zitten. Misschien komt het door de vochtige ijle lucht en de vele indrukken? We slapen dan ook lekker uit en besteden deze dag aan: Het fixen van de server van Stefan’s werk, het halen van een lekker vers vruchtensapje, foto’s posten, skypen met het thuisfront, pingpongen, eten in het hostel en het inpakken van de tas voor morgen.

Vrijdag is een reisdag. Na het uitchecken en het opslaan van onze backpacks in de storage, is het tijd om weer naar Ollantaytambo te gaan. We shoppen onderweg nog wat eten en te drinken en stappen daarna in een collectivo busje (gedeelte taxi). Onze medepassagiers beginnen na 15 minuten, als we nog steeds staan te wachten totdat het busje vol is om te gaan, flink te klagen. Ze zitten hier blijkbaar al 40 minuten te wachten en komen te laat bij hun afspraak. Blijkbaar helpt dit, want even later krijgen we de opdracht om te verhuizen naar een iets kleiner busje en dan is het vlammen geblazen!

Kadeng, kadengTreintje komt zoWe zijn bewust ruim op tijd vertrokken en dus komen we (ook bedankt, race-chauffeur) veel te vroeg aan op het treinstation van Ollantaytambo, waar onze trein vertrekt naar Aquas Calientes, het dorpje onderaan de berg van Machu Picchu. We wachten hier dus een tijdje en zitten later in de trein tegenover een super luidruchtig stel uit Lima. Apart is wel dat de toeristen hier van de locals worden gescheiden en dat de locals maar 10 soles (zo’n drie euro) hoeven te betalen, terwijl het treinkaartje voor gringo’s zoals wij ruim 50 dollar kost. We genieten wel extra van het idee dat die sukkels uit Lima dus ook voor 10 Soles mee hadden kunnen reizen in een andere coupé.

Heeeeeeeerlijk warm waterBij aankomst in Aquas Calientes hebben we al snel een prima en redelijk goedkoop hostel gevonden. Hostel John heeft een privékamer met badkamer beschikbaar voor 21 euro. En we kopen alvast buskaartjes om de volgende dag vroeg naar Machu Picchu te gaan. Daarna gaan we naar de plek waar dit dorp zijn naam door heeft gekregen, de thermale baden. Heerlijk warm water, met uitzicht op de bergen en fluitende vogels om ons heen. Dit is echt geen straf! We verlaten na twee uurtjes dan ook met lichte tegenzin dit oort voor een vroeg diner. Vandaag gaan we om 20.00 uur slapen, want morgen willen we voor de grote drukte uit naar Machu Picchu.

WOW, gewoon, WOWDe wekker gaat vandaag om 04.45 uur af en na een korte douche zijn we er klaar voor. We stappen om 05.30 uur in de bus, die al zig-zaggend de berg op gaat. We zijn zoooooo blij dat we er niet voor hebben gekozen om de gratis klim omhoog te doen, want dan hadden we nog vroeger moeten vertrekken en dan waren we ook zo nat en bezweet geweest als de paar mensen die we nu naar boven zien klauteren. Om 06.00 uur gaat de poort open en lopen we als een van de eersten met onze kaartjes naar binnen. We betalen gids Felix, met al ruim 28 jaar ervaring, 40 dollar om ons rond te leiden en dit blijkt al snel een goede keuze te zijn. We zien al snel de zon door de zonnenpoort komen (een natuurlijke opening in de bergen), waardoor we de mist weg zien trekken en in no-time een geweldig uitzicht hebben over deze inca-stad.

Yoda! Of Felix de tourgids?

 

Felix vertelt ons over de verschillende ruïnes die we zien en het is super om een verhaal te hebben bij alles dat we zien. We zullen niet te veel verklappen, want dit moet je gewoon zelf een keer gaan bekijken! Na zo’n twee uur is de tour afgelopen en hebben we nog de hele dag om zelf rond te gaan kijken. We lopen naar de inca-brug, die ze erg slim hebben gebouwd. In het midden van een wandelpad langs een stijle rotswand en een zeer diepe afgrond hebben ze een gat gemaakt, waar ze houten planken op hebben gelegd. Die konden ze dus weghalen op het moment dat er vijanden in de buurt waren. We moeten er niet aan denken om hier naar beneden te vallen.

Om 09.30 uur staan we te wachten totdat we de tweede berg Huayna Picchu, kunnen beklimmen om van daaruit een mooi uitzicht te hebben over Machu Picchu. Om 10.00 uur mogen namelijk de laatste 200 mensen naar boven, maar hier moet je (naast de 10 dollar extra) wel wat voor over hebben. Eerst lopen we een flink stuk omlaag, waarna we vervolgens een gigantisch stuk omhoog moeten klauteren. We hadden al gehoord dat dit erg zwaar is en dit kunnen we beamen! De stappen zijn vaak zo groot dat je je goed vast moet houden en we moeten af en toe echt even pauzeren. Na ruim een uur bereiken we dan eindelijk de top en het uitzicht is inderdaad erg bijzonder! We gooien onze benen over de rand en genieten al zittend van het mooie uitzicht en een banaan om weer op krachten te komen. Dit is nice!

Wat een rampIMG_5266We moeten alleen ook weer helemaal naar beneden en dit is iets minder nice, vooral voor Stefan met z’n hoogtevrees. Op sommige plaatsen hebben ze gelukkig touwen opgehangen, maar er zijn nog een hele hoop steile plekken over die meer geschikt zijn voor berggeiten. Na ruim vier uur sinds we aan de klim begonnen zijn we gelukkig weer heelhuids terug bij Machu Picchu! We maken nog een flink aantal foto’s en daarna lopen we richting de uitgang.

We nemen weer de bus naar Aguas Calientes en kopen een heerlijk verfrissend en welverdiend ijsje. Daarna halen we onze overige spullen op bij het hostel. Omdat de trein nog lang niet vertrekt, eten we alvast een vroeg diner bij een restaurantje in de buurt.

Terwijl we richting treinstation lopen, worden we aan de kant geduwd door vier mannen in politieuniform, met overduidelijk een lijk in zak, op een brancard. Gelukkig wordt deze meteen in een eerder vertrekkende trein geladen en niet in die van ons. We zijn benieuwd of dit misschien iemand is die de grote klim naar Huayna Picchu niet heeft overleefd. Onze gids vertelde namelijk dat er dagelijks ongelukken gebeuren (valpartijen, gebroken botten, etc) en dat er dan een reddingsploeg in 15 minuten boven kan zijn om iemand op te halen (tering, dat is snel, wij hebben er ‘ietsjes’ langer over gedaan!)

De treinreis verloopt prima, we komen zelfs Sophie uit Frankrijk tegen, met wie we een paar weken geleden in Puerto Madryn, Argentinïe hebben opgetrokken. In Ollantaytambo moeten we op zoek naar een collectivo die ons weer naar Cuzco wil brengen. De kunst is om degene te kiezen die als eerste vol gaat zijn, maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Na twee keer overgestapt te zijn naar een ander busje, vertrekken we dan eindelijk met een bijna vol busje. Gelukkig maar, want de bijna lege busjes zullen zeer waarschijnlijk gewoon blijven staan tot de volgende trein binnen komt. In Cuzco checken we weer in bij ons hostel en kost het geen enkele moeite om in slaap te vallen.

Sexy Woman (Sacsayhuaman)Zondag hebben we na alle indrukken en mooie dingen eigenlijk niet zo heel veel zin om iets te doen. De ochtend doen we dan ook niet veel anders dan ontbijten, vieze was inleveren en een beetje relaxen. De middag gaan we net buiten de stad naar de bekende ruïne Sexy Woman (oftewel Sacsayhuaman). Voor een paar Soles laten we ons brengen door een taxi, want zoals alle Inca ruïnes ligt het op een bergtop en naar boven lopen voelen we goed na de flinke klim van gisteren. Hier lopen we een beetje rond en door het ontbreken van info in de reisgids en bordjes of een foldertje bij de ruïne, vragen we dan maar aan een andere toerist waar we eigenlijk naar kijken (goedkope gids zo!).

In Peru noemen ze dit een taxi ja.De wandeling van Sacsayhuaman terug naar CuzcoUit principe, omdat de terug-taxichauffeur ons probeert op te lichten voor 10 Soles, 2 Soles teveel (zo’n 0,60 eurocent) lopen we terug naar de stad (naar beneden). Onderweg richting het hostel stoppen we nog bij een aantal andere interessante inca-gebouwen, musea en de Coricancha tempel. We hebben inmiddels flink veel gehoord en gelezen over de inca’s en het blijft boeien! Check maar eens op Wikipedia over Inca’s.

Terug in het hostel doen we het weer heel rustig aan. We hebben de afgelopen dagen veel te veel gelopen voor onze ongetrainde benen. We kijken nog een aflevering van de TV-serie Fringe en we eten de nieuwe verslaving van Renee: nachos met verse guacamole. Na een paar bordspelletjes zetten ze in de bar een film aan met het volume op standje 1000. We volgen rap het voorbeeld van alle andere mensen die in de bar waren vóór de film en verlaten de bar. We gaan maar meteen door naar bed.

31 en dat gaan we vieren! Vandaag is het 3 december en wordt Stefan dus een jaartje ouder. Na het lezen van alle felicitaties op Facebook, email & Whatsapp en een ontbijtje, gaan we al vroeg richting de tijdsbesteding van vandaag. Omdat de motorzaken gisteren allemaal dicht waren (iets met zondag) en een van de motorzaken zaterdag niet op tijd terug had gemaild, hopen we vandaag op goed geluk toch een motorritje te kunnen doen. We proberen het eerst bij de buren van degene die verzuimde onze reservering te bevestigen en na de prima uitleg en informatie zeggen we hier ja tegen.

Vroemmmm

Alleen nog wat jodium toevoegen en het  is geschikt voor consumptie

 

Een uurtje later vertrekken we samen met onze gids en ieder op een eigen motor richting Maras Salineras. Eerst een stuk door de stad, daarna over kronkelende wegen (asfalt) en even later over de zandweggetjes. Een makkie voor Stefan, maar een nieuwe ervaring voor Renee. Onderweg scoren we nog een regenbui, maar als we na een uurtje aankomen bij de zoutwinningsterrassen, is het gelukkig droog. Onze gids (die net als de motorgids van Stefan in Bolivia, echt een reus is voor Zuid-Amerikaanse begrippen), geeft ons hier met veel plezier uitleg over.

Landbouwgrond wordt AmfitheaterDaarna vlammen we door naar Moray. Terwijl Renee verder rijdt over de zandweg, nemen de gids en Stefan een flinke heuvel offroad, nice! Als we bij Moray aankomen, onweert en dondert het flink in de verte en zien we de donkere wolken snel dichterbij komen. We haasten ons dus om de inca-terrassen te bekijken. Ze verbouwden hier vroeger op een speciale manier groenten en maiz en verplaatsen de kleine plantjes vervolgens naar andere gebieden in de omgeving. Door de ronde vorm is het tegenwoordig ook erg geschikt om optredens en concerten te geven.

