Na het dumpen van flink wat kilo’s in de storage van het hostel, stappen we met lekker lichte tassen om 06.00 uur in de taxi richting het TAM vliegveld. We wisten dat TAM een militaire vliegmaatschappij is, maar het is toch wel raar dat je letterlijk een legerbasis oprijdt en ook gecontroleerd wordt door een man in een groen pakje met een machinegeweer in zijn hand.
We zijn netjes op tijd en gaan alvast in de rij staan, waardoor we als eerste in kunnen checken. We willen zeker weten dat de spontaan ontstane vliegtickets in Sucre bij het reisbureau ook wel twee plekken in het vliegtuigje garanderen en tot onze opluchting en tegelijkertijd verrassing blijkt ons ticket recht te geven op stoel 2a en 2b.
We stappen in dit kleine gebakje en het is een aparte gewaarwording dat we tegenover ons ook nog mensen hebben zitten. Blijkbaar is het hier heel normaal om achteruit in een vliegtuig te zitten, wij vinden het maar raar. Na 50 minuten landen we veilig, maar een tikkeltje lomp op een zandpad tussen de groene bomen. Hola jungle!
Nadat de tassen via een rare omweg uiteindelijk aan de andere kant van het terminalgebouwtje zonder ramen zijn beland, kunnen we gaan. De tassen en koffers worden bovenop het dak van het busje gebonden en we rijden over een hobbelig zandpad naar het dorpje Rurrenebaque. Aangezien Hostelworld.com nog niet echt veel aanbod had voor hostels, lopen we met onze tassen door de hitte op zoek naar een slaapplek voor de nacht. Op advies van één van de Australische gasten in La Paz stranden we bij Beni. De kamer ziet er prima uit en ze zouden zelfs handmatten achterin de tuin moeten hebben!
Later blijkt dat je inderdaad achtrin de tuin kunt liggen, maar niet helemaal zoals we dit hadden verwacht. De hangmatten zijn weggehaald en ze hebben er een paarse grafkist voor in de plaats gezet, inclusief rouwende familie, irritante kinderen en foute belichting. We hebben geen zin om te klagen, want we hebben vanmiddag een hoop dingen die we nog moeten regelen en het is maar voor één nachtje. Het is wel héél bijzonder om zo’n wake in een touristisch hostel te doen, maar gewoon verder te gaan met kamers verhuren.
We lopen de verschillende tourbedrijfjes af om te informeren naar de verschillende tours en prijzen en zijn alweer flink aan het twijfelen waar we nou voor moeten kiezen. Wordt het de goedkoopste, de veel duurdere waar we wel een goed gevoel over hebben omdat de dame Nederlands sprak en ze op een goede manier met de dieren omgaan, de enagoedkoopste omdat we via via goede verhalen hierover hebben gehoord of degene waar heel veel mensen binnen zaten? Uiteindelijk kiezen we voor Flecha tours.
Flecha tours is goedkoop en we boeken dan samen met een aantal gasten met wie we in het vliegtuig zaten: drie Autraliers, één Chinees (nu al 10 jaar Japanner), één Fransman en één Amerikaan. We kunnen samen een groep vullen en we weten dan zeker dat we morgen ook daadwerkelijk vertrekken, met gasten die wel een goede eerste indruk hebben gemaakt op ons en niet bij onbekende mensen van een ander tourbedrijf in de groep worden gepropt en in een totaal andere accomodatie terechtkomen als waarmee ze adverteren bij Flecha.
Volgende stap is het verzamelen en inpakken van de benodigde kleding en materialen. Eerst drinken we op straat een vers geperst sinaasappelsapje en daarna kopen we een uberfout maar blijkt later, heel fijn zonnehoedje en shirt met lange mouwen. Zwart, bruin en blauw blijkt de muggen juist aan te trekken, dus we shoppen een tweedehands maar wel gewassen wit overhemd. Nog even nieuwe muggenspray inslaan en dan zijn we er klaar voor! Boeien hoe we er straks uitzien, als we maar niet worden opgevreten door de (malaria en dengé) muggen!
We zijn helemaal klaar voor ons vertrek naar de Pampas: tijd dus om te relaxen! Op advies van het tourdametje stappen we ieder achterop een taxibrommertje dat ons naar het hoger gelegen zwembad “El Mirador” moet brengen. We hadden dit stukje allebei liever zelf gereden, want Renee dondert er bijna vanaf als ze al slippend van de asfaltweg een grindpad opscheuren en Stefan komt stil te staan onderaan de heuvel omdat de prutser blijkbaar niet goed weet hoe te moeten schakelen. (waarna hij het na afstappen en teruglopen met een nieuwe aanloop nog een keer probeert) Gelukkig komen we uiteindelijk heelhuids aan en springen we in het heerlijk verkoelende zwembad. Het wordt helemaal perfect als we al hangend op de rand van het zwembad, met uitzicht op het stadje en de jungle, ons vers gemaakte mangosapje op mogen drinken. This is heaven!
