Yazd, de stad van de Zoroastrians, windtorens en zandkleurige gebouwen

Als onze bus aankomt in Yazd staan er, nog voordat Stefan een voet op het asfalt heeft staan, vijf taxichauffeurs elkaar te verdringen om ons naar ons hotel te vervoeren. Stefan heeft helemaal geen zin om klassikaal te gaan onderhandelen, dus besluiten we om eerst even een flesje water te gaan kopen in het terminalgebouw en ondertussen te kijken of er misschien een officiële taxistandplaats te vinden is. Irritant genoeg loopt een van de mannetjes helemaal met Stefan mee. Als we klaar zijn met winkelen biedt hij voor de 100e keer zijn taxidiensten aan. De andere mannetjes zijn inmiddels afgehaakt en Stefan bedingt een prijs die wij redelijk vinden om naar het hostel te gaan dat we hebben uitgekozen.

Terwijl we samen naar buiten gaan, loopt het chauffeurtje Stefan voor z’n voeten, waardoor Renee als eerste buiten is en direct weer doelwit wordt van de andere chauffeurs. Uiteindelijk krijgen die onderling allemaal ruzie en roepen ze steeds lagere bedragen tegen ons. Zelfs een die, zo lijkt het, uit pure ergernis zelfs maar de helft vraagt van wat we nu afgesproken hebben. Stefan besluit het eerbare te doen en zegt dat hij al een afspraak heeft met de eerste man en afspraak is afspraak.

Uiteraard blijkt deze vent de meest gare illegale taxi te hebben die je je kunt voorstellen, bovendien moet hij eerst nog even zijn gastank vullen voordat we daadwerkelijk richting ons hostel kunnen vertrekken. Afspraak is afspraak gaat zoals gewoonlijk weer maar voor één van de twee partijen op, blijkbaar. Stefan houdt de kaart goed in de gaten en de taxi rijdt heel lang de goede kant op, maar presteert het op het laatste moment toch om voor de deur van een ander hostel te stoppen. Stefan doet nog zijn best om eerder bij de bagage te zijn, maar op de een of andere manier is het eerder zo trage ventje nu razendsnel en een van onze grote backpacks is onderweg naar binnen bij een hotel waar we niet willen slapen.

Woedend loopt Stefan achter de kerel aan. De chauffeur heeft onze tas tegen de balie gezet en is doorgelopen om de receptieman te halen, die in gesprek is met een andere gast aan de andere kant van de binnenplaats. We bedenken ons geen moment, Stefan pakt zijn tas, Renee doet die van haar goed op haar rug, nog één blik op de kaart, we zijn vlakbij de bestemming waar we heen wilden, kom we lopen wel! Tegen de tijd dat we zijn auto passeren heeft de taxichauffeur ons ingehaald en natuurlijk wil hij geld. Stefan rukt zijn arm los en geeft de chauffeur een boze blik. Het mannetje blijft met ons meelopen “money, pay, money money”. En hij krijgt meermalen in het Nederlands antwoord dat ie de pot op kan omdat hij een smerige oplichter is.

Tegen de tijd dat we door de voordeur stappen bij het andere hostel trekt hij nog één keer aan Stefan’s mouw en laat ons daarna gaan, hij durft hier duidelijk niet naar binnen. We worden vriendelijk onthaalt door de manager van dit hostel, hij heeft nog twee bedden in een vier persoons slaapzaal en die zijn bovendien heerlijk goedkoop (6 euro p.p.p.n. inclusief ontbijt). Stefan maakt zijn excuses bij de manager, omdat er waarschijnlijk een boze chauffeur buiten staat en hij antwoord dat dat geen probleem is.

Als we onze bagage op de kamer (een soort van grot/bijkeuken met vier bedden in de kelder) hebben gezet en de waardevolle zaken hebben vastgeketend aan het bed, is het tijd om wat te eten. Daarvoor hoeven we gelukkig niet naar buiten, want volgens onze reisgids en de reviews op internet, is dit niet alleen het beste hostel, maar ook het beste restaurant van de stad. Als we over de (overdekte/verwarmde) binnenplaats naar een tafeltje lopen, valt het ons op dat de taxichauffeur nu, samen met de receptieman van het andere hostel, iets bespreekt met de manager van dit hostel.

Silk road hotelAls de receptieman van het andere hostel vertrekt, komt de manager naar ons toe. Hij vraagt of we de taxichauffeur willen betalen, of niet, onze keuze. Stefan, die inmiddels wat is afgekoeld, geeft aan dat hij best wil betalen voor de (lange) rit, maar niet het volledige bedrag, omdat we niet gebracht zijn waar we heen wilden. Aangezien er andere chauffeurs waren die slechts de helft vroegen van wat we afgesproken hadden, zijn wij heel schappelijk bereid om 70% van het initiële bedrag af te rekenen. De chauffeur is het hier duidelijk niet mee eens en als hij het halve hostel bij elkaar staat te schreeuwen (tegen de manager) krijgen we eigenlijk alweer spijt dat we hem uberhaupt iets betaald hebben. Na enige tijd wordt hij door de beveiliging naar buiten gewerkt en keert de rust terug in het Silk Road hotel. We eten onze heerlijke maaltijd op en gebruiken de rest van de avond om wat te googlen over Yazd en Stefan z’n telefoon te resetten, die gecrashed is in de vorige stad.

Tegen de tijd dat we gaan slapen is er nog maar één andere gast wakker, onze Japanse kamergenoot, die blijkbaar gedurende de nacht heel stilletjes op bed is komen liggen. Het andere bed blijft vannacht leeg, zo lijkt het. Maar rond 4 uur worden we bruut wakkergemaakt door een bekende stem. Het is de Belg die we ook in Shiraz al hebben ontmoet. Hij is met een nachtbus gearriveerd, blijkbaar, en wordt door de nachtbeveiliger, die slecht ter been is en geen Engels spreekt de donkere trap afgestuurd onze ‘bijkeuken/kelder/kamer’ in. Twee deurkloppers, één voor mannen, één voor vrouwenDe Belg snapt begrijpelijk niet waar hij heen moet, in het pikkedonker en de nachtwaker blijft maar manen dat hij door moet lopen (maar blijft zelf bovenaan de slechte, ongelijke, kronkelige trap staan). Uiteindelijk schijnt Renee met haar telefoon de gang in, waardoor onze nieuwe kamergenoot de weg kan vinden. Hij pakt nog iets wat lijkt op een deken uit de hoek van de kamer (want Renee had die van zijn bed gejat om te compenseren voor het veel te harde matras) en hij slaapt al voordat wij uberhaupt doorhebben wat er zojuist allemaal gebeurde.

Wat, hoe?We doen vandaag rustig aan. We typen wat voor de weblog, sorteren wat foto’s en lopen aan het begin van de middag een uurtje of twee door het oude centrum van Yazd. Het is best een leuk stadje, met kleine straatjes, huizen van zongedroogde klei en heel veel van de ‘badgirs’ (windtorens, natuurlijke airco) waar Yazd zo bekend om staat. Het is vandaag vrijdag, dus het is heerlijk rustig op straat en vrijwel alles is dicht. Hier zijn, net als in Esfahan, de entreeprijzen voor toeristen vijf of zelfs tien keer zo hoog als voor inwoners van Iran en ze lijken ons (van binnen) geen van allen interessant genoeg om de (relatief) hoge prijs te verantwoorden.

VoetbalVoor het avondeten loopt Stefan even naar de bakker voor wat vers gebakken ‘naan’ en haalt hij bij het winkeltje er tegenover ook twee flessen frisdrank en ontzettend smerige popcorn, die een rare combinatie van poedersuiker en zout lijkt te bevatten. Het verse brood is echter erg lekker en terwijl we van onze maaltijd genieten kletsen we wat met Eric, zoals de ‘herriebelg’ blijkt te heten. YazdUiteindelijk gaan we weer vrij laat slapen, ook deze keer weer met een leeg bed op de kamer, want de Japanner is zonder gedag te zeggen vertrokken blijkbaar. We grappen nog even dat we hopen dat er niet nog een Belg arriveert vannacht en Stefan valt vrij vlot in slaap. Renee heeft wat meer moeite met het harde bed en kijkt eerst nog even een aflevering van de tv-serie The Mentalist op de tablet, voordat ook zij moe genoeg is om te kunnen slapen.

WatermuseumDe volgende morgen blijkt dat onze plannen ongeveer hetzelfde zijn als die van Eric en we besluiten om dan ook samen de stad te gaan verkennen. Het centrum van Yazd is niet heel groot, dus we beginnen te voet, richting het watermuseum. Normaal zijn we niet zo’n fan van musea en ook deze scoort geen hoge punten, maar de meeste bordjes zijn in het Engels en het gaat over techniek, dus met name Stefan is wel positief. Eric blijkt wat Farsi te spreken en het lukt hem om de kassaman te overtuigen dat hij een arme leraar is, die voor ons als gids door het museum zal gaan. Daardoor krijgt hij gratis toegang, of eigenlijk 3 voor de prijs van twee. Wat gunstig is, want net als in Esfahan zijn de meeste dingen voor toeristen (veel) duurder dan voor locals.

Als we doorlopen naar de tempel waar het heilige, eeuwige vuur van de Zoroastrians brandt, dan blijkt de poort gesloten. Ook het heilige vuur heeft siësta blijkbaar. We gaan er vanuit dat we het wel kunnen missen en besluiten naar de andere kant van de oude stad te lopen, waar in een weelderige tuin de hoogste windtoren op aarde staat. De hoogste windtoren op aardeIn Shiraz kregen we van een stel Duitsers de tip dat dit echt de mooiste bezienswaardigheid van Yazd zou zijn. Misschien waren onze verwachtingen daardoor hoog, of misschien was het verschil van smaak. Maar een kale tuin in de herfst en een 43m hoge toren waar je niet in kunt doen het niet heel goed op onze ranglijst.

Glas in loodWe hebben een flink stuk gelopen om hier te komen en ‘lunchtijd’ is ruim gepasseerd, maar helaas is het (eet)café hier in de tuin voor de lunch ook gesloten. We kopen bij een winkeltje bij de grote weg een stuk brood, een zak chips en een ijsje en lopen terug naar de tuin. Omdat ze ons vast niet nog een keer binnenlaten gaan we net buiten de poort in een soort voortuin op een bankje in het frisse zonnetje zitten. Het duurt gek genoeg niet lang voordat de kaartjes-knipper-meneer komt zeuren dat we een ticket moeten kopen om daar te mogen zitten. Stefan laat hem verbaasd de reeds geknipte kaartjes van een half uurtje geleden zien en roept hem in het Nederlands lachend toe dat hij eens wat nieuw geheugentraining moet overwegen, immers zijn we er vrij zeker van dat we, vandaag, de enige buitenlandse toeristen waren, waarvan hij de kaartjes heeft geknipt.

Ongeveer hierAls we met de stadsbus teruggereden zijn naar de tempel van het heilige vuur (die geen vuurtempel is) blijken we precies op tijd voor de middag-openstelling. Er staan een stuk of 10 andere geïnteresseerden in de rij. We grappen wat bij de kassa over groepskorting, want ook hier is het kaartje voor toeristen belachelijk veel duurder als voor locals, maar na een korte twijfeling houdt de kassaman voet bij stuk, zijn baas luistert mee.

Eeuwig vuurIn de hele niet-vuurtempel is geen enkel Engels bordje te vinden, we moeten het dus doen met de informatie uit onze Lonely planet, die vrij summier is. Er is een gebouw met een hout/gas combinatievuurtje achter een glasplaat en een tweede gebouwtje wat een museum voor moet stellen. Er ligt een boek en er staan wat oude spiegeltjes en paspoppen met tradionele Zoroastrian kleding. En dat is het. Zeker niet de wandeling van vanmorgen waard, laat staan het terugkeren met de stadsbus en de hoge entreeprijs.

Zo hebben we wel het laatste ding gezien dat er te zien valt in Yazd, dus we gaan gezamenlijk terug richting het hostel. Eric is op zoek naar een internetcafé en wij hebben nog een missie om een verzameldoos Yazdi-sweets op de kop te tikken met allemaal koekjes en baklava uit de regio. Als we langs een grote en beroemde banketbakker komen zwaait Eric af op zoek naar zijn internetcafé en wij gaan naar binnen.

BanketbakkerWe hebben al gauw gevonden wat we willen kopen, maar om het te krijgen moeten we een behoorlijk omslachtige bureaucratie doorworstelen. Eerst moet je op een bestellijst opschrijven (in Farsi!) wat je wilt hebben. Gelukkig hebben ze ook een Farsi fotomenukaart liggen en Stefan tekent zo goed als het gaat de sierlijke letters na op de bestellijst. Voor de zekerheid zet hij ook het bedrag er nog bij, wat eigenlijk niet de bedoeling is.

Met de bestellijst van achterin de winkel moet je naar de kassa bij de ingang, daar voeren ze het in in de computer, die een bonnetje uitspuugt waarmee je naar de winkelbalie in het midden van de winkel kunt. Terwijl ze je bestelling (bij ons maar één doos, die al klaarstaat) inpakken krijg je weer een ander bonnetje mee waarmee je je bestelling bij (dezelfde) kassa kunt gaan betalen. Met je betaalbewijs kan je je ingepakte bestelling weer ophalen bij hetzelfde mannetje in de winkel. Ondanks al het gehannes en het overtekenen van het Farsi schrift, hebben we precies wat we wilden hebben. Grappig genoeg betaalden we 5% minder als op de menukaart staat, we snappen alleen niet waarom?

In het hotel genieten we weer van een prima lokaal diner en spelen we wat backgammon. Ondertussen proberen we samen met Eric een tourtje voor morgen te organiseren voor een lagere prijs als we bij het hostel zouden betalen. Uiteindelijk regelt hij via zijn gids in Shiraz (telefonisch) een mannetje dat morgenochtend om 08.00u in ons hostel zal zijn om de mogelijkheden te bespreken en eventueel meteen te vertrekken. Lekker makkelijk en als dat niets is, hebben we morgen gewoon een relaxdagje, we doen nog een potje backgammon en gaan dan naar bed.

Deze nacht is het geen Belg, maar een Duitse die onze nachtrust komt verstoren met een late check-in. Stephanie is nog zo vriendelijk om haar spullen uit te pakken en zich om te kleden buiten onze kamer, maar helaas realiseert ze zich niet dat ze recht voor het (voethoogte, want kelder) open raam staat te rommelen. Maar omdat ze op de verlaten binnenplaats staat, doet ze niet bepaald haar best om zachtjes te doen. Als we een paar uur later aan het ontbijt zitten blijken we elkaar al te kennen uit Shiraz. We stellen Eric aan haar voor en niet veel later valt het besluit dat als het mannetje eindelijk op komt dagen, ook Stephanie aanhaakt in de autohuur om de kosten te delen.

Het mannetje heeft Eric om 08.30 uur gebeld dat hij er met een half uur zou zijn, dacht Eric, maar het blijkt dat hij er al vanaf 08.00 uur is en hij belde om te ontdekken wie hij moest aanspreken, echter was Eric net klaar met ontbijten en nam hij het telefoontje aan in onze kelder-kamer. In de volgende twee uur, terwijl we nog steeds in de veronderstelling waren dat hij met een half uur zou arriveren, hebben we een aantal ‘toergids ogende mensen’ aangesproken om te vragen of zij toevallig voor ons kwamen. Daar is nog wel een leuk gesprek uitgekomen met de eigenaar van een Oase-hostel in Garmeh, maar geen toergids door boven water gekomen. Uiteindelijk stapt een man in een wit-blauwe trui, die elke ochtend hier in het hostel rondhangt (en er nu ook al de hele ochtend is) op ons af, of wij hem gevraagd hadden voor toerinformatie, jazeker, dat denken wij wel ja!

KasteelHij maakt zich duidelijk zorgen dat de dag door ‘ons’ getreuzel al te ver vooorbij is om een volledige toer van de omgeving te doen en geeft direct een scherpe prijs met daarbij de opmerking dat we wel de volgorde moeten omkeren i.v.m. de openingstijden van de diverse bezienswaardigheden. We gaan gewoon en dan zien we wel waar het schip strand. Binnen een half uur zitten we alle vier met een dagtasje in de auto.

GroepsfotoDe eerste stop is de plaats Meybod, waar we bij een oude kasteelruïne voornamelijk op de foto gaan met schoolmeisjes die hier toevallig op excursie zijn, de ruïne zelf is wel leuk, maar niet heel bijzonder. Het postmuseum is, zoals Andi ons al had gewaarschuwd in Shiraz, zonde van het geld. PostmuseumGrappig genoeg meende Duitser Stephan dat dat onzin was, ze hadden hele interessante postzegels in het postmuseum en dat blijkt ook de favoriete bezienswaardigheid van Stephanie, waardoor we nog best veel tijd kwijt zijn aan de saaiste stop van de dag.

Daarna bekijken we een volledig gerenoveerde (zeg gerust herbouwde) caravanserai, die alleen interessant is door het bestelautotje dat niet onder de deur door pastte maar wel ging. Ice house meybodEn een oud gebouw dat gebruikt werd om ijs op te slaan voor gebruik in de zomer en een pigeon house, waar vroeger duizenden duiven in woonden die voor diverse zaken (maar met name mest) werden gebruikt. Het verhaal erbij is super interessant, maar de gebouwen zelf zijn allemaal zoveel gerestaureerd dat er niets authentieks meer aan is. DuiventorenBij het ijshuis zouden bijvoorbeeld drie deuren achter elkaar zitten in de dubbele wand, om de warmte buiten te houden in de zomer. Maar dat was wat veel werk om op te knappen, dus nu is het gewoon een enkele klapdeur geworden.

Bij de tweede bestemming ‘Chack chack’ krijgen we op de parkeerplaats (in de zon, maar ijzig koude wind) eerst thee met koekjes en daarna geeft de gids aan dat het eigenlijk niet zo heel boeiend is, maar dat we wel verder naar boven kunnen lopen, nu we er toch zijn. Kaartverkoper chack chackEr staat bovenop de berghelling een tempel waar waterdruppels uit het berggesteente komen ‘drup drup’ en dat is ook de naam van de tempel dus. Dit is de meest heilige plaats van de Zoroastrians waar ze elk jaar een groot pelgrimsfestival houden. De berghelling onder de tempel is dan ook letterlijk volgebouwd met een soort van ‘basishotel’ waarin grote kamers zonder voorgevel zijn gemaakt, we stellen ons zo voor dat dat in de zomer inderdaad voldoende beschutting is om te kunnen slapen op een perzisch tapijtje.

Eenmaal boven aangekomen blijkt dat de plek net niet helemaal verlaten is, er zit onderaan de laatste trap een mannetje kaartjes te verkopen voor 30.000 rial (1 dollar). Stefan is fan van watervallen en het klinkt wel alsof er boven iets van stromend water te zien is, dus hij besluit de entreeprijs te betalen. In het Farsi wordt hem nog duidelijk gemaakt dat hij voor het betreden van de tempel wel zijn schoenen moet uitdoen.

Drup drupDe tempel zelf is verre van bijzonder, zoals verwacht. Er is in een soort van inham in de berg een marmeren vloer gelegd en een muurtje gemetselt met, dat moet gezegd, twee mooie goudkleurige deuren. VoordeurBinnen drupt inderdaad water uit de rots, wat opgevangen wordt in twee plastic kinderbadjes van de plaatselijke Blokker en dat er binnen water drupt verwondert niet, aangezien er een paar meter buiten de ‘tempel’ een stroom water van de berg af komt zetten. De legende gaat dat een Zoroastriaanse princes moest vluchten voor een vijandig leger en hier in de berg verdwenen is. Het druppelende water was er niet voordat ze verdween en zou het bewijs zijn dat haar ziel nog altijd aanwezig is.

Voor zo’n heilige plek en hoge entreeprijs mogen ze best wat betere uitleenslippers leveren, besluit Stefan, als zijn sokken zich volzuigen met het koude heilige water dat over de rand van het volle linker kinderbadje stroomt. Als Stefan gespeelt overenthousiast weer de trap af komt lopen is het kaartverkoopmannetje dusdanig verrukt dat hij de andere drie buitenlanders wenkt dat ze ook moeten gaan kijken, gratis natuurlijk! Stefan geeft ze nog snel even de tip mee om niet de slippers uit de linker bak te gebruiken. En niet veel later zijn we weer met z’n vieren de trappen af aan het lopen terug naar de auto.

MooiDe laatste stop van dit toertje is in Karanagh, een dorp dat volledig uit ‘mudbrick’ gebouwd is, maar inmiddels op last van de overheid verlaten is. Alle ex-inwoners hebben een nieuw huis in het naastgelegen nieuwe centrum gekregen. Renee en Eric hebben het snel gezien, maar Stefan en Stephanie dwalen afzonderlijk van elkaar door de smalle, vaak overdekte straatjes en ontdekken de op instorten staande huisjes en bedrijfjes. Daarna bekijken we nog hoe een stel jongens de worteloogst in een beekje staat te wassen en besluit Renee haar weerstand nog wat op te krikken door de aangeboden net “schoon” gewassen wortel te proeven.

GevaarlijkDaarna bezoeken we een nieuwbouw-caravanserai waar de overheid van Karanagh een restaurant en hotel in wil gaan vestigen vanwege de vele bezoekers (waar dan?) die deze bezienswaardigheid trekt. Ze zullen dan wel echt iets aan conservering moeten gaan doen, want als ze geen actie ondernemen zijn alle huizen in het oude dorp over een jaar of vijf volledig ingestort. Wel lekker authentiek!

Terugweg, Stephanie, Stefan, ReneeTerug in het hostel bestellen we kamelenbiefstuk (Stefan) en spaghetti (Renee) en besluiten we met z’n vieren dat het een leerzame dag met matige bezienswaardigheden was. We zijn erg blij dat we niet alleen een taxi hebben afgehuurd, maar wel echt een gids hebben meegenomen, want zonder de verhalen erbij was het echt een verloren dag geweest. Nu hebben we wel echt het idee dat we iets geleerd hebben over de omgeving van Yazd. De rest van de avond gebruiken we om onze tassen in te pakken, want we vertrekken morgen weer richting Tehran. En we boeken een hotel in Dubai, omdat we verwachten dat we daar morgen geen tijd meer voor hebben.

Kerman en de zandformaties van de Kaluts

Het is gisteravond erg laat geworden met het boeken van onze vluchten naar Dubai en aansluitend Islamabad. Niet omdat het moeilijk was om wat te vinden, we wisten namelijk van een aantal eerdere ‘excursies op internet’ precies wat we wilden boeken. Maar door de brakke internetverbinding en slecht in elkaar geklusde website van met name Airarabia hebben we er gewoon uren over gedaan voordat eindelijk de creditcardbetaling erdoor was. Deze ochtend slapen we dus flink uit en ook na het ontbijt doen we het even rustig aan.

Renee in de lobbyWe hangen een beetje rond in de lobby en de receptieman neemt uitgebreid de tijd voor ons om allerlei opties voor toertjes voor te stellen die hij voor ons kan regelen. We puzzelen flink met de opties, want we hebben eigenlijk maar beperkt de tijd en Renee wil graag naar een hotel in de woestijn, genaamd Zein-o-din, wat wel goed mogelijk is, maar moeilijk te combineren met de andere dingen die we graag willen zien in de omgeving.

Azadi square KermanTegen 10:30 uur besluiten we de rest van vandaag in ieder geval maar te gebruiken om de stad Kerman zelf te bekijken en het verhaal van Hossein bij het theehuis ook nog maar even aan te horen voordat we daadwerkelijk een toertje boeken. We lopen richting Azadi square, waar de gedeelde taxi’s naar de bazaar zouden staan volgens Hossein. Aangekomen op het plein wil Stefan nog even in de Lonely planet opzoeken welke kant we dan ongeveer op zouden moeten, zodat we in de gaten kunnen houden of we inderdaad in de juiste auto zitten.

Als hij net het boek opengeslagen heeft, staat Hossein ineens voor onze neus. Wat een toeval. Hij zat in een taxi en had ons de straat over zien steken, toeristen vallen nou eenmaal op in Iran. Hij helpt ons naar de juiste shared-taxi en betaald ook meteen de chauffeur voor onze rit. “Ik heb hier nog wat business en zie jullie dan vanmiddag in het theehuis hé” zegt hij nog voordat hij de deur van de auto dichtslaat. Wat een aardige man!

PleintjeDe taxirit naar de bazaar gaat via een hele rare omweg, maar brengt ons uiteindelijk wel naar de beoogde bestemming. De bazaar van Kerman is veel kleiner en makkelijker te navigeren dan die in de andere steden waar we tot nu toe zijn geweest. Eigenlijk is het één lange rechte straat met hier en daar een plein of aftakking aan de linkerkant. We genieten nog even een half uurtje van de zon op een pleintje en merken hier toch wel dat dit een van de armere regio’s van Iran is. Kauwgom kopen? Of heb je geen tanden meer?De mensen zien er allemaal wat minder schoon uit en we worden ook regelmatig aangesproken door bedelende vrouwen en kleine jochies die kauwgom e.d. proberen te verkopen.

Renee shopt een nieuwe ‘billenbedekker’ in de vorm van een hele foute rok (uitgekozen door Stefan) en een mooie zwarte hoofddoek, van een materiaal dat minder glad is en daardoor beter blijft zitten. Voor we het weten hebben we het einde van de bazaar bereikt. Helemaal aan het eind van de straat zitten veel bakkertjes en daar kopen we dan ook een flinke zak Iraanse pepernoten. FruitmarktWe steken het verkeersplein nog even over om te gaan kijken bij iets wat van buiten lijkt op een hele grote moskee, maar waarvan geen melding wordt gemaakt in onze reisgids. Het is dan ook geen verrassing als blijkt dat de poort op slot zit.

KlokkentorenDan bedenken we ons dat we op de heenweg eigenlijk helemaal geen theehuis hebben gespot en dat het inmiddels wel een beetje tijd is voor onze afspraak. Gelukkig zijn we in Iran, waar afspraken heel flexibel zijn. Als we teruglopen richting de bazaar, besluiten we dat we ook nog wel tijd hebben om even een blik naar binnen te werpen bij de Mashed-e Jameh (hoofdmoskee). Wederom een prachtige moskee, met koepeltjes en heel veel blauwe tegeltjes. Wat deze moskee dan toch een beetje bijzonder maakt, is de klokketoren boven de poort ipv een set minaretten.

Hossein in theehuisAls we onze weg terug richting de andere kant van de bazaar vervolgen, heeft Hossein wederom een neus voor zijn toeristen. Bij een open deur met een soort van receptiedesk, die wij als ingang van een kantoor hadden bestempeld, staat hij spontaan weer aan het eind van de gang naar ons te zwaaien. Blijkbaar is dit het theehuis, daar mogen ze wel een duidelijker bordje voor ophangen. Waarschijnlijk was hij net onderweg naar buiten en dacht hij dat we niet meer zouden komen, omdat wij wel erg laat zijn.

Hossein helpt ons om wat te eten en te drinken te bestellen (denkt hij, maar uiteindelijk is de kassaman teveel dingen tegelijk aan het doen en hij vergeet het) en loopt voor ons uit naar een tafeltje in het cafe. Na een relatief kort gesprekje past Hossein precies in het plaatje dat de receptieman van ons hotel al van hem geschilderd had. Hij jaagt op toeristen, doet een aantal kleine dingen voor ze (zoals ophalen en taxi voorschieten) en probeert vervolgens voor bijna het dubbele bedrag als wat een normale taxichauffeur vraagt voor een dag privéhuur een toertje aan te verkopen.

TheehuisHelaas voor Hossein hamert hij vooral op de dingen die hij standaard verkoopt en dat zijn nou net de dingen waar wij eigenlijk helemaal geen zin in hebben. De specifieke vragen die wij stellen probeert hij elke keer om te buigen naar iets dat op zijn standaard toerpakket lijkt en bovenal is hij gewoon te duur. Hij moet weg en spreekt soort van eenzijdig met ons af dat we hem vanavond om 1730 uur weer hier ontmoeten om door te geven waar we voor gekozen hebben.

DiziInmiddels hebben we best wel trek, dus Stefan gaat nogmaals proberen om een pot thee en twee Dizi te bestellen bij de receptiedesk aan de ingang van dit oude badhuis. Deze keer krijgt hij het wel voor elkaar om af te rekenen en hij krijgt twee facturen mee. We moeten eerst plaatsnemen in de achterste ruimte, waar een mannetje onze factuur voor de Dizi inneemt en we inderdaad alleen ons eten krijgen. En daarna lopen we terug naar de caferuimte waar we op een tradionele bank onze theefactuur verruilen voor een pot thee, suiker en twee kopjes. Het is een heerlijk plekje om te zitten en mensen te kijken, maar de sfeer wordt wel een beetje verpest doordat ze achterin dezelfde ruimte iets met groot gereedschap aan het verbouwen zijn.

Tegen de tijd dat we de deur van het oude bad-/theehuis uitlopen is het 16.00 uur en no way dat we hier nog 1,5 uur rond gaan hangen om op Hossein te wachten. Omdat hij overduidelijk probeert om zijn dure tours te verkopen door je een schuldgevoel te geven, hebben wij er ook geen moeite mee om te besluiten dat we voor morgen gewoon een taxi afhuren via het hotel (waar hij ons ironisch genoeg zelf naartoe gebracht heeft).

We lopen bij de hoofdingang van de bazaar de taxi’s voorbij en gaan eerst op zoek naar het postkantoor, zodat we eindelijk onze briefkaarten, die we vorige week in Esfahan al gekocht en geschreven hebben, op de post kunnen doen. Hoewel ze qua uiterlijk erg op elkaar lijken zijn brievenbussen hier, in tegenstelling tot sloeberdozen, erg schaars. Na een flinke wandeling en een keertje de weg vragen, vinden we uiteindelijk een postkantoor met niet één maar zelfs twee brievenbussen voor de deur! Dilemma, want welke zou er voor de internationale post zijn? We doen maar een gok en mikken de kaarten allemaal in dezelfde bus. Dan zijn wij er in ieder geval vanaf.

Azadi by nightTerug bij de taxi’s kost het geen enkele moeite om een chauffeur te vinden die ons wil meenemen. Wel is het erg moeilijk om de mannen aan hun verstand te krijgen dat we ‘nah dar baste’ willen reizen (gedeelde taxi, ‘niet gesloten deur’). Ze doen stuk voor stuk allemaal gewoon alsof ze alleen ‘dar baste’ horen, wat betekent dat je de hele auto wilt afhuren. Uiteindelijk vinden we iemand die wel wil luisteren, maar als we daar dan instappen krijgt hij ruzie met de eerste chauffeur waar we mee hebben staan onderhandelen, want hij staat voorin in de rij om als gedeelde taxi te vertekken. We zuchten diep en wisselen van auto, waarna we vrijwel direct vertrekken richting Azadi square.

Deze rit mogen we ervaren wat een chaos een klein ongelukje (fender bender) op een kruispunt kan veroorzaken. Alle andere auto’s proberen er aan alle kanten omheen te rijden, wat resulteerd in een opstopping waarbij letterlijk 4 rijstroken aan auto’s naast elkaar, in tegengestelde richtingen vast komen te staan. Waar we in Iran eigenlijk nog geen enkele agressie hadden bemerkt tot nu toe, lopen de gemoederen hoog op als iedereen in de opstopping zo ongeveer tegelijk uitstapt (ook onze chauffeur) en er hier en daar wat rake klappen worden uitgedeeld. Uiteindelijk weet één van de bestuurders die tegenover ons staat zijn auto in een zijstraat te wurmen en komt er ruimte om de impasse op te lossen. Wij genieten vooral van het schouwspel, we hebben toch geen haast, maar onze chauffeur en de mannelijke passagier balen zichtbaar van het tijdsverlies hierdoor.

Terug in het hotel gaan we weer in de lobby zitten. Stefan stuurt Hossein een SMS dat we besloten hebben om geen gebruik te gaan maken van zijn diensten en Whatsapped wat met het thuisfront. En Renee typed ondertussen een stukje voor deze weblog. Als we eigenlijk net hebben besloten dat we alle bezienswaardigheden hier in de omgeving over gaan slaan en gewoon direct doorreizen naar Yazd, komt er ineens een bekende binnenlopen. Het is Andi, die blijkbaar vanmorgen in Kerman is aangekomen en geen ander, goedkoper, hotel kon vinden waar plek was. Ook hij heeft vandaag de bazaar verkend, op de een of andere manier zijn we elkaar misgelopen. Grappig genoeg heeft hij ook het theehuis niet gevonden.

We leggen hem uit dat we net besloten hebben om toch weer te vertrekken, maar dat we eventueel ook nog wel met hem een toertje willen doen morgen. We bespreken de opties die we vanmorgen al hebben gekregen. Uiteindelijk is Andi de reden dat we deze toertjes uberhaupt overwegen, hij heeft ons met een aantal foto’s weten te overtuigen dat de Kaluts woestijn bezoeken absoluut de moeite waard is, dat maakt het extra leuk om dan ook samen met hem te gaan.

BackgammonEen verblijf in dit hotel is op basis van half pension en we gebruiken met z’n drieën het buffet dinner aan een tafel in de kelder. Daarbij raken we ook weer in gesprek met Tonchi en Jasmine, een stel uit Kroatië dat we ook al vaker zijn tegengekomen. Na het eten gaat Renee weer verder met de weblog terwijl Stefan en Andi nog een aantal potjes backgammon spelen We gebruiken daarvoor het stoffen speelbord dat hij voor ons gemaakt heeft in Shiraz, met snoepjes als speelstenen. En we boeken het toertje voor morgen, waarbij we gek genoeg niet over de prijs onderhandelen, maar over de vertrektijd. Andi heeft daarover een leuke alinia op zijn blog geschreven, die ik graag gewoon even lekker lui kopieer.

Es wird verhandelt. Nicht der Preis – der ist mit 10 Dollar pro Person okay. Nur bei der Uhrzeit liegen wir weit auseinander. Der Portier startet mit 4:30 Uhr! Wir sagen das wir den Sonnenaufgang nicht sehen wollen. Er erhöht auf 7:00 Uhr und erntet ungläubige Blicke. Das wir so an elf gedacht hatten trauen wir uns gar nicht zu sagen und schlagen zwischen neun und zehn vor. „Acht?“ „Neun?“ „Acht Uhr Dreißig – letztes Angebot.“ „Okay“ 🙂

Zoals we gisteren hebben uitonderhandeld ontbijten we vandaag vroeg en checken we uit, want we gaan vanmiddag meteen door naar Yazd hebben we besloten. Om 0830 uur liggen onze tassen aan de ketting in de lobby en staan we samen met Andi klaar voor vertrek.

BakkerijWaterreservoirOnderweg naar de Kaluts is Shadad het laatste dorp op de route, al een echt oasedorpje waar de taxichauffeur ons een half ondergrondse bakkerij met wachttoren, een gigantische wateropslag en een grote, half gerestaureerde, oude caravanserai (karavaan-hotel op de zijderoute) laat zien. Zoals meestal in Iran zijn we bij deze bezienswaardigheden de enige aanwezigen en hoeft er verfrissend genoeg niet eens toegang betaald te worden.

CaravanseraiDriving through the KalutsNa een uur rijden, door een desolaat landschap komen we aan in de Kaluts. Vrijwel direct na het bordje ‘Welcome to the Kaluts’ draait de chauffeur van de weg af, rijdt nog een stuk over het zand tot aan de eerste zandheuvel en trekt daar de handrem aan. Zo, we zijn er. Veel plezier. Andi probeert nogmaals om zijn foto van een paar hele gave zandsculpturen te laten zijn, maar tevergeefs, de chauffeur gebaard dat we vanaf hier moeten lopen en dat ze waarschijnlijk dáár ergens (wijds open armgewuif) staan.

KalutsbergDe zandheuvels hier zijn keihard en waarschijnlijk gedurende duizenden jaren door de weersinvloeden gevormd tot wat met wat inbeeldingsvermogen lijkt op 4 tot 10 verdiepingen hoge kantoorgebouwen. We beklimmen de eerste en maken een aantal prachtige en grappige foto’s, met een lege woestijn op de achtergrond. De torens waar we eigenlijk voor gekomen zijn, zien we niet, dus lopen we terug naar de auto, in de verwachting dat de chauffeur weer verder gaat rijden naar een volgende stop in de woestijn.

TheeNiets blijkt minder waar, de chauffeur verrast ons wel met een paar kopjes hete thee en koekjes, maar geeft daarna aan dat we of terug gaan, of vanaf hier nog een ander rondje kunnen lopen. Hij is duidelijk niet van plan om meer kilometers te gaan rijden dan hij met de hotelbaas heeft afgesproken (en gelijk heeft ie, eigenlijk). Group photoWe besluiten dan ook om hem flink lang te laten wachten en lopen een veel grotere ronde door de Kaluts. Stefan beklimt nog drie van de zandkastelen, waarbij hij nog op de foto moet met wat mensen uit Iran die hier zijn om te picknicken. Renee doet nog twee zandkastelen aan en god mag weten waar Andi zelfs helemaal heen is geweest, hij is ruim een uur uit het zicht verdwenen geweest.

Kaluts hang onIMG_6108 IMG_6092 Group photo IMG_6061 IMG_3123

 

 

 

 

 

 

Kaluts foto's

 

 

De terugrit naar het hotel gaat vlot. Nadat we de foto’s die we vandaag hebben gemaakt backuppen en uitwisselen met Andi, nemen we afscheid. De receptieman heeft zijn zoon gebeld, die ons als ‘illegale taxi’ naar het busstation gaat brengen. We hebben lang op hem moeten wachten en zelfs nog een keer gevraagd of de taxi onderweg was en daar voelt de jongen zich duidelijk schuldig over. Hij scheurt als een gek door de stad, negeert daarbij alle rode verkeerslichten en als Stefan het afgesproken bedrag wil betalen, geeft hij bijna de helft terug, dat kan hij niet accepteren.

Hij helpt ons nog naar de balie van een busbedrijf dat bussen naar Yazd heeft en gaat er weer vandoor. Het is hetzelfde bedrijf als waarmee we naar Bam zijn gegaan en pas als we de kaartjes hebben betaald voor een non-Vip-bus, omdat er vandaag geen VIP-bus meer zou gaan, realiseren we ons hoe dom we zijn geweest. Niet alleen zijn er natuurlijk nog zo’n 20 andere busbedrijven waar we even hadden kunnen vragen of zij misschien wel een VIPdienst hadden, maar bovendien is dit dat kutbedrijf waarbij de bus bijna een uur te laat vertrok en elke 10 minuten wel een paar minuten stilstond onderweg naar Bam.

Als Stefan nog even gaat shoppen voor een colaatje en een chipje, wordt hij nog aangesproken door een concurrent, die inderdaad een VIPdienst heeft die binnen een uur vertrekt. Dat is wel een beetje jammer. Maar als de bus uiteindelijk vertrokken is, blijkt dat het deze keer reuze meevalt en komen we met slechts enkele onverklaarbare tussenstops aan op het busstation in Yazd.

‘s Werelds grootste zandkasteel en Engelse les: Bam!

We staan vandaag om 08.00 op omdat wij in tegenstelling tot Andi en Stephan geen nachtbus willen nemen, zij blijven nog een dagje hier en vertrekken vanavond ook naar Bam. Stefan slaapt slecht in bussen en je hebt alsnog weinig aan je dag als je helemaal brak aankomt. Dus kachelen we, bij daglicht, in 8-9 uur, met een VIP bus naar Kerman. We doden de tijd met kijken naar series, slapen (Renee), lezen over Kerman en omgeving en stukje typen. Het landschap is hier mooier dan tijdens andere busritten. De weg loopt langs een grote zoutvlakte en over een bergpas met regelmatig vrije uitzichten.

We zijn rond 19.30 uur in Kerman en willen gelijk door naar onze eindbestemming: Bam. Vlak voordat we het busstation opreden had een jongen die al de hele rit schuin achter ons zit, eindelijk genoeg moed verzamelt om Stefan aan te spreken. De nieuwsgierigheid heeft de overhand gekregen blijkbaar. We maken nog snel even kort kennis en hij nodigt ons uit om bij hem thuis te blijven slapen, zodat hij ons morgen de stad (Kerman) kan laten zien. Dat is echt super aardig, maar gezien we min of meer hebbena afgesproken om morgenochtend samen met Stephan en Andi de Arg-e Bam te bekijken, willen we vanavond nog naar Bam.

Met zijn hulp boeken we een ticket voor de bus van 20.00 uur, maar vertrekken uiteindelijk pas om 20.45 uur met ons als enige passagiers in een full size touringcar nog verder richting het oosten. We hadden eigenlijk besloten om hier alleen heen te gaan met onze camper omdat het toch op de route ligt naar de grens met Pakistan, maar o.a. de enthousiaste verhalen van Oostenrijker Wini (tijdens onze Persepolis tour) heeft ons overtuigd om toch te gaan.

Om 23.45 uur arriveren we na heel veel voornamelijk nutteloze tussenstops (een van de later opgestapte medepassagiers heeft een softijsje gekocht, bijvoorbeeld) in Bam en we worden op een grote rotonde uit de bus gezet, omdat Bam (wat we later pas leren) geen echt busstation meer heeft. Er staan hier alleen twee onofficiële taxi’s en dus stappen we maar in. “We willen naar Akbars guesthouse.” De taxichauffeur weet waar hij naar toe moet en het ritje duurt niet lang, maar we staan voor een dichte deur. Wat eigenlijk helemaal niet zo raar is rond deze tijd.

Na meerdere keren kloppen, belt hij voor ons met een telefoonnummer dat op de deur staat en komt Mr Akbar van het gelijknamige guesthouse in zijn pijama de deur open doen. Hij brengt ons naar een smerige kamer naast het gedeelde toilet en badkamer, welke ook niet erg schoon is en beloofd ons morgen verder te verwelkomen en in te checken. We lijken nu de enige gasten, maar dat vinden we niet erg. We zijn niet van plan om hier heel lang te blijven en bovendien arriveren Stephan en Andi morgenochtend, als ze hun plannen niet gewijzigd hebben vandaag.

De volgende ochtend krijgen we een ontbijtje van de vrouw van Akbar en geven we bij hem aan dat we eigenlijk wachten op onze twee vrienden uit Duitsland, omdat zij zeer waarschijnlijk ook gelijk naar Bam zullen komen zodra hun nachtbus in Kerman arriveert. We willen graag een gids regelen om dé sight hier in Bam te bezoeken, de Arg-e Bam en vragen Akbar of hij iemand kent die dit kan doen. Twee minuten later komt hij terug met de melding dat hij gids Amir heeft gebeld en dat die er over een half uur is. We wilden eigenlijk alleen (prijs)informatie, maar beslissen dat we dat dan wel aan de gids zelf vragen en dan alsnog kunnen besluiten om het niet te doen.

Mr Akbar is een legende hier: hij spreekt vloeiend Engels (heeft een tijd in Londen gewoond en gewerkt) en is geliefd bij overlanders. Hij vertelt dat er net een hoop bezoekers zijn vertrokken die samen een konvooi hebben gevormd om door het eerste (gevaarlijke) stuk van Pakistan te reizen. Wij vertellen hem dat dit oorspronkelijk ook ons plan was en vertellen hem hoe we nu onze reis voortzetten.

Stefan legt Amir wel even uit hoe en watNa 45 minuten tot een uur staat er inderdaad een gids voor onze neus, maar Andi en Stephan zijn nog niet gearriveerd. Gidsen is een bijbaantje voor Amir, hij is eigenlijk leraar Engels op de universiteit en we kunnen hem dan ook prima verstaan. Wel denkt Stefan in eerste instantie dat hij het verkeerd gehoort heeft als blijkt dat Amir 28 dollar vraagt voor een rondleiding in de Arg-e Bam. Dat is erg veel (voor Iraanse begrippen), dus we hopen vurig dat Andi en Stephan als ze straks arriveren, mee willen delen in de kosten. We wachten nog 45 minuten langer op ze, maar beslissen om uiteindelijk toch maar zonder hun de tour te gaan doen. Ze zullen toch hun plannen gewijzigd hebben, anders hadden ze er allang moeten zijn.

Binnen, we zijn BINNEN!Als we 15 minuten later net door de poort van de Arg-e Bam gelopen zijn krijgt Amir een telefoontje van Akbar dat Andi en Stephan zijn gearriveerd, shit! Stefan vraagt of hij Stephan even mag spreken (beide via een geleende telefoon) en we overleggen wat we doen. Maar ze zijn zoals verwacht heel moe en bovendien is Stephan een beetje ziek, dus besluiten ze om morgen de Arg-e te bezoeken.

Kan je dat nog eens herhalen?Wij zijn erg blij met Amir die een hoop weet te vertellen en alle tijd voor ons neemt. Deze Arg-e is een volledig uit moddersteen gebouwde ommuurde stad en daarmee de grootste adobe constructie op aarde. Tot 2003 was dit een van de belangrijkste bezienswaardigheden in Iran. Maar in de vroege ochtend van 26 december werd de stad opgeschrikt door een zware aardbeing waarbij de arg-e voor 80% is verwoest en de hele naastgelegen stad (Bam) met de grond gelijk is gemaakt. De helft van de bevolking is daarbij overleden (zo’n 50.000 mensen). Sindsdien zijn ze druk bezig met het herstellen van de wegen, gebouwen, instrastructuur en ook de Arg-e wordt langzaamaan deels weer in ere hersteld.

En nog en foto :) In dit complex woonden sinds ongeveer 1930 al geen mensen meer (de ruimte binnen de muren was op en langzaamaan is iedereen in grotere huizen buiten de citadel gaan wonen). OfficiershalSinds 2004 staat het op de UNESCO werelderfgoed lijst en UNESCO ziet er ook op toe dat er niet teveel klakkeloos herbouwd wordt. Ze hebben een deel gerestaureerd en laten een ander deel zoals het is. Bij vernieuwd pleisterwerk moet bijvoorbeeld een deel opengelaten worden, zodat je ook het origineel daarachter kunt zien. En als er een wachttoren herbouwd wordt, moet de ruïne van degene daarnaast geconserveerd worden om de invloed van de aardbeving, die onderdeel is van de geschiedenis van de Arg-e zichtbaar te laten.

Fraai zandkasteelDe schade door de aardbeving en het grotendeels herstellen van de schade met ‘nieuwbouw’ is voor veel mensen een reden om dit “zandkastelencomplex” links te laten liggen. Zelfs alle Iranies die we hierover gesproken hebben de afgelopen tijd zeiden: “Wat moet je daar, alles is kapot, zonde van je tijd”, maar alle toeristen die er daadwerkelijk geweest zijn, waaronder dus Oostenrijker Wini, waren terecht razend enthousiast. Zo ook wij!

Uitzicht over de stadWe kopen een bewaker om met wat rials om ook naar het afgesloten deel bovenop de heuvel te mogen. Hier zijn ze druk met renoveren bezig en toeristen horen daar dus niet te komen, maar ze knijpen nog wel eens een oogje dicht, weet Amir. En dus klimmen we naar boven, waar we super mooi uitzicht hebben over de Arg-e en de stad Bam met al zijn dadelpalmen.

TunnelvisieNa zo’n 2,5 uur rondlopen door de Arg-e is de tour bijna ten einde en vraagt Amir of we vanmiddag misschien met hem mee willen naar de universiteit. Hij geeft vanmiddag namelijk ook Engelse les en zijn studenten zouden het vast erg leuk vinden om ons te ontmoeten en eens ander Engels dan dan van hem te horen. Bovendien zal dat ze motiveren om zelf ook wat Engels te proberen en in laten zien hoe belangrijk het is om een universeel gesproken taal te leren.

We wilden eigenlijk terug naar Kerman, maar zo’n spontaan aanbod opent wel deuren naar onvergetelijke ervaringen. Dus zeggen we ja. Hij zet ons met de auto af bij ons hostel en we spreken af dat hij ons over een uurtje weer op komt halen met onze tassen, zodat we na de les meteen door kunnen gaan naar de busstop voor de rit naar Kerman.

LeslokaalAangekomen bij de universiteit, voelt Renee zich net alsof ze zelf weer op school is en een spreekbeurt moet geven. En tja, dat is het ook wel ongeveer wat we gaan doen, verwacht Stefan. Als we het lokaal inlopen, zitten er al een paar leerlingen netjes te wachten en aan hun blikken kunnen we goed aflezen dat ze nieuwsgierig zijn wat we komen doen.

Renee verteltHet eerste wat opvalt is dat ook hier de jongens (ook mannen) en meisjes weer netjes van elkaar zijn gescheiden. De jongens zoals we al eerder hebben gezien voorin en de meisjes achterin. Wij besluiten om lekker veilig (en tegendraads) samen helemaal achteraan te gaan zitten, wat alles natuurlijk wel een beetje in de war brengt. Zeker de leerlingen die te laat de les in komen lopen (iran time) vinden het erg ongemakkelijk.

Wij worden bij de start van de les beide naar voren geroepen, Stefan natuurlijk eerst, om iets over onszelf te vertellen. Er wordt flink gegrinnikt, maar nieuwsgierig geluisterd naar de twee vreemdelingen uit Holland. Daarna mogen we weer plaatsnemen op onze stoelen en leest Amir een verhaal voor over boodschappen doen in een supermarkt en wie er eigenlijk bepaalt wat je uiteindelijk koopt. Kies jij als klant of beinvloed de supermarkt door slimme inrichting? Het stuk zit goed in elkaar en zit vol met voorbeelden over het gebruik van persoonsvormen, meervoud, werkwoordvervoegingen, etc. Denk aan shelf:shelves, city:cities, play:plays.

De universiteitDaarna volgt de bespreking van de tekst in Farsi. Wat voor ons een heel leerzaam moment is, omdat de tekst zin voor zin vertaald wordt. De meiden laten zich hierin duidelijk veel meer horen dan de jongens en durven ook eerder een antwoord te geven als ze niet helemaal zeker zijn. Leuk om dit te zien!

Dan zijn wij weer aan de beurt om naar voren te komen. De leerlingen mogen ons allerlei vragen stellen en dat doen ze graag en veel. We hebben flink gelachen! Als ze willen weten hoe oud wij zijn, stellen we natuurlijk de tegenvraag, want wij zijn ook wel nieuwsgierig naar de leeftijden van dit diverse gezelschap. Zeker bij de mannen loopt het flink uiteen en bij de dames is het door de chadors eigenlijk amper te beoordelen.

Een van de meiden beantwoord netjes (in Farsi) dat je dat niet hoort te vragen aan de vrouwen in Iran. De hele klas ligt dubbel van het lachen, inclusief Amir, maar wij staan elkaar maar een beetje stom aan te kijken. Gelukkig hoeven we niet heel lang op een vertaling te wachten. Stefan antwoord: Oh dat mag je ook als antwoord geven, maar dan moet je dat wel in het Engels zeggen. 😉 Vervolgens krijgen we toch per persoon de leeftijden te horen. Opvallend is dat de meiden allemaal tussen de 17 en 23 zijn, maar de mannen een veel groter leeftijdverschil hebben met hun 17 tot 45 jaar. En hierbij blijkt ook weer dat de meiden beter opletten in de les dan de mannen, die toch vaak hun leeftijd verkeerd, of zelfs in Farsi zeggen en Amir laten vertalen.

Voordat we er erg in hebben zijn er 75 minuten voorbij en lopen we terug naar de auto. Wat een leuke ervaring was dit! We rijden nog even langs het guesthouse om gedag te zeggen tegen Akbar (die was er niet toen we vertrokken voor de les) en we hopen ook Stephan en Andi nog even te zien, maar die zijn samen de stad in voor de lunch, weet Akbar. Omdat het busstation van Bam sinds de aardbeving nog niet herbouwd is, worden we door Amir weer bij dezelfde rotonde afgezet, waar hij ons gaat helpen om bij de bank onze paspoortnummers te registreren zodat we bij de buschauffeur een kaartje kunnen kopen.

Gewoon nog een foto, omdat het kanDe eerstvolgende bus blijkt echter nog wel een tijdje te duren en dus vraagt Amir of we niet een gedeelde taxi willen nemen, dat is een stuk duurder, maar ook veel sneller en daarmee maken we waarschijnlijk zelfs de verloren tijd weer goed. Als bedankje geven we hem één van onze Delfsblauwe miniklompjes die we speciaal voor dit soort gelegenheden bij ons hebben.

Een Safari, zoals deze gedeelde taxi hier heet, gaat pas rijden als hij vol zit. Dat klinkt alsof je alsnog erg lang moet wachten voordat je kunt vertrekken naar je bestemming, maar in de praktijk is het eigenlijk zo dat als er eenmaal eentje staat die vrijwel direct vertrekt (omdat wij al 50% van de beschikbare plaatsen innemen), er altijd wel mensen zijn die zich bedenken en ook graag wat meer betalen voor sneller en direct vervoer.

Het is hier gewoonte om ervoor te zorgen dat een vrouw niet naast een onbekende man hoeft te zitten, dus kiezen wij taktisch voor Renee rechts achterin en Stefan in het midden. Dan kunnen er nog of twee mannen, of een man en een vrouw instappen zonder gehannes. De eerste die aan komt lopen is een vrouw en die gaat dan ook automatisch voorin zitten. Maar vrijwel tegelijk komt er een tweede dame, dus schuiven wij zo op dat Stefan links op de achterbank zit, Renee in het midden en een andere vrouw rechts ernaast. Wat een gedoe! Wel een beetje jammer dat nou juist de dikste van de twee dus achterin komt zitten, waardoor Renee d’r persoonlijke ruimte wel erg klein wordt.

Gelukkig is Maryam allervriendelijkst. Met de paar Engelse woordjes die ze spreekt kan ze ons vertellen dat ze lerares Arabisch en filosofie is en wij vertellen over onze ervaring met lesgeven in Iran zojuist en onze plannen voor de rest van onze tijd in Iran. Als we van de chauffeur de vraag krijgen waar we naar toe willen in Kerman, weten we dat eigenlijk nog helemaal niet. We zijn geheel onvoorbereid in de taxi gestapt en hadden verwacht gewoon bij het busstation uit te kunnen stappen, maar dat werkt anders met zo’n gedeelde taxi blijkbaar. En het voelt wat zinloos om ons door een taxi bij het busstation af te laten zetten, om vervolgens met een taxi naar een hotel te gaan.

Dus pakken we ons boek er maar weer eens bij en kiezen één van de goedkopere hostels in Kerman uit. Geen van de inzittenden lijkt het te kennen, maar Maryam wil wel even voor ons bellen. Helaas geeft de eigenaar aan dat hij geen plek heeft dus kijken wij opnieuw. Ondertussen wordt Maryam teruggebeld en Stefan krijgt na wat Farsi gebrabbel de telefoon. Het is ‘Hossein’ een vriend van het andere hostel en hij heeft voor ons besloten dat we naar het Akhavan hotel moeten, welke ook in de gids staat. Wel een stuk duurder, maar misschien ook wel een keertje fijn om iets luxer en in een goed bed te overnachten. Hossein spreekt met Maryam af dat zij hem laat weten als we arriveren in Kerman, zodat hij ons op kan halen. En in ruil daarvoor krijgt zij een gratis lift naar haar eindbestemming.

Via dezelfde telefoon vertolkt de zoon van Maryam allerlei vragen en de foto’s op de telefoon van Renee van o.a. haar zussen en neefjes zorgen voor voldoende gespreksonderwerpen tussen de dames. De tijd gaat vlot voorbij en de reistijd wordt sowieso flink ingekort door onze chauffeur, die er duidelijk een hekel aan heeft om achter iemand anders te rijden en dus overal flink het gas intrapt.

Renee in de lobbyAangekomen in Kerman staat er inderdaad een oude man met een flink oude Jeep op ons en Maryam te wachten. We nemen afscheid van Maryam en geven haar als bedankje voor al het bellen ook één van onze Hollandse souvenir klompjes. Terwijl Hossein ons naar het hotel brengt stelt hij allerlei toertjes in de omgeving voor. Daar hebben we eigenlijk helemaal geen tijd voor, maar we spreken af dat we er een nachtje over slapen en hem morgen in de middag in het theehuis van de lokale bazaar weer ontmoeten.

Het hotel waar Hossein ons afzet is erg duur ($22 half pension pppn), maar ook erg luxe voor Iraanse begrippen, al is alles wel wat gedateerd. Omdat volgens de Lonely planet het restaurant van dit hotel het beste restaurant van de stad is, besluiten we niet verder te zoeken. Als we zijn ingecheckt en Hossein is vertrokken, krijgen we van de eigenaar van het hotel een waarschuwing: Pas op voor die man, hij is een ‘Tourist shark’ en zal je veel te veel laten betalen voor precies dezelfde dingen die wij ook goedkoop voor jullie kunnen regelen. Wij zien het morgen wel, we zijn op vakantie hoor! We gaan vanavond eerst eens onze vlucht naar Islamabad boeken, zodat we zeker weten dat we Iran kunnen verlaten voordat ons visum verloopt.

Shiraz & Persepolis het centrum van het oude Persië

Het is alweer een tijdje donker als we aankomen op het busstation van Shiraz. Voor de verandering vinden we deze keer wel een officiële taxi, er is zelfs een kantoortje waar we (vooraf) moeten betalen en waarna de chaufeur zijn licentie meekrijgt. Maar als Stefan “No” antwoord als de taxichauffeur vraagt of we gereserveerd hebben bij ons hostel naar keuze “Niayesh Boutique”, belt de chauffeur waarschijnlijk een vriend, babbelt wat over reservering, hotel, Holland en twee en als hij ophangt meldt hij ons dat dit hotel vol is en dat hij ons ook wel naar een ander hotel kan brengen. Het is echt laagseizoen, dus we kunnen ons dit niet voorstellen. Breng ons er toch maar heen, is dus ons antwoord. En als hij aandringt toch maar een “I don’t believe you”. De chauffeur is duidelijk beledigd, maar we voelen ons daar echt niet meer schuldig over inmiddels.

Overdekte binnenplaatsWe worden op de hoek van de straat, bij een bouwput, uit de taxi gezet en zien de bordjes naar het hostel al staan. Zonder het te vragen worden we door een bewaker netjes via een bouwplaats, door allerlei smalle straatjes, links, rechts, tunneltje door, links, etc bij ons hostel gebracht. Ze blijken nog zat plek te hebben en we zijn blij dat we ons niet om hebben laten praten door de taxichauffeur. Stefan vraagt twee dormbedden, maar we krijgen een tweepersoons kamer, nice, dat is pas besparen! Dit hostel is in een tradioneel Iraans huis gevestigd en heeft een leuke opzet met tafeltjes en zitbanken op een (overdekte, verwarmde) binnenplaats en de kamers eromheen.

Terwijl Stefan nog wat op de kamer rommelt raakt Renee aan de praat met Ruby uit Hongkong en Stephan en Andi uit Duitsland. We delen ervaringen, bespreken ieders reisplannen en overleggen om morgen samen een taxi te huren om naar een paar sites in de omgeving te gaan. Met 6 personen (incl. chauffeur) een taxi delen, zien we uiteindelijk niet echt zitten. Bovendien is het wel fijn om onze eerste dag in Shiraz eerst een beetje rond te kijken in de stad zelf. We bestellen ieder op aanraden van Andi een “Dizi”, wat een soort doe het zelf maaltijd is. Je krijgt een stenen pot met boullion, aardappel, rundvlees, groente, daarnaast een stamper, een lege kom en een mandje brood. Eerst giet je wat van het vocht weg en dan crush je het vlees, aardappels en groente net zolang totdat het een soort stamppot is, beetje vocht terug erbij en dan met het brood opeten. Erg lekker! We kletsen nog een tijdje en gaan dan lekker slapen.

TaxiposerHet lekkere slapen valt helaas wat tegen. Het bed bestaat letterlijk uit een houten plaat met een deken erop en aangezien Renee gewend is om op haar zij te slapen, wordt er elke 10-15 minuten een keer gedraaid, waar Stefan natuurlijk ook last van heeft. Wat een klotebed! Met een slaperig hoofd lopen we de stad in, naar de Aramgah-e Shah-e Cheragh (de wat? ja die). We moeten onze tas inleveren en voor Renee weer een chador pakken. Fotocamera’s zijn hier verboden helaas, daar wordt zelfs op gefoullieerd, dus kijken we gewoon even rond. Ze hebben hier zelfs twee kussendozen (relikwieënkisten): volgens een vriendelijke man die Stefan ongevraagd een rondleiding gaf was de ene gevuld met resten van de broer van Reza en de andere met zijn broer (hoe de broer van de broer niet de broer van de broer (Reza) is, is ons volledig onduidelijk. Maar het is wel allemaal even mooi gedecoreerd en de meeste bezoekers lijken ook oprecht verdrietig over de dood van de tentoongestelden.

MuseumHet is in Shiraz lekker warm en na een stadswandeling langs verschillende pleinen en winkeltjes, lopen we de Naranjestan binnen. Een museum met een grote binnenplaats vol sinaasappelbomen en dadelpalmen die rond 1880 voor een rijke vent is aangelegd als publieke receptiehal voor zijn huis. De tuin stelt niet zo veel voor, maar waarschijnlijk is dit ook mooier in de lente en zomer. De gebouwen eromheen zijn wel gaaf met alle spiegels, maar het museum is echt waardeloos. Eigenlijk hebben we een beetje spijt dat we naar binnen zijn gegaan.

Vrouwenbalie bij de bakkerWe besluiten om de lunch simpel te houden en gewoon wat Naan te kopen, het Iraanse brood. Bij de bakker hebben ze gescheiden balies voor vrouwen en voor mannen en dus ziet Stefan zijn kans schoon om Renee een keer aan het werk te zetten. Renee gaat bij het juiste bordje staan en geeft met een vinger aan dat ze één naanbrood wil, zwaaiend met 20.000 Rials (nog geen € 0,50). Het wordt ter plekke vers gebakken,Vers gebakken brood maar blijkbaar is één brood bestellen hier een beetje gek, wat we krijgen één stapel met zes broden. Als Renee duidelijk probeert te maken dat ze dit niet bedoelt, wordt er met vragende blikken gekeken. Nou ja, zes is ook goed, dan hebben we een voorraadje, waarschijnlijk 1 kilo? Stefan kan er hartelijk om lachen, Renee doet ook een keer de inkopen hoor.

De volgende keer lachen we gelukkig weer om Stefan, als we een paar straten verder gelopen zijn en nog 3 van de 6 broden over hebben, passeren we een zeer onverzorgde man die op het trappetje voor een gesloten winkel zit, met een versleten weegschaal tussen zijn voeten. Een zwerver, die zal vast honger hebben. Stefan probeert hem de 3 overgebleven broden te geven, maar de man is duidelijk zwaar beledigd. Als hij onze taal zou spreken had hij zeker “rot op eikel” geroepen, of iets die trend. Wij kunnen er in ieder geval flink om lachen.

KasteelTerug bij ons hostel pauzeren we even met een theetje. Daarna lopen we naar het paleis waar we een stevig bedrag aan entree moeten betalen ($3 p.p.) en verbazen ons vervolgens over het ontbreken van interessante dingen. Het zijn gewoon vier muren met vier torens en alle deuren zitten op slot. De tuin en de vijver zijn verder kaal en leeg. We kunnen wel even spiekem in de oude hammam die onder één van de torens zit. Aan de buitenkant kon je al goed zien dat deze ooit voor een deel is verzakt, maar in de Hammam zie je daar niks van terug. We maken nog even gebruik van het toilet en staan eigenlijk binnen 10 minuten weer buiten.

Qurans GateBij aankomst in Shiraz hadden we vanuit de bus al een mooi verlichtte poort gezien, waar vooral Stefan wel nieuwsgierig naar is. Het is een flink stuk wandelen (van meerdere kilometers), maar dat zijn we inmiddels wel gewend en onderweg is altijd van alles te zien. Waaronder een brug, een mooie moskee Moskeeen de graftombe van de in Iran wereldberoemde dichter Hafez. Bij de poort aangekomen is het inmiddels donker en hij is weer mooi verlicht. We maken een paar foto’s en spotten daarna een stukje verderop een kassa met een toegangspoort, waar flink wat mensen betalen om de trappen de berg op te mogen lopen. Stefan vraagt aan het kassamannetje wat de attractie is, want dat kunnen we eigenlijk nergens ontcijferen. We krijgen antwoord in Farsi en weten nog steeds niets. Aangezien de prijs maar 10.000 Rials (0,25 euro) per persoon is, betalen we het gewoon en laten we ons verrassen.

WaterbronHet blijkt niet veel meer dan een uitkijkpunt te zijn waar in de avond mensen naar boven lopen met een picknickmand om samen te eten of te snacken. Er is nog een soort grotfontein, waarvan we aannemen dat dit ooit de bron was van al het drinkwater van Shiraz, maar verder niets bijzonders. We lopen een tijdje rond, maken een paar foto’s van de verlichte stad en houden het daarna voor gezien. Na een plas- en uitrustpauze in de lobby van het 5 sterren Shiraz hotel wordt het tijd om terug te gaan naar onze low-budget slaapplaats.

Stefan heeft dezelfde afwijking als zijn navigatiesysteem en dat is dat hij zelden dezelfde weg terug wil en dus lopen we een ontzettend saaie straat in, met de verwachting dat het straks wel leuker wordt. Langs een blinde muur hebben ze felle lichten in de grond gemaakt met een glazen afdekkap, maar op een paar plekken is deze stuk. Niet zo erg, maar wel vervelend als dan ook de afdekplaat ontbreekt. Stefan gaat namelijk hard onderuit als hij met een voet in zo’n gat stapt. Gelukkig heeft hij alleen een paar schrammen en wat krassen op zijn ring door het breken van de val. We kunnen opgelucht ademhalen dat er vanavond niet ook nog een bezoekje aan een Iraans ziekenhuis bij komt.

We lopen nog een tijdje verder, maar krijgen elke stap minder zin om weer het volle aantal kilometers terug te lopen. Na een paar pogingen om een goedkope taxirit te vinden krijgen we uiteindelijk een gratis lift van een jonge Iraanse man. We denken dat hij eigenlijk als onofficiele taxi gewoon geld wilde verdienen, maar Stefan was zo brutaal om met een glimlach “For Free?” te zeggen. We hebben een leuk gesprekje in de auto en worden netjes in de buurt van ons hostel afgezet. Bij binnenkomst besluiten we om direct via de receptie een tourtje te boeken voor morgen. Lekker makkelijk, geen gezeur om daar zelf met diverse bussen en een taxi te komen en dan hebben we ook een gids die ons wat meer kan vertellen over de ruïnes die we gaan bekijken.

We schuiven aan op de traditionele bank van de Duitse vader en zoon waarmee we in Kashan de historische huizen hebben bekeken, we waren ze vanmorgen ook al bij het museum tegengekomen en blijkbaar logeren ze in hetzelfde hostel. Na een prettig gesprek vinden zij het tijd om te gaan slapen en eigenlijk is dat helemaal geen gek idee. Dus regelt Renee een matras (wat gewoon nog een deken blijkt te zijn) en trekken ons na een douche terug op de kamer. Na wat improvisatiewerk van Renee, bestaat het bed uit een houten plaat met drie dubbelgevouwen dekens. Nog steeds erg hard en dus pakken we onze spullen in zodat we morgen vroeg (voordat ons tourtje vertrekt) uit kunnen checken als we weer zo’n beroerde nacht hebben gehad.

Uiteindelijk hebben we redelijk geslapen en besluiten we nog wel een nachtje te blijven voor de 10 dollar pp.pn.. Het is wel erg vroeg dag vandaag en dus wrijven we de slaap nog uit onze ogen als we worden opgehaald om met een busje naar Persopolis te rijden. We zijn met z’n 8-en inclusief gids en chauffeur. Een ouder koppel uit Vietnam, een man uit Hong Kong en Oostenrijker Winifred, die in hetzelfde hostel verblijft als wij.

GatePersepolis is een oude ruïnestad van rond 500 BC. Er zijn geen huizen gevonden, maar wel 12 bouwwerken voor de koningen, het leger, opslag van goederen en rijkdommen etc. Het nieuwjaar duwt het oudjaar uit de afbeeldingTijdens grote feesten waaronder het Perzische nieuwjaar, kwamen onderdanen van verschillende streken uit het Perische rijk, zoals Egyptenaren, Afghanen en Indiërs giften brengen voor de sjah. Nadat Alexander de Grote de boel veroverde en een groot deel van Persepolis plat brandde, schijnt hij 3000 kamelen nodig gehad te hebben om alle schatten te vervoeren die er opgeslagen lagen.

Bovenstaande info hebben we voornamelijk gekregen uit het de Duitstalige boek van Oostenrijker Wini, want onze gids was echt bagger. We hebben nog nooit een gids gehad die zo vaak “I don’t know” heeft gezegd en vaak niet eens op de juiste Engelse woorden kwam. OverzichtjeGelukkig konden we met logisch nadenken af en toe het een en ander aan elkaar breien. Zo bedoelde ze met translate bijvoorbeeld de ene keer transport en de andere keer transfer, heel handig! Vanaf een heuvel aan de rand van Persopolis, waar ook twee graftombes zijn te vinden, hebben we een mooi uitzicht over deze grote ruïnestad.

TombeDe tweede stop voor vandaag zijn de graftombes “Necropolis”. De tombes zijn hoog boven de grond uitgehakt in de rotsen en je kunt ze dus alleen van afstand bekijken. We krijgen nog een kort verhaaltje over de “eigenaren” ervan en de verschillende afbeeldingen die ze hebben gemaakt. Over de vierkante toren die ernaast staat en die ongeveer even oud is, weet onze gids niets te vertellen. We nemen haar dat niet heel kwalijk, want schijnbaar is het tot nu toe niemand gelukt om een goede theorie te bedenken waar dit bouwwerk nou eigenlijk voor is. Best mooi om te zien en dus maken we een paar foto’s.

TorenWanneer we weer op de parkeerplaats komen, staat er een grote 4×4 camper met nummerplaten uit Virginia, Nieuw Zeeland. Er stapt net een kerel uit en we zijn wel benieuwd naar hun verhaal. Ook onze gids is na ons eerdere verhaal dat we onderweg waren met onze camper, benieuwd naar hoe zo’n ding er van binnen uit ziet en dus raken we aan de praat. Een Duits echtpaar heeft de auto in Nieuw Zeeland gekocht, daarna op de boot gezet naar Azië en is nu onderweg terug naar Duitsland. Ze doen zo ongeveer onze route maar dan omgekeerd. Bijzonder is wel dat zij hun twee kinderen van 5 en 8 jaar oud hebben meegenomen. Leuk om hun verhaal te horen, maar ook wel een tikje zuur. We kunnen niet helpen te denken dat wij hier ook met onze eigen camper hadden moeten staan.

BackgammonWe rijden daarna weer met het busje terug naar ons hostel en lunchen daar ons overgebleven brood van gisteren. Duitsers Andi en Stephan hebben een relaxdagje en zitten al de hele middag in het hostel, wat een goed idee! We kletsen over van alles en nog wat. Zij hebben eerder vandaag stof en stenen gekocht om een vouwbaar backgammon bord te maken. Na wat gecreabea heeft Andi met viltstift het bord getekend en krijgen wij uitleg hoe dit spel te spelen. Terwijl Renee een stukje schrijft, speelt Stefan met hun een paar potjes.

The pasta placeWe lopen ‘s avonds nog met Stephan de stad in op zoek naar “The pasta place”. Een fastfood tentje waar hij en Andi vanmorgen ontbeten hebben en waar de pasta met name erg lekker was. Hij weet alleen niet meer precies waar het zit en dus lopen we uiteindelijk ruim een uur door de stad om deze tent te vinden. Het is wel erg gezellig en er is een soort van avondmarkt vanavond, dus erg vinden we het allemaal niet. We hadden eigenlijk meteen rechts moeten gaan vanaf het hostel, echter Stephan koos voor links. Maar we hebben het uiteindelijk gevonden! De pasta was helaas nog dezelfde als die van vanmorgen en dus verre van vers. Toch smaakte het wel prima. Maar ze maken hier wel een super hamburger en we zijn uiteindelijk pas om 22.45 uur weer terug in het hostel.

We overleggen nog een tijd wat te doen. Wij willen na Iran graag naar Islamabad vliegen in Pakistan, maar er zijn geen directe vliuchten te vinden. Dus hebben we onze zinnen gezet op een tussenstop van een paar dagen in Dubai. Maar het is wel slim om te beslissen hoe we daar willen komen (met vliegtuig of boot), want dit bepaalt ook hoeveel tijd we nog over hebben op ons visum voor Iran. Uiteindelijk kiezen we ervoor om te gaan vliegen en onze oorspronkelijke “plannen” helemaal om te gooien. We gaan net als Stephan en Andi naar het oosten van Iran om daarna via Yazd weer naar Tehran terug te keren. Het leuke aan geen echt plan hebben, is dat we zoals nu op elk moment kunnen beslissen ergens anders heen te gaan.

Esfahan, toeristische hoofdstad van Iran

Vandaag is een reisdag, maar voordat we vetrekken eten we eerst nog even ons ontbijt op en uiteraard moeten we ook nog even uitchecken en afrekenen. Stefan krijgt het met een aantal argumenten nog voor elkaar om nog 5 dollar korting te bedingen. Altijd mooi meegenomen! Daarna pakken we rustig onze tassen weer in (bijzonder hoe snel we altijd een rotzooi weten te maken van onze kamer) en gaan we met een taxi naar het busstation.

1980 belde: ze vragen hun telefoon terugHet kopen van ons VIP-buskaartje voor 70.000 Rials per persoon (nog geen 2 euro) gaat soepel en 2,5 uur later staan we in Esfahan. Onderhandelen lukt niet met de taxichaufeur en ook de Lonely Planet waarschuwt voor Esfahan voor hogere prijzen, dus gaan we uiteindelijk maar akkoord met de 100.000 Rials voor de paar kilometer het centrum in. We lopen een stukje vanaf het plein waar hij ons eruit heeft gezet en checken even later succesvol in bij het Naghshe Jahan Hotel. Stefan loopt naar boven om twee kamers te bekijken en we kiezen uiteindelijk voor de kamer met 1 super bed en 1 doorgezakt bed voor 28 dollar per nacht. De verwarming staat wel op standje sauna en zelfs wat lomp schroefwerk met de multitool lijkt daar geen verandering in te kunnen brengen. Dan maar het raam open vannacht, want het hotel ligt wel lekker centraal en is voor Esfahanse begrippen prima betaalbaar.

Plein te groot voor een goede fotoWe lopen nog even het centrum in om alvast een indruk te krijgen van wat we de komende dagen kunnen bekijken. We staan binnen een paar minuten op het Naqsh-e Jahan plein (na het Tiananmen square in Peking het grootste plein op aarde) en zien daar de zon onder gaan. Als we voor de ingang van de bazaar een foto willen maken, worden we aangesproken door een mannetje en hij weet ons mee te lokken naar zijn winkeltje.

Handelstapijt bij de tapijthandelWe geven duidelijk aan dat we zijn tappijten niet willen kopen, maar hij wil ons alleen maar informatie meegeven. Nou ok dan, misschien best interessant en we hebben toch verder niets gepland vanavond. Eenmaal in de winkel zet hij zijn collega aan het werk om ons verschillende soorten en structuren te laten zien uit allerlei regio’s in Iran. Best boeiend, maar we hebben als echte Nederlanders kijken kijken niet kopen toegepast. We gaan namelijk echt niet 2,5 maand met zo’n tapijt rondslepen in onze backpack en bovendien vinden we ze ook niet eens mooi, wat eigenlijk een veel belangrijker argument is.

Diarreegerecht: Smakelijk!Via een wandelroute door de bazaar, wat volgens de Lonely Planet heel mooi moet zijn, lopen we naar het “Top choice” restaurant uit onze reisgids. De wandelroute valt tegen, de reisgids is duidelijk wat gedateerd en het is eigenlijk allemaal vergane glorie. Maar het restaurant ziet er luxe uit, er lopen veel obers rond, maar er zijn nog maar weinig klanten. Zo’n 15 minuten later zit het helemaal vol met toergroepen en een paar locals. Je merkt wel wat een review in de Lonely Planet als beste restaurant in Esfahan voor effect heeft.

Stefan bestelt op aandringen van de ober een soepje en voordat hij deze op heeft, staat ook het typisch Iraanse hoofdgerecht voor ons op tafel: Tajcheen Fessenjan (Fesenjun), rijst met stukken kip in bruine derriesaus. Het ziet er erg onsmakelijk uit, maar deze walnootsaus met granaatappel als zoetstof, is erg voedzaam en smaakt echt prima. Bij het afrtekenen discussieert Stefan nog even met de ober en niet veel later ook met zijn chef, omdat er een fles miniraalwater op de rekening staat waar we niet om hebben gevraagd en die we bovendien niet hebben aangeraakt. Het verbaast hem dat we uberhaubt hebben kunnen ontcijferen wat er op de rekening staat en hij voelt zich een beetje betrapt. Erg handig dat we de cijfers hebben geleerd want dit komt nu goed van pas.

We lopen terug naar ons hotel, ploffen op onze bedjes in de veel te hete kamer en vallen na het kijken van een serie in slaap. Blijkbaar hadden we de slaap wel nodig, want we worden pas rond 09.00 uur wakker en schuiven vrij snel aan voor weer een standaard ontbijtje met brood en creamcheese. Daarna lopen we naar de (stads)bushalte voor een bus richting de vuurtempel buiten de stad.

Bij een kioskje proberen we erachter te komen hoe je hier kunt betalen voor de bus en na het overhandigen van 50.000 Rials (zo’n 1,5 euro), krijgen we één pasje (ala OV-chipkaart). Nu hebben we nog steeds geen idee hoe het werkt, maar na wat handen en voeten, begrijpen we dat we deze gewoon twee keer moeten bliepen bij het instappen en de bus die naar de vuurtempel gaat staat voor onze neus te wachten tot het tijd is om te vertrekken. Ideaal.

Berggeit StefanWe stappen na zo’n 20 minuten uit als we net buiten het centrum een grote heuvel passeren, dat zal het wel zijn, want die vuurtempel staat volgens de reisgids op een ‘sandy hill just outside of town’. We hebben goed gegokt. Na het kopen van een kaartje klimmen we omhoog via een soort van geitenpad, wat ons de makkelijkste route lijkt (bij het ontbreken van een trap). Eigenlijk wel leuk dat ze heel veel bezienswaardigheden in Iran gewoon (semi) origineel hebben gelaten zonder de typisch Amerikaanse moderne trappen en hekjes.

Vuurtempel!Deze vuurtempel was een heilige plaats voor de Zoroastrians, het oeroude geloof dat in de 7e eeuw na Christus werd verstoten toen de Islam zijn intrede deed in Iran. We hebben vanaf deze heuvel een mooi uitzicht over de stad, maar de vuurtempel is behalve erg oud, niet erg bijzonder. Na wat foto’s klimmen we weer voorzichtig naar beneden.

Als we in de bus terug stappen zijn we blij dat de OV-chipkaart nog steeds werkt. We zijn wel benieuwd hoeveel ritten er eigenlijk op staan, maar daar komen we vanzelf achter als hij het niet meer doet. We stappen uit bij een bordje Vank-Church, dat Stefan op de heenweg al had gespot, want dat is de volgende bestemming waar we heen willen. Het blijkt vanaf deze bushalte nog wel een flinke wandeling te zijn, maar het is wel lekker om weer even een stukje te lopen. Het is hier een graadje of 22 en het zonnetje breekt regelmatig door de wolken.

KerkNadat we duidelijk verkeerd zijn gelopen (foutje op de kaart in de reisgids), worden we door een Iraanse man weer de goede kant op gestuurd en komen we aan bij onze bestemming. We betalen de hoofdprijs om naar binnen te mogen van deze van buiten doodnormaal ogende kerk. Kerk van binnenGelukkig is de binnenkant erg mooi van deze Kelisa-ye Vank, een Armeense kerk uit ongeveer 1650. In die tijd werden zo’n 3000 Armeniërs naar Esfahan gehaald om de handel te bevorderen en ze waren vrij om hun eigen religie te belijden en dus deze cathedraal te bouwen. Elk hoekje en gaatje is beschilderd en vertelt een verhaal.

We lopen het museum in, waar vooral Renee erg snel op uitgekeken is. Er staan wel een paar interessante dingen (waaronder het kleinste gedrukte boek op aarde), maar op de een of andere manier worden we altijd een beetje duf van musea.

Gebak aan de waterkantHet is inmiddels lunchtijd, maar in Iran lijkt het wel of alle winkeltjes die eten verkopen tussen de middag juist gesloten zijn (misschien om zelf te gaan lunchen?) en ook nu weer vinden we geen eettentje of kraampje met iets anders dan chips of koekjes. We zijn nu in de buurt van de rivier en hebben bedacht om daar lekker op een bankje te picknicken en mensen te kijken. Uiteindelijk zijn we het zat om iets gezonds te zoeken en kopen we bij een Iraanse patisserie vier kleine gebakjes en zitten we alsnog lekker in het zonnetje mensen te kijken aan de waterkant.

Gave brugWe lopen van brug naar brug, waar een hoop Iraniërs elkaar ontmoeten, picknicken, gezellig kletsen en foto’s maken. Niet zo gek, want we begrijpen dat de rivier maanden droog heeft gestaan en nu sinds twee weken pas weer stroomt. Op de foto met de localsOok hier vinden de locals het leuk om ons aan te spreken en te begroeten en soms met ons op de foto te gaan, gevraagd of stiekem. Wij doen soms hetzelfde, dus we nemen het hun niet kwalijk.

Als we bij de laatste brug aankomen hebben we inmiddels flink wat kilometers gelopen en dus nemen we een taxi naar het ***** Abassi hotel, want dat zou heel mooi moeten zijn en je schijnt daar leuk te kunnen zitten om thee te drinken. De chauffeur stuurt met zijn oeroude auto en onofficiële taxi via allerlei smalle binnenweggetjes naar het hotel, een leuke ervaring op zichzelf. Maar aangekomen bij het hotel is het net te donker en te fris om leuk in de tuin te kunnen zitten. Daarom ploffen we even op de bank in de uberdeluxe lobby om te pauzeren en het toilet te gebruiken en lopen daarna de deur weer uit op zoek naar een betaalbaar diner.

We besluiten vandaag lekker makkelijk bij de fastfoodketen tegenover het dure restaurant van gisteren te gaan eten. Stefan heeft daar gisteren, onderweg naar het restaurant, al even bij de kebabrollen staan kwijlen, dus hij weet heel goed wat hij gaat bestellen en gezien de vrouwen hier in Iran minder te vertellen hebben, krijgt Renee hetzelfde.

Met wat wijsgebaren bestelt Stefan twee broodjes met kipkebab en twee cola en het smaakt echt super! Stefan wordt na het eten nog aangesproken door een man, die samen met zijn vrouw en zoon ook iets komt eten. We kunnen er niet veel van maken, maar met ons “point it” boekje hebben we veel lol. Hij vindt dit vertaalboekje vol met foto’s blijkbaar ook erg mooi, want stopt deze al bijna in zijn binnenzak met een vragende blik en bedankt ons voor het geschenk. Veel dingen kunnen we missen, maar deze willen we toch wel erg graag houden en dus schud Stefan heftig nee. Dat boekje komt waarschijnlijk nog goed van pas in Pakistan en India als gespreksstof in de bus of trein met locals.

Als toetje halen we nog een softijsje en lopen daarna met een omweg door een donker park terug naar ons hotel. Bij een mooi verlicht gebouw met een fontein stoppen we om een paar foto’s te maken en worden we in prima Engels aangesproken door een Iraanse man. Hij stelt ons een paar vragen en stimuleert zijn 8 jarige zoontje en vrouw om ook hun Engels met ons te oefenen.

Oude farsi leraresIn het hotel aangekomen internetten we nog een tijdje en kletsen we met een Roemeen die al een flink lange tijd door Iran reist. We delen onze ervaringen met elkaar en even later komt er ook een Iraans ouder stel uit Shiraz tegenover ons zitten. De vrouw spreekt Renee aan en na wat wederzijdse vragen, oa of wij Moslim zijn of Joods net als hun, geeft ze Renee een les Farsi. De Lonely Planet wordt erbij gepakt, waarin de Engelse woorden en zinnen staan met de Farsi omschrijving en oefenen maar! De letters zijn wel wat klein voor het oude vrouwtje, dus leent ze bij de receptie een vergrootglas. Erg leuk om zo samen te zitten en de taal te kunnen oefenen. Naast heel veel handige taalzinnetjes en het gehele alfabet, komen ook de uitspraken van de diverse cijfers aan bod. Superleuk en handig.

We hebben vandaag zo’n 16 km gewandeld en dat voelen we aan onze voeten. We zijn dan ook blij om even te zitten en te relaxen. Het is gelukkig, met de hele dag het raam open en de kachel zoveel als mogelijk dichtgedraaid, ook aardig afgekoeld op de kamer en we vallen allebei vrijwel direct in slaap.

De volgende ochtend kopen we, na het ontbijt, eerst wat drinken in een winkeltje en de eigenaar laat vol trots zijn foto’s met bekende voetballers zien. Hij kent ook Van Persie en de mooie duikgoal die hij heeft gmaakt tijdens het WK. En uiteraard komt ook ‘Van Nistelrooij’ ter sprake. Omdat de man er duidelijk van geniet om met toeristen te kunnen babbelen zetten wij onze eigen desinteresse wat betreft voetbal even aan de kant voor een leuk gesprek met de beste man.

Bus vol met chadorsWe stappen weer op een stadsbus om deze keer de andere kant van de stad op te gaan. Ons eerder gekochte pasje werkt nog steeds, super handig! En blijkbaar kost een busritje hier dus echt vrijwel niets. De bus is erg vol en dus staan we meteen midden tussen een grote groep vrouwen die uit Shiraz komen. Ze spreken Renee aan en willen van alles over ons weten. Waar we vandaag komen, hoe lang we in Iran zijn, welke plaatsen we gaan bezoeken, of we ook nog naar Shiraz gaan (yep, check!), of we getrouwd zijn, etc. Vervolgens wil Renee natuurlijk weten wie er van hun allemaal getrouwd zijn en er blijkt nog maar één dame single te zijn en dat roepen ze met de grootste glimlach heel hard door de bus. De vrijgezelle dame kijkt vervolgens de rest van de rit heel verlegen naar de vloer.

We stappen even later, net een halte te laat, uit de bus en lopen het stukje terug richting de Masjed-e Jameh complex (de Vrijdag-Moskee), met z’n 20.000 m2 de grootste moskee in Iran. Het is hier op donderdagmorgen heerlijk rustig en dus lopen we een tijdje rond van gebouw naar gebouw. Als we het idee hebben dat we het hele complex hebben gezien lopen we door de bazaar weer richting het plein waar we eerder al een kijkje hadden genomen. BazaarHet theehuis in de bazaar dat ons werd aangeraden kunnen we helaas niet vinden. We vinden wel een groen fluoriserend knipperbord, maar het theehuis zelf is in geen velden of wegen te bekennen.

Uiteindelijk kopen we op het plein een wortelsapje voor Renee en een soort bladerdeegflap met honing en noten voor ons allebei. Ze verkopen ook bakjes met een soort witte doorzichtige sliertjes, maar durven het niet aan om dit te proberen; het ziet er gewoon echt niet smakelijk uit. Ook de mierzoet ruikende maispap slaan we even over.

We steken dwars het plein over richting onze volgende bezienswaardigheid en precies op het midden spreekt een oude kerel ons aan. HosseinHij blijkt Hossein te heten, 84 jaar te zijn en ontzettend vriendelijk. Uiteindelijk hebben we ruim een uur met hem staan kletsen over zijn kinderen en kleinkinderen die gedeeltelijk in het buitenland wonen, zijn verwonding die hij heeft opgelopen tijdens de oorlog tussen Iran en Irak, hoe het werkt met verzekeringen in Iran, het geloof, onze ervaringen, etc. Super interessant! We nemen uiteindelijk afscheid van hem met een uitnodiging om vanavond, tegen een kleine vergoeding, met hem mee te gaan kijken naar de Iraanse nationale sport “Powerhouse”. Daar hadden we al wat over gelezen en we vinden het nu extra leuk om daar met een lokale begeleider naartoe te gaan.

Op het plein staat nog een moskee die het bezoeken waard zou zijn en dus betalen we wéér 100.000 Rials per persoon om naar binnen te mogen. Het begint een beetje te irriteren dat alles veel duurder is dan wat er in onze gids staat, dat die hoge prijs alleen voor non-locals geldt en dat alle bezienswaardigheden in deze stad bovendien exact hetzelfde papieren kaartje gebruiken. TapijtleggersDe moskee is wel weer erg mooi en groot.

Hossein vertelde ons nog dat de moskee morgen weer helemaal volstroomt met mensen voor het vrijdag-ochtend-gebed, dat was niet echt nieuws, immers is vrijdag voor moslims wat de zondag voor christenen is. Wat wel nieuws was is dat het voornamelijk mensen uit de omliggende dorpen zijn, die met gratis shuttlebussen naar de moskee heen en weer worden gereden, om de mensen die in de stad wonen de indruk te geven dat alle inwoners hier heel gelovig zijn, terwijl juist het tegenovergestelde waarheid is (volgens Hossein). In de moskee zijn daarom al diverse mannetjes er druk bezig om het binnenplein helemaal te bedekken met grote rollen tapijt. We ontmoeten hier ook een grote groep Nederlandse studenten, die samen drie weken georganiseerd rondreizen door Iran.

Terwijl we op een muurtje zitten en in ons boek kijken waar we nu heen willen, worden we regelmatig aangesproken door tappijtverkopers en balen we een beetje van deze stad. De bezienswaardigheden zijn mooi, maar je merkt hier wel echt aan de hotels, taxi’s en attracties dat het dé toeristenplek van het land is en ze daar ook gebruik van maken. Het lijkt bovendien te kloppen wat ze in Kashan zeggen over de mensen in Esfahan: ze zijn hebzuchtiger dan veel andere Iraniërs. We besluiten om moskee nummer 3 over te slaan want dat is weer 100.000 Rials en we hebben wel genoeg blauwe tegeltjes gezien voor één dag.

We kiezen voor een vroeg diner bij de pizzatent in een zijstraatje van het plein. De pizza’s die we krijgen lijken totaal niet op het plaatje en zijn reteduur, maar smaken goed. Vooral Stefan, die natuurlijk het meest het doelwit is voor de mannelijke (tapijt)verkopers is het inmiddels echt spuugzat en we lopen met een kleine omweg langs wat oninteressante en dure musea (in mooie gebouwen) terug naar het hotel voor een middagdutje.

Om 19.30 uur staan we op de afgesproken plek en stappen we met Hossein in een stadsbus. Na 5 minuten in de bus en nog een kort stukje met de benenwagen en dan zijn we bij de “sportschool”. De muren van dit gebouwtje zijn volledig bedekt met foto’s van bekende sporters en in het midden is een flinke ronde kuil (best omschreven als een leegstaand bubbelbad), met een soort groot uitgevallen sambaballen langs de kant in diverse gewichtsklassen.

Sambaballen! 26 kgHet is vandaag een rustige avond. De mensen hebben vanaf donderdagmiddag weekend en zijn dus morgen vrij. Nadat we een tijdje hebben zitten wachten, komen toch een aantal sporters opdagen en begint de zurkhaneh, wat letterlijk krachthuis betekent. Het is een soort mix van theater, sport, krachtpatserij, tradities en religie. Terwijl de leider van het huis gedichten voordraagt, liederen zingt en op zijn trommel slaat laten de mannen en jongens hun krachten en jongleerkunsten zien. Het duurt dan ook niet lang voordat de hele sportschool flink naar mannenzweet riekt. Deze sport, die alleen door mannen wordt beoefend, is al eeuwen oud en het is inderdaad superleuk om hier toeschouwer van te zijn.

KrachtmetingZo’n twee uur later lopen we weer richting de grote weg. Zoals besproken met Hossein hebben we binnen de leider een fooi betaald omdat we mochten komen kijken. Wel een beetje jammer dat Hossein, die we eerder echt als vriendelijke oude man zagen, zelf meer dan het dubbele van ons verlangt voor zijn tijd en introductie. Na een tijdje moeilijk doen, besluiten we hem toch maar te betalen want we hebben geen zin om er ruzie te maken. Het was een leuke avond, maar dus wel met een nare bijsmaak en op deze manier zeker de duurste ‘bezienswaardigheid’ van de toch al dure stad.

De volgende ochtend pakken we onze tassen weer en in en checken we na het ontbijt uit. De receptie belt voor ons naar het busstation om de bus naar Shiraz om 11.00 uur te boeken. We hebben dan nog 45 minuten om er te komen, dus een taxi nemen lijkt ons overbodig. De receptieman biedt aan om ons te helpen om een stadsbus te vinden die de goede kant op gaat. Maar het is natuurlijk vrijdag en de juiste stadsbus komt maar niet. Als we uiteindelijk wel op de goede bus stappen vinden we het bijna jammer om te zien dat onze chipkaart nog steeds genoeg saldo heeft om ook dit laatste ritje met een stadsbus voor ons allebei af te bliepen. Dan hebben we én teveel tegoed op onze kaart gezet én we zullen nooit weten hoeveel ritjes we nog meer hadden kunnen maken voor de 1,20 euro die we opgeladen hebben. Is er toch nog iets in Esfahan dat wel goedkoop is. 🙂

Als we net iets voor 11 uur eindelijk op het busstation aankomen koopt Renee snel iets te eten voor onderweg, terwijl Stefan de kaartjes gaat ophalen en afrekenen. We blijken echter net te laat te zijn en één van de twee gereserveerde plekken is al vergeven. De man achter de balie probeert nog om Stefan ervan te overtuigen dat hij ook best zonder zijn vrouw kan reizen, maar dat gaat echt niet gebeuren. Hij is flink geirriteerd dat Stefan zijn gereserveerde kaartje, dat nog wel beschikbaar is, weigert te betalen, maar daar heeft Stefan weinig boodschap aan. Dan had hij de gehele reservering maar vast moeten houden.

Door onze opsplitsing en wat onduidelijkheid bij Renee over waar Stefan de kaartjes ging halen, zijn we elkaar kwijtgeraakt. Na 10 minuten zoeken, bellen en rondlopen met de backpacks, hebben we elkaar gelukkig weer gevonden, best irritant! Die busstations zijn hier ook veeeeeel te groot!

Uiteindelijk kopen we bij een ander bedrijf twee kaartjes voor de VIP-bus van 11.30 uur, de achterste twee stoelen, met 7 uur buszitten in het vooruitzicht. We maken tijdens deze rit kennis met een irritant jengelend en hyperactief kind en proeven een soort pepernoten van onze buurman en geven hem in ruil een zakje Haribo dropjes die we van thuis hebben meegenomen. De pepernoten zijn erg lekker en dus besluiten we om de komende dagen in Shiraz ook maar eens uit te kijken naar een winkeltje waar ze deze dingen verkopen.

Eigenlijk alles is oud in Kashan.

De bus van Tehran naar Kashan is van het VIP-type dat wij al kennen van onze Zuid-Amerika reis. Er zitten 3 zeer brede stoelen op één rij en totaal zo’n 24 stoelen in de hele bus. De bussen hier lijken al wat ouder en zijn daarmee vergelijkbaar met degene in Bolivia, best prima! Er blijkt geen toilet aan boord, maar voor een ritje van 2,5 uur is dat ook niet direct een probleem.

Wachten in de busAls we vertrekken uit de terminal komt er een jongeman van achter uit de bus naar voren lopen en hij gaat naast Stefan zitten. Zijn naam is Mohssen en hij is onderweg naar Qom (ligt op de route) om een college MIS te geven op de universiteit daar. Dat doet hij elke week en de rest van de tijd werkt hij in een bedrijf dat import en export doet. Naast de raakvlakken op opleiding en zakelijk gebied krijgen we ook veel familiefoto’s te zien. Tegen de tijd dat hij uit moet stappen hebben we zijn contactgegevens en een uitnodiging om zijn familie te komen bezoeken op zak. We beloven dat we dat ook doen als we terug komen in Tehran.

In Kashan aangekomen maakt de chauffeur ons met wat handgebaren duidelijk dat wij eruit moeten, midden op een rotonde worden onze tassen op straat gezet en binnen een seconde staan er 5 taxichauffeurs om Stefan heen die allemaal willen weten waar we heen moeten. De vriendelijkste van het stel zegt dat hij het hostel (Eshan house) dat we hebben uitgekozen kent en vraagt een hele faire prijs voor de rit. Hij sleept de tas van Renee naar zijn auto. Dat blijkt geen officiële taxi te zijn, maar echt een probleem is dat meestal niet, in de reisgids stond ook al dat iedereen die een auto heeft in principe te huur is als privéchauffeur.

In de taxiBij het hostel aangekomen voelt Stefan al direct dat er iets niet klopt als de taxichauffeur als eerste uitstapt, weer de tas van Renee uit de auto pakt en voor ons uit een steegje in loopt. Of wij even zijn auto op slot willen doen als we uitstappen, hij wijst ons de weg. Het hostel waar hij naar binnenloopt is niet het hostel waar we heen wilden en door de tas te gijzelen, verplicht hij ons eigenlijk wel om hem te volgen.

We worden op de binnenplaats allervriendelijkst begroet door een jonge manager die vloeiend Engels spreekt. Hij weet onze irritatie enigzins te sussen en omdat we in Iran toch niet kunnen aanbetalen is het ook niet zo heel erg als je niet op komt dagen voor je geboekte overnachting. Dit hostel ziet er ook heel leuk uit, de locatie is ongeveer gelijkwaardig, en de kamers zijn bijna de helft goedkoper ($30 ipv $50). Ondanks de vervelende bijsmaak van de taxiscam besluiten we hier in ieder geval de eerste nacht te blijven.

We kletsen nog een uurtje met de manager, die Farshad blijkt te heten en maken een klein plannetje voor wat we begin van de avond in Kashan eigenlijk nog willen doen. We mogen de keuken hier gebruiken, dus we moeten in ieder geval wel even boodschappen doen, besluiten we. Daarom is de bazaar bezoeken de meest logische keuze.

Voordat we naar de bazaar gaan, willen we eerst nog even gaan kijken bij het hostel dat we eigenlijk uitgekozen hadden. Onderweg daarheen wordt Renee aangesproken door een kerel die ons welkom heet in Iran en graag wil helpen om ons naar de bestemming te leiden. Dit hebben we al vaker meegemaakt, maar deze kerel is een beetje vreemd en Stefan weet prima waar we heen moeten. Desondanks is hij erg volhardend en loopt met ons mee. Hij heeft zelf besloten dat de moskee iets voorbij het hostel een veel betere bestemming is, maar Stefan laat zich niet ompraten en slaat de bocht om richting het hostel. Daardoor loopt de man nu achter hem, naast Renee.

We hebben de drukke hoofdweg verlaten en het straatje wordt steeds smaller en rustiger. Zo rustig dat de man zich blijkbaar genoeg op z’n gemak voelt om Renee weer aan te spreken en plaatjes van blote vrouwen te laten zien. We zijn inmiddels bijna bij het hostel en Stefan is het zat, hij bedankt de lastpak en geeft hem een hand, bye bye eikel. Daarop wil de man Renee ook een hand geven, maar helaas blijft het daar niet bij. Hij grijpt haar stevig vast en wil om gedag te zeggen een stevige zoen op d’r mond geven. Ook als Renee weigert en duidelijk laat horen dat ze hier niet van gediend is en hem van zich afduwt, laat hij niet los. Hendri had ons al gewaarschuwd dat dit soort situaties zich soms voordoen in deze regio en Stefan twijfelt daarom ook geen moment om uit te halen naar de vent. Hij trekt net op tijd zijn hoofd weg en gaat er in vliegende galop vandoor. Welcome to Kashan!

Het Eshan hostel, dat een supergoede naam en een hele mooie website heeft, valt ons een beetje tegen. Ze hebben onze reservering niet ontvangen, dus er valt ook niks te annuleren, maar we mogen wel even rondkijken. De kamers zijn minder mooi als degene die we nu hebben en ook hier zijn weinig internationale gasten waar we eventueel reisplannen mee zouden kunnen uitwisselen. We zijn dus blij dat we besloten hebben om bij “de oplichter” te blijven slapen.

Theetje drinkenDaarna lopen we naar de bazaar, waar we bij een van de vele mini-winkeltjes pistachenootjes kopen en gaan op zoek naar de lokale lekkernij: Nargili (Kokosmacroontjes). Onderweg stoppen we voor een kop thee met zoetigheden bij een traditioneel badhuis, dat dé ontmoetingsplaats is voor jonge hippe Kashanies. Echt een leuke plek om even te relaxen.

In Iran wordt een zitplaats blijkbaar comfortabel geacht als je een stuk tapijt over een tegelvloer legt en het duurt dan ook maximaal een half uur voordat we allebei echt geen houding meer kunnen bedenken waarin zitten geen pijn doet. Tijd om verder te gaan. Terwijl Stefan staat af te rekenen krijgt Renee nog een beknopte historie van het badhuis van wat blijkt de eigenaar te zijn. Het is een echt familiebedrijf dat al generaties lang van vader op zoon over gaat.

Een vriendelijke verkoper, die ook weer verrassend goed Engels spreekt, vraagt of hij ons een tour kan geven door de bazaar. Door zijn handtastelijkheid zit vooral Stefan daar niet zo op te wachten, maar de vriendelijke homo (met bijbehorende uiterlijk) mag ons wel vertellen hoe we bij de Timche kunnen komen. Een overkapte binnenplaats die rijkelijk versiert zou moeten zijn. De timche is wel mooi, maar niet zo mooi als we verwacht hadden en bovendien zijn alle winkeltjes die hier rondom zouden moeten zitten aan het verhuizen of verbouwen, echt sfeervol is het er momenteel dus niet.

KoperrrrIn de bazaar verkochten ze letterlijk alles. Heel veel banketbakkertjes en notenwinkeltjes en winkeltjes gespecialiseerd in de gekste dingen: van sieraden tot onderbroeken en van hangslot tot koperen pan. Maar gek genoeg is er nergens een winkeltje te bekennen dat ingrediënten voor het avondeten verkoopt. We kopen daarom op de terugweg richting het hostel, bij een buurtsupertje, spaghetti, iets wat lijkt op pastasaus en twee flessen frisdrank. En bij de buurman, die een soort van groentewinkeltje heeft, komen daar nog een paprika, ui, wortel en granaatappel bij.

Als we de binnenplaats van het hostel opstappen worden we weer vriendelijk onthaalt door Farshad. Hij heeft thee gezet en we moeten de echte Iraanse thee komen proeven. Het spijt hem heel erg, maar de enige andere gast, een Chineze dame, ligt al te slapen, maar ter compensatie heeft hij wat vrienden uitgenodigd om met ons te komen kletsen. Renee kookt ons diner in de keuken en we delen onze maaltijd. De avond vullen we verder met kletsen over Iran, gewoontes, de Islam en delen we ervaringen. We besluiten na wat tips om voor morgen een tourtje te boeken.

Renee voor een vijverDe volgende ochtend zitten we om 08.00 uur aan het ontbijt. Het bekende Iraanse brood met keuze uit een gekookt eitje, creamcheese, jam, honing en thee. Rond 09.00 uur staat dezelfde taxichauffeur weer bij het hostel, hij is blijkbaar onze privéchauffeur van vandaag. We rijden eerst naar Bagh-e Fin (Fin Garden), een historische Persisch tuinencomplex met verschillende gebouwen, zo’n 12 km buiten de stad. Water in deze omgeving is schaars, maar in deze tuin stroomt het volop. Er is een natuurlijke bron waarbij de waterdruk zo hoog is, dat het water wordt rondgepompt via de kanalen en vijvers zonder een machanische pomp nodig te hebben, slim! We lopen van gebouw naar gebouw en betalen een paar dollar om het bijbehorende museum te bekijken. Een inimini gebouwtje gevuld met wat potten, kleedjes en andere oninteressante dingen.
Nootjes hakkenWe rijden een flink stuk en komen uiteindelijk aan bij het kleine dorpje Abuyaneh, gelegen aan de voet van de berg Karkas (3899m). We wandelen door de smalle straatjes, klimmen via (onofficiële) kleine paadjes omhoog en omlaag en kijken naar de voornamelijk oude mensen die hier rondlopen. Een paar oude vrouwtjes verkopen gedroogde appeltjes en kraken noten. Naast ons en een paar toeristen loopt er ook een filmcrew rond die er flink lang over doet om één van deze vrouwtjes op beeld vast te leggen. Waarschijnlijk hebben wij enorm meegeholpen met het verpesten van hun mooiste shot, door ons hardop af te vragen wat ze aan het doen zijn.

Zoek de verschillenStefan maakt nog een mooie val bij het omhoog klimmen en boven op de heuvel Mooi oud stelaangekomen, blijkt er behalve een prima uitzicht op de generoveerde daken, op de heuvel niets te zijn. Volgens ons kaartje, zou er beneden ook een “spring” (waterbron) moeten zijn, dus lopen we voorzichtig de heuvel af.

Beneden aangekomen, vinden we ook de toiletten: Wat was ook alweer het schrift voor mannen en vrouwen? Terwijl we dit aan het bespreken zijn, komt er net een vrouw naar buiten, heel handig! De volgende keer weten we dat de vrouw een soort j op het einde heeft en de man een uitstulping, check een piemel dus als ezelsbruggetje. Renee met de badkuipEven later vinden we ook de spring, ofwel de badkuip waar een stroompje water uit komt. Na wat zoeken en omlopen, vinden we uiteindelijk zelfs weer onze chauffeur terug.

We hadden in de Lonely Planet al gelezen dat er tussen Kashan en Abuyaneh een “Uranium Enrichment Facility” staat (degene waardoor Iran internationaal zo’n slechte naam heeft) en dat je daar vooral geen foto’s moet maken, ook niet vanuit de auto. Op de heenreis wees onze chauffeur de bordjes al aan en uiteraard hebben we ons netjes gehouden aan dit goede advies. Op de terugreis ging Renee bijna de fout in, met prachtig uitzicht op de mooie bergen. Ze deed het raampje al naar beneden en had de camera al gepakt toen Stefan ineens het gezicht chauffeur wit zag wegtrekken in de binnenspiegel en een uiteenspatting van Farsisch gebrabbel Stefan motiveerde om eens te kijken naar wat Renee eigenlijk aan het doen was. En vervolgens de camera uit Renee d’r handen te slaan. Maar goed dat ze nog niet op het fotoknopje had gedrukt. Ook hier staan de luchtafweergeschutten al bovenop de heuvels en foto’s daarvan vallen net zo goed onder spionage.

Terug in het hostel, vragen we of de eigenaar voor ons de ingrdiënten voor pannenkoeken in Farsi op wil schrijven, zodat we deze kunnen gaan kopen. Omdat hij er toch ook weer vandoor moet, loopt hij met ons mee naar de buurtsuper en kopen we meel, eieren, melk, boter, chocopasta, banaan en suiker. Op de terugweg, proberen we ook nog een Iraans brood te kopen, voor de late lunch. De bakker staat er echter op dat we deze zonder te betalen meenemen. Stefan vraagt nog 3x of hij het zeker weet, het zou zomaar ta’arof kunnen zijn, een beleefheidsvorm waarin Iraniers zeggen dat iets gratis is of je ergens voor uitnodigen, terwijl ze dat eigenlijk niet willen. Door het een paar keer te vragen, geef je ze de kans om weg te lopen of toch om geld te vragen, erg verwarrend!

Samen etenIn het hostel eten we het brood met de gekochte chocopasta en ploffen daarna op bed voor een paar uurtjes siesta. Als we opstaan, is het tijd voor het avondeten. Terwijl Stefan de pannenkoeken bakt, kletst Renee verder met de manager en de vrienden die weer zijn gearriveerd om te helpen met het decoreren van de binnenplaats. Tijdens het bakken krijgen we ook een bord voorgeschoteld met typische Iraanse soep. Het heeft iets weg van linzensoep, maar dan met de structuur van erwtensoep, we vinden het allebei niet lekker. Gelukkig zit de keuken op de kelderverdieping en is verder iedereen weer naar boven gegaan, zodat wij schaamteloos de soep weg kunnen moffelen.

Daarna begint het proeven van de pannenkoeken. Ze kennen de pannenkoeken hier niet en nadat ze eerst hebben gekeken hoe wij het doen, met alleen de suiker of met de chocopasta en banaan, dan oprollen en eten, durven zij het ook aan. Het is een groot succes en we geven Farshad uitleg hoe het een volgende keer zelf te maken. We zijn benieuwd of hij ons advies om dit voor ontbijt aan te bieden op gaat volgen. Goede reviews over de kamers en het ontbijt zouden ons zeker motiveren om naar een hostel te gaan.

‘s Avonds gaat Renee nog op pad om nieuw drinken te kopen. Bij het winkeltje waar we eerder de ingredienten voor de pannenkoeken hebben gekocht, vindt ze geen light-frisdrank, dus dan maar op zoek naar een ander winkeltje. Het voelt helemaal niet onveilig zo op straat als vrouw alleen. Het is wel wat apart als ze even later een winkeltje instapt dat helemaal volgestouwd is met uitsluitend mannen, zo’n 8 stuks. Omdat het helemaal raar is om weer om te keren, wurmt ze zich naar de kassa om de (inmiddels) lege fles light frisdrank te laten zien die we eerder in het centrum hebben gekocht. Helaas weer geen succes, dan maar terug naar het eerste winkeltje omdat ze daar ook Sprite verkopen. Met twee flessen (zware) frisdrank, een fles water en een leuke ervaring rijker, is Renee even later weer terug in het hostel.

Mooi optrekjeMooie kleurtjesOp onze laatste volle dag in Kashan doen we het ‘s ochtends rustig aan. We ontbijten en lopen daarna rustig naar de historische huizen in het centrum. We lopen precies tegelijk binnen met twee Duitsers, vader en zoon, die besluiten bij ons aan te haken omdat wij een speciale behandeling gaan krijgen.

De eigenaar van ons hostel werkt ook als een soort kaartverkoper in het grootste huis en geeft ons een kort tourtje met wat uitleg over wat we hier en in de andere twee gebouwen waar we nog heen gaan kunnen zien. Dit eerste huis, de Khan-e Tabatabei, is gebouwd rond 1880 en is inderdaad mooi om te zien. We krijgen zelfs de sleutel mee om het dak op te gaan, vanwaar we een mooi uitzicht hebben over het stadje.

Stoer hoorDaarna gaan we naar het kleinere traditionele huis Khan-e Boroujerdi. Het verhaal gaat dat een rijke tappijtverkoper dit huis heeft laten bouwen in 18 jaar tijd, op aandringen van de eigenaar van het eerste huis. De motivatie hiervoor is omdat de tapijtverkoper met zijn dochter wil trouwen en hij dit alleen kon toestaan als zij in tenminste net zo’n mooi huis zou komen te wonen. Hier gaan we ook op de foto met twee jongens uit Tjajikistan die we eerder al in de Fin Garden hadden ontmoet.

Weer zo'n mooie relaxplekDe derde stop is bij de hammam, het badhuis. Daar worden we met z’n vieren welkom geheten in het Nederlands en Duits, het klinkt echt super goed. De man laat ons daarna zijn schriftje zien, waarin hij de Nederlandse en Duitse zinnen heeft staan, met daarboven in Farsi hoe hij het uit moet spreken en waar hij de klemtoon moet leggen. Verder is het badhuis net als de andere twee historische gebouwen mooi om te zien vooral het dak is erg bijzonder. Gaudi-dak

In de middag lopen we terug naar het hostel. Daar bakken we nog snel met ons laatste beslag een paar pannenkoeken voor de lunch. Terwijl we onze spullen aan het pakken zijn voor een middagtour, arriveert onze chauffeur met twee gasten vanaf de busstop. Renee is al klaar en besluit het stel, dat ook uit Nederland blijkt te komen, gedag te zeggen. Rob en Rianne zijn net als wij door de chauffeur naar dit hostel ipv het Ehsan hostel gebracht en voelen zich flink belazerd. Renee legt uit dat wij hetzelfde hadden, maar nu wel blij zijn met de keuze, zeker nadat we ook het andere hostel hadden bekeken. Na wat geklets en het bekijken van de kamer besluiten zijn om in ieder geval één nacht te blijven.

Stefan met zijn watervalWij vertrekken daarna met de taxi naar Niasar, een bergdorpje in de omgeving. Daar aangekomen, maken we eerst een paar foto’s van het uitzicht en lopen daarna via een stel trappen naar beneden om bij de favoriete bezienswaardigheid van Stefan uit te komen: Een waterval. We kijken een beetje rond, maken foto’s en snoepen wat pistachenootjes terwijl we op de chauffeur wachten. Hij heeft namelijk in gebrekkig Engels aangegeven dat we naar beneden moesten gaan en dat hij na een toiletstop ook zou komen.

Inmiddels wachten we al een tijdje en beginnen ons af te vragen of we nog verder naar beneden moeten, of dat hij inderdaad met de auto naar beneden komt rijden (er staan er verderop meer taxi’s) of dat hij toch wat anders bedoelde. Uiteindelijk komt hij ook via de trappen naar beneden en moeten we samen weer de klim omhoog maken. Jammer, we hadden eigelijk gehoopt dat hij ons met de auto op zou pikken.

Beetje donker hierDe volgende stop is de underground city Nushabad, een eeuwenoud verdedigingswerk tegen de Mongolen dat tot 1930 in gebruik is gebleven als schuilkelder. We betalen hier flink wat entree voor, 150.000 Rials per persoon (zo’n 4 euro) en het valt eigenlijk een beetje tegen. Zeker als je net als wij al in de tunnels in Vietnam bent geweest, stelt dit erg weinig voor. We zijn dan ook blij als we weer verder gaan en even later midden in het stadje voor een oud modderstenen paleis staan. Er is niet heel veel meer van over, maar wel leuk om je voor te stellen hoe dit gigantische paleis er vroeger uit heeft gezien.

De laatste stop van ons tourtje is de Blue Shrine, een heilige plek met iets wat wij inmiddels een kussendoos noemen. We lopen samen met onze chauffeur de binnenplaats op en hij maakt een aantal foto’s van ons met de verlichte gebouwen op de achtergrond. Hij wordt vervolgens toegesproken in Farsi omdat Renee gelijk bij de ingang al een chador, een lange lap die over hoofd, armen en billen gaat, had moeten pakken. Dus we lopen even terug en Renee dekt zich weer netjes af, waarbij het altijd een uitdaging is om de eigen hoofddoek niet te verliezen door het gewicht van de chador. Ook de vrouwen die op straat net als Renee alleen een hoofddoek en manteau (billenbedekker) dragen, doen dit als ze een moskee in gaan en/of gaan bidden.

Een hoop spiegeltjesWe doen netjes onze schoenen uit en Stefan loopt met de chauffeur mee, via de manneningang. Renee moet apart via de vrouweningang. Gelijk bij binnenkomst staat de kussendoos, een glimmende metalen kooi waar relikwiën van een profeet of in dit geval familie daarvan in ligt, samen met een hele hoop briefgeld. De ene helft staat in het mannendeel en de andere in het vrouwendeel. De moslims lopen daar allemaal naar toe om de kooi aan de raken en te kussen. Wij blijven allebei op gepaste afstand toekijken want het voelt nogal hypocriet om er uitgebreid bij te gaan staan, in de weg voor de andere mensen.

Stefan maakt een aantal foto’s, wat gewoon is toegestaan en Renee loopt een beetje rond, kijkend naar de spiegeltjes aan de wand en het plafond. De vrouwen vinden het duidelijk interessant Renee hier te zien en knikken haar vriendelijk toe. Een vrouw uit Irak spreekt haar ook nog aan en wijst naast haar te komen zitten. Ze kletsen een tijdje met handen en voeten en gebrekkig Engels over waar Renee vandaan komt, hoe lang ze in Iran is, dat ze wijzend op de ring een “husband” heeft en dat de dame zelf twee jaar getrouwd is. Daarna is het weer tijd om naar buiten te gaan en wordt het hele verhaal duidelijk verder verteld aan de andere dames die nieuwsgierig eromheen waren komen zitten en staan.

De moskee was zeer de moeite waard, zeker aan de mannenkant. Nadat Renee de foto’s van Stefan had bekeken, kwamen we namelijk tot de conclusie dat de mannenkant wel iets mooier versierd was. Weer op de binnenplaats, vraagt de chauffeur of we thee willen, gratis. Wij zeggen deze keer nee, want anders moeten we zo weer naar de toilet. Maar hij doet alsof hij ons niet snapt, waarschijnlijk ook omdat hij zelf zin heeft in thee en even later krijgen we thee in onze handen gedrukt. Nou, vooruit dan! Samen met de dadels is het best lekker om even te zitten en om ons heen te kijken.

Het is inmiddels donker en dus rijden we terug naar het hostel. De chauffeur wil ons een diner bij een restaurant aansmeren, maar wij gaan liever terug naar het hostel, hij heeft wel genoeg commissie aan ons verdient. In het hostel vraagt Farshad of we mee willen eten met Rob en Rianne, aangezien ze in het hostel een traditioneel Iraans gerecht gaan maken. Na wat uitleg over wat het is, zeggen we ja. Terwijl Farshad en de inmiddels bekende dame die eerdere dagen ook al in het hostel was om mee te helpen met de decoraties, met het gerecht aan de slag gaan, kletsen wij gezellig met Rob en Rianne. Zij zijn al een flink lange tijd onderweg en heb oa al Rusland, Mongolie, Cambodja en Thailand bezocht. We wisselen de adressen van onze weblogs uit en delen ervaringen. Leuk om andere reizigers tegen te komen, alleen wel jammer dat het ook gelijk Nederlanders zijn.

traditioneel auberginegerechtNadat de tafel (een harde bank met een tapijt erover en semiharde rugkussens) is gedekt, krijgen we in kleermakerszit ons eten opgediend, een bord met Auberginesmurrie. Ze snijden deze in stukken, bakken het met een hoop kruiden, zeven het vet eruit, voegen olie en yoghurt toe et voila. Ze lijken het vet-zeven vergeten te zijn, maar verder smaakt het wel erg goed in combinatie met het brood. We krijgen er nog een alcoholvrij citroen en perzikbiertje bij en de maaltijd is compleet. Natuurlijk moet dit alles ook vastgelegd worden op onze eigen cameras en die van Farshad voor op de website van dit nieuwe hostel. Na weer een gezellig avond, duiken we rond 23.30 uur ons bed in. Na diverse gesprekken met Farshad en zijn baas hebben we besloten om morgen naar Esfahan te gaan.

Eerste kennismaking met Iran: Tehran

De bus is zonder schade en met de gehele inhoud weer in ons kikkerlandje aangekomen en we hebben de belangrijkste spullen uitgeladen. Nu laten we het aan de Mercedes dealer om te proberen de bus te fixen, terwijl wij onze reis met het vliegtuig, bus, taxi, trein, etc voortzetten.

Klaar voor een nieuw vertekDe hoeveelheid bagage is terug gebracht naar een backpack van 13,5 kg per persoon, wat overigens nog best lastig is met de verschillende temperaturen die we tegen gaan komen in het vooruitzicht. Om 12.30 uur staan we op Schiphol voor onze eerste vlucht naar Istanbul. Ondanks dat we bij het boeken van de Pegasus-vlucht niet hebben bijbetaald voor extra beenruimte of überhaupt plaatskeuze worden we in het vliegtuig blij verrast met nooduitgangplaatsen en een vrije stoel naast ons. Bij de overstap in Istanbul moeten we 5 uur wachten op onze volgende vlucht naar Teheran in Iran. We doden deze tijd bij één van de weinige restaurantjes, met een matig diner voor een astronomisch bedrag, maar het levert wel een uurtje gratis internet op.Onze flying Pegasus

Voor we het weten is het 23.35 uur en vertrekt de volgende vlucht. We twijfelen nog even of we bij de juiste gate zitten, want er staan verder geen bordjes en de monitoren zijn uit. Er zitten bovendien vrij weinig mensen te wachten terwijl we al bijna zouden moeten gaan boarden. We kunnen maar twee vrouwen met hoofddoek ontdekken, terwijl dit in Iran verplicht is. Stefan loopt nog een stuk terug richting de terminal om nog eens de schermen te checken, maar we zitten echt bij de juiste gate. De dames zullen wel blij zijn dat die hoofddoek nu eindelijk even niet op hoeft.

Ook nu is het vliegtuig weer bijna leeg. Het lukt Renee om 2 uurtjes te slapen, terwijl Stefan een film kijkt op de tablet. Om 04.00 uur, met 2,5 uur tijdsverschil t.o.v. Nederland, landen we in Iran. We hebben tijdens de landing prachtig uitzicht over een volledig verlicht Tehran, maar Renee is pas echt wakker te krijgen als het vliegtuig met een stevige klap op het asfalt staat. Goedemorgen en gefeliciteerd Renee met je 30e verjaardag!

Renee vroeg zich al af wanneer eigenlijk de hoofddoek op moest, dat is immers een wet in Iran, op straffe van 60 stokslagen en deportatie. De keuzes zijn legio: bij het landen, uitstappen, voor de paspoortcontrole, als je het vliegveld verlaat, etc. Het antwoord blijkt simpel: de andere vrouwen doen dat gewoon meteen als je het vliegtuig uitstapt. Dus frutsel de frutsel en hij zit, soort van, dat wordt de komende dagen vanzelf beter en makkelijker.

Tijdens de wandeling naar de paspoortcontrole stemmen we ons verhaal nog even af. Want met welke waarheid gaan we de vragen die we gaan krijgen beantwoorden? We hebben de informatie uit de visumaanvraag, van toen we nog overland zouden reizen, of vertellen we dat we nog helemaal geen idee hebben waar we heen gaan en ook nog geen vlucht hebben geboekt om het land te verlaten? We kiezen voor het eerste. Terwijl we in de rij staan, oefenen we nog maar een keer de arabische getallen, wat helemaal niet zo moeilijk is als het lijkt! Bijv: De 1 is één streepje, de 2 een soort omgekeerde 7, de 3 net als de 2 maar dan een extra golfje, de 4 een omgekeerde 3, etc. En bij de tientallen het cijfer en een punt erachter. Uiteindelijk komen we na wat moeilijke blikken van de beambte, zonder problemen, vragen of wat dan ook allebei het land binnen.

Multimiljonair! Van een vrij waardeloze munteenheid helaas.Op het vliegveld worden we vrij snel multimiljonairs door 315 van onze meegebrachte Dollars om te ruilen voor 10.020.000 Rials en/of 1.002.000 Tomans. We hadden al gelezen dat dit briefgeld verwarrend kan werken: dat is het ook! Zo heb je bijvoorbeeld 400.000 Rials (ongeveer 10 euro), dat zijn 40.000 Tomans. Tot zover snappen we het wel. Alleen als je wat wilt kopen, zeggen ze 40 of 4000 en dan moeten wij maar weten of ze 4000, 40.000 of 400.000 bedoelen. Het is immers belachelijk om 10x teveel of te weinig af te rekenen. Maar ja, wij hebben geen idee of ze bij een vliegveld in een arm land € 0,25 of € 2,50 willen hebben voor een flesje frisdrank. 🙂

Na lang twijfelen over de bus of een taxi kiezen we toch maar voor veilig en nemen een taxi naar het hotel dat we in gedachten hebben. Na wat handen en voetenwerk, wordt ons uiteindelijk duidelijk dat hij met 65 bedoeld dat hij 650.000 Rials wil hebben voor het ritje. Dat hij daarvoor 65.000 intikt op zijn telefoon maakt het niet makkelijker. Volgens onze reisgids zou het veel meer moeten kosten om de ruim 40 km per taxi ‘dar baste’ af te leggen en we zijn doodmoe, dus Stefan doet niet de moeite om erover te onderhandelen. We hopen dat we inderdaad terecht kunnen bij hotel Firouzeh want om 05:00 ‘s morgens inchecken is niet overal even makkelijk. Van tevoren boeken en/of betalen was niet mogelijk, omdat Iran met alle boycots door hun Nucleaire programma volledig is afgesloten van de rest van de wereld als het gaat om internationale betalingen, dus we zien wel hoe het daar loopt.

Aankomst bij ons hotelHet begint net een beetje licht te worden als we aankomen bij het hotel en het receptiemannetje haalt de voordeur van het slot als hij ziet dat we naar een bel zoeken. We zijn blij als we even later in een hotelbed kunnen neerploffen om nog een paar uutjes slaap mee te pikken. We zetten om 11.00 uur de wekker en ontbijten met onze meegebrachte peperkoek terwijl we bekijken wat vandaag de planning gaat worden. De receptie wijst ons er nog op dat het vandaag vrijdag is (de Islamitische zondag) en dat dus vrijwel alles is gesloten in de stad.

We kiezen voor het Golestan Paleis als eerste bestemming en krijgen nog een klein kaartje mee van de receptie. We lopen vele kilometers, maar kunnen het niet vinden. Onderweg worden we meerdere keren heel vriendelijk welkom geheten in Iran en veel mensen zeggen gewoon even hallo tegen ons. We voelen ons ook echt welkom hier, wat een fijne en ongedwongen sfeer!

LunchWe kopen onderweg een paar kleine lekkernijen en een drankje bij de bakker en zijn vervolgens lekker mensen aan het kijken op een pleintje. Als we even later, duidelijk in de verkeerde straat, in de Lonely Planet aan het kijken zijn, schieten een Iraanse man, vrouw en zoon van zo’n 10 jaar oud ons te hulp. We wijzen waar we naar toe moeten en het blijkt dat we inmiddels zo’n 1,5 km van het paleis verwijderd zijn en er de hele tijd rondjes omheen hebben gelopen, het is blijkbaar kleiner dan we dachten! Ze proberen om hun zoon zover te krijgen om zijn Engels met ons te oefenen, maar hij is iets te verlegen en dus doen we het met handen, voeten en de paar Engelse woorden die de vader spreekt. Dank je wel (Mo te sha ké ram)!

Spiegeltje spiegeltje aan de wand, wie is hier het knapste in het land?Als we bij de ingang aankomen, snappen we dat we het eerder niet hebben gevonden. Het paleiscomplex is (bijna) alleen maar laagbouw en wordt omringt door allerlei hoge gebouwen, om het af te maken ligt de ingang van het complex achterin een parkje. Het valt daardoor totaal niet op. We spieken even om de hoek van het ticket office om te zien of we het waard vinden om het hoge bedrag te betalen om ook echt alle gebouwen van binnen te bekijken.

PaleisjeOnze conclusie is nee, alleen van de buitenkant lijkt ons prima, maar we zijn dan al de kassa en het controlemannetje voorbij, oeps! We lopen een rondje over de grote binnenplaats met rijkelijk versierde gebouwen. Onderweg kletsen we nog een beetje met de Iraanse bevolking. Er zijn hier weinig toeristen te vinden en ze vinden het duidelijk leuk dat we in hun land zijn, willen weten waar we vandaan komen en bieden aan om een foto van ons te maken en dat allemaal op een hele relaxe, niet opdringerige manier.

Na het paleis gaan we richting het metrostation. We hebben de tip gekregen om naar Darband te gaan, een wijk in het noorden van Teheran, tegen de bergen aan gebouwd. We hebben weer een verwarrend Rials/Toman moment bij het betalen van de tickets (twee euro leek Stefan een stuk redelijker dan 20 eurocent voor twee kaartjes), maar kunnen zonder problemen de juiste metro vinden. We letten nog even op waar we instappen, want de eerste en laatste coupé zijn voor alleen vrouwen. Renee mag ook gewoon in de andere coupés instappen, maar Stefan niet bij de vrouwen, dus dan is de keuze makkelijk. Er wordt zelfs opgestaan voor Renee, zodat ze kan zitten. Ze vraagt zich op dat moment wel af of zij óók kunnen zien dat ze een jaartje ouder is geworden, maar even later blijkt dat het heel normaal is om voor voor vrouwen én oudere mannen je zitplek af te staan.

Wazig gebeurenAls we zo’n 20 minuten later uitstappen, belanden we midden in de drukte. Het wordt inmiddels donker en we lopen met de menigste mee langs de verschillende eettentjes en winkeltjes en ook een stukje overdekte bazaar. We zien regelmatig mensen door een groot gordijn naar binnen en buiten lopen en het “gezang” komt ons tegemoet. We besluiten om voorzichtig door het gordijn te spieken en als we zien dat er zowel mannen als vrouwen lopen, met hun schoenen aan, lopen we verder. We vragen ons wel af waar we in beland zijn. Er is een soort podium waar een gesluierde zangeres een soort klaagzang lijkt te houden, omringt met een grote groep mensen, de ene serieus kijkend, de ander met flinke tranen. We hebben geen idee wat ze zegt en wat dit precies is en bovendien voelen we ons een beetje ongemakkelijk hier. We lopen dus weer een stukje terug en daarna de bazaar uit.

Renee in tafelkleed-tentRenee wordt tegengehouden door een gebarende man met plumeau, huh wat wil hij? Hij wijst naar een gebouwtje en dat ze zich moet bedekken. Snelle controle: haar hoofddoek zit goed, dus dat kan het niet zijn. Na een vragende blik, wijst hij op een vrouw die nog meer is bedekt en dat Renee dit ook moet. Blijkbaar is deze plek, buiten de moskee ook heilig en even later krijgt ze een grote “leendoek” in haar handen gedrukt. Dan volgt het eerste hoofddoekje incident. In de poging op de gigantische doek over haar hoofd en hele lichaam te drapperen, glijdt haar eigen hoofddoek af. Dus Stefan en een hoop andere mensen schieten te hulp met uitleg en handen hoe dit ding te dragen en daarna mogen we verder lopen richting de moskee.

MoskeeWe kijken een beetje af hoe de andere mensen hier rondlopen, worden getrakteerd op toffees door een Iraanse vrouw en gaan op de foto met de moskee. Naar binnen gaan we deze keer niet. We gaan nog een hele hoop moskeën tegenkomen en krijgen inmiddels een beetje trek. We besluiten om een Iraanse proeverij te houden, want we zijn wel nieuwsgierig geworden naar een hoop dingen die we de mensen om ons heen zien eten. De eerste stop is bij een tentje met een soort appelflappen. Appelflap met geen-appelflapZo zien ze eruit, maar het blijken samboseh’s te zijn, gevuld met aardappel, ui, soya, vlees en kruiden. De ketchup wordt ongevraagd meegeleverd en past er inderdaad prima bij. Lekker!

Geen idee hoe de tweede lekkernij heet, we konden het bordje niet lezen 😉 Het blijken een soort gesuikerde oliebollen te zijn, smaakt ook goed! Subway footlong FalafelDe derde en laatste stop is bij een soort Iraanse Subway. Alleen moet je hier zelf je broodje vullen. We kiezen voor falafel met wat groente, salade en een speciaal sausje van de kok. Tegen de tijd dat we terug bij de metrohalte zitten we aardig vol. Het is inmiddels helemaal donker en we moeten nog een stukje terug. Tijdens de terugreis heeft Stefan nog een leuk gesprek met een gebedsleider uit de lokale moskee, dat voortkomt uit het feit dat Stefan hem hielp om met zijn OV-chipkaart daar het metropoortje te komen.

We zetten de wekker om 09.00u zodat we in ieder geval op tijd zijn voor het ontbijt, maar dat blijkt door ons slaapje van gistermorgen niet nodig en we zijn ruim voor de wekker wakker. Na een ontbijtje met een verrassend lekker stuk brood lopen we met onze backpacks weer richting de metro, om naar het busstation te gaan. We hebben namelijk het gevoel dat we alles wel gezien hebben dat Tehran ons te bieden heeft en willen doorreizen naar Kashan.

In de metro besluiten we voor de 5 stops te blijven staan, omdat het meer gedoe is om de bepakking af en op te doen, maar daardoor blijft Renee wel bezig met het afslaan van zitplaatsen die haar steeds opnieuw worden aangeboden in de mannencoupé. Op de Terminal-halte aangekomen raakt Stefan op de roltrap in gesprek met een jongen uit Iran, de zoveelste die ons gewoon even oprecht welkom wil heten in zijn land. We kopen nog even snel twee flesjes drinken voor in de bus en lopen daarna door de hoofduitgang naar buiten, om vervolgens met een ‘ik ben verdwaald blik’ om ons heen te staren. Er is hier een hoop te zien, maar niets dat lijkt op het grootste busstation van het land.

Gelukkig blijkt dat de jongen van de roltrap ons interessant genoeg vond om ons te volgen en hij spreekt Stefan weer aan om te vragen of we niet naar de bussen wilden? Na een ferme ‘jazeker’ loopt hij helemaal met ons mee. Eerst terug naar binnen, daarna een trap af, een lange tunnel door, weer een roltrap omhoog en een grote parkeerplaats over. Al die tijd negeert hij Renee volkomen en loopt hij zo ongeveer met zijn schouder onder de oksel van Stefan te duwen.

Busje komt zoOp het parkeerterrein regelt hij met een buschauffeur die naar Kashan gaat dat we alvast de tassen in de bus mogen gooien en dat Stefan zijn vrouw, die ook als bagage telt, alvast bij de bus mag achterlaten terwijl hij mee loopt om de tickets te gaan kopen. Bij het ticket office voor de deur staat echter een bus die 10 minuten eerder naar Kashan vertrekt, dus hij biedt 10x zijn excuses aan (nergens voor nodig natuurlijk) en loopt weer, met Stefan in zijn kielzog, terug naar de parkeerplaats om de bagage en de vrouw op te halen. Maar de bus is verdwenen, met de bagage en de vrouw.

Na een kleine 5 minuten zoeken tussen alle geparkeerde bussen besluit Stefan dat het mooi is geweest en hij
belt Renee op haar mobiel waar ze uithangt. Dit telefoontje, via Nederland, kost waarschijnlijk 10x meer als de hele busreis voor twee personen zou gaan kosten, maar om elkaar nou op de tweede dag in Iran al kwijt te raken én erger nog, zonder zijn bagage verder te moeten, is natuurlijk ondenkbaar voor Stefan. De bus is terwijl Stefan terug liep naar de parkeerplaats via een omweg naar de terminal gereden en staat nu doodleuk naast de bus die nu letterlijk op ons staat te wachten.

Onze hulpvaardige vriend biedt nog 10x zijn excuses aan en wil graag de tickets voor ons betalen, maar daar gaan we natuurlijk niet in mee. Stefan besluit dat hij geen zin heeft om voor 10 minuten wachttijd weer de de tassen en de vrouw naar de andere bus te verplaatsen en koopt twee VIPtickets voor Kashan met de bus waarin Renee al zenuwachtig met haar armen zit te zwaaien. Na een vriendelijk afscheid van de jongen, die waarschijnlijk twee volle colleges gaat missen op zijn school door zijn hulpvaardigheid, stapt ook Stefan in de bus en de reis naar Kashan kan beginnen!

Zon, zee, strand, duiken en oude smuk: Egypte

Het is even stil geweest op onze blog. Na het schrijven van deze blog zijn we namelijk vrijwel direct naar Iran vertrokken, waar journalisme bedrijven op een toeristenvisum zomaar een paar jaar extra vakantie in een heel erg crappy hotel kan opleveren. Daarom hebben we besloten om de stukjes wel te schrijven, maar gewoon nog niet te publiceren tot we probleemloos het land weer uit zouden zijn gekomen. Echt probleemloos was het verlaten van Iran helaas niet, maar dat lezen jullie over een tijdje dan vanzelf hier op de blog. We hebben eerst nog 5 weken ‘backlog’ om te posten voor jullie! En we beginnen met onze last minute naar Hurghada, Egypte. 

Zoals jullie in onze vorige blog hadden gezien moesten we twee weken overbruggen voordat we onze bus weer in Nederland konden verwelkomen. Hmm, wat te doen met die tijd? De keuze was niet zo moeilijk: Goedkope lastminute naar Egypte natuurlijk!

Op donderdag 30 oktober stappen we met onze rugzakken, inclusief de Lonely Planets van o.a. Iran en India als leesvoer, vanaf een koud en druilerig Schiphol het vliegtuig in naar Hurghada. De afgelopen jaren zijn we hier al heel veel vaker zijn geweest, want de Rode zee is super om te duiken! Na een pittige landing bij de tussenstop, waarbij zelfs een koffiekan van achter uit de keuken, door het gangpad voorbij komt vliegen, staan we zo’n 5,5 uur later in de Egyptische hitte. Heeeerlijk!

PapaWe hebben deze keer voor het Three Corners Triton Empire hotel gekozen, logies en ontbijt. Voor zo’n 150 euro meer heb je all inclusive, maar wij hebben al gemerkt dat het eten toch niet lekker is in dit hotel. Bovendien zijn we van plan om ook een hoop dagen buiten het hotel te vertoeven. Renee raakt toch altijd aan de ‘race’ in zo’n land, dus maakt het vast geen verschil om lokale eettentjes te proberen.

Stefan at the beachHet grappige/droevige met het eten in Egyptische All inclusive hotels is, dat ze alles overduidelijk zo goedkoop mogelijk willen houden en duidelijk alleen de fotootjes van de recepten hebben bekeken. Het bruine brood ziet er bijvoorbeeld superlekker uit, maar in plaats van te vragen hoe je dit precies maakt, geven ze het brood gewoon een bruin kleurtje door er cacaopoeder en andere bruine kruiden in te stoppen. Hetzelfde geldt voor een overheerlijk ogende chocoladetaart. Deze smaakt echter niet naar chocolade, maar naar een soort kokoscake. Hmm raar! Niet supervies, maar ook niet echt lekker. En met al die palmen in de omgeving is het geen verrassing dat de meeste cakejes en toetjes voornamelijk naar cocos smaken.

Strandhanger ReneeDe eerste paar dagen doen we nog rustig aan, want de boot van “onze” duikschool Scuba Hurghada is vol. We doen een poging om uit te slapen, wandelen door het stadje en ploffen met een boek en telefoon vol serie-afleveringen op een ligbedje aan de zee. De zee is ruig en het waait flink, want er is nu een omslagpunt naar de Egyptische winter (wat altijd gepaard gaat met een paar dagen flinke wind). Voor op het strand is dit juist wel lekker, want met zo’n “briesje” is de 33 graden een stuk beter uit te houden.

Zondag is onze eerste duikdag. We lopen naar de duikschool, nog geen 50 meter van het hotel en vertrekken, na het uitzoeken van een wetsuit, om 08.00 uur met een busje naar de haven. De eerste duik is een diepe duik naar het wrak ‘El Mina’. Deze Egyptische mijnenveger is in de jaren 60 door een Israelisch gevechtsvliegtuig tot zinken gebracht en ligt op 25-30 meter diepte. Renee kiest ervoor om deze duik over te slaan, want ze heeft dit al een keer gezien en wil liever beginnen met een wat minder diepe duik. Dus Stefan buddied met Ron, een Nederlander die we tijdens een eerdere duikvakantie in Egypte al hadden leren kennen en nu ook weer hier is.

Wetsuit aan en gaan!De volgende duik is vrij snel hierna, bij Fanous en na een korte gewenning, ligt ook Renee heerlijk rustig in het water te genieten van al het moois. De Rode zee staat bekend om zijn mooie koraal, kleurrijke vissen, warme water en heldere zicht. Wij kiezen elke keer weer voor Egypte omdat je een hoop mooie duikplekken hebt en het bovendien ruim de helft goedkoper is dan bijvoorbeeld de Caribien en de helft vlieguren. Ja, de (straat)verkopers zijn irritant, maar ook daar leer je mee om te gaan. Bovendien is het onderhandelen een goede oefening voor de landen waar we straks nog heen gaan.

Een gemiddelde duikdag ziet er als volgt uit: 07.15 opstaan, aankleden, spullen bij elkaar rapen, ontbijten (meestal iets van pannenkoekjes/yoghurt/gebakken ei), nieuwe badhandoek halen bij het zwembad en naar de duikschool lopen. Rond 08.00 uur (Egypt time, marge van max 20 minuten later) proppen we ons met z’n allen in een taxibusje en zijn we zo’n 15 minuten later in de haven. We stappen op de boot, slippers uit, claimen een schaduwplekje op het dek en zoeken ons eigen krat met duikspullen: nummer 2 voor Renee en 51 voor Stefan. Ondertussen worden de persluchtflessen en ingredienten voor de lunch op de boot geladen en kan iedereen beginnen met de voorbereiding.

Het eerste deel van de voorbereiding bestaat uit: duikpak uithangen, een gordel met het juiste aantal kilo lood pakken, vinnen achterop de boot leggen, duikfles uitkiezen, sluitstrip weghalen, vest eraan vastmaken, octopus vastmaken, fles open draaien en checken of alles werkt en dan fles weer dicht. Het is dan voor Renee altijd hopen op 200 bar of meer, want dat betekent in principe dat we langer onder water kunnen blijven, Stefan gebruikt namelijk altijd zo’n 10% minder lucht in dezelfde duiktijd, omdat hij meer ervaring heeft.

Daarna kunnen we even relaxen, tot de gids/duikinstructeur een briefing komt geven over de duikplek. Hij geeft mbv. een tekening zijn plan aan, waar gaan we het water in, wie is buddy met wie (altijd in tweetallen en je dient elkaar in de gaten te houden), wat voor soort duik is het, wat is de diepte en wat voor mooie dingen zou je eventueel tegen kunnen komen. Wij vragen standaard om dolfijnen, maar zover geluk hebben we helaas ook deze vakantie weer niet gehad. Zo blijft er wel wat om voor terug te komen. 🙂

Het tweede deel van de voorbereiding komt nu. Met onze zwemkleding aan, wurmen we ons in onze duikpakken. Dan duikschoentjes aan, duikcomputer om, loodgordel aan, fles weer opendraaien, duikvest met fles omdoen, alles vastmaken, checken bij je buddy of alles goed zit en werkt, naar de achterkant van de boot lopen, vinnen aandoen, spugen in je duikbril (anders beslaat deze onder water). Renee doet in plaats van een grote roggel een speciaal goedje in haar duikbril. Haar spuug werkt namelijk niet goed genoeg en ze heeft liever dit goedje dan andermans kwijl in de bril zitten.

Net voor de nachtduik, zonsondergang vanaf de bootDan pak opblazen, naar de rand van de boot waggelen, een hand op de buikbril, de andere bij de regulator en jump! Na een korte check of iedereen ok is, laten we de lucht weer uit het pak, adem je uit en zak je langzaam naar beneden. Terwijl je naar beneden zakt, voel je druk op je oren ontstaan, dus adem je uit door je neus terwijl je deze dichtknijpt om je druk achter je trommelvliezen gelijk te krijgen met de waterdruk. Daarna is het een kwestie van rustig ademhalen en de juiste hoeveelheid lucht in je pak blazen om mooi neutraal in het water te drijven. En nu is het genieten geblazen!

We hebben tijdens de zes duikdagen weer een hele hoop mooie dingen gezien! Stefan heeft in totaal 14 duiken gemaakt en Renee 13. Op één van de dagen hebben we ook nog een nachtduik gedaan, wat weer een hele andere ervaring is zo met een zaklamp. Het is pikkedonker en je kan dus ook niet zien wat er allemaal om je heen gebeurd. Bovendien zie je ook echt andere dingen onder water. We hebben bijvoorbeeld een hoop krabben gezien, lopende waterplanten en vissen die je overdag niet ziet. En ook een paarsrode Spanish dancer. Dit is een soort slak die als een ware flamencodanser door het water golft, heel bijzonder.

Stefan voor paalTijdens één van de rustdagen hebben we ook nog een privétour naar Luxor gedaan. Stefan had tijdens onze vorige vakantie in Hurghada al gesproken met Mr No Problem, eigenaar van het winkeltje Mostafa (vernoemd naar zijn oudste zoon), in de buurt van ons hotel. En toen had hij al een goed gevoel bij zijn verhaal. Dus zijn we terug gegaan en na een hoop handje klap hebben we afgesproken om met hem mee te gaan. Het voelt nog een beetje ongelukkig dat we hem ongeveer de helft aan moeten betalen, maar hij geeft aan dat we de andere helft pas na de trip hoeven te betalen (als we ook echt tevreden zijn over zijn service) en krijgen een handgeschreven contractje mee op de achterkant van een ongerelateerd kassabonnetje. We maken voor de zekerheid maar een foto van de kentekenplaat van de auto waar we morgen door worden opgehaald, want we gokken dat dit bonnetje niet heel veel gaat doen als we problemen krijgen. Stefan moest namelijk zelf maar even opschrijven wat we hadden afgesproken, voor welke prijs, etc en hij heeft zijn voornaam “Maghmoud” eronder gezet. Hmmm 🙂

Tijdelijke gidsWe zijn blij als hij de volgende ochtend om 05.00 uur inderdaad zoals afgesproken met de auto voor het hotel staat. Na een korte stop voor thee bij een barretje, vertrekken we écht. Hij komt zijn woord zeker na, want zelfs de cola light krijgen we netjes gekoeld in onze handen gedrukt. Onderweg is niet bijster veel te zien, vooral een hoop woenstijn. Rond 08.45 uur komen we in Luxor aan en stoppen we bij een eettentje. We geven aan dat we nu wel een plaspauze kunnen gebruiken en Maghmoud aka No Problem wil heel moeilijk doen om ons bij het treinstation af te zetten. Hij kan blijkbaar niet zo goed begrijpen waarom wij het geen probleem vinden om gewoon van een lokaal Egyptisch toilet Frans toilet met Egyptische sausgebruik te maken. We zijn namelijk wel wat gewend door onze reizen, dus dit kan niet heel veel erger zijn. Renee baalt even later wel even van haar open sandalen, maar gelukkig gaat het net goed. Bij deze toilet is er in tegenstelling tot veel toiletten in China in ieder geval nog een deur en deze kan ook nog eens op slot. Pure verwennerij. 🙂

BreakfastDaarna is het tijd voor ons Egyptische ontbijt. Maghmoud heeft Falafel, pitabrood en een bonenprutje (geprakte bruinen bonen met kruiden en gesmolten verse boter) gekocht en na wat uitleg, vallen we aan. Zelf Stefan, die anders toch echt alles kan eten als ontbijt, bedankt voor de groene, hete! pepers die er eigenlijk bij horen. We hebben zo’n idee waarom sommige Egyptenaren zo kunnen stinken nu!

Even later halen we onze privégids Taip (geen idee hoe je het schrijft) op en stappen we met hem in een bootje om de Nijl over te steken. Hij vertelt o.a. over de nomaden die zich gingen vestigen in de buurt van de Nijl omdat ze daar alles konden vinden wat ze nodg hadden. continu Water, vruchtbare grond om gewassen op te verbouwen, etc. Aan de overkant bevindt zich de Karnak tempel, een gigantisch complex! Taip in boot op NijlTe groot om in één dag doorheen te kunnen lopen, dus in zo’n 1,5 uur wandelt hij met ons langs de meest belangrijke en interessante plekken. Echt leuk dat we hem alles kunnen vragen en ook zelf het tempo kunnen bepalen. Elke tempel ligt in de buurt van de Nijl (of er werd een kanaal naar toe gegraven), zodat ze de stenen aan konden voeren. En net als bij de meeste andere tempels, bestaat dit complex uit verschillende delen. Elke farao liet namelijk weer een eigen deel bijbouwen over de jaren.

HotChickenSoup tempelNa een les in hierogliefen, varen we terug naar de auto en rijden we naar de volgende tempel Hatchepsut (goed te onthouden als Hot chicken soup). Deze tempel is in de rots gebouwd, maar is in het verleden zo erg beschadigd, dat ze het nodig vinden om deze helemaal te renoveren. We vinden het dus ook niet zo erg, dat we net voor het bordje “For making photo buy ticket” stoppen om een foto te maken en de tempel alleen van de buitenkant bekijken.

GrafkunstdorpDe volgende stop is bij de graven van een aantal kunstenaars. Er is een groot dorp gevonden, waar diverse kunstenaars met hun hele familie woonden, afgesloten van de rest van de wereld. Ze konden daar niet weg, maar hadden verder een prima, bijna luxe, leven. Wanneer een farao aan de macht kwam, startten zij met het maken en versieren van het graf, op een geheime plaats. Om ervoor te zorgen dat het graf later niet geplunderd zou worden, woonden de kunstenaars dus in een ommuurde en bewaakte stad, zodat ze aan niemand de geheime locatie konden vertellen. Met elkaar bereidden ze ook hun eigen graf voor, met allerlei tekeningen en teksten in de mooiste kleuren, met hun ideeën over het hiernamaals.

Onze eigen gids mag hier niet mee naar binnen, want de rondleiding wordt hier gegeven door een plaatselijk mannetje. Engels spreekt hij echter niet. “This” en namen van de goden, verder komt hij niet, dus we zijn blij dat we Taip even later nog wat kunnen vragen over wat we eigenlijk hebben gezien. Het is moeilijk te geloven dat de tekeningen al zo oud zijn, we zouden het ook geloven als ze ons vertelden dat ze 5 jaar geleden zijn gemaakt. De twee mannetjes die ons een rondleiding hebben gegeven vragen om fooi, maar onze portomonee ligt nog in de auto, dus helaas hebben ze pech. Bovendien, laat ze eerst even leren om daadwerkelijk wat te vertellen over de bezienswaardigheid.

Ramses honkDaarna stoppen we nog voor een uitgebreide tour door de tempel van Ramses III. Deze is anders dan vele anderen, want hij wilde in de afbeeldingen in tegenstelling tot veel andere farao’s vooral laten zien dat hij een goede krijger was en zijn vijanden imponeren. Zo kan je bijvoorbeeld zien wat de huurlingen deden met de vijanden. Ze hakten de handen af, later de tong en daarna hun penis. Het verhaal gaat namelijk dat de huurlingen betaald kregen op basis van het aantal gedode vijanden en ze konden wel erg makkelijk cheaten met de handen (je hebt er natuurlijk twee), de tong (je kan er ook een van een geit gebruiken) en wat minder makkelijk met de penis. Het kan ook dat dit gewoon bangmakerij was natuurlijk, maar ze vinden het wel leuk om dit verhaal te vertellen.

VazenboorOndanks dat we hadden aangegeven dat we onderweg niet bij allerlei souvenirwinkeltjes wilden stoppen, stappen we toch maar uit als Mr No Problem ons verteld dat dit winkeltjes écht heel interessant is. We krijgen inderdaad een lachwekkend semi interessante uitleg over wat wel en niet echte steensoorten zijn (waar allerlei souvenirs van worden gemaakt) en mogen het bewerken hiervan ook nog even zelf proberen. Na deze 3 minuten worden we uiteraard de winkel in geloodst en dus kijken we maar even rond. We vragen ons wel af waarom mensen de handgemaakte échte beeldjes zouden willen kopen, voor ongetwijfeld tig keer de prijs, ipv de machinegemaakte beeldjes, die misschien iets sneller stuk gaan als je ze laat vallen, maar net zo lelijk zijn. We stappen dus even later als echte Hollanders weer in de auto. En “Kijken kijken niet kopen”, wordt ons, zoals wel vaker in Egypte, nageroepen. Nogmaals bedankt aan de toeristen die dat aan de verkopers hier hebben geleerd. 😉

OpgravingenOnderweg naar de laatste stop, zien we dat ze inderdaad op een hoop plekken nog bezig zijn met opgravingen. Het kan zo maar zijn dat ze over 10 jaar weer een hele hoop nieuwe dingen hebben gevonden. Bovendien maakten veel farao’s gebruik van stenen van en locaties van tempels/gebouwen van hun voorgangers en wordt er gezegd dat er onder het huidige Egypte, nog een veel ouder Egypte begraven ligt. De laatste stop is bij een grotendeels verwoeste tempel. Hiervan zijn alleen nog twee reusachtige beelden over waar we een aantal foto’s maken.

MegastructuresDaarna nemen we met een leuke fooi afscheid van gids Taip. Leuke en aardige kerel! Het is inmiddels 15.00 uur en we zijn door het gezin van Maghmoud uitgenodigd om de lunch bij hun thuis te nuttigen. Dus even later staan we in zijn appartement en worden we voorgesteld aan zijn vrouw en vier kinderen. We beginnen met de soep die erg lekker is maar waarvan we allebei wel een loopneus krijgen, pittig! En daarna de rijst, verschillende salades, aardappels, soort rundvlees en brood. Als toetje krijgen we een vers guavesapje. Prima maaltijd en leuk om zo ook echt een keer bij een Egyptenaar thuis te komen. Maghmoud is daar zelf ook wel blij mee, want zoals de meeste Egyptenaren die in de (afgelegen) badplaats Hurghada werken, ziet hij zijn gezien normaal maar 1 dag per twee maanden.

Stefan achter het stuurDaarna is het tijd om weer terug te rijden naar Hurghada. Stefan krijgt zelfs de kans om ook nog een stukje te rijden, wat hij erg leuk vindt. Maghmoud complimenteert Stefan met zijn rijstijl en vraagt of hij zo in de stad ook nog wil rijden. Volgens mij is hij te beleeft om te zeggen dat hij zelf wel weer wil rijden en Stefan wil natuurlijk juist het stadsverkeer wel ervaren! Dus even later zit Mahmoud toch met geknepen billen af en toe aanwijzingen te geven. Watch out here, see that car, etc. Het is bijvoorbeeld heel normaal dat als wij op de linker baan rijden, iemand op de rechterbaan links af slaat om te keren en je daarbij gewoon afsnijdt. En als we rechtsaf willen, maar de weg is afgesloten, laat Maghmoud Stefan daar gewoon stoppen. Hij spreekt een mannetje aan, legt uit dat we daar echt heen moeten en dus wordt de gigantische wals aan de kant gezet voor ons, rijden wij erdoor en wordt de wals we terug gezet. Zooooooow, heel handig! Wel even rustig aan doen, want de weg was natuurlijk niet voor niks gesloten. Om 20.30 zijn we weer terug in het hotel na deze interessante en leuke dag!

Het is nu 11 november en we zitten in het vliegtuig richting Nederland, met een bruin kleurtje (nou ja, vooral Stefan is klaar voor de sinterklaasintocht). We hebben inmiddels bericht gekregen dat de bus bij de Mercedes dealer is aangekomen, dus kunnen we ook deze checken en onze spullen ophalen. Daarna nog een paar wasjes draaien en dan kunnen we onze reis naar India weer vervolgen!