Inmiddels hebben de wolken ons ingehaald en begint het weer flink te regenen. We klimmen weer op onze motoren om verder te rijden, maar na het inhalen van een busje zijn we al snel Stefan kwijt. We draaien dus weer om en daar staat hij, met een lekke band in de stromende regen. De enige manier op dit op te lossen, is om voorzichtig door de modderstromen naar het volgende dorpje te rijden. Het reparatiewinkeltje blijkt echter dicht en onze gids heeft geen reparatiesetje bij zich (stom!). Na een flinke discussie zit er niets anders op dan de motor bij een dorpsbewoner in de woonkamer te parkeren (zodat deze morgen opgehaald kan worden) en samen op één motor verder te gaan.

Biefstuk met Bacon en Spagetthi.Na een uurtje zijn we weer terug op het kantoor in Cuzco en na het betalen van 25 dollar voor het ophalen en laten repareren van de motor, wat eigenlijk belachelijk veel is, lopen we, ijskoud, met een kletsnatte en ranzige broek van de modder en regen, weer naar het hostel. Echt leuk, zo’n ochtendje motorrijden! We warmen lekker op onder de douche en skypen daarna nog even met familie. Voor het avondeten kiezen we deze keer een Italiaan uit aan het plein. Stefan kiest biefstuk met pasta (rare combi!) en Renee kip.

In de bar van het hostel regelt Renee nog een verrassing. Stefan is erg blij dat we afgelopen nacht voor 00.00 uur in bed lagen, want anders had hij midden in de belangstelling gestaan. Nu kreeg hij van het personeel alsnog een erg brandend shotje, een verse warme brownie met ijs en een Pariwana-hostel t-shirt. Leuk! Maar gelukkig zonder het complete feest met alle andere bargasten.

De volgende dag staat in het teken van weer een verplaatsing. We checken dus na het ontbijt uit en daarna pakken we onze tassen opnieuw in op de binnenplaats, omdat het daarvoor in onze grote raamloze kamer echt te donker is. We gaan weer op het juiste moment weg, want vanmiddag mogen de gasten niet in hun kamer vanwegen een “fumigation”. Op de binnenplaats komen we weer een bekende tegen, een Nederlandse meid die we in Sucre, Bolivia en in Puerto Madryn ook al hebben ontmoet, maar waarvan we de naam steeds weer vergeten. We kletsen even bij en ze vertelt over haar ontzettend onlogische route. Ze is inmiddels al zeven maanden aan het reizen en heeft een aantal plekken al meerdere keren gezien, omdat ze steeds met mensen meereist die ze leuk vindt.

Renee besluit alvast de bustickets te kopen op het busstation, maar heeft een beetje onderschat hoe ver het lopen is. Daarnaast blijkt het verhaal van de receptie dat het continu rechtdoor is, echt niet te kloppen en beland ze op een gegeven moment in een wat minder fijne buurt. Na een stuk terug te hebben gelopen, het twee keer te hebben gevraagd en vervolgens linkaf te gaan, vindt ze dan toch het busstation. Na een loopavontuur van ruim 2,5 uur is ze weer terug bij het hostel, ook tot opluchting van Stefan, die ondertussen weer een nieuw stukje online heeft geplaatst.

We doden de tijd verder met Ping Pongen, lezen over de volgende bestemming, sapje kopen, notities tikken, opnieuw ping Pongen maar dan met een stelletje Amerikanen en het schrijven van een nieuwe weblog. Om 16.30 uur gaan we samen richting het busstation. Heel verstandig deze keer wel met de taxi, want met onze rugzakken een uur lopen hebben we toch niet zoveel zin in!

Foto’s

 

Puno en de rietbewoners

Vanaf de grens is het nog 2,5 uur rijden tot Puno, waarin Stefan zich vermaakt met de TV serie Fringe en Renee verder gaat met haar boek. Bij aankomst in Puno wordt Stefan al aangesproken door een ‘Tourist info’ dame nog voordat hij de tassen uit heeft kunnen laden. Gezien het al laat op de avond is besluiten we met haar mee te lopen naar haar kantoortje om te horen wat ze allemaal te bieden heeft.

We kiezen is een keer voor de makkelijke weg en boeken een tour naar de ‘Islas flotantes’ voor de volgende dag en reserveren het hotel dat zij aanraadt. Nadat we nog even wat extra Soles gepind hebben regelt zij een taxi voor ons en worden we netjes voor de deur van het hotel afgezet, waar we niet veel later in onze matige kamer als een blok in slaap vallen.

Stefan wordt vroeg wakker, deels door het zonlicht, dat deze gordijnen absoluut niet tegenhouden en deels door het tijdsverschil. Het is hier namelijk een uur vroeger dan in Bolivia. Hij gaat op het tweede bed in de kamer zitten en gebruikt de tijd om in de reisgids te lezen over Puno, wat aantekeningen te maken over de afgelopen paar dagen en een stukje voor op de website te schrijven. Ondertussen is Renee ook opgestaan en we pakken de tassen weer in om uit te kunnen checken.

In Puno is niet heel veel te doen. Je kunt vanuit hier de ‘Islas Flotantes’ bezoeken, bewoonde drijvende eilanden gemaakt van riet, ongeveer 30 minuten varen hiervandaan in Lago Titicaca. En er zijn nog een aantal kleine echte eilandjes vergelijkbaar met Isla del Sol, maar deze worden afgeraden als je de eilanden aan de Boliviaanse kant al hebt gezien. Vandaar dat we deze dag beginnen met het opslaan van onze bagage, het kopen van een ontbijtje en het boeken van een busticket voor een nachtbus (vanavond) naar onze volgende bestemming.

We vervolgen onze weg door een winkelstraat en het centrale plein waar Renee haar schoenen laat poetsen (hard nodig). We vervolgen onze weg langs de markt, waar we wat fruit en frisdrank kopen voor vanmiddag en daarna gaan we terug naar het hotel, waar we om 12 uur opgehaald worden voor onze ‘Islas flotantes tour’. Het vrouwtje van het tourbedrijf is mooi op tijd en we worden samen met drie Zweedse meiden en een Franse dame die in Santiago de Chili woont in een busje naar de haven gebracht. Met een veel mooiere boot dan gisteren varen we in slechts een half uurtje naar de rieteilanden.

Er zijn heel veel kleine eilandjes die samen, voor het oog, een complete stad vormen. Op elk van deze eilandjes wonen 4 tot 8 families in hele kleine rieten huisjes. Op het eerste eilandje waar we aanmeren krijgen we het standaard spreekbeurtje (inclusief minituur mannetjes, vrouwtjes en huisjes) over hoe deze eilanden worden opgebouwd en hoe de mensen hier leven. Daarna kiezen de bewoners elk een toerist uit en laten ze hun huisje zien, waarna ze proberen om voor de hoofdprijs een paar souvenirs te slijten aan de mensen die zojuist in hun iniminihuisje op hun bed gezeten hebben. (schuldgevoelens)

Terwijl we naar het tweede, grotere eiland varen, zien we dat ze op alle andere eilandjes precies dezelfde uitrusting hebben om toeristen geld af te troggelen. Het tweede eiland is zoals verwacht nog veel schaamtelozer ‘geld uit de zak klopperij’. We worden verzocht de boot te verlaten en krijgen de melding dat we over 40 minuten terugvaren naar Puno. Op dit eiland hebben ze letterlijk alleen een restaurant en een souvenirwinkel. Wij besluiten dat we er niet aan meedoen en Stefan gaat een tukje doen in het riet terwijl Renee onder een parasol met een local kletst terwijl ze haar boek probeert te lezen.

De tour was zoals al vele andere reizigers ons al hadden verteld: Interessant om te zien, maar veel te toeristisch. Het is dat we hier toch langs kwamen, anders hadden we het ook prima kunnen missen. Terug in de haven van Puno blijkt dat het busje niet voor ons klaar staat en de gids besluit voor ons een taxi te regelen (en te betalen, gelukkig) naar het hotel, waar wij nog ruim de tijd hebben om een nieuw reisverslagje te schrijven en te plaatsen, voordat we op jacht gaan naar avondeten.

Na een aantal menukaarten te hebben bekeken komen we terecht bij een Italiaans restaurant met een echte steenoven. Helaas blijkt de kok geen echte Italiaan en blijkt het ondanks de juiste spullen erg moeilijk om een lasagna gaar te serveren. We hebben geen zin om te klagen dus we laten onze onvrede gewoon blijken middels het gebrek aan fooi voor de bediening.

Na een kort taxiritje naar het busstation stappen we in de volgende bus. We hebben weer gekozen voor de luxe stoelen, vooral omdat dit een lange nachtrit is. Maar helaas blijkt dat de stoelen op de achterste rij qua beenruimte toch wel iets krapper zijn dan we gewend zijn, dit gecombineerd met de rijstijl van de chauffeur (als een gek door de bochten en veel te laat, dus hard, remmen voor drempels) zorgt ervoor dat we allebei eigenlijk amper geslapen hebben als we om 04.00 uur ‘s morgens in Cuzco arriveren.

Na een raar gesprek op het busstation met twee soort van Nederlandse jongens over het hostel waar zij voor werken besluiten we alsnog een taxi te nemen naar het ‘Pariwana’ hostel dat wij al van te voren geboekt hadden. We mogen hier wel inchecken, maar niet de kamer op. Dus we laten onze tassen achter in de storage en leggen in de TV-room een stuk of 20 kussens bij elkaar om de laatste paar uurtjes van deze nacht door te komen.

Foto’s

Copacabana: Hiking op Isla del Sol

De wekker beëindigd onze laatste nacht in La Paz om 06.30 uur, waarna we beiden even douchen en Renee nog een paar van de lamme pannenkoekjes gaat eten die ze hier als ontbijt durven serveren. Stefan lijdt liever honger tot we op onze bestemming Copacabana zijn. Zijn geduld wordt wel op de proef gesteld als de bus, die ons bij het hostel op komt halen (juist, een touringcar) bijna een uur te laat eindelijk voor komt rijden.

Behalve dat ze met ophalen erg traag waren, is het verder een prima touringcar. We hebben wederom stoelen helemaal vooraan, wat weer achter het ondoorzichtige scheidingswandje van de chauffeur blijkt te zijn. In tegenstelling tot de vorige keer zitten we deze keer gelukkig wel aan de scharnierkant van de deur en is dit geen stop-trein achtige bus, waardoor vooraan zitten wél prettig is. De bus heeft geen toilet, dus we doen het beiden zuinig aan met onze cola.