Om 18.00 uur stappen we weer op een brommertje, want dit is nou eenmaal het enige vervoersmiddel dat hier kan komen, en rijden we deze keer op een veel relaxtere manier terug naar het hostel. Door de enorme hitte besluiten we het diner maar over te slaan en na het inpakken van de laatste spullen direct in bed te duiken. Gelukkig hebben we een ventilator, waardoor we allebei nog best redelijk hebben geslapen.
De volgende dag lopen we met al onze bagage naar het tourbedrijfje waar we de grote tassen en dure spullen veilig achter kunnen laten en ieder een dagrugzak mee kunnen nemen. We zijn hier extra vroeg want we mogen het wifi van het kantoortje gebruiken om een belangrijke mail met grote bijlage te versturen en met het trage internet hier, kan dit wel even duren. Ondertussen shopt Renee het ontbijt bij een bakkertje bij elkaar en dan kan het inladen van de jeep beginnen. We kruipen met z’n achten tegen elkaar in de Landcruiser en we kijken uit naar een leuke rit door de jungle richting de rivier.
De rit blijkt een erg saaie drie uur durende hobbeltocht over een zandweg te zijn, zelfs onze oude Samurai zat lekkerder en geen Jungle in zicht! We zijn blij als we bij de lunchstop arriveren, maar wat minder met de dingen die ons worden voorgeschoteld. Het lekker ogende koude sapje blijkt bijvoorbeeld een vies zoetig/zout maissapje te zijn en we hopen dat het tourdametje over de lekkere lunches en diners in het kamp niet heeft gelogen. Hiervoor is er speciaal een kok meegegaan, samen met haar dochter van 8 (die blijkbaar niet naar school hoeft), dus we zijn benieuwd.
We stappen even later met z’n allen in een lange smalle motorboot om richting het kamp de rivier op te varen. Al vrij snel zien we de eerste alligators, vogels, capybaras (een soort van kruizing tussen een groot harig varken en een cavia) en schildpadden. Gaaf! Verderop stopt onze gids Luis en springt hij na wat aanmoedige woorden richting ons in het erg bruine water. Er zwemmen roze rivierdolfijnen en die zouden wel eens heel dichtbij kunnen komen zodat je ermee kan spelen. Onze groep twijfelt eerst nog een beetje, want verderop liggen de alligators op de kant en er zitten hier ook een hoop piranhas! Nadat Luis ons verzekerd dat elk dier zijn eigen territorium heeft en dat piranhas alleen bijten als er bloed is, springt iedereen behalve Renee ook uit de boot. Renee heeft vandaag haar bikini niet aan en kijkt graag veilig op een afstandje naar de rest. De dolfijnen zijn niet zo speelserig vandaag dus na een tijdje zenuwachtig heen en weer zwemmen varen we weer verder.
Luis stopt ineens de motor en adviseert ons om de tassen droog op te bergen en een regenjas aan te doen en we weten snel waarom! Na korte tijd komt het water met bakken uit de hemel vallen. We zien daardoor niet echt veel dieren meer, maar de verkoeling is meer dan welkom. Na het uitzoeken van een bed met klamboe en een korte koude douche in de lodge, rennen we door de stromende regen naar de plek waar we ons avondeten krijgen opgediend. Deze keer zijn we veel blijer met het voedsel. Gebakken aardappeltjes, kip, rijst en verschillende salades; goed te eten! Ze hebben zelfs een gezamenlijke ruimte met pingpong en pooltafel en ondanks dat deze hier al duidelijk een tijdje in de vochtige omgeving staan, is het goed vermaak!
Om 22.00 uur gaat de kleine generator uit tijdens een spannende match ping pong en het is in één klap pikkedonker in het kamp, dus dan maar naar bed. We kruipen onder de klamboe en jammer genoeg is het inmiddels weer erg warm en plakkerig geworden. Aan de andere kant maar goed, want we hebben alleen een hoeslaken over de matras en kussen gekregen om op te slapen. (een slaapzak meebrengen was in deze tijd van het jaar niet nodig, maar ze had niet verteld dat je dan gewoon niets had om onder te slapen)
De volgende ochtend staan we op een normale tijd op en ontbijten we met brood, toast, een soort van oliebollen en fruit. Daarna zoeken we naar de juiste maat laarzen en varen we met het bootje richting de pampas. We stappen na 10 minuten uit en na een wandeling van 15 minuten door riet en een soort weiland, zijn we op de plaats van bestemming. Het knie-diepe moeras is het territorium van de Anaconda en daar gaan we dan ook naar op zoek. Het soppen in het moeras in deze hitte blijkt best zwaar te zijn, maar gids Luis geeft niet op.
Het ruim 4,5 uur ploeteren in het moeras heeft helaas niets opgeleverd. Het is ook een kwestie van geluk, want slecht 30% van de groepen vindt er tegenwoordig maar één. (en vroeger was het zo’n 10 slangen in 2 uurtjes wandelen) Dit komt door toeristen die de Anacondas (wurgslangen, niet giftig) aanraken met hun zonnebrand/deethanden, hierdoor verbrand de huid van de slangen en gaan ze dood, omdat ze via hun huid ademhalen. Eigenlijk best zielig dat toeristen zo’n impact hebben op de natuur hier, dus misschien maar goed ook dat wij daar niet aan bij kunnen dragen.
Met flink pijnlijke voeten van de laarzen en Stefan zelfs met grote blaren, strompelen we terug naar de boot om te lunchen in de lodge. Daarna kunnen de voetjes gelukkig even omhoog in de hangmat voor een siesta. Rond 15.00 uur stappen we weer met z’n achten in de boot, gewapend met een stokje, visdraad en haakje. Luis snijdt een hoop rundvlees in kleine stukjes en dan kunnen we op jacht naar ons avondeten. Met z’n allen staan we te wiebelen in de boot en proberen we de piranhas te snel af te zijn.
Dit blijkt nog helemaal niet zo makkelijk te zijn, want die etters hebben het vlees van het haakje afgebeten voordat je er erg in hebt. (vaak al op het moment dat het aas het water raakt, nog voordat het draad strak staat) Stefan is de eerste die een piranha op weet te vissen. Er volgen er in totaal nog 16 meer. Renee weet er één in de boot te hengelen zonder dat ze het haakje los hoeft te maken. (gewoon omdat dat kreng het vlees niet los liet onderweg naar boven) Lekker makkelijk! Het blijft wel een beetje een eng idee dat we gisteren nog in dit water hebben gezwommen.
Daarna varen we naar een veldje waar we een beetje kunnen relaxen, voetballen of volleyballen en de zonsondergang kunnen kijken. Helaas is het bewolkt en zitten er heeeeeeel veel muggen. De gekochte pringles smaken echter prima en het dochtertje van de kok is blij dat ze hier ook van mee mag eten. Als het donker is, varen we met ieder een zaklamp in de aanslag weer terug naar de lodge. Onderweg kan je de ogen van de alligators zien oplichten. wow, er zitten er veel meer dan we dachten!
Voor het avondeten staat er inderdaad piranha op het menu. We zijn wel blij dat er daarnaast ook nog spaghetti, rijst, salade, etc op tafel wordt gezet, want Stefan eet echt geen vis en er zit niet zo veel vlees aan zo’n piranha. Ze vinden de ogen en de kop hier een delicatesse, maar dat gaat toch net iets te ver voor Renee. Na het eten lezen we nog even een boekje en gaan we vroeg slapen.
Het regent deze nacht volop en we krijgen het voor het eerst flink koud. Dan maar alle droge kleding aan en tegen elkaar aankruipen op één bedje, want er zijn geen dekens. Rond 08.00 uur is het droog en schuiven we aan aan de ontbijttafel. Vanochtend gaan we opnieuw proberen om de roze dolfijnen te spotten en ermee te zwemmen. We zien inderdaad een paar keer een kop boven water komen en springen dus weer met z’n allen de bruine rivier in. Ondanks dat ze niet speels zijn, blijft het bijzonder om ertussen te zwemmen, vooral ook omdat we overal om ons heen de alligators en caymans zien liggen. En we hebben gisteren geleerd hoe snel piranhas kunnen happen en hoe sterk die kaken zijn.
We varen weer terug naar de lodge voor een laatste lunch en dan is het tijd om met de boot weer terug te gaan naar de jeep. Na een lange boottocht komen we daar aan, samen met de andere tourboot van Flecha, maar blijkt er niet genoeg plek te zijn voor ons allemaal in de klaarstaande jeep. We wachten samen met de Fransman en Luis op de volgende jeep, deze komt echter maar niet opdagen en Luis chartert uitereindelijk een taxi. Deze is heel wat jaartjes nieuwer dan de jeeps van Flecha en daardoor worden we tijdens de lange rit terug gelukkig wat minder door elkaar geschut dan op de heenweg.
We pikken onderweg nog een lifter op en net voordat we weer bij het tourbedrijf zijn, stoppen we plotseling. Er is een vrouw hard gevallen met haar brommer en we brengen haar dan ook snel naar het ziekenhuis. Na deze happening komen we weer bij het tourbedrijf en zit de trip erop. We halen onze spullen op en twijfelen waar we nu willen slapen. Het hostel met de doodskist skippen we liever en de Fransman is enthousiast over het hostel waar zij eerder verbleven.
We lopen met hem mee en het ziet er inderdaad goed uit. De kamer is ruim en op de binnenplaats hangen deze keer een hele hoop hangmatten. De komende 1,5 dag vullen we met het wegbrengen van al onze vieze was, een tukje doen (dit bed is wel heel erg fijn ten opzichte van die in de lodge), lekker hangen in de hangmat, een ijsje eten, weer in slaap vallen door de ontzettende hitte, een hapje eten, en uiteindelijk ook de tas inpakken voor de terugvlucht naar La Paz. Als de vlucht door gaat (dat is met regenseizoen en blubber-landingsbaan altijd maar de vraag) gaan we morgen weer met hetzelfde kleine vliegtuig terug naar La Paz.