Bulgaren, de uitvinders van het Cyrillische alfabet
Het is inmiddels donker geworden als we door de grensplaatsen in Roemenië rijden. Dit is niet heel erg relaxed, doordat de wegen hier niet/amper verlicht zijn en je dan lastig om de (soms gigantische) gaten en hobbels heen kan sturen. Om het probleem nog wat erger te maken vallen na een flinke hobbel ook nog de twee middelste lampen op de bullbar uit, alsof het nog niet donker genoeg was! We kijken dus al een tijdje om ons heen, maar zien geen fastoenlijke plek om te overnachten.
Dan maar doorrijden en hopen dat de campingplaatsen die op onze Bulgarije kaart staan makkelijk te vinden zijn. Er is een natuurlijke grens tussen Roemenië en Bulgarije, een grote rivier waar ze een 3 euro tolbrug met tweebaansweg overheen hebben gemaakt. Ze willen ook ons digitale vignet checken (waarschijnlijk of deze niet is verlopen) dus we pakken onze handige reismap met papieren erbij en bewijzen dat we alles netjes hebben geregeld. Pas nu we dit stukje schrijven vragen we ons af waarom ze ons digitale vignet niet digitaal hadden kunnen checken… maar vooruit.
We zijn duidelijk niet de eerste die over deze brug gaan, wat een spoorvorming! Aan de andere kant van de brug komen we bij de douane en we moeten voor het eerst meer doen dan alleen met onze legitimatie zwaaien. De schuifdeur moet open en de achterbak. Dus Renee stapt uit om de beste man een tour te geven door onze camper, toch best wel een beetje spannend. Gelukkig hoeft niet alles open en eruit, want ze zien al snel dat hier echt niet ook nog een illegaal geimporteerde Roemeense vluchteling in past, en we rijden na een paar minuten Bulgarije in.
We wisselen net over de grens bij een exchangekantoortje onze laatste paar Roemeense lijken om voor Bulgaarse Lev en kopen ook hier weer een vignet. De eerste paar campings van de kaart kunnen we niet vinden op de aangegeven plek, dit wordt nog wat! Het helpt wellicht ook niet dat we het Bulgaarse woord voor camping niet weten. De 12 kantjes met Bulgaarse zinnen leren ons van alles over hotels, pensions, de weg vragen, etc, maar helaas niets over campings, kamperen of tenten. We voelen ons wel een beetje onthand zo zonder info, want de cyrillische woorden lijken totaal niet op die van ons, en minder dan de helft van de wegwijsborden heeft beide schriften erop staan.
Uiteindelijk stoppen we bij een leeg pleintje naast de weg, met een paar verlaten huizen en een gesloten gemeentehuis met postkantoor of iets dergelijks. Het is inmiddels 21.00 uur en we hebben honger. Dus maakt Renee de gepaneerde kaasjes klaar die we hebben gekocht in Hongarije en tot nu toe in onze minivriezer in de koelkast lagen. We hebben nog wat brood over van vannochtend en zo is de maaltijd gefixt. We zijn erg blij met onze nieuwe Waeco mini camperkoelkast, welke we voor vetrek nog hebben gekocht. Hij is lekker zuinig en zo hebben we altijd wat achter de hand.
Om 1.15 uur schrikken we wakker van een harde knal en een auto die met slippende banden wegrijdt. Vooral Renee zit klaarwakker rechtop in bed (nou ja soort van, want je kan net niet rechtop zitten). Stefan krijgt na een paar blikken door het dakraampje de bevestiging dat er verder niets te zien is en slaapt binnen een minuut weer alsof er niets gebeurd is. Voor Renee duurt dit iets langer, maar ook haar lukt dit uiteindelijk, ze gelooft niet dat het vuurwerk was. De volgende morgen besluit Stefan dat het gewoon een ‘backfire’ van een uitlaat van die wegrijdende auto geweest moet zijn.
Om 07.00 uur staan we weer op en we besluiten om op zoek te gaan naar een extra deken, want we hadden het vannacht koud en het vriest nog niet eens (volgens onze meter 2 graden boven nul). We rijden verder met bestemming Veliko Tarnovo. We hebben in Brasov ter vervanging van de Lonely Planet een uitgebreid reisschema van een georganiseerde reis gekopieerd, zodat we in ieder geval een lijstje met een aantal leuke bezienswaardigheden in Bulgarije hebben en dan ook weten waar we naar kijken.
In Veliko Tarnovo bezoeken we de ruïnes van de oude vesting Tsarevets, tussen de 12e en 14e eeuw de hoofdstad van het Tweede Bulgaarswe Tsarenrijk, gebouwd op twee heuvels met een dal ertussen. We zijn weer lekker vroeg en zelfs de souvenirwinkeltjes zijn nog niet open.
We krijgen een Engels, typisch Amerikaans foldertje in onze handen gedrukt van het controlemannetje, waarop staat dat we vooral voorzichtig moeten zijn, je kan vallen als je niet oppast (joh) en niet over de muren moeten lopen of erop zitten. Oh en vallen kan pijn doen of de dood tot gevolg hebben.
Vanaf deze plek heb je ook een mooi uitzicht over de rest van de stad en de bergen, waar ze de huizen letterlijk op elkaar hebben gebouwd. We lopen een tijdje rond, waarschijnlijk niet helemaal over de voorgeschreven paden (maarja, dan hadden ze maar pictogrammen moeten gebruiken) en genieten van het zonnetje dat zich steeds meer laat zien.
We zijn als we terugkomen bij de parkeerplaats blij dat de bus er nog staat. Bij het afsluiten kwamen we erachter dat de gratis parkeerplaats waarschijnlijk bij het hotel ertegenover hoort, maar we namen toch maar de gok, want het is lastig genoeg om een plekje te vinden voor onze bus. Wegslepen van onze bus bovendien een hels karwij en een boete geven aan een buitenlander lijken ze ook niet zo snel te doen. En mochten ze de moeite doen, zouden we die toch niet gaan betalen. Als we al kunnen ontcijferen wat er op het papiertje onder de ruitenwisser staat, natuurlijk.
De volgende stop is Arbanassi, 3 km verderop, wat een mooi museumdorp met een onder de grond gebouwd kerkje zou moeten zijn. Wij zien dit niet echt en bovendien is het kerkje maar zo’n 30 cm in de grond gebouwd en lijkt het meer op een schuur (misschien hadden we de verkeerde kerk?). We gaan na een plaspauze met wifi dus maar weer verder. We weten nu in ieder geval het geschrift voor camping wat begint met een K en eindigt soort van op een omgedraaide N en dan HT, dat maakt zoeken iets makkelijker.
Onderweg naar de volgende plaats moeten we een hoge bergpas over en bovenop staat een hoog monument. Wat het precies is en waarom ze deze hebben gebouwd, komen we hier niet achter, want alle bordjes zijn in het Bulgaars. We klauteren nog een stukje verder en verbazen ons over het aparte muziekje dat via grote boxen rond het monument schalt. Een soort van Efteling fatamorgana muziekje meets volkslied van Rusland (maar lijkt logischer als dit dan het lied van Bulgarije is). Achteraf hebben we gevonden dat dit monument in 1920 is gebouwd ter ere van de soldaten die hier hebben gevochten om de bergpas.
Verderop trekt een bordje langs de kant van de weg met de tekst Goliamata Kosmatka en een icoon van een soort van oud Griekse priester onze aandacht. Wat zou dat zijn? We besluiten de paar euro de betalen en ons te laten verrassen. We blijken gestopt te zijn bij de laatste, in 2004, ontdekte graftombes van de Thracische koning Seft III, stichter van de metropol Sevtopolis. Andere Thraciërs zijn bijvoorbeeld Orpheus en Spartacus. Vanaf de buitenkant zie je gewoon een grote groene heuvel, maar binnenin vind je dus een gigantische tombe, waar ze hem in begraven hebben, samen met een geofferd paard en allerlei kostbare dingen, omdat ze net als bijvoorbeeld de Egyptenaren geloofden in het hiernamaals. We maken stiekem een paar foto’s (moest je eigenlijk extra voor betalen) en stappen na een oefening Hoe spreek je nou precies “Dank je wel” uit in in het Bulgaars (we hebben het niet onthouden) weer in de bus.
We doen onderweg nog inkopen bij supermarkt Kaufland. Heerlijke verse broodjes, nieuwe kookdingen voor het avondeten en een warme deken, zodat we wat beter zijn voorbereid op de koude nachten. Daarna rijden we Plovdiv in, wat ons op de een of andere manier doet denken aan de kip van de Albert Heijn. Waarom? Geen idee 😉 We parkeren nogal brutaal op een parkeerplaats voor een trendy meubelzaak, maar beslissen even later dat we dit echt niet kunnen maken, zeker nadat we deden alsof we de naar buiten komende boze vrouw niet begrepen. Ik geen Bulgaars spreken en je niet snappen… We lopen snel een blokje om, maar dit is toch niet het oude stadscenrtrum wat we verwachtten.
Dus rijden we nog een tijdje rond en stoppen even later aan de rand van de binnenstad, tussen een legerbasis en de rivier. Prima plekje en nog gratis ook! We hebben het idee dat we eindelijk het oude centrum van deze grote stad (tweede van Bulgarije) hebben gevonden en lopen een rondje. Voor nog geen € 12.50 hebben we bij restaurant Arena allebei een voor- en hoofdgerecht en 4 drankjes. Bizar weinig geld en nog prima eten ook!
Inmiddels is het donker en alle bezienswaardigheden zijn natuurlijk al gesloten. We proberen of we toch nog een blik kunnen werpen op het Romeinse amfitheater hier, de belangrijkste bezienswaardigheid van de stad. Eerst vanaf wat de hoofdingang lijkt te zijn, maar daar zit het hek potdicht en kan je weinig zien. Daarna komen we via een omweg, door de autotunnel, achter een kerk langs en via een inmiddels gesloten terrasje, aan de achterkant. Vanaf hier hebben we een prachtig uitzicht van bovenaan de tribune naar het podium met de stad op de achtergrond. Mooi om te zien met deze belichting en waarom zouden we hier pp 5 euro voor betalen als je vanaf het terras zo’n mooi uitzicht hebt?! Vooral de ‘halve renovatie’ is uitzonderlijk goed gelukt. Het theather is zeker weer bruikbaar, maar een deel van de achterwand van het podium is nog min of meer een ruïne, waardoor je echt de historie proeft.
We lopen terug naar de geparkeerde auto en besluiten na een korte inspectie van de omgeving in het donker, dat dit ook een prima plek is om vannacht te slapen. We besluiten wel weer de gordijntjes dan open te laten en ons buitenlanders vignet met een lokaal foldertje van de auto naast ons te bedekken, zodat we wat minder opvallen en het niet overduidelijk is dat we in de camper liggen te slapen. We duiken ons bedje in en Renee kijkt nog even een aflevering van een serie op de laptop, terwijl Stefan in het Overlanders handboek leest.
De volgende ochtend begint Stefan de dag met een hardlooprondje, terwijl Renee met haar pijnlijke heup heerlijk nog een uurtje blijft liggen. We besluiten dat we gisteravond genoeg hebben gezien van Plovdiv en nu meteen door te rijden naar Sofia, waar we zo’n 1,5 uur later aankomen. We vinden een mooie parkeerplaats, recht tegenover de beroemde kerk met de gouden koepels en betalen een mannetje 4 Lev (2 euro) voor 2 uur parkeren. Voldoende tijd om de belangrijkste sights te zien en zo niet, dan betalen we later wel bij, de parkeerplaats zit weer halverwege de wandelroute die Renee thuis al had gevonden voor Sofia.
We lopen een rondje langs alle mooie gebouwen, gaan de beroemde kerk nog in (best indrukwekkend inderdaad!) en besluiten voor de lunch, omwille van de parkeertijd, eens iets snels en vertrouwds te kiezen: een heerlijke Big Mac. We hebben het nu wel weer even gehad met grote steden en willen graag via een aantal kleine plaatsjes naar het zuiden en dan Griekenland in.
Dus rijden we naar Rila, waar we het grootste en bekendste klooster van Bulgarije gaan bekijken. Het klooster is open tot 21.00 uur, maar als we rond 17.00 uur daar aankomen, besluiten we om hier morgenochtend naar binnen te gaan en nu bij daglicht nog te proberen de camping verderop op de berg te vinden.
We hebben tot nu toe niet zoveel geluk met het vinden van de campings, dus we zijn benieuwd. Na 2 km zien we inderdaad een bordje, jeuh! De camping lijkt echter dicht te zijn, want er hangt een stalen pijp over de weg en er is niemand te bekennen. Voor de zekerheid loopt Stefan toch maar een rondje en er blijkt toch een mannetje in één van de huisjes te zitten (bijzonder dat hij ons niet heeft gehoord). Hij wil ons eerst naar de bungalows verderop sturen, maar wijzend op de camper lijkt hij te begrijpen dat we graag willen camperen. Hij spreekt geen woord Engels of Duits, wij natuurlijk geen Bulgaars en het lijkt ook nog eens totaal niet op elkaar.
Na een korte rondleiding van Mr Ivan (met een W), die vooral de vragen lijkt te willen stellen en met bewijs dat de douche echt warm is (ohhhh!). Lukt het ons toch om hem te vragen wat de camping eigenlijk kost: met een geld gebaar en een vraagteken. We besluiten dat we inderdaad gaan blijven slapen (douchen vooral!) voor de opgeschreven 25 Lev.
Een mooi plekje zo tussen de bergen, bij een duidelijk hoorbaar snel stromend riviertje. Renee doet de afwas van de afgelopen dagen onder de douche, want dat is de enige plek met warm water en maakt daarna weer een lekkere pastasalade. Ondertussen maakt Stefan de luifel schoon, die al sinds onze overnachting op de Poolse camping vol met herfstbladeren zit, lost hij het massaprobleem met de lampen op de bullbar op en maakt hij een schakelaar voor de buitenlamp van de schuifdeur, zodat we die niet meer met de stekker hoeven schakelen. De rest van de avond gebruiken we om even lekker te lezen en serie te kijken en voor we het weten is het alweer vrij laat: tijd om te gaan slapen.