Als we bijna bij de bestemming zijn, krijgen we ineens te horen dat we uit moeten stappen, maar onze bagage in de bus mogen laten. We moeten naar ‘dat’ kantoortje daar om een kaartje te kopen en hij raadt ‘die’ openbare toiletten aan t.o.v. ‘deze’, omdat die wél worden schoongemaakt. (maar er blijkt geen stromend water) Het kaartje blijkt voor een pondje. De bus gaat een uitloper van Lago Titicaca (het grootste bevaarbare meer van Zuid-Amerika) oversteken, zodat hij niet de grens over hoeft met Peru. Maar de passagiers mogen niet meevaren op dezelfde pond. Hier heeft niemand ons van te voren over ingelicht, maar we hadden het eigenlijk kunnen verwachten. Copacabana ligt namelijk op een schiereiland in het meer, maar is qua land alleen verbonden met Peru. De kosten voor het pondje zijn overigens te overzien: 0,50 euro.

Na nog ongeveer een kwartiertje in de bus komt er een mannetje vanuit de chauffeurscabine om te melden dat ze een deal hebben met hotel ‘El Mirador’ en een tweepersoonkamer kost daar, met deze korting, hetzelfde als ons hostel in La Paz (in een stapelbed op de grootste gedeelde kamer). Het hotel ziet er van buiten prima uit, dus we besluiten ervoor te kiezen en stappen hier uit. Nadat we over de eerste kamer geklaagd hebben dat er geen warm water is, krijgen we een kamer een paar verdiepingen lager, met gelijkwaardig uitzicht, warm water en twee éénpersoons bedden.

We dumpen onze spullen op de kamer en gaan daarna naar de haven, die we vanuit de kamer al konden zien, om te kijken wat de mogelijkheden zijn om ‘Isla del Sol’ te bezoeken. Eigenlijk weten we helemaal niet zo goed wat het is, maar iedereen gaat erheen, dus dan moeten wij dat ook gezien hebben! 🙂 Na een aantal verkoop-hutjes gehad te hebben besluiten we dat het beter is als we niet vandaag, maar morgen gaan. We boeken een bootje (2 uur) naar het noorden van het eiland en een bootje (1,5 uur) terug vanaf het zuiden. De wandeling daartussen zou ‘easy’ moeten zijn en in 3 uurtjes te doen. Wij trekken er 6 uur voor uit, omdat we ook de ruïnes willen bekijken die zich op de noord- en zuidpunt bevinden.

Daarna ploffen we neer in de hangstoelen van het nabijgelegen café waar we in het zonnetje een broodje, een pizza en een paar fruitsapjes bestellen en gewoon een tijdje genieten van het uitzicht over het meer. Als het na een paar uur bewolkt begint te worden, besluiten we dat het verstandig is als we een wasje laten draaien en meteen alvast even de bus boeken voor morgenavond naar Puno, aan de andere kant van het meer. (in Peru)

We hebben nog een aantal postzegels voor Bolivia en Stefan moet nog wat kaarten shoppen en schrijven voordat we het land verlaten, maar het blijkt lastig om een paar leuke kaarten te vinden in de vele souvenirwinkeltjes hier in Copacabana. We lopen ook nog even over de (avond)markt voor wat mango’s en bananen voor onze wandeling morgen en strandden uiteindelijk bij een heel leuk eettentje dat heerlijke mexicaanse taco’s en enchilada’s weet te serveren.

Terug in het hotel halen we na wat discussie, omdat ze geen wisselgeld hebben, onze was op en spreken af dat we met het uitchecken betalen. We pakken onze tassen en onze dagtas voor morgen in, wat nog een beste uitdaging is, omdat normaal de laptop e.d. in de grote dagtas van Stefan zit, die we morgen mee willen nemen naar het eiland. Als we na een tijdje puzzelen alle spullen uitgesorteerd hebben is het echt tijd om te gaan slapen.

We hebben de wekker vroeg gezet omdat dit hotel volgens het mannetje in de bus een continental breakfast heeft. Iets wat we na al die weken brood met boter en jam wel kunnen gebruiken. Helaas blijkt dit een klein leugentje van de beste man te zijn en staat ook hier eigenlijk alleen (vies) brood, boter en jam op de buffet-tafel. Met als enige bijzondere aanvulling: watermeloen. Na het ontbijt brengen we onze grote tassen alvast naar het busbedrijf, dat tot vanavond wel op onze spullen wil passen. En daarna lopen we, op aanwijzing van verschillende mensen, naar een gebouwtje dat het postkantoor zou moeten zijn. Maar helaas is het zondag (hadden we even niet door) en het postkantoor en dus ook de brievenbus zijn gesloten.

We nemen de kaarten dan maar mee terwijl we ons haasten om naar de haven te komen en hopen onderweg of op het eiland nog een brievenbus te vinden. Na een tijdje zoeken hebben we de juiste boot gevonden en uiteraard als we eenmaal in de boot zitten blijkt deze flinke vertraging te hebben. We pakken allebei ons boek erbij, want zelfs als we eindelijk vertrekken is het nog twee uur varen tot de noordpunt van Isla del Sol.

Na de boottocht gebruiken we beiden, tegen stevige betaling, de waterloze openbare toiletten in de haven en daarna hebben we eigenlijk echt geen idee waar we heen kunnen. Het enige dat we weten is dat we over zes uur aan de andere kant van het eiland moeten staan voor de laatste boot terug naar het vaste land. Een vriendelijk vrouwtje wijst ons op twee verschillende routes die we kunnen kiezen. Eentje van 3,5 uur langs de kust, die heel kronkelig is, of de andere van drie uur over de bergrug. Wat op de eerste klim na een makkelijke wandeling is, helemaal rechtdoor.

We besluiten voor de bergrug te kiezen, omdat je dan ook de ruïnes op de meest noordelijke punt van het eiland kunt bekijken. Net als we weg willen lopen meldt de dame nog even dat het nog wel 45 minuten lopen is naar de start van de drie uur durende (kortere) route. Die dus eigenlijk, in Hollandse logica een drie uur, drie kwartier route is, maar we hebben genoeg tijd en die ruïnes klinken heel interessant.

De eerste drie kwartier kosten ons al een uur. De wandeling is continu heuvel op, heuvel af en we zitten hier wel op bijna 4000 meter hoogte; we merken goed dat de lucht veel ijler is dan op zeeniveau. Halverwege de wandeling kopen we een entreekaartje voor het wandelpad (waar we wel iets over gehoord hadden, dat de locale bevolking dat deed, maar wat nog steeds wat vreemd aanvoelt) en aan het einde van deze vermoeiende wandeling ploffen we in de ruïne neer op een pre-inka tuinset (een verzameling stenen, grootste in het midden) en slachten we een mango. Het is hier wel mooi!

We besluiten dat we niet veel tijd hebben om pauze te houden. Het heeft ons best wat tijd gekost om te bepalen welke route we zouden gaan lopen. En als we al een uur gedaan hebben over een driekwartier wandeling en we hebben de voorspelling voor de volgende etappe van drie uur, dan gaan we daar dus sowieso langer over doen. Bovendien hebben we het wandelpad al omhoog zien lopen de bergen in. Dat gaat heel wat meer tijd kosten dan drie uur!

De wandeling is echt heel erg zwaar, elke bergtop die we over klimmen zien we het pad weer opnieuw over de volgende bergtop lopen, nog hoger dan de vorige, die we al puffend en steunend in de brandende zon hebben gehaald. Het uitzicht is wel mooi, maar veranderd erg weinig, wat de focus vooral legt op de barre zware tocht: soms met fijne traptreden, maar meestal met opstapjes nét boven de knie afgewisseld met een stijle helling in los grind.

Uiteraard passeren we ook drie checkpoints waar we weer nieuwe tickets moeten kopen om verder te mogen lopen. De hoogteverschillen tussen de pieken en de dalen van deze tocht zijn elke keer 50 tot 300 meter en op sommige stukken echt te stijl voor ons als ongeoefende ‘hikers’. Stefan heeft echt flashbacks naar El Chalten in Argentinië: “Ik ben verdomme geen berggeit.”

Het laatste stuk stappen we flink door, want we hebben toch geen tijd meer om de ruïnes op de zuidpunt van het eiland te bekijken. En als we geluk hebben kunnen we net een boot een half uur eerder dan gepland halen zodat we wat meer speling hebben met onze aansluitende busreis. De laatste kilometer is alleen nog maar trap af, maar helaas wel (gevaarlijk) stijl en slingerend het hele dorp door. Als we na 14 kilometer (4,5 uur na de start van de wandeling) bij de haven aan de zuidpunt van het eiland aankomen zien we, terwijl we de laatste 5 traptreden aflopen, net de boot wegvaren.

We moeten nog een half uur wachten op de volgende boot en Renee neemt plaats op een bankje in de haven terwijl Stefan een poging gaat doen om wat betaalbaars te eten te vinden in één van de vele restaurantjes. Net als hij terugkomt met twee (zo blijkt, smerige) broodjes jamon y queso, is het tijd om op onze boot terug naar het vaste land te stappen. Gek genoeg is er niemand die naar onze tickets vraagt, maar gezien de kwaliteit van de stoeltjes (oude houten schoolstoeltjes, in rijtjes vastgelast) kunnen we ons ook niet voorstellen dat iemand mee zou willen reizen met dit bedrijf, als ze niet zoals wij al van te voren betaald zouden hebben.

We komen mooi op tijd aan in Copacabana en Stefan gebruikt de extra tijd om de tassen weer opnieuw in te pakken, zodat bijvoorbeeld de laptop niet in het bagageruim van de bus ligt. Terwijl Renee de briefkaarten onder de deur van het postkantoor door gaat proppen (nog steeds zondag) en tijdens de wandeling een groot deel onze laatste Boliviano’s in snaaigoed omzet voor tijdens de busreis, want we bedenken ons nu pas dat we in deze regio geen eten krijgen in de bus.

Terwijl Stefan de tassen in het bagageruim van de bus smijt, betaalt Renee nog even 20 Bolivianos (2,3 euro) bij voor een upgrade van ‘normale’ bus stoelen naar Cama (bed) stoelen, want we voelen dat we de betere stoelen na deze vermoeiende dag wel kunnen gebruiken. De bus vertrekt mooi op tijd (uniek!) en vijftien minuten later moeten we er alweer uit om aan beide kanten van de grens met Peru onze paspoorten te laten stempelen. Vreemd genoeg mogen we onze tassen gewoon in de bus laten liggen, het is niet meer dan een formaliteit. We wisselen ons laatste beetje Bolivianos bij een straatverkoopstertje voor Peruaanse Soles en lopen onder de slagboom door. Drie weken Bolivia: Vink.

Foto’s

La Paz: Deel 2

Vandaag staan we al om 06.00 uur bij het kantoortje om in te checken, gek genoeg moet dat hier in het TAM kantoor in het dorp en niet op het vliegveld. Het is nog even spannend of we vandaag kunnen vliegen want er wordt verteld dat het erg bewolkt en zelfs een beetje mistig is. Nadat we onszelf weer in het busje hebben gepropt, wordt het vrij snel duidelijk dat het vliegtuig vandaag niet gaat vertrekken vanaf het Rurrenabaque vliegveld. We rijden daarom via een blubberweg door de jungle naar een ander vliegveld, in de hoop dat ze daar wel kunnen vertrekken. De extra kilometers voor het busje moeten wij natuurlijk wel cash betalen.

Na nog een tijdje wachten, kunnen we uiteindelijk met ruim een uur vertraging gelukkig wel opstijgen. We zitten deze keer achteruit (op rij 1), met onze rug naar de cockpit en bagage. Raar! Stefan zit helemaal blij te kijken als hij erachter komt dat een vrouw met klein kind zijn buren gaan zijn voor deze reis. Gelukkig valt het kind al snel in slaap, in tegenstelling tot een jongetje dat een paar stoelen verder zit en elke keer bij andere passagiers komt staan en janken. Dit wordt een lange vlucht!

Deze keer moeten we twee keer hopen dat het opstijgen en landen goed gaat, want we maken nog een tussenstop midden in een ander jungleplaatsje om te tanken en een paar passagiers om te ruilen. Het is wel duidelijk dat ze de vliegregels hier wat minder belangrijk vinden dan thuis, want even later worden er twee tieners bij de bagage in de ruimte tussen de passagiers en de cockpit gedropt. Er wordt nog even geprobeerd welke tassen er het lekkerste zitten. Zo, nog twee stoelen erbij! Nu begint ons te dagen waarom we het voor elkaar kregen om vanuit Sucre toch nog twee vliegtickets te bemachtigen!

Na een prima landing in La Paz (Asfalt! :)) krijgen we even later onze tassen weer terug. De tas van één van de Canadezen waar we mee stonden te kletsen bleek echter spoorloos; waarschijnlijk achtergebeleven bij de tankstop. Balen voor hun en wij zijn dubbel zo blij dat het bij ons wel goed is gegaan. Na een erg krap en veel te duur taxiritje, staan we weer bij ons hostel in La Paz. Na het droppen van onze spullen doen we in de stad nog een paar boodschapjes voor morgen en komen we nog de Poolse jongen tegen die in Sucre in hetzelfde hostel zat. De avond vullen we verder met een wedstrijdje ping pong, internetten en een hapje eten bij Dumbo’s.

Deze keer bestellen we een groot bord typisch Boliviaans Pique Macho. Rundvlees, kip, knakworstjes, aardappels en allerlei kruiden met een lekkere saus. Samen met een kan verse jus d’orange, gaat dit er goed in! We krijgen maar de helft van het vlees op en aan de groente komen we helemaaal niet toe. Als we rond 22.30 uur met een collectivo weer terug gaan naar ons hostel, merken we al dat het ten opzichte van andere dagen vrij rustig is op straat. Behalve bij het tankstation, daar staat echt een mega-file!

Vanaf 24.00 uur start de 24 uur durende census dag. Eén keer in de 10 jaar doen ze in Bolivia een volkstelling en dan moet iedereen binnen blijven, ook de toeristen. Wat hebben we weer een geluk. Bij het boeken van de vluchten werd ons hier al over verteld, want er zou dan ook niet gevlogen worden. Als we de volgende ochtend wakker worden is het verschil goed te merken, stilte! Ons hostel zit aan de drukste straat van de stad en normaal worden we hier wakker van toeterende auto’s en ronkende motoren.

Deze keer horen we alleen de geluiden uit het hostel. Het is echt moeilijk voor te stellen dat iedereen vandaag gewoon thuis moet blijven. Je zou denken dat er een makkelijkere manier zou zijn om dit te regelen, maar blijkbaar hebben ze er vertrouwen in dat dit werkt. We hebben gelukkig een goed, groot hostel met internet en een dakterras uitgezocht om vandaag opgesloten te zitten.

Na een gezellig ontbijt met Willemijn, de Nederlandse 1e stuurman/kapitein die we al eerder in Salta Argentinië hebben ontmoet, begint het grote niksen. De enige mensen die vandaag niet thuis/binnen hoeven te zijn, zijn de mensen die een aanvraag hebben ingediend bij de gemeente, zoals de mensen die in ons hostel werken en de nood- en hulpdiensten. Wij mogen wel naar het zusterhostel (verderop in de straat) op en neer lopen, maar verder niets.

Het zou trouwens ook niet echt nut hebben, want alles is gesloten. We maken dus snel een paar foto’s van de lege straten en verbazen ons over het feit dat je nu ook echt de vogels kan horen fluiten. (in het centrum van een miljoenenstad) Een paar Amerikaanse meiden proberen nog het barmeubilair naar buiten te slepen voor een paar grappige foto’s, maar worden door een groepje politieagenten netjes verzocht om weer naar binnen te gaan of met hun mee te gaan naar de gevangenis.

We vullen de dag met potjes ping pong, pool, internetten, serie kijken, shithead spelen op het dakterras en het kletsen met anderen. Om 15.00 uur zou er een bbq beginnen, maar aangezien wij hier niet zo’n fan van zijn, wilden we later gewoon iets van de menukaart bestellen. Het hostel had de dag vantevoren aangegeven dat dit zou kunnen, maar dit bleek nu opeens niet het geval te zijn. Ondanks dat wij echt een hekel hebben aan klagen en zeuren over dit soort dingen, hebben we nu flink stampij gemaakt. No way dat we de hele dag niets te eten zouden krijgen! Het duurde niet lang voordat we een waar klaagteam van meer dan 10 man bij elkaar hadden. En na een hoop verschillende beloften van verschillende personeelsleden (Stefan was zelfs de keuken binnengelopen) konden we om 19.00 uur eindelijk wat eten bestellen. Na een hoop spelletjes shithead en een gevulde maag, zijn we weer ons bedje ingedoken.

De volgende dag moeten we namelijk vroeg op om naar het zuiden van La Paz te gaan. Het blijkt nog niet zo gemakkelijk te zijn om een taxi te vangen die ons naar dit rijkere deel, onderaan de berg van de stad te brengen. Na ruim 25 minuten armen ophouden en taxi roepen, geholpen door de bewaker van het hostel, gaan we iets te laat richting de plaats van bestemming. Gelukkig zijn de drie broers met wie we vandaag op stap gaan ook te laat (wederom Boliviaans kwartiertje), dus het maakt niets uit.

We zijn ongeveer een uur onderweg in de volgestouwde jeep, via een hoop weggetjes die eigenlijk geen weggetjes genoemd zouden moeten worden (Stefan vraagt of ze op de kaart staan en een van de broers grapt dat je ze kunt zien op google maps), als we bovenaan een berg aankomen. We gaan hier vandaag van de rand afrennen, in de hoop dat we dan een paar seconden later, als de berg ophoudt, heerlijk door de lucht paragliden.

Na het tekenen van een waiver en het krijgen van instructies zoals: “ren zo hard als je kunt”, “beweeg met mij mee en blijf altijd de richting van het dal opkijken”, “als je onderweg een cactus tegenkomt, gewoon aan de kant schoppen en door blijven lopen” en “als de berg op lijkt te houden en we vliegen nog niet, gewoon door blijven lopen, anders crashen we!” zijn we er soort van klaar voor. Stefan wordt aan de oudste broer vastgemaakt en Renee aan de middelste. De jongste is een beetje ziekig en rijdt dus de jeep weer naar beneden.

We installeren nog even de Gopro bij Renee en de fotocamera bij Stefan en daar gaan we. 1,2,3 rennen! We vliegen voordat we er erg in hebben en na dit korte spannende moment, is het vooral relaxen geblazen. We hangen onderuit in een stoeltje (standje hangmat) en genieten van de mooie uitzichten terwijl we de wind gebruiken om zo lang mogelijk in de lucht te blijven. Na zo’n 20 minuten, zijn we in de buurt van de landingsplek. Eerst landt Stefan op zijn kont, doordat hij net iets te laat zijn benen strekte en daarna is het de beurt aan Renee.

Plotseling valt de wind weg (die anders altijd daar staat vanaf een bepaalde richting) en het gevolg is dat ze wel erg snel dalen. Ze ploffen dan ook nogal hard neer op de stenen, midden in een klein plasje met water. De piloot vraagt eerst aan Renee of het goed gaat en na de bevestiging staan ze op. Alleen een paar krassen op haar kuit, waarschijnlijk de volgende dag een blauwe plek op de heup en een natte broek. De piloot baalt duidelijk en schaamt zich. Nu moet de parachute namelijk eerst drogen, schoongemaakt worden en gecontroleerd en daar gaat de fooi van de dag.

Na het opruimen van de spullen rijden we met de jeep weer terug naar La Paz. Dit was gaaaaaaf en het voelt echt als vliegen! We geven toch een flinke fooi aan de jongens en hebben verder een relaxte middag. We schrijven weer een reisverslagje, kijken een aflevering van een serie op de laptop en doen een middagdutje. Renee koopt ondertussen alvast de bustickets voor de volgende bestemming en daarna is het tijd om lekker een hapje te eten. We bezoeken deze keer een duur maar erg lekker steakhouse en keren laat terug naar het hostel om even te douchen, wederom een reisverslagje te schrijven (we lopen een beetje achter) en daarna lekker te gaan slapen.

De wekker gaat de volgende dag vroeg. Na onze ochtendrituelen, stappen we in een microbusje richting de beroemde San Fransisco kerk. We worden bij een bar daar in de buurt vandaag opgehaald om te gaan mountainbiken op de deathroad. Na een lekker ontbijtje van yoghurt met fruit en muesli, stappen we in het busje om ons naar de top van de berg te brengen. Daar krijgen we onze fiets, helm, handschoenen, jas en instructies.

Het eerste deel, ruim 30 km, is verharde weg en allemaal naar beneden. Al vooroverliggend op ons stuur om meer snelheid te maken, racen we naar beneden met ruim 65 km per uur. Een Duitser en Peruaanse dame blijven iets achter, want ze vinden het eng, maar wij en een Engelsman genieten van deze snelheid. We hoeven hier ook niet te trappen of te remmen en passeren zelfs een vrachtwagen die natuurlijk wel moet remmen voor de bochten. Bij de eerste stop had gids Jubert ons al aangewezen waarom, want onderaan een van de uitkijkpunten ligt een bus. Begin van dit jaar is deze van de weg geraakt en ruim 100 meter naar beneden gestort. Onze gids vertelt dat de locale bevolking, nadat de verschillende hulpdiensten zijn verdwenen, altijd zoveel strippen als ze kunnen dragen en dit dan verhandelen op de markt er is inderdaad vrijwel niets over van de bus.

Na het kopen van een kaartje voor het tweede deel van de deathroad (waarom zou je er ook geen geld voor vragen), rijden we met het busje naar het onverharde deel van de weg. Hier is het flink mistig en krijgen we pas echt het deathroad-gevoel. Je kan hier op elke plek zo honderden meters omlaag kijken, zonder hekjes of vangrails (en dus vallen) en het is ook nog eens de bedoeling dat je links houdt, langs de rand van de afgrond, omdat bestuurders van auto’s dan beter de bochten kunnen doorkijken en de zijruimte kunnen inschatten.

We fietsen afwisselend vooraan en proberen ook nog te genieten van de mooie uitzichten. De gids gaat nu toch echt iets te hard om nog relaxt om je heen te kunnen kijken, dus nemen we iets meer afstand. De Peruaanse dame heeft er al snel genoeg van en kiest ervoor om de reis verder met het busje af te leggen (wat een zeurpiet!). Wij genieten van de gave uitzichten, afgewisseld met een paar angstige momenten van wel heel veel grote stenen en erg smalle paadjes. We moeten zelfs twee rivieren en een waterval doorkruizen en de chauffeur van het busje filmt met veel plezier hoe wij zeiknat hieruit komen.

Na in totaal ruim 65 km op de fiets, komen we bij het eindpunt van de weg en worden we met een cool t-shirt gefeliciteerd met het overleven van de deathroad. Maar wij hebben ook nog de zipline geboekt en het begint nu keihard te regenen, waardoor er altijd nog iets fout kan gaan. 🙂 (moeders: hier ophouden met lezen)

De eerste zipline is de hoogste van de drie en we gaan één voor één al glimlachend aan de staalkabel hangen. De rem van Stefan doet het op de een of andere manier niet zo goed, maar daar heb je het opvangkussen voor. Dit is veel beter dan een goed werkende rem, want als je te vroeg stil komt te hangen moet je jezelf het laatste stuk omhoog zien te trekken.

Als we allebei veilig aan de andere kant zijn gekomen hebben we geen andere keus dan aan te haken op de volgende kabel: de snelste. Want er is nu geen weg meer terug, we staan ergens halverwege een berghelling, zonder paadjes. Gaaf! De laatste is de langste kabel en we zijn inmiddels weer zeiknat geworden van de regen, maar dit maakte het er niet minder leuk om. En hebben natuurlijk weer een heleboel foto’s en film gemaakt.

Het ziplinemannetje brengt ons vervolgens naar de lunchplek waar onze gids en de Engelsman (die de 18 euro voor de zipline teveel vond) op ons zitten te wachten. Spaghetti met pesto voor Renee en met bolognesa voor Stefan. Dat gaat er wel in na zo’n hoop (in)spanning!

Daarna rijden we de deathroad weer terug, deze keer omhoog achterin het busje. Er vloeit flink wat bier (voornamelijk voor de gids en de Peruaanse dame, gelukkig niet voor de chauffeur) om het overleven van de tocht te vieren. Het is een flinke rit terug naar La Paz en we stoppen af en toe nog voor een paar foto’s en om de gedenkstenen en kruizen te zien waar mensen zijn overleden. (die hebben we op de weg naar beneden door de concentratie namelijk niet gezien)

Nadat we afgezet zijn in de buurt van ons hostel, pakken we onze tassen weer een keer helemaal netjes in en gaan we slapen. De volgende dag worden we namelijk vroeg opgehaald bij ons hostel om met de bus om naar onze volgende bestemming te gaan.

Foto’s

Rurrenabaque: Jungle & Pampas

Na het dumpen van flink wat kilo’s in de storage van het hostel, stappen we met lekker lichte tassen om 06.00 uur in de taxi richting het TAM vliegveld. We wisten dat TAM een militaire vliegmaatschappij is, maar het is toch wel raar dat je letterlijk een legerbasis oprijdt en ook gecontroleerd wordt door een man in een groen pakje met een machinegeweer in zijn hand.

We zijn netjes op tijd en gaan alvast in de rij staan, waardoor we als eerste in kunnen checken. We willen zeker weten dat de spontaan ontstane vliegtickets in Sucre bij het reisbureau ook wel twee plekken in het vliegtuigje garanderen en tot onze opluchting en tegelijkertijd verrassing blijkt ons ticket recht te geven op stoel 2a en 2b.

We stappen in dit kleine gebakje en het is een aparte gewaarwording dat we tegenover ons ook nog mensen hebben zitten. Blijkbaar is het hier heel normaal om achteruit in een vliegtuig te zitten, wij vinden het maar raar. Na 50 minuten landen we veilig, maar een tikkeltje lomp op een zandpad tussen de groene bomen. Hola jungle!

Nadat de tassen via een rare omweg uiteindelijk aan de andere kant van het terminalgebouwtje zonder ramen zijn beland, kunnen we gaan. De tassen en koffers worden bovenop het dak van het busje gebonden en we rijden over een hobbelig zandpad naar het dorpje Rurrenebaque. Aangezien Hostelworld.com nog niet echt veel aanbod had voor hostels, lopen we met onze tassen door de hitte op zoek naar een slaapplek voor de nacht. Op advies van één van de Australische gasten in La Paz stranden we bij Beni. De kamer ziet er prima uit en ze zouden zelfs handmatten achterin de tuin moeten hebben!

Later blijkt dat je inderdaad achtrin de tuin kunt liggen, maar niet helemaal zoals we dit hadden verwacht. De hangmatten zijn weggehaald en ze hebben er een paarse grafkist voor in de plaats gezet, inclusief rouwende familie, irritante kinderen en foute belichting. We hebben geen zin om te klagen, want we hebben vanmiddag een hoop dingen die we nog moeten regelen en het is maar voor één nachtje. Het is wel héél bijzonder om zo’n wake in een touristisch hostel te doen, maar gewoon verder te gaan met kamers verhuren.

We lopen de verschillende tourbedrijfjes af om te informeren naar de verschillende tours en prijzen en zijn alweer flink aan het twijfelen waar we nou voor moeten kiezen. Wordt het de goedkoopste, de veel duurdere waar we wel een goed gevoel over hebben omdat de dame Nederlands sprak en ze op een goede manier met de dieren omgaan, de enagoedkoopste omdat we via via goede verhalen hierover hebben gehoord of degene waar heel veel mensen binnen zaten? Uiteindelijk kiezen we voor Flecha tours.

Flecha tours is goedkoop en we boeken dan samen met een aantal gasten met wie we in het vliegtuig zaten: drie Autraliers, één Chinees (nu al 10 jaar Japanner), één Fransman en één Amerikaan. We kunnen samen een groep vullen en we weten dan zeker dat we morgen ook daadwerkelijk vertrekken, met gasten die wel een goede eerste indruk hebben gemaakt op ons en niet bij onbekende mensen van een ander tourbedrijf in de groep worden gepropt en in een totaal andere accomodatie terechtkomen als waarmee ze adverteren bij Flecha.

Volgende stap is het verzamelen en inpakken van de benodigde kleding en materialen. Eerst drinken we op straat een vers geperst sinaasappelsapje en daarna kopen we een uberfout maar blijkt later, heel fijn zonnehoedje en shirt met lange mouwen. Zwart, bruin en blauw blijkt de muggen juist aan te trekken, dus we shoppen een tweedehands maar wel gewassen wit overhemd. Nog even nieuwe muggenspray inslaan en dan zijn we er klaar voor! Boeien hoe we er straks uitzien, als we maar niet worden opgevreten door de (malaria en dengé) muggen!

We zijn helemaal klaar voor ons vertrek naar de Pampas: tijd dus om te relaxen! Op advies van het tourdametje stappen we ieder achterop een taxibrommertje dat ons naar het hoger gelegen zwembad  “El Mirador” moet brengen. We hadden dit stukje allebei liever zelf gereden, want Renee dondert er bijna vanaf als ze al slippend van de asfaltweg een grindpad opscheuren en Stefan komt stil te staan onderaan de heuvel omdat de prutser blijkbaar niet goed weet hoe te moeten schakelen. (waarna hij het na afstappen en teruglopen met een nieuwe aanloop nog een keer probeert) Gelukkig komen we uiteindelijk heelhuids aan en springen we in het heerlijk verkoelende zwembad. Het wordt helemaal perfect als we al hangend op de rand van het zwembad, met uitzicht op het stadje en de jungle, ons vers gemaakte mangosapje op mogen drinken. This is heaven!

Om 18.00 uur stappen we weer op een brommertje, want dit is nou eenmaal het enige vervoersmiddel dat hier kan komen, en rijden we deze keer op een veel relaxtere manier terug naar het hostel. Door de enorme hitte besluiten we het diner maar over te slaan en na het inpakken van de laatste spullen direct in bed te duiken. Gelukkig hebben we een ventilator, waardoor we allebei nog best redelijk hebben geslapen.

De volgende dag lopen we met al onze bagage naar het tourbedrijfje waar we de grote tassen en dure spullen veilig achter kunnen laten en ieder een dagrugzak mee kunnen nemen. We zijn hier extra vroeg want we mogen het wifi van het kantoortje gebruiken om een belangrijke mail met grote bijlage te versturen en met het trage internet hier, kan dit wel even duren. Ondertussen shopt Renee het ontbijt bij een bakkertje bij elkaar en dan kan het inladen van de jeep beginnen. We kruipen met z’n achten tegen elkaar in de Landcruiser en we kijken uit naar een leuke rit door de jungle richting de rivier.

De rit blijkt een erg saaie drie uur durende hobbeltocht over een zandweg te zijn, zelfs onze oude Samurai zat lekkerder en geen Jungle in zicht! We zijn blij als we bij de lunchstop arriveren, maar wat minder met de dingen die ons worden voorgeschoteld. Het lekker ogende koude sapje blijkt bijvoorbeeld een vies zoetig/zout maissapje te zijn en we hopen dat het tourdametje over de lekkere lunches en diners in het kamp niet heeft gelogen. Hiervoor is er speciaal een kok meegegaan, samen met haar dochter van 8 (die blijkbaar niet naar school hoeft), dus we zijn benieuwd.

We stappen even later met z’n allen in een lange smalle motorboot om richting het kamp de rivier op te varen. Al vrij snel zien we de eerste alligators, vogels, capybaras (een soort van kruizing tussen een groot harig varken en een cavia) en schildpadden. Gaaf! Verderop stopt onze gids Luis en springt hij na wat aanmoedige woorden richting ons in het erg bruine water. Er zwemmen roze rivierdolfijnen en die zouden wel eens heel dichtbij kunnen komen zodat je ermee kan spelen. Onze groep twijfelt eerst nog een beetje, want verderop liggen de alligators op de kant en er zitten hier ook een hoop piranhas! Nadat Luis ons verzekerd dat elk dier zijn eigen territorium heeft en dat piranhas alleen bijten als er bloed is, springt iedereen behalve Renee ook uit de boot. Renee heeft vandaag haar bikini niet aan en kijkt graag veilig op een afstandje naar de rest. De dolfijnen zijn niet zo speelserig vandaag dus na een tijdje zenuwachtig heen en weer zwemmen varen we weer verder.

Luis stopt ineens de motor en adviseert ons om de tassen droog op te bergen en een regenjas aan te doen en we weten snel waarom! Na korte tijd komt het water met bakken uit de hemel vallen. We zien daardoor niet echt veel dieren meer, maar de verkoeling is meer dan welkom. Na het uitzoeken van een bed met klamboe en een korte koude douche in de lodge, rennen we door de stromende regen naar de plek waar we ons avondeten krijgen opgediend. Deze keer zijn we veel blijer met het voedsel. Gebakken aardappeltjes, kip, rijst en verschillende salades; goed te eten! Ze hebben zelfs een gezamenlijke ruimte met pingpong en pooltafel en ondanks dat deze hier al duidelijk een tijdje in de vochtige omgeving staan, is het goed vermaak!

Om 22.00 uur gaat de kleine generator uit tijdens een spannende match ping pong en het is in één klap pikkedonker in het kamp, dus dan maar naar bed. We kruipen onder de klamboe en jammer genoeg is het inmiddels weer erg warm en plakkerig geworden. Aan de andere kant maar goed, want we hebben alleen een hoeslaken over de matras en kussen gekregen om op te slapen. (een slaapzak meebrengen was in deze tijd van het jaar niet nodig, maar ze had niet verteld dat je dan gewoon niets had om onder te slapen)

De volgende ochtend staan we op een normale tijd op en ontbijten we met brood, toast, een soort van oliebollen en fruit. Daarna zoeken we naar de juiste maat laarzen en varen we met het bootje richting de pampas. We stappen na 10 minuten uit en na een wandeling van 15 minuten door riet en een soort weiland, zijn we op de plaats van bestemming. Het knie-diepe moeras is het territorium van de Anaconda en daar gaan we dan ook naar op zoek. Het soppen in het moeras in deze hitte blijkt best zwaar te zijn, maar gids Luis geeft niet op.

Het ruim 4,5 uur ploeteren in het moeras heeft helaas niets opgeleverd. Het is ook een kwestie van geluk, want slecht 30% van de groepen vindt er tegenwoordig maar één. (en vroeger was het zo’n 10 slangen in 2 uurtjes wandelen) Dit komt door toeristen die de Anacondas (wurgslangen, niet giftig) aanraken met hun zonnebrand/deethanden, hierdoor verbrand de huid van de slangen en gaan ze dood, omdat ze via hun huid ademhalen. Eigenlijk best zielig dat toeristen zo’n impact hebben op de natuur hier, dus misschien maar goed ook dat wij daar niet aan bij kunnen dragen.

Met flink pijnlijke voeten van de laarzen en Stefan zelfs met grote blaren, strompelen we terug naar de boot om te lunchen in de lodge. Daarna kunnen de voetjes gelukkig even omhoog in de hangmat voor een siesta. Rond 15.00 uur stappen we weer met z’n achten in de boot, gewapend met een stokje, visdraad en haakje. Luis snijdt een hoop rundvlees in kleine stukjes en dan kunnen we op jacht naar ons avondeten. Met z’n allen staan we te wiebelen in de boot en proberen we de piranhas te snel af te zijn.

Dit blijkt nog helemaal niet zo makkelijk te zijn, want die etters hebben het vlees van het haakje afgebeten voordat je er erg in hebt. (vaak al op het moment dat het aas het water raakt, nog voordat het draad strak staat) Stefan is de eerste die een piranha op weet te vissen. Er volgen er in totaal nog 16 meer. Renee weet er één in de boot te hengelen zonder dat ze het haakje los hoeft te maken. (gewoon omdat dat kreng het vlees niet los liet onderweg naar boven) Lekker makkelijk! Het blijft wel een beetje een eng idee dat we gisteren nog in dit water hebben gezwommen.

Daarna varen we naar een veldje waar we een beetje kunnen relaxen, voetballen of volleyballen en de zonsondergang kunnen kijken. Helaas is het bewolkt en zitten er heeeeeeel veel muggen. De gekochte pringles smaken echter prima en het dochtertje van de kok is blij dat ze hier ook van mee mag eten. Als het donker is, varen we met ieder een zaklamp in de aanslag weer terug naar de lodge. Onderweg kan je de ogen van de alligators zien oplichten. wow, er zitten er veel meer dan we dachten!

Voor het avondeten staat er inderdaad piranha op het menu. We zijn wel blij dat er daarnaast ook nog spaghetti, rijst, salade, etc op tafel wordt gezet, want Stefan eet echt geen vis en er zit niet zo veel vlees aan zo’n piranha. Ze vinden de ogen en de kop hier een delicatesse, maar dat gaat toch net iets te ver voor Renee. Na het eten lezen we nog even een boekje en gaan we vroeg slapen.

Het regent deze nacht volop en we krijgen het voor het eerst flink koud. Dan maar alle droge kleding aan en tegen elkaar aankruipen op één bedje, want er zijn geen dekens. Rond 08.00 uur is het droog en schuiven we aan aan de ontbijttafel. Vanochtend gaan we opnieuw proberen om de roze dolfijnen te spotten en ermee te zwemmen. We zien inderdaad een paar keer een kop boven water komen en springen dus weer met z’n allen de bruine rivier in. Ondanks dat ze niet speels zijn, blijft het bijzonder om ertussen te zwemmen, vooral ook omdat we overal om ons heen de alligators en caymans zien liggen. En we hebben gisteren geleerd hoe snel piranhas kunnen happen en hoe sterk die kaken zijn.

We varen weer terug naar de lodge voor een laatste lunch en dan is het tijd om met de boot weer terug te gaan naar de jeep. Na een lange boottocht komen we daar aan, samen met de andere tourboot van Flecha, maar blijkt er niet genoeg plek te zijn voor ons allemaal in de klaarstaande jeep. We wachten samen met de Fransman en Luis op de volgende jeep, deze komt echter maar niet opdagen en Luis chartert uitereindelijk een taxi. Deze is heel wat jaartjes nieuwer dan de jeeps van Flecha en daardoor worden we tijdens de lange rit terug gelukkig wat minder door elkaar geschut dan op de heenweg.

We pikken onderweg nog een lifter op en net voordat we weer bij het tourbedrijf zijn, stoppen we plotseling. Er is een vrouw hard gevallen met haar brommer en we brengen haar dan ook snel naar het ziekenhuis. Na deze happening komen we weer bij het tourbedrijf en zit de trip erop. We halen onze spullen op en twijfelen waar we nu willen slapen. Het hostel met de doodskist skippen we liever en de Fransman is enthousiast over het hostel waar zij eerder verbleven.

We lopen met hem mee en het ziet er inderdaad goed uit. De kamer is ruim en op de binnenplaats hangen deze keer een hele hoop hangmatten. De komende 1,5 dag vullen we met het wegbrengen van al onze vieze was, een tukje doen (dit bed is wel heel erg fijn ten opzichte van die in de lodge), lekker hangen in de hangmat, een ijsje eten, weer in slaap vallen door de ontzettende hitte, een hapje eten, en uiteindelijk ook de tas inpakken voor de terugvlucht naar La Paz. Als de vlucht door gaat (dat is met regenseizoen en blubber-landingsbaan altijd maar de vraag) gaan we morgen weer met hetzelfde kleine vliegtuig terug naar La Paz.

Foto’s

La Paz: Deel 1

Na een vermoeiende nachtrit met maar weinig slaap, zien we als het licht wordt de vele huizen op de hoogvlakte “El Alto” en later ook in het dal en op de berghelling van “La Paz” steeds langzamer voorbij rollen, naarmate het verkeer steeds drukker wordt. Een indrukwekkend uitzicht en we zijn benieuwd wat deze stad op ruim 4000 meter hoogte ons te bieden heeft.

We checken na een korte wandeling vanaf het busstation in bij het Adventure Brew Hostel en gelukkig krijgen we meteen een bed, zodat we even een tukje kunnen doen. Daarna is het tijd om te informeren wat we vandaag en morgen kunnen doen. Overmorgen vliegen we naar Rurrenabaque, dus we hebben nu 1,5 dag om leuke dingen te doen. De dame van het tourbedrijfje in het hostel is niet erg vriendelijk en nog minder behulpzaam, dus we besluiten om vanmiddag zelf een beetje rond te gaan lopen.

De wandeling begint richting het hoofdplein waar onder andere het regeringsgebouw zit en waar in de buurt ook een aantal musea zouden moeten zitten. Alles is echter dicht (siësta), dus lopen we naar een ander pleintje om een beetje uit te rusten. Alles ligt hier in een komvormig dal, waardoor je flink moet klimmen. Dit is opzich niet zo heel erg, maar we merken wel dat we niet gewend zijn om dit op deze hoogte te doen, waardoor je echt snel buiten adem bent. We snappen steeds beter waarom ze zeggen dat je lichaam zich langszaamaan moet aanpassen aan de hoogte. Aangezien het uitkijkpunt “Killa killa” nog een heel stuk hoger ligt en het inmiddels flink warm is geworden, regelen we voor nog geen euro een taxi die ons omhoog rijdt.

Bijzonder om La Paz en el Alto, samen ieder zo’n 2,9 miljoen inwoners, op deze manier te kunnen bekijken. Normaal zie je een stad vanaf een uitkijkpunt van bovenaf, zoals bij de Eifeltoren in Parijs of de Empire State Building in New York, maar hier is het anders. Doordat een groot gedeelte van de stad tegen de kom aan is gebouwd, kijk je er meer tegenaan en tegelijktijd ook bovenop. En dat zonder een lift te hoeven nemen en tussen een hoop andere touristen te hoeven staan! We zitten hier een paar uurtjes, terwijl we een aantal leuke foto’s maken, genieten van de zon en de rust en kletsen met een stel uit Engeland.

Daarna nemen we een taxi terug naar het hostel, want downhil is nog steeds erg vermoeiend en ver en we zouden het vandaag rustig aan doen. Typisch dat we nu bijna de helft betalen voor twee keer de afstand. Het zal wel meespelen dat het nu minder brandstof kost, we door de vorige taxichauffeur zijn getilt ondanks dat we hebben onderhandeld en dat we nu in een wel erg gare bak zitten. In het hostel zitten we nog een tijdje op het dakterras met uitzicht over de stad en onmoeten we twee Australische kerels. Één van de twee heeft een moeder die uit Nederland komt en kent dus ook de typisch Nederlandse lekkernijen. Hij is gisteren bij een Nederlandse bar geweest en trakteert ons dus op stroopwafels. Niet helemaal zoals wij ze kennen, maar wel erg zoet en lekker! De Jack&Cola die zij in hoog tempo onder het genot van een sticky hash wegtanken slaan we maar af.

Het koelt op deze hoogte snel af als het donker wordt, dus verhuizen we na een tijdje naar de bar beneden. Daar ontmoeten we een Nederlands stel (Robbert en Nienke) dat al een paar dagen in La Paz is. Ze zijn allebei een aantal dagen goed ziek geweest van iets dat ze hebben gegeten, maar voelen zich nu goed genoeg om gezellig een potje met ons te kaarten. We introduceren het spel Shithead dat de Engelse meiden ons tijdens de jeeptour over de salar hebben geleerd en met de cheeseburger uit het hostel en de twee gratis biertjes voor Stefan vermaken we ons prima! (elke nacht elke gast één lokaal biertje gratis en Renee drinkt geen bier.)

De volgende dag is net wat anders dan anders, want Renee is namelijk jarig! Na het in ontvangst nemen van de felicitaties van Stefan en het lezen van alle berichtjes op Facebook, whatsapp en de mail, beseft Renee inderdaad dat ze een jaartje ouder is geworden, in La Paz, op grote hoogte. De zussen van Renee hebben heel lief een aantal minicadeautjes voor verschillende dagen tijdens de reis meegegeven en er zit natuurlijk ook een cadeautje voor vandaag bij, een hangertje met 28!

Na een relaxte ochtend en een handwasje sokken en onderbroeken, is het tijd voor de Banjo citytour die we op aanraden van twee Nederlandse meiden die we in Sucre tegenkwamen, per email gisteren hebben geboekt. Benjamin, een Boliviaanse Toerisme student, komt ons bij het hostel ophalen om ons vanmiddag de stad te laten zien.

Ben neemt ons en twee Duitsers eerst mee naar een aantal highlights en vertelt allerlei interessante informatie over de historie en betekenis van de dingen die we zien. Hij stapt flink door, we merken dat hij wel gewend is aan de hoogte. We stoppen bij een plaatselijke markt en vertelt dat je een veel betere prijs krijgt als je iemand met Casero/Casera aanspreekt, waarmee je eigenlijk zegt dat je de volgende keer weer bij hem/haar terug zal komen. We kopen daar ieder een verse kan met fruitsap en eten ondertussen een soort van gevulde oliebol met rijst en vlees, nomnomnom!

We lopen via de kerk, naar het pleintje waar we gisteren ook al zijn geweest, maar krijgen nu allerlei interessante info die niet in de Lonely Planet of Guidebooks staan. Bijvoorbeeld dat de stad eerst was opgedeeld in een deel voor de Spanjaarden en een deel voor de inheemse bevolking en dat het voor de inheemse bevolking niet toegestaan was om in het Spaanse deel te komen. Tot een aantal jaar geleden was het dus ook niet voor hun toegestaan om op het plein met de regeringsgebouwen te komen.

Erg apart zijn ook de kogelgaten in een van de gebouwen die nog duidelijk zichtbaar zijn van de gevechten tussen het leger en de nationale politie in feb. 2003, omdat de politie in opstand kwam tegen een belastingverhoging. De huidige president is zelf ook inheems en sinds een aantal jaar is het dus wel toegestaan en ook geaccepteerd dat de inheemkse bevolking op dit plein komt. We zien dan ook een hoop vrouwen in traditionele kleding met de bekende hoedjes trots op de bankjes zitten, gewoon omdat het kan.

Na een aantal andere stadsdingen met interessante uitleg nemen we een collectivobusje voor nog geen 0,20 cent naar de wereldberoemde San Pedro gevangenis. Ben vertelt dat je voor 2009 als tourist een rondleiding kon krijgen door de bewakers (uhm apart), maar dat dit inmiddels niet meer kan. Nadat een toerist een filmpje op Youtube had gezet en dit breed in het nieuws is gekomen, heeft de regering iedereen ontslagen en allemaal nieuwe mensen aangenomen. Ergens wel jammer, maar aan de andere kant misschien ook maar goed ook. Hier leven nu ruim 2500 mannen, in veel gevallen met hun vrouwen en kinderen die soort van permanent op bezoek mogen komen.

Binnenin in de gevangenis is eigenlijk een soort van stad met restaurants, wasserij, kamers, etc. Iedereen moet zichzelf weten te redden en aan geld zien te komen. Wel apart is dat Ben vertelt dat er vorige week nog twee mensen zijn ontsnapt, maar de sprong van de hoge muur niet hebben overleefd. Daarna lopen we langs de kleine golfplaten winkeltjes (voornamelijk drank en sigaretten) die tegen de gevangenismuur staan aan de buitenkant. Daarvan weet Ben ook te vertellen dat er vaak via de achterkant van de winkeltjes (via een soort van gat / tunnel) ontsnappingspogingen worden gedaan. Maar als de regering zou proberen om deze winkeltjes weg te halen, zouden de uitbaters en veel van de klanten het verkeer in de hele stad blokkeren in opstand.

Daarna stappen we in de auto bij de ouders van Ben. De vader van Ben heeft een collectivo (gedeelde taxi), maar omdat het zijn vrije dag is, heeft hij de bordjes en vlaggetjes weggehaald en brengt hij ons, samen met de moeder van Ben naar El Alto. Zijn ouders zijn overduidelijk trots als een pauw op het werk dat hun zoon doet en ze lijken echt vereerd om vier van zijn klanten te ontmoeten. Zoals de naam al doet vermoeden ligt deze nieuwste stad van Bolivia (direct tegen La Paz aangebouwd) op de hoogvlakte aan de rand van de komvormige vallei en we zijn dan ook blij dat we dit niet hoeven te lopen. (Zelfs de taxi die dagelijks deze rit doet, heeft moeite om naar boven te komen.) We stoppen bij een nog hoger uitzichtpunt dan waar we gisteren zijn geweest en na een paar foto’s en wat uitleg gaan we naar de witchesmarket. (heksenmarkt) Het leuke is dat we niet naar de toerische markt gaan, die je in downtown La Paz kunt vinden, maar naar de echte localmarkt in El Alto.

Op de markt kopen we cocablaadjes en hij nodigt ons uit om dit uit te proberen. Je propt dit in één mondhoek en sabbelt/kauwt hier zachtjes op. De smaak is erg bitter en verre van lekker, maar gecombineerd met een soort van zoet plukje bruinigheid (coca ashes), gaat het nog wel. De cocablaadjes zijn afkomstig van jaja, de cocaïneplant, maar de regering heeft de blaadjes (samen met de kweek van Cocaïneplanten) legaal gemaakt en je kan hier zelfs theezakjes van vinden in de supermarkten. Bijna iedereen kauwt deze blaadjes en als je er genoeg van gebruikt, zou het je energie moeten geven. De ashes die je er samen mee hoort te kauwen weken de Alcaliden los en als je de hele dag blaadjes kauwt, zou het effect gelijk moeten zijn aan 1% van direct cocaïne gebruik.

We merken eigenlijk niets van de kleine hoeveelheid blaadjes, behalve dat onze wangen tintelen en bijna gevoelloos zijn. Leuke ervaring, maar niet bijzonder lekker en het voelt toch een beetje apart en illegalig aan. Eigenlijk raar, want studenten gebruiken dit bijvoorbeeld bij het studeren, mensen op straat zie je met een bolle wang van de grote hoeveelheid blaadjes en onze chauffeur Alfreddo tijdens de jeeptour op de zoutvlakte kauwde dit ook aan een stuk door, om de dag door te komen.

We bewaren de rest van de cocablaadjes voor later en lopen verder over de witchmarkt. In de verschillende kraampjes zijn de raarste dingen te vinden. Van offerpakketten met symbolische producten zoals kleine auto’s, huisjes, bankbiljetten, diploma’s, etc tot echte lamafoetussen voor geluk en natuurlijk ook dingen die andere mensen ongeluk zouden moeten brengen. We kopen een klein pakketje dat we bij ons zouden moeten dragen voor geluk met de verkoop van ons appartement en Ben gaat daarna op zoek naar een goede Shaman, ofwel waarzegger.

We stappen een iniminihuisje binnen, waar hij eerst met Tarotkaarten de toekomst van Benjamin gaat voorspellen. Hij raadt correct dat Benjamin twijfelt om naar het platteland (de Jungle) te verhuizen, om daar een tourbedrijf te beginnen. Na het horen van onze vragen voorspelt hij met de cocablaadjes die hij eet en rondstrooit wat er in de toekomst gaat gebeuren. Als het antwoord anders uitvalt dan je wilt, kan je altijd nog een offer verbranden voor zijn huisje, de markt is om de hoek! Je koopt dan een product, bijvoorbeeld een mini diploma van suiker en een aanjager zoals een lamafoetus en steekt deze vervolgens in brand met alcohol. Dit laatste hebben we niet zoveel behoefte aan, maar te zien aan de grote hoeveelheid brandende vuurkorfjes voor alle huisjes, zijn er genoeg mensen die hier in geloven.

Na deze 5 uur durende tour hebben we een goed idee van La Paz en el Alto en lopen we weer terug naar het hostel. Renee belt nog even met haar ouders en we spelen nog een potje pingpong. Rara, wie zou er weer hebben gewonnen?! 🙂
Om 20.00 uur rammelen onze buiken flink en lopen we naar het restaurant Dumbo (ja het vliegende oliefantje), wat ons aangeraden is door de receptie van het hostel. Op de begaande grond ziet het er een beetje saai en zelfs snackbarrerig uit, maar boven staan er een aantal gezellige tafeltjes en wordt er live muziek op de vleugel gespeeld.

Na de heerlijke nachos met gehakt en kaas en een grote warme kip-sandwich, wordt er een stuk taart voor Renee’s neus neergezet. De obers zingen langzalzeleven in het Spaans, terwijl de pianist vrolijk meespeeld en iedereen, maar dan ook iedereen in het restaurant meelacht en meeklapt. Natuurlijk moet er nog even een geintje uitgehaald worden, want even later wordt de neus van de clown op de taart in het gezicht van Renee geduwd en dan is de felicitatie compleet.

Om 23.00 uur duiken we na een leuke en interessante dag ons bed in. Morgen moeten we namelijk vroeg op om naar het vliegveld te gaan; de jungle wacht op ons!

 Foto’s

Sucre – La ciudad blanca

Hoewel het pas 15.00 uur ‘s middags is hebben we net als gisteren allebei totaal geen zin om rond te gaan winkelen voor hostels. In onze ‘Footprint South America 2009’ staan flink wat hostels in Sucre en de (oude) omschrijving van hostel Colón spreekt ons allebei het meeste aan. Onze collectivo-chauffeur vraagt of we eruit willen op het ‘Plaza’ en we reageren ongeveer in koor dat we bij Colón Doscientoveinte (220) afgezet willen worden. Na wat discussie met zijn tweede man (de verkoper) besluiten ze ons meteen hier op de hoek eruit te zetten. Dichter bij Colón kan hij niet komen zonder heel veel om te moeten rijden. Het is volgens hem 1,5 blok lopen naar het door ons genoemde adres.

Vijf blokken later staan we in de receptie van Hostal Colón. Helaas blijkt de prijs in onze oude reisgids niet meer te kloppen en we willen hier best een tijdje blijven dus dit is echt te duur. In de directe omgeving zitten flink wat meer hostels, dus met frisse tegenzin gaan we dan toch maar aan de shop. We zien wat betaalbare slechte kamers en wat dure leuke hotels, maar eigenlijk is het allemaal niets. We stranden bij de receptie van Hostal Sucre, wat een soort motel is en echt een hele gave binnenplaats heeft. Als het lukt om 40Bs (5 euro) van de prijs af te dingen én een grotere kamer te krijgen, besluiten we het eerste nachtje hier te blijven en via internet een ander hostel te zoeken zodat we morgen naar iets goedkopers kunnen verhuizen.

We hebben weer een flinke berg vuile was en een stukje verderop in de straat zat een lavandería, dus terwijl Stefan even onder de douche door duikt, brengt Renee onze was weg. Daarna lopen we samen richting de supermarkt die de dame van de receptie ons aangeraden heeft en gaan we meteen via een restaurantje (Bibliocafé, 2 lasagna’s) en het Plaza (inmiddels in het donker, maar ziet er nog steeds gezellig uit) terug richting het hostel. Waar we niet veel later in een heerlijk bedje in slaap vallen.

We hebben heerlijk geslapen en na een prima ontbijtje halen we onze schone was op. Samen een hele backpack van 70 liter vol en we rekenen 70 bolivianos af, zo’n 9 euro. Na het uitchecken installeren we ons op de gezellige binnenplaats. Renee haalt even een sapje en wat snacks en dan is het relaxen geblazen. Deze middag is voorbij voordat we er erg in hebben. Na het updaten van de weblog, uitzoeken van foto’s, contact met het thuisfront, boeken van een nieuw hostel en een beetje lezen, wordt het tijd om onze spullen te pakken en te verhuizen.

Na een korte wandeling en wat gezoek, komen we aan bij Hostel Gringo’s. Een gast doet na het aanbellen de deur open en vertelt onderweg naar buiten dat de eigenaar Mike, een Oostenrijker die is getrouwd met een Bolivaanse, een oranje shirt aanheeft en ergens boven rondloopt. Hij runt het hostel in z’n eentje en dat betekent dus ook dat hij echt alles zelf doet. Van het schoonmaken, tot bedden opmaken, tot mensen helpen, etc. Respect, want het is een best groot hostel en hij zit hier dus zeven dagen in de week. We wachten gewoon beneden, terwijl we kletsen met een Nederlander die ook uit Utrecht komt. In het hostel hangt een heerlijk relaxte sfeer, Mike laat ons ons bed en de rest van het hostel zien en we raken al snel aan de praat met andere reizigers in de keuken. De incheck formaliteiten kunnen later ook wel een keer.

Het eten van de rest laat ons besluiten om zelf ook nog even naar de supermarkt te gaan. Terwijl we verder kletsen in de keuken, maakt Stefan hamburgers voor zichzelf en Renee een salade met tomaat, komkommer en een rare soort kaas (gelabeld mozzerella). Een Argentijn uit Buenos Aires heeft ondertussen ook de zelfgemaakte empañadas op tafel gezet en dringt aan om er een paar te proberen. Ze zijn inderdaad heerlijk en we krijgen gelijk het recept. Na een aantal tips voor de rest van Bolivia, klimmen we ons stapelbed in, wederom echt heerlijke bedjes!

De volgende dag is het tijd om de stad een beetje te verkennen. Sucre staat bekend om zijn witte gebouwen en die heb je hier inderdaad een hele hoop! Hoewel Sucre officieel de hoofdstad is (niet La Paz zoals heel veel mensen denken), voelt het meer als een groot dorp. We lopen naar de Tourist information om te zien wat we hier allemaal kunnen doen. Stefan leest over een offroad motortour en kan dit nog voor dezelfde middag boeken. Renee besluit om het offroad rijden eerst maar eens een keer in Nederland uit te proberen en heeft dus de middag vrij om andere dingen te doen.

We zijn ‘s middags gelukkig ruim op tijd bij het ophaalpunt waar gids Sergio, een errug grote man voor Boliviaanse begrippen, voor de verrassing het Boliviaanse kwartiertje heeft geskipt. Stefan en Sergio rijden samen in de auto naar het huis van Sergio om de motoren op te halen en Stefan heeft het geluk dat hij van motor mag ruilen en dus een betere motor krijgt om op  rond te scheuren, zonder bij te betalen. Ze zien allerlei mooie weggetjes en het is leuk om weer eens op een motor te zitten. Wel jammer dat het op een gegeven moment gaat regenen, waardoor de gids niet verder durft, omdat de rivierdoorwadingen dan te gevaarlijk worden. Ze schuilen in een iniminidorpje met adobehuisjes, een plek waar de mensen alleen maar hun eigen dialect spreken. En daarna rijden ze de omgekeerde route, over de brug, terug richting Sucre. Dit bleek maar goed ook, want op de bergpas zien ze hagelstenen zo groot als knikkers langs de route liggen.

Tijdens het motorritje van Stefan heeft Renee zich prima vermaakt in Sucre. Tijdens een bezoekje aan de plaatselijke markt kan er gelijk geshopt worden voor de ingrediënten van de geplande lasagna en het is ook een goede plek om eens een lekker fruitsapje te proberen. Het is leuk om hier een beetje rond te wandelen, foto’s te maken en te kletsen met locals. Op een gegeven moment wordt de lucht wel erg donker, dus is het tijd om weer terug te gaan naar het hostel. Met het richtingsgevoel van een kromme banaan (en zonder Stefan) is dit alleen wat makkelijker gezegd dan gedaan. Dus na het zoeken op de kaart (die straat staat er natuurlijk net weer niet op) en een vriendelijk gesprekje met een wel erg geïnteresseerde Boliviaan, weet Renee welke kant ze op moet en bereikt ze net op tijd het hostel.

Als Stefan weer terug is van zijn motorritje, is het tijd voor een gratis drankje van het tourbureau en willen we proberen om voor de volgende dag nog een bus te boeken om naar de zondagmarkt in Tarabuco te gaan. We zijn net te laat, want een mannetje trekt net de deur achter zich dicht. Maar hij beloofd een plekje voor ons vrij te houden als we morgen iets eerder komen en we krijgen alsnog het gratis drankje bij de buren. We shoppen daarna een bioscoopkaartje voor de nieuwe James Bond film en betalen slechts 2 euro per persoon. We hebben daarna nog genoeg tijd om een boodschapje te doen en een hapje te eten bij wederom het bibliocafé. De lasagna schuiven we door naar morgen! Na een relaxt avondje film kijken in een prima bioscoop, duiken we om 01.00 uur ons bed in.

Vandaag moeten we helaas vroeg op om naar de markt van Tarabuco te gaan, dus eigenlijk was die lange film helemaal niet zo handig. Het mannetje heeft woord gehouden en na het betalen van een paar Bolivianos, hebben we ook nog eens de mooiste plek in de bus! Zoals de beloofde 1,5 uur deed vermoeden, komen we uiteraard na twee uur aan in Tarabuco. We krijgen een korte rondleiding over de markt, met een interessant verhaal over de historie en de cocablaadjes die ze hier allemaal graag kauwen. Daarna lopen we zelf zo’n drie uur lang rond om foto’s te maken en na een paar keer onderhandelen ook zelf wat souvenirs te kopen. Onze voeten zijn inmiddels toe aan een break en dat komt goed uit want we moeten nog twee uur in de bus zitten richting Sucre. Met onze tassen lopen we terug naar het hostel en doen we nog een heerlijk tukje in de hangstoelen op het dakterras.

Vanavond staat dan eindelijk de overheerlijke lasagna van Stefan op de planning. Renee loopt nog even naar de supermarkt voor een goedje dat op gehakt lijkt (we zijn nog steeds benieuwd van welk beest het afkomstig was) en melk en dan kan Stefan aan de kook. Het grootste gedeelte van de avond kletsen we samen met hosteleigenaar Mike en een irritante Engelse meid in de keuken. (“oh ik ben zo stoer, oh ik zuip zoveel”) De lasagna was weer erg jammie, maar wel veel te veel, dus eten Ken (uit Japan) en een Franse meid ook nog een paar porties op. Na het kijken van een aflevering van tv-serie True Blood op de laptop is het weer snurken geblazen.

De volgende dag is een reisdag. We slapen eerst lekker uit en krijgen van Mike alle tijd om onze tas in te pakken en te relaxen voordat we uit moeten checken. Samen met een Ier en Engelsman loopt Renee naar een bureautje om het busticket naar La Paz te gaan boeken en informeert ze op aanraden van een Nederlandse uit het hostel ook gelijk naar de mogelijkheden om naar Rurrenabaque te gaan vanuit La Paz. Stefan pakt ondertussen de tas verder in en sorteert de spullen die we op willen sturen naar Nederland, want onze tassen zijn inmiddels flink wat zwaarder geworden en dat is niet fijn. Op het postkantoor zijn we een paar uur bezig om de spullen te beschrijven, in te pakken, wegen, etc. Wat een gedoe voor een pakketje van 8 kg! (dingen die we niet meer nodig gaan hebben tijdens te reis en een paar souvenirs) Nu hopen dat het zonder problemen in Nederland aan gaat komen.

De volgende stop is het tourbureautje om alvast de vluchten naar Rurrenabaque te boeken. Deze zijn reuze populair en aangezien er maar zo’n 20 personen in een vliegtuig passen, ook snel uitverkocht. Het blijkt nog niet zo makkelijk te zijn, want we moeten om 21 november heen zien te plannen (waarom lees je in het stukje over La Paz) en er is niet zoveel meer beschikbaar. De dagen die we willen zitten al vol, maar de aardige medewerkster gaat het proberen. Na een hoop telefonisch gesmeek, wachten, terugbellen en nog een keer smeken heeft ze één ticket extra weten te creëren in het systeem (apart), maar we moeten nog even wachten om te zien of het lukt om ook een tweede ticket te bemachtigen. (Wat ze inzet door opnieuw te bellen, te melden dat er nog maar één ticket was, maar dat ze er toch twee nodig heeft.) Renee wordt ondertussen een beetje zenuwachtig, want de bus naar La Paz gaat zo vertrekken en we vragen ons af of we straks wel geldige tickets hebben.

Renee loopt dus alvast naar het hostel terug om de lasagna op te warmen (in de zeer trage oven), terwijl Stefan geduldig afwacht in het reisbureau. We hebben uiteindelijk inderdaad twee tickets en stappen op tijd in de taxi richting het busstation. Renee heeft het gezamenlijke betaalbewijs voor de bus, dus ook die voor de Ier en Engelsman, maar zij komen maar niet opdagen. Inmiddels wisselen we deze toch maar om voor de echte tickets en komen de twee jongens ook eindelijk, 5 minuten voor tijd, maar dus eigenlijk 10 minuten later dan afspraak, aanrennen.

In de bus blijkt dat we genaaid zijn door het busbedrijf met slechtere stoelen dan waar we voor betaald hebben, dus rennen Renee en de Engelsman weer terug naar boven om te klagen. De medewerkers zeggen dat het hun schuld niet is, maar die van het reisbureau en ondertussen wijzen ze naar de wegrijdende bus. Stefan en de Ier doen hun uiterste best om de bus tegen te houden door in de dichtgaande deuropening te gaan staan en Renee en de Engelsman rennen de longen uit hun lijf achter de bus aan. Ze kunnen nog net op tijd in de al rijdende bus springen. Op naar La Paz! En dit trucje van het reisbureau onthouden we, zodat ze het de volgende keer bij andere toeristen kunnen proberen in plaats van bij ons.

Foto